
Minder voedsel verspillen
- Voeding
- Verspilling
Inhoud
In Brussel belandt niet minder dan 25.000 ton voedingsmiddelen elk jaar in de vuilnisbakken. Dat terwijl de productie van al deze voedingswaren gepaard ging met aanzienlijke gevolgen op ecologisch, sociaal en economisch vlak ... allemaal voor niets!
Verbijsterende hoeveelheden
Van op het veld of uit de zee, over de nodige verwerking en distributie, tot op ons bord; doorheen de hele productieketen wordt elk jaar 1,3 miljard ton voedingsmiddelen weggegooid. Dat gebeurt voor meer dan de helft vanaf de productie, de hantering en de opslag van de voedingswaren na de oogst, en voor bijna evenveel tijdens de verwerkings-, de distributie- en de consumptiefasen. Met een kwart van deze hoeveelheid zouden de 870 miljoen mensen gevoed kunnen worden die nu honger lijden in de wereld.
Grotere gevolgen aan het einde van de keten
In de industrielanden vindt het merendeel van de verspilling plaats op het moment van de verkoop in de detailhandel en bij de consument thuis. Hoe verder we ons echter van het veld verwijderen, hoe groter natuurlijk de gevolgen van de verspilling voor het milieu, omdat de voedingswaren intussen verwerkt, opgeslagen en bewaard dienden te worden ... om uiteindelijk in de vuilnisbak te belanden! Alleen al in Europa zou de voedselverspilling aan de basis liggen van 170 miljoen ton CO2-equivalent per jaar voor de productie van de weggegooide voedingsmiddelen, waarbij we dan nog de milieukosten moeten tellen, die met de verwerking van al dit afval gepaard gaan.
Te veel voedingsmiddelen belanden in de vuilnisbak
Brood, fruit, groenten, gebak, yoghurt, vervallen of deels opgegeten, ... In Brussel zijn voedingsmiddelen goed voor 12% van het volume van de witte vuilniszak van de gezinnen en 23% van die van scholen en bedrijven. Waarom wordt er zoveel weggegooid? Omdat we tijd te kort komen en eten in de koelkast vergeten. Omdat we uitzicht met kwaliteit verwarren. Omdat we de op de producten vermelde verbruiksdatums niet goed begrijpen, ... Maar vooral omdat we niet bijhouden, wat we allemaal weggooien!
Voor de gezinnen: 15 kg voeding per persoon per jaar = 15.000 ton = 3 maaltijden per dag voor 30.000 personen een jaar lang.
Voor de bedrijven: 10.000 ton
In Brussel wordt er actie ondernomen:
Op milieuvlak kan er door preventie aan de bron effectief gezorgd worden voor minder verbruik van hulpbronnen en minder uitstoot van CO2.
Op sociaal vlak wordt er werk gemaakt van de inzameling van onverkochte producten om deze weg te schenken en sociale kruideniers mee te bevoorraden.
Op economisch vlak worden er lokale verwerkingsactiviteiten rond de recuperatie van onverkochte producten georganiseerd.
Voedselverspilling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Uitdagingen en gevolgen
In België beschikken we - in overvloed - over een gevarieerde en kwaliteitsvolle voeding. Diezelfde voeding is echter verantwoordelijk voor 30% van onze ecologische voetafdrukMeeteenheid waarbij getracht wordt de milieu-impact van de mens te vatten met 1 indicator. Daarmee wordt de oppervlakte aan vruchtbare aarde geschat die nodig is om te voldoen aan de noden van een populatie in termen van hulpbronnen en afvalabsorptie. De ecologische voetafdruk wordt uitgedrukt in hectaren. . Iets doen voor het milieu, betekent dus ingrijpen op onze voeding. Daarom heeft Leefmilieu Brussel hier ook een prioriteit van gemaakt. En dat des te meer aangezien het milieu hier niet de enige uitdaging vormt: ons voedingssysteem moet ook rekening houden met sociale doelstellingen, criteria op het vlak van volksgezondheid en welzijn evenals criteria in verband met economische ontwikkeling. Dit alles vormt de kern van wat er met duurzame voeding beoogd wordt.
Wat is duurzame voeding?
"Een duurzaam voedingssysteem garandeert het recht op voedsel, respecteert het principe van voedselsoevereiniteit, zorgt voor voldoende en gezond voedsel voor iedereen wereldwijd tegen een aanvaardbare prijs en zorgt ervoor dat de eindprijs van een product niet alleen alle productiekosten, maar ook alle externe milieu- en gezondheidskosten internaliseert. Dit systeem gebruikt grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen (zoals biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). , de bodem en water) naast menselijke hulpbronnen (zoals arbeid) "at their rate of recovery" en respecteert de culturele eigenheid van voeding." (Bron: Sustainable Food Laboratory).
Hoe kunnen we de ecologische voetafdruk van voeding verkleinen?
Om de gevolgen van voeding voor het milieu te verkleinen, moet er opgetreden worden "van boer tot bord", d.w.z. van productie over verwerking, vervoer, bereiding, verpakking en opslag tot consumptie.
De productiemethoden aan het begin van de keten:
- moeten een optimale bewaring van de vruchtbaarheid van de bodem en van de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). mogelijk maken;
- moeten waken over het welzijn van de fokdieren;
- en mogen geen gebruikmaken van genetisch gewijzigde organismen.
Door een ontwikkeling van de lokale productie en de productie om in de eigen behoeften te voorzien, kunnen daarnaast ook de gevolgen gekoppeld aan het vervoer, de opslag en de bewaring van voedingsmiddelen beperkt worden. Bovendien moet doorheen de hele voedselketen voorrang gegeven worden aan de bestrijding van de voedselverspilling.
En tot slot moet ook de manier waarop we consumeren veranderen. Meer groenten en fruit eten, minder producten van dierlijke herkomst, meer verse, lokale en seizoensproducten en minder sterk verpakte voedingsmiddelen ... Het zijn stuk voor stuk doeltreffende maatregelen om de gevolgen van onze voeding voor het milieu te beperken.
Voeding, een belangrijke milieu-uitdaging
Uitstoot van broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). , verbruik van drinkbaar water, gevolgen voor de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). , afvalproductie, ... de impact van onze voeding op het milieu is immens. En hoewel in België die gevolgen voornamelijk indirect van aard zijn, neemt dat niet weg dat de consumenten zelf ook de druk kunnen helpen verlichten.
Zo is voeding verantwoordelijk:
- Op internationaal niveau:
- voor 25 à 35% van alle broeikasgasemissies, waarbij de teelt op zich al goed is voor 18% van dit totaal;
- voor 67% van het verbruik van de reserves aan drinkbaar water;
- voor de overbevissing, uitputting of bedreiging van het voortbestaan van 75% van de wereldwijde visbestanden.
- Op Europees niveau:
- voor 30% van alle broeikasgasemissies (inclusief dranken), waarbij de teelt op zich al goed is voor 10% van dit totaal;
- voor 2/3 van onze 160 kg verpakkingsafval per persoon en per jaar.
- In België:
- voor 17% van de uitstoot aan broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3).;
- voor 30% van de impact die een gezin op het milieu heeft.
Productie
Door de industrialisering van de landbouwproductie kunnen we over landbouwproducten in overvloed beschikken. Diezelfde industrialisering heeft echter ook ernstige gevolgen voor het milieu, met name op het vlak van broeikasgasemissies, verbruik van hulpbronnen, vruchtbaarheid van de bodem, biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). of waterkwaliteit. Zo is België één van de Europese lidstaten die de grootste hoeveelheid pesticiden per oppervlakte-eenheid gebruikt (volgens gegevens van de FAO). Pesticiden zijn echter niet alleen verantwoordelijk voor een vervuiling van lucht, bodem en water, we treffen ze ook aan in onze voeding: zo bevatten 80% van de groenten en 60% van het fruit dat in België te koop wordt aangeboden, resten van pesticiden (volgens gegevens van het FAVV). Verder is de landbouwproductie nog goed voor 10% van de uitstoot aan broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). van ons land.
Verwerking
Op dertig jaar tijd is de inhoud van ons bord sterk veranderd. Vandaag eten we minder basisproducten en veel meer verwerkte producten. Meer dan 80% van de voedingsmiddelen maakt tegenwoordig het voorwerp uit van een verwerking door de voedingsmiddelensector. Geschild, schoongemaakt, versneden, bereid, diepgevroren, verpakt: ze bereiken ons klaar om geconsumeerd te worden. Elke stap gaat echter ook gepaard met het verbruik van energie en water, met vervoer en met de productie van afval.
Transport en distributie
We eten voortaan voedingsmiddelen die overal ter wereld geproduceerd of verwerkt kunnen zijn. Maar hun vervoer heeft ook een zware milieukost die varieert al naargelang de afgelegde afstand, het vervoerde volume en de gekozen vervoersmodus. Zo stoot het luchtvervoer over eenzelfde afstand 20 à 40 keer meer broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). uit dan het vervoer per schip. En over de weg zijn het de bestelwagens die meer CO2 per vervoerde ton uitstoten dan de vrachtwagens of trekkers met opleggers. Om dan nog te zwijgen over de gevolgen van dit alles voor de mobiliteit en de toegankelijkheid van het Gewest.
Consumptie
Kwaliteit, herkomst, type van verpakking, bewaring, ... ook onze diverse manieren van consumeren hebben een impact op het milieu. Zo is onze consumptie verantwoordelijk voor 23% van de broeikasgasemissies van de voedselketen. De juiste keuzes maken kan dus een aanzienlijke bijdrage leveren aan het verlichten van de druk op het milieu.
Anders consumeren:
- Minder vlees eten => vermindering met 15% à 60% van de uitstoot aan broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). van de voedselketen
- Meer seizoensgroenten en -fruit eten => vermindering met 20% van de uitstoot aan broeikasgassen van de voedselketen
Voeding, een cruciale sociale uitdaging
Voeding is geen product als een ander. Hoewel het van levensbelang is, blijkt de kostprijs van voeding moeilijk te betalen voor almaar meer gezinnen in Brussel, waar nu al 32.000 personen op voedselhulp zijn aangewezen. En ook de kwaliteit van onze voeding is van essentieel belang om gezond te blijven.
Voeding weegt op de gezondheid
De toegang tot voldoende voeding van een toereikende kwaliteit heeft lange tijd bijgedragen tot een stijging van onze levensverwachting. Vandaag dreigt die tendens zich echter om te keren: onze voeding bevat immers meer vet, zout en suiker dan ooit tevoren en dat leidt tot tal van aandoeningen, zoals suikerziekte of hart- en vaatziektes. De met overgewicht verband houdende pathologieën zijn bovendien aan een sterke opmars bezig, terwijl hun impact intussen al goed is voor 6% van het budget van de ziekteverzekering (Bron: PNNS). Het door België gelanceerde Nationale Voedings- en Gezondheidsplan focust zich op deze problematiek en moedigt een toename van de consumptie van verse groenten en fruit aan en een vermindering van de hoeveelheid vlees.
In België is 1 persoon op 10 zwaarlijvig en kampt 1 volwassene op 2 en 1 kind op 5 met overgewicht.
Kansarmen in de eerste plaats
De prijzen van voedingswaren blijven maar stijgen en dat weegt zwaar door op het budget van de meest kansarme gezinnen. Doordat ze zich genoodzaakt zien om zich te voeden met producten van lage kwaliteit, zijn zij het sterkst blootgesteld aan de risico's die met slechte eetgewoontes gepaard gaan. Een duurzaam voedingssysteem moet iedereen toegang geven tot een sterker gecontroleerde voeding van betere kwaliteit dankzij bv. duurzame sociale restaurants of kruideniers of een herverdeling van onverkochte producten.
Economisch potentieel van duurzame voeding
De bedrijven uit de voedingssector hebben het moeilijk in het huidige economische klimaat. Het ontwikkelen van circuits voor stedelijke voedselproductie en lokale verwerking en van de distributie via korte ketens en een duurzamere horecasector vertegenwoordigt echter een veelbelovend potentieel aan inkomsten en banen voor het Brussels Gewest.
Een sector in moeilijkheden
In België neemt het aantal landbouw- en voedingsmiddelenbedrijven jaar na jaar af, net als de werkgelegenheid in deze sectoren. De landbouwinkomsten maken het voor de kleine en middelgrote exploitanten ook niet langer mogelijk om naar behoren te leven van de eigen productie, noch om ethische criteria en oog voor het milieu in hun manier van werken te integreren. En doordat de sector sterk geconcentreerd is geraakt, is er nog maar weinig plaats voor kleinere spelers.
Duurzame voeding blijkt crisisbestendig
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden er al 2.500 banen gecreëerd in de sector van de duurzame voeding, waarvan meer dan een derde op het vlak van distributie. En ondanks de crisis zetten de aan duurzame voeding gekoppelde circuits hun groei verder en blijven ze voor nieuwe werkgelegenheid zorgen, vooral voor de jongeren en laaggeschoolde arbeidskrachten van het Gewest.
Potentieel aan lokale tewerkstelling
Volgens de FAO genereert de biologische landbouw gemiddeld 30% meer niet-delokaliseerbare banen op elk niveau van het circuit. Ook in Brussel zouden de stedelijke landbouwproductie en de toekomstperspectieven die deze sector te bieden heeft, tegen 2020 heel wat nieuwe banen moeten opleveren, niet alleen in de groenteteelt, maar ook op het vlak van distributie, horeca, afvalverwerking en opleiding.
+ 1.400 banen in de groenteteelt
+ 1.000 banen voor de distributie, de afvalverwerking en de horeca
+ 200 banen op opleidingsvlak
Totaal: + 2.900 nieuwe banen, ofwel een verdubbeling van de huidige tewerkstelling op 15 jaar tijd.
Bron: Facultés universitaires St-Louis
Potentieel inzake werkgelegenheidscreatie van de stedelijke landbouwproductie in Brussel:
Nuttige links