
Een bedrijfsvervoerplan (BVP) opstellen
- Mobiliteit
- Lucht
- Milieuvergunning
- Vervoerplan
- Verplichtingen
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Inhoud
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Naar een duurzamere mobiliteit
Sinds 2004 zijn bedrijfsvervoerplannen verplicht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Die plannen hebben twee doelen:
- de milieu-impact verminderen van het verkeer dat uw bedrijf veroorzaakt (verbetering van de luchtkwaliteit)
- filesverminderen op de wegen in het Brussels Gewest
Concreet betekent dit dat er maatregelen moeten worden genomen die de overstap naar duurzamere vervoermiddelen bevorderen.
In de praktijk bestaat een vervoerplan uit twee delen:
- een mobiliteitsdiagnose
- een actieplan om de mobiliteitssituatie te verbeteren
In deze rubriek vindt u alle stappen terug die nodig zijn om uw BVP op te stellen.
Goed om te weten
Hulpmiddelen voor een verbetering van de mobiliteit
Wij bieden u een reeks praktische middelen aan die u helpen om uw vervoerplan op te stellen, gegevens te verzamelen en te verwerken of uw mobiliteitsdoelstellingen te bereiken:
- Het mobiliteitsteam van Leefmilieu Brussel staat klaar om u te helpen bij het opstellen van uw BVP.
- Een BVP-nieuwsbrief.
- Een Mobility & Fleet Facilitator die verantwoordelijken van bedrijven op maat ondersteunt om de best practices in te voeren op het vlak van mobiliteit- en vlootmanagement.
- De opleiding ‘Mobility Manager’ in samenwerking met Brussel Mobiliteit: een opleiding die oplossingen biedt ter bevordering van duurzame bedrijfsverplaatsingen.
- The Bike Project: een project dat bedrijven en organisaties in Brussel individueel ondersteunt bij hun fietsbeleid.
- Cairgo Bike: een programma om bedrijven en instanties in Brussel te laten overschakelen op het gebruik van cargofietsen.
Valt uw bedrijf onder de verplichting van het BVP?
Als u wilt weten of u verplicht bent om een BVP op te stellen, moet u nagaan of u aan de criteria voldoet, d.w.z. dat uw onderneming daadwerkelijk meer dan 100 werknemers tewerkstelt op eenzelfde site in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Hoe berekent u het aantal werknemers?
- Voor de privésector: dezelfde berekening uitvoeren als voor de sociale verkiezingen.
- Voor de openbare sector: rekening houden met het aantal statutaire en contractuele werknemers die op 30 juni van het lopende jaar ten minste een volledig jaar in dienst zijn.
Hebt u meer dan 100 werknemers, maar werken minder dan 100 daarvan op de site?
U hoeft alleen rekening houden met het personeel dat daadwerkelijk op de site werkt, niet met personeel dat bijvoorbeeld op bouwplaatsen, bij klanten, thuis of in het buitenland werkt. Alleen werknemers die ten minste twee dagen per week op de site komen werken, worden meegeteld.
Wat is een site?
Als uw bedrijf op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meerdere gebouwen heeft waarvan de hoofdingangen minder dan 500 m van elkaar verwijderd zijn (via de meest directe route te voet), maken deze gebouwen deel uit van dezelfde site. Voor uw berekening telt dan het totale aantal personeelsleden dat in die verschillende gebouwen werkzaam is.
Als uw bedrijf meerdere sites telt (die verder dan 500 m van elkaar verwijderd zijn), moet u voor elkesite waar meer dan 100 werknemers een BVP-formulier invullen.
Wat met de federale enquête over woon-werkverkeer?
De FOD Mobiliteit en Vervoer organiseert om de drie jaar een federale enquête m.b.t. woon-werkverkeer. Deze heeft betrekking op alle bedrijven en overheidsdiensten in België die gemiddeld meer dan 100 personen tewerkstellen. De laatste enquête werd afgenomen tussen 30 juni 2021 en 28 februari 2022.
Als u een BVP op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest indient, worden de nodige gegevens automatisch doorgestuurd naar de FOD Mobiliteit en Vervoer. U hoeft dus voor de site in kwestie niet meer te antwoorden op de federale enquête.
Goed om te weten
Uw bedrijfsvervoerplanEen bedrijfsvervoerplan omvat een reeks maatregelen om de verplaatsingen van alle werknemers te optimaliseren en alternatieven voor de wagen te promoten. Het bevat een stand van zaken (aantal werknemers, verdeling in functie van hun woonplaats en hun vervoerwijze, enz.), een analyse van de bereikbaarheid van de locatie, een studie van de mogelijke synergiën met bedrijven in de buurt, vastomlijnde doestellingen en de instrumenten om werknemers ertoe aan te zetten minder hun wagen te gebruiken. in een oogopslag
Alle stappen en formulieren voor uw BVP:
- Controleer of uw bedrijf daadwerkelijk meer dan 100 werknemers op eenzelfde site tewerkstelt.
- Stel een mobiliteitsdiagnose op. Als u hulp wilt tijdens de voorbereiding van uw gegevensverzameling, kunt u daarbij gebruikmaken van onze online enquêtetool.
- Vul het BVP-formulier in via het BVP-platform. Zodra u uw formulier hebt verstuurd, ontvangt u een indieningsattest. Binnen een termijn van drie maanden laat Leefmilieu Brussel u weten of uw dossier volledig is of niet.
- Stel uw actieplan op.
De mobiliteitsdiagnose (uw gegevens)
Het eerste deel van uw BVP bestaat uit een mobiliteitsdiagnose. Die diagnose beschrijft en analyseert de verplaatsingen van de werknemers en de bereikbaarheid van uw site voor externe bezoekers. De diagnose moet worden uitgevoerd vanaf 30 juni 2024 en verzonden vóór 31 januari 2025.
Voor die diagnose moet u eerst een aantal gegevens verzamelen over de volgende zaken:
- de organisatie van de arbeidstijd
- de verplaatsingen van uw personeelsleden (woon-werkverplaatsingen en professionele verplaatsingen), de bezoekers en het aantal leveringen
- de bereikbaarheid van uw site (met name op het vlak van parkeergelegenheid)
- de maatregelen die u al hebt genomen om de mobiliteit te verbeteren
Vervolgens maakt u op basis van die gegevens een SWOT-analyse, d.w.z.:
- u identificeert de sterke en de zwakke punten van uw huidige situatie
- u geeft de mogelijkheden tot verbetering en hindernissen aan
Deze mobiliteitsdiagnose stelt u in staat om de doelstellingen voor de modal shift te bepalen en de belangrijkste acties te identificeren die nodig zijn om ze te behalen.
Goed om te weten
De online mobiliteitsenquête
Om u te helpen bij het verzamelen van uw mobiliteitsgegevens, stellen wij u een online enquêtetool ter beschikking over:
- de belangrijkste manieren waarop de woon-werkverplaatsingen gebeuren, gekoppeld aan de postcodes van de woonplaatsen
- de wijze van benaderings-/ eindverplaatsingen, alternatieve vervoermiddelen
- de verplaatsingen voor beroepsdoeleinden (aantal, wijze van verplaatsing, bestemmingen)
- de gegevens over telewerk
In deze tool kunt u ook gepersonaliseerde vragen toevoegen.
Uw actieplan (Uw maatregelen)
Uw vervoerplan vereist dat u zeven verplichte maatregelen invoert.
1. Een contactpersoon voor mobiliteit aanduiden
U moet een contactpersoon aanduiden die als tussenpersoon zal optreden tussen uw bedrijf en Leefmilieu Brussel. Zijn/haar contactgegevens moeten op het BVP-formulier worden vermeld. Die gegevens moeten eveneens binnen de drie maanden na verzending van uw BVP-formulier worden doorgegeven aan uw werknemers. Als de contactpersoon verandert, moet u de gegevens van de nieuwe contactpersoon binnen de drie maanden doorgeven aan Leefmilieu Brussel via e-mail en op het BVP-platform. Ook uw werknemers moeten van die verandering op de hoogte worden gebracht.
De contactpersoon, ook de mobiliteitscoördinator genoemd, is verantwoordelijk voor het opstellen, de uitvoering en de evaluatie van het BVP. Hij/zij is bij voorkeur vertrouwd met de verschillende vervoermiddelen en het mobiliteitsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarnaast moet hij/zij de menselijke en financiële middelen en de steun van de directie krijgen voor de invoering van acties en maatregelen die in het BVP zijn voorzien.
Opleidingen rond mobiliteit
De mobiliteitscoördinators kunnen rekenen op de volgende begeleiding:
- De opleiding 'Mobility Manager'
- Leefmilieu Brussel organiseert regelmatig info- of themasessies. Als u op de hoogte wenst te blijven van die evenementen, kunt u zich inschrijven voor de BVP-nieuwsbrief en de agenda van Leefmilieu Brussel raadplegen.
2. Uw personeel informeren
U ben niet enkel verplicht om uw personeel en vakbondsvertegenwoordigers te informeren over de aanstelling van de mobiliteitscoördinator, maar ook om de diagnose en het actieplan van uw bedrijfsvervoerplan aan hen voor te leggen, inclusief:
- de verdeling van de werknemers volgens hun (hoofd)vervoermiddel
- de doelstellingen van de modal shift en de rationalisering van de verplaatsingen die door uw bedrijf worden beoogd
- de bestaande en geplande maatregelen van uw actieplan
Nieuwe werknemers moeten op de hoogte worden gebracht van het BVP bij hun indiensttreding.
Veel bedrijven kiezen ervoor om een rubriek 'mobiliteit' toe te voegen aan hun intranet, met:
- de contactgegevens van de mobiliteitscoördinator
- de informatie over het bedrijfsvervoerplan en de evolutie ervan
- andere praktische informatie over mobiliteit, zoals het terugbetalingsbeleid voor verschillende vervoerswijzen, de procedure om fietsen/dienstvoertuigen te huren, het multimodaal toegangsplan enz.
3. Sensibiliseren rond de alternatieven voor de wagen
Communiceren met uw personeel over mobiliteit is een prioriteit in uw bedrijf. U wordt gevraagd om minstens een keer per jaar een sensibiliseringsactie te organiseren in uw bedrijf om zo het autoverkeer te rationaliseren en het individuele autogebruik te verminderen. Die actie zal u helpen om uw modal shift-doelstellingen te bereiken door de alternatieven voor de auto te promoten.
Welke acties kunt u ondernemen?
Om het mobiliteitsgedrag en de mobiliteitsgewoonten van uw werknemers te veranderen en/of onder de aandacht te brengen, kunt u bijvoorbeeld:
- Deelnemen aan evenementen en campagnes van het Gewest: 'Naar het werk zonder auto' (jaarlijks georganiseerd in september tijdens de Week van de mobiliteit), The Bike Project, Bike to work, de trein uitproberen met de spoorwegmaatschappij NMBS enz., de trein uitproberen met de NMBS enz.
- Uw eigen evenement organiseren: Een 'ontbijt rond mobiliteit', fietsopleiding of opleiding “eco- driving”, gratis jaarlijks onderhoud van fietsen, ontdekking van fiets- of voetgangersroutes in de buurt enz.
- Regelmatig informeren over gebeurtenissen die een invloed hebben op de mobiliteit (wegwerkzaamheden, stakingen, pollutiepieken enz.) en over de oplossingen die het bedrijf biedt (telewerk, alternatieven, aangepaste uurroosters enz.).
4. Een multimodaal toegangsplan van de site opstellen en verspreiden
Iedereen die op uw bedrijfssite werkt en die bezoekt, moet een multimodaal toegangsplan kunnen raadplegen dat:
- Volledig is: Het vermeldt alle manieren waarop iemand uw site kan bereiken, en dit voor alle beschikbare vervoermiddelen (te voet, per fiets, trein, tram, bus, auto) alsook de (openbare of eigen) autoparkings en fietsenstallingen aanwezig op of rond de site.
- Concreet is: Het omvat een visuele kaart met een korte beschrijving. Daarnaast geeft het de loop-/fietstijden aan vanaf de belangrijkste haltes van het openbaar vervoer, fietsenstallingen of andere bekende oriëntatiepunten. Voor elk vervoermiddel stelt het tot slot de beste routes voor.
- Leesbaar is: Het is aantrekkelijk en begrijpelijk voor iedereen.
Dit toegangsplan moet regelmatig worden bijgewerkt en ook online beschikbaar zijn. Uw personeel moet het plan kunnen inkijken via hun werkkanalen.
Volstaat een kaart van Google Maps?
Ja, maar wel in combinatie met een (tekstuele) beschrijving van de toegankelijkheid van de site, met inbegrip van:
- het adres van uw organisatie, de telefoonnummers, het e-mailadres en eventueel de openingsuren en een foto van het gebouw
- een beschrijving van de toegang via de verschillende vervoerswijzen
- details over de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit (parkings, faciliteiten enz.)
Goed om te weten
Het toegangsplan kan worden aangepast voor leveranciers, met vermelding van leveringszones, openingstijden en een route die is aangepast aan de omvang van de vrachtwagens en de wegen.
5. Een combinatie of vervanging van de bedrijfswagen aanbieden
Bedrijven die aan meer dan tien werknemers, die daadwerkelijk op de site tewerkgesteld zijn, een bedrijfswagen ter beschikking stellen, zijn verplicht om hen de mogelijkheid te bieden de wagen aan te vullen met of te vervangen door andere vervoermiddelen. Zo moeten ze hun wagen kunnen combineren met ten minste het openbaar vervoer en/of de fiets.
Er kan ook een mobiliteitsbudget worden voorgesteld aan het personeel. Personeelsleden met een bedrijfswagen kunnen met dat budget hun wagen combineren met of vervangen door andere, duurzamere vervoerswijzen.
Op die manier kunnen ze hun bedrijfswagen of hun recht op een bedrijfswagen inruilen voor een budget waarin ten minste de auto, het openbaar vervoer en de fiets zijn opgenomen.
En wat met cafetariaplannen waarin het recht op een bedrijfswagen is voorzien?
Een cafetariaplan is een manier om een gepersonaliseerd loonpakket aan te bieden, zonder stijging van de loonkost. Zo kan de werknemer zelf verschillende oplossingen voor zijn/haar mobiliteit kiezen. Naast de bedrijfswagen moeten de mobiliteitsopties een openbaar vervoerabonnement en/of een fiets bevatten.
Wat als het loon van de werknemer inclusief bedrijfswagen werd onderhandeld?
In dat geval moet de werknemer, naast de bedrijfswagen, ook zijn/haar kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer en/of de fiets terugbetaald krijgen.
Goed om te weten
Een bedrijfswagen is een voertuig dat (rechtstreeks of onrechtstreeks en al dan niet gratis) door het bedrijf aan een werknemer ter beschikking wordt gesteld voor persoonlijk gebruik, zoals gedefinieerd in de wet van 17 maart 2019.
6. Aanwezigheid van fietsparkeerplaatsen
Uw bedrijf moet over een fietsenstalling beschikken die voldoende parkeerplaatsen biedt voor de werknemers en bezoekers op de site. Die fietsenstalling moet aan bepaalde technische en praktische voorschriften voldoen.
Het aantal plaatsen mag niet lager zijn dan:
- het totale aantal fietsers dat de site bezoekt, vermeerderd met 20%
- 1/5 van de autoparkeerplaatsen, gehuurd of in eigendom
De toestemming om van dat minimumaantal plaatsen te mogen afwijken, kunt u aanvragen via het BVP-formulier. Leefmilieu Brussel zal in dat geval automatisch een audit op uw site uitvoeren om het toereikende aantal fietsplaatsen voor uw bedrijf te bepalen.
Voor de evaluatie van het aantal fietsparkeerplaatsen:
- Kunt u zich baseren op de mobiliteitsenquête die in uw bedrijf werd uitgevoerd. In dat geval moet u echter rekening houden met de werknemers die de fiets als voornaamste vervoermiddel en als eindvervoermiddel (d.w.z. dat ze de fiets combineren met een ander vervoermiddel) gebruiken. U moet ook rekening houden met bezoekers (belangrijk als dat er veel zijn).
- Kunt u het aantal fietsen dat op uw site aanwezig is in de zomer en buiten de vakantieperiodes tellen.
Wat zijn de voorschriften voor fietsenstallingen?
Bij aanleunbeugels moet het ook mogelijk zijn om het frame en ten minste een wiel aan elkaar vast te maken met een hangslot. Ze moeten aan de grond worden bevestigd zodat ze moeilijk te verwijderen zijn.
Het gebruik van het omgekeerde U-vormige model wordt sterk aangeraden.
- Aanleunbeugels om het frame te bevestigen, zijn toegestaan.
- (eenvoudige) Wielklemsystemen zijn verboden.
Er wordt gevraagd dat de fietsparkeerplaatsen:
- overdekt zijn (behalve voor bezoekersplaatsen)
- gemakkelijk herkenbaar en goed verlicht zijn
- in de buurt van de ingangen liggen (in de mate van het mogelijke)
- zich waar mogelijk gelijkvloers bevinden. Als dat niet kan, liggen ze op maximaal een niveau verschil ten opzichte van de openbare weg en zijn ze toegankelijk via een lichte helling waarbij het aantal deuren en treden die ze moeten voorbijgaan, tot het minimum wordt beperkt
Ten slotte moet de fietsenstalling voldoende manoeuvreerruimte bieden en veilig zijn. Voor meer tips over de inrichting van uw fietsenstalling kunt u onze pagina over 'Verplichtingen inzake parkeervoorzieningen voor fietsen' raadplegen.
Wie is bevoegd voor de beoordeling van de conformiteit van mijn fietsenstalling?
Leefmilieu Brussel beoordeelt of uw fietsvoorzieningen al dan niet conform zijn. Aarzel daarom niet om uw plannen voor de aanleg of de herinrichting vooraf voor te leggen aan het team van de bedrijfsvervoerplannen.
7. Maatregelen voor uitzonderlijke situaties die een impact hebben op de mobiliteit
Om het hoofd te kunnen bieden aan allerlei uitzonderlijke situaties die een impact hebben op de mobiliteit van uw werknemers, moet uw bedrijf een actieplan opstellen met een reeks specifieke en operationele maatregelen. Het doel: alternatieven bieden wanneer de toegang tot uw bedrijf met de auto beperkt is of de beschikbaarheid van het openbaar vervoer verminderd is.
Wanneer bevindt uw bedrijf zich in een uitzonderlijke situatie?
- Vervuilingspieken. Wij bieden u een hulpmiddel aan waarmee u een waarschuwingsmelding ontvangt.
- Extreme weersomstandigheden (sneeuwstormen, hevige wind).
- Stakingen van het openbaar vervoer.
- Sluiting van een deel van de Brusselse infrastructuur ter gelegenheid van bepaalde evenementen of politieke toppen.
- Verplaatstingsbeperkingen of lockdowns als gevolg van een gezondheidscrisis, het risico op aanslagen enz.
U moet bepalen welke informatie er verstrekt moet worden over de genomen maatregelen voor en na een uitzonderlijke situatie.
Verhuist uw bedrijf?
Verhuizen van site 'A' naar site 'B' heeft gevolgen voor het bedrijfsvervoerplanEen bedrijfsvervoerplan omvat een reeks maatregelen om de verplaatsingen van alle werknemers te optimaliseren en alternatieven voor de wagen te promoten. Het bevat een stand van zaken (aantal werknemers, verdeling in functie van hun woonplaats en hun vervoerwijze, enz.), een analyse van de bereikbaarheid van de locatie, een studie van de mogelijke synergiën met bedrijven in de buurt, vastomlijnde doestellingen en de instrumenten om werknemers ertoe aan te zetten minder hun wagen te gebruiken. van uw bedrijf.
|
Datum van de verhuizing |
|||
Plaats van de verhuizing |
Voor 1 juli 2024 |
Tussen 1 juli 2024 en 31 januari 2025 |
Tussen 31 januari 2025 en 30 juni 2025 |
Na 30 juni 2025 |
Van A naar B in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
Het BVP moet worden opgesteld voor de nieuwe site (B). |
De mobiliteitsdiagnose kan worden opgesteld voor site A of site B. Het actieplan moet worden opgesteld voor de nieuwe site (B). |
De mobiliteitsdiagnose moet worden opgesteld voor site A. Het actieplan moet worden opgesteld voor de nieuwe site (B). |
Het BVP moet worden opgesteld voor site A. |
U verlaat Brussel. A in het BHG en B buiten het BHG |
U moet geen BVP opstellen.
|
Het BVP moet worden opgesteld voor site A. |
||
U komt naar Brussel. A buiten het BHG en B in het BHG |
Het BVP moet worden opgesteld voor de nieuwe site (B). |
U moet pas bij de volgende actualisering (2027) een BVP indienen. |
Contact
Neem contact op met pdebvp@leefmilieu.brussels voor meer informatie. Abonneer u ook op onze BVP-nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de evoluties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Wetgeving
- BWLKE van 02/05/2013 - Titel 3; Hoofdstuk 1
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de bedrijfsvervoerplannen
- Besluit van 15 mei 2014 betreffende het voorbeeldgedrag van de overheden inzake vervoer en ter wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 april 2011 betreffende de bedrijfsvervoerplannen