Het Good Food Resto-label
- Voeding
- Labels
- Strategie
- Good Food

BELANGRIJK !!! Het Resto Good Food-label wordt in een nieuw jasje gestoken. De criteria worden momenteel herzien. Het kandidaatsdossier en de procedure zullen worden aangepast. Horecazaken die een kandidaatsdossier willen indienen voor de volgende deadline (10 september 2023) zullen het nieuwe kandidaatsdossier moeten gebruiken en aan de nieuwe criteria moeten voldoen. Indien u hier meer over wilt weten of als u al een begeleidingsmoment wilt inplannen, kunt u mailen naar de begeleider (restogoodfood@ecores.eu). Die zal u bijstaan tijdens deze overgangsperiode.
In het kader van de Good Food-strategie wil het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het duurzame voedingsaanbod meer opwaarderen en het zichtbaarder maken bij de Brusselaars.
Waarom een label?
Het doel van het Good Food Resto-label is restaurants die voor een duurzame aanpak opteren steun en begeleiding te bieden. Het komt tegemoet aan de wens van Brusselaars die de duurzame restaurants van hun stad willen herkennen. Het label wordt toegekend door Leefmilieu Brussel en heeft een niet-commercieel doel.
In de praktijk
De criteria voor dit label zijn gestoeld op de grondbeginselen van de Good Food-strategie: de consumptie van lokale en seizoensproducten, van voeding zonder dierlijke eiwitten, en van voedingsproducten met respect voor het milieu, in combinatie met minder voedselverspilling.
Het label bevat 3 niveaus (één, twee of drie koksmutsen) en is drie jaar geldig.
Voor wie?
Het label richt zich tot verschillende soorten restaurants: sociale restaurants, horecazaken, fastfoodrestaurants of klassieke restaurants, restaurants in sportcomplexen, foodtrucks, toprestaurants en sterrenrestaurants.
Wat zijn de troeven?
Restaurants die zich kandidaat stellen voor het label, krijgen een gratis dag begeleiding met aandacht voor hun sterke en minder sterke punten. Met behulp van het aangeboden promomateriaal, kunnen de restaurants hun klanten op de hoogte brengen van hun inspanningen.
Dankzij het Good Food Resto-label kunnen Brusselaars de restaurants die duurzaam te werk gaan gemakkelijk herkennen.
Wanneer?
Er zijn 2 data per jaar om een dossier in te dienen : 10 september en 10 maart van elk jaar.
Voor meer info kunt u contact opnemen met: restogoodfood@leefmilieu.brussels
Hoe verkrijgt u het label?
1ste fase :
Als u een dag begeleiding wil krijgen om een van de sterke punten en pistes voor verbetering uit te werken, vult u gewoon het aanvraagformulier voor begeleiding (.docx) in en ondertekent u het. Dat document verklaart dat uw restaurant kandidaat is voor het “Good Food Resto”-label.
Het behoorlijk ingevulde aanvraagformulier voor begeleiding moet worden teruggestuurd naar restogoodfood@environnement.brussels
Als u geen begeleiding wenst, gaat u onmiddellijk naar etappe 3.
2de fase :
De coach die verantwoordelijk is voor de begeleiding neemt contact op met het restaurant om een afspraak vast te leggen.
De begeleiding rond het Good Food-label omvat:
- Een gedetailleerde doorlichting van de huidige situatie ten opzichte van de criteria voor het Good Food Resto-label door een 'coach', gespecialiseerd in duurzame voeding;
- Het achterhalen van sterke en zwakke punten en de uitwerking van een concreet actieplan op basis van de behoeften van de restauranthouder;
- Het ter beschikking stellen van de juiste tools voor de sector met het oog op bepaalde acties, zoals: receptfiches, communicatiedragers, duurzame bevoorradingsoplossingen.
3de fase :
Het restaurant vult het kandidatuurdossier (.xlsx) in en levert de gevraagde bijlagen.
Dat dossier moet ten laatste één jaar na ondertekening van het deelnemingsformulier worden verzonden naar het adres restogoodfood@leefmilieu.brussels.
4de fase :
Indien nodig kan een onafhankelijke inspecteur het restaurant dat kandidaat is voor het label bezoeken. Die inspecteur wordt aangesteld door Leefmilieu Brussel. Het bezoek vindt plaats op een vooraf met de restauranthouder afgesproken datum en heeft als doel na te gaan of aan de criteria wordt voldaan.
Op basis van het kandidatuurdossier, de bijlagen en het eventuele bezoek bezorgt de inspecteur Leefmilieu Brussel een scorerapport en een voorstel voor een besluit i.v.m. het toekennen van het label en het aantal koksmutsen.
5de fase:
Leefmilieu Brussel beslist op basis van het rapport van de inspecteur of het label wordt toegekend en voor welk niveau.
Indien nodig beraadslaagt een jury over specifieke kwesties of uitzonderingen.
6de fase :
Het label is drie jaar geldig. Een onaangekondigd controlebezoek is hoogstens één keer per jaar mogelijk. Die controle gebeurt door een onafhankelijke expert die wordt aangesteld door Leefmilieu Brussel.
7de fase :
Wanneer het label na drie jaar op het punt staat te vervallen, moet elk restaurant dat het Good Food Resto-label wil verlengen een vernieuwingsdossier voorbereiden. Ook dan kan het restaurant profiteren van de begeleiding van een coach, aangesteld door Leefmilieu Brussel. Bij voorkeur wordt er ook aan de optionele criteria voldaan.
De Good Food Resto-criteria
Er zijn 5 basisvoorwaarden criteria. De overige 14 zijn optioneel en verbonden met punten. U hoeft niet aan alle optionele criteria te voldoen om het label te verkrijgen. Als niet alle criteria toepasbaar zijn, zal de berekening gebeuren in verhouding tot de toepasbare criteria: 30% van de toepasbare punten = 1 koksmuts, 50% = 2 koksmutsen, 70% = 3 koksmutsen. Bepaalde criteria kunnen enkel door middel van een controle ter plaatse geverifieerd worden.
Vijf criteria basisvoorwaarden:
1. De wetgeving naleven
De zaak respecteert de geldende regelgeving voor de restaurantsector (FAVV-reglementering, afvalsortering, communicatie rond bio, ...).
Bewijs:
- FAVV-reglementering
- Afvalinzamelingscontract
- Gecertificeerd zijn om te communiceren over bio
- Verklaring op erewoord wat betreft de naleving van de wetgeving die van toepassing is op de restauratiesector (ondertekening van het kandidatuurdossier). Indien de inspecteur tijdens een inspectie een overtreding constateert, kan de kandidatuur van het restaurant worden geweigerd of ingetrokken.
Punten:
- Basisvoorwaardecriterium >> geen punt
2. Communicatie over uw aanpak voor duurzaam voedsel
Het restaurant communiceert rond zijn duurzame aanpak (lokaal, seizoengebonden, veggieWorden beschouwd als veggie: gerechten zonder vlees (ook geen kip) of vis en met minimaal 1 plantaardig eiwit en 3 verschillende groenten. , ...). Na de toekenning van het label communiceert het restaurant over zijn Good Food-aanpak aan de hand van de aangereikte communicatietools.
Bewijs:
- Vóór toekenning van het label: foto's of een kopie van de communicatietools (affiche, menu, website, ...) die de duurzame aanpak van het restaurant illustreren. Komen in aanmerking: lokale criteria, veggie, seizoensgebonden (Belgische) producten, duurzame visvangst, bio (indien gecertificeerd bedrijf).
- Minimale communicatie : voorstelling van uw duurzame voedingsaanpak op de kaart of in de zaal
- Een stapje verder:
- Voorstelling van uw duurzame voedingsaanpak op de website
- 1 publicatie per maand in verband met duurzame voeding op uw sociale netwerken
- Elke restauranthouder die schriftelijk wilt communiceren over de term « biologisch » (of « bio ») moet worden gecertificeerd (ministerieel besluit van 13 mei 2013).
Punten:
- Basisvoorwaardecriterium >> geen punt
3. Gebruik geen producten van het 5de gamma
Producten uit het 5de gamma : volledige gerechten, die uitsluitend producten van het 5e gamma bevatten,op voorhand gekookt en bereid, vacuümverpakt en bewaard in de koelkast (bv. lasagne, quiche,…). Deze gerechten mogen niet in het restaurant worden verkocht.
Indien u in uw gerechten een of meerdere producten gebruikt gemaakt en bereid door een ambachtsman moet deze partnerschap op een duidelijke manier worden meegedeeld aan uw klanten.
Wat de etablissementen betreft van het type guinguette of foodtruck (beperkte kookruimte), mag het 5de gamma niet overheersen. Meer dan 50% van de gerechten wordt gekookt en bereid door het etablissement en de afkomst van de bewerkte producten moet op een duidelijke manier worden meegedeeld aan uw klanten.
Bewijs:
- Inspectie ter plaatse
Punten:
- Basisvoorwaardecriterium >> geen punt
4. Een minimaal vegetarisch aanbod aanbieden
Voor dit criterium wordt een onderscheid gemaakt tussen meerdere niveaus. De overeenkomstige punten zijn verschillend. Voor elk niveau wordt de klant geïnformeerd over het ‘veggieWorden beschouwd als veggie: gerechten zonder vlees (ook geen kip) of vis en met minimaal 1 plantaardig eiwit en 3 verschillende groenten.’ karakter van het gerecht (symbool, kolom in het menu met ‘veggie’ gerechten, enz.). Voor een broodjeszaak wordt minstens één hartig veganistischWorden beschouwd als veganistisch: veggieschotels zonder ingrediënten van dierlijke oorsprong (geen zuivel, geen eieren en geen andere producten van dierlijke oorsprong). beleg per dag aangeboden. Zoet beleg is hier uitgesloten van de telling.
Opmerking :
Het menu moet vermelden welke groenten en plantaardige eiwitten worden gebruikt voor de bereiding van het gerecht.
Basisvoorwaarde (geen punt): als het restaurant minder dan 6 gerechten per dag aanbiedt, wordt minstens één keer per week een vegetarisch gerecht aangeboden. Als het restaurant meer dan 5 à la carte gerechten aanbiedt, moet er minstens één vegetarisch* gerecht per dag aangeboden worden.
DRIE PUNTEN
Aanvullend criterium (beperkt aanbod van gerechten): Indien er minder dan 6 gerechten op de kaart staan, staat er elke dag minstens één vegetarisch gerecht op het menu.
DRIE PUNTEN
Aanvullend criterium (uitgebreid aanbod aan gerechten): Indien het restaurant meer dan 5 gerechten à la carte aanbiedt, is er een gevarieerde keuze van vegetarische gerechten à la carte (minstens 3 gerechten waaronder een vegetarisch gerecht en twee veganistische gerechten).
VIER PUNTEN
Extra aanvullend criterium : indien de volledige kaart van het restaurant vegetarisch is, is alles vegetarisch.
Bewijs :
- Het menu van de maand (in geval van een vast menu) of de menu's van de dag of week die overeenkomen met de maand van de labelaanvraag
5. Gebruik alleen biologische eieren (code 0), eieren van een houderij met vrije uitloop (code 1) of in bio Tetra Pak
De eieren moeten van categorie 0, 1 of bio Tetra Pak zijn.
Ter herinnering - de codes die de eiproductiemethode aangeven:
- 0 = bio-ei
- 1 = ei van kippen met vrije uitloop
- 2 = scharrelei
- 3 = een kooiei
Bewijzen :
- Inspectie ter plaatse
- Voeg de laatste factuur van eieren bij. Als de eieren bio zijn, moet het certificaatnummer op elke factuur worden vermeld.
Punten :
- Basisvoorwaarde >> geen punt
14 optionele criteria waaruit de restauranthouder kan kiezen:
6. Een Restorestje aanbieden en/of herbruikbare houders van de klanten aanvaarden
EEN PUNT
Het restaurant stelt klanten voor om hun etensresten mee te nemen in een Restorestje of een andere doggybag. De restauranthouder communiceert schriftelijk aan de klant (in de zaal of op het menu) dat hij/zij op verzoek etensresten kan meenemen.
Het restaurant stelt klanten voor om hun etensresten mee te nemen in een Restorestje of een andere doggybag. De restauranthouder communiceert schriftelijk aan de klant dat hij/zij op verzoek etensresten kan meenemen.
Bewijs:
- Een foto van de communicatie naar klanten toe (uitstalraam, vermelding op de menukaart, ...)
Opmerkingen:
- Dit criterium is niet van toepassing op traiteurs/afhaalrestaurants.
7. Zich rechtstreeks bevoorraden bij Belgische, Brabantse en Brusselse producenten en verwerkers
EEN PUNT
Standaard criterium (1 Belgische producent of verwerker): het restaurant koopt bij een Belgisch voedselverwerkend bedrijf (tuinbouwer, pluimveehouder, pers, enz.) of een verwerker (kaasmaker, slager, enz.). Deze producten worden minstens 1 keer per maand gebruikt in de gerechten. De afkomst van de ingrediënten wordt aan de klant meegedeeld.
TWEE PUNTEN
Standaard criterium - Zeer korte kringloop (1 Brusselse of Brabantse producent): de producent is Brabants of Brussels en de naam van het bedrijf staat vermeld op het menu (op het menu, in de zaal …).
TWEE PUNTEN
Aanvullend criterium (2 Belgische producenten of verwerkers): het restaurant koopt rechtstreeks bij 2 Belgische producenten of verwerkers. Deze producten worden minstens 1 keer per maand gebruikt in de gerechten
VIER PUNTEN
Aanvullend criterium - Zeer korte kringloop (2 Brusselse of Brabantse producenten): twee producenten zijn Brabants of Brussels en de naam van de bedrijven staat vermeld op het menu (op het menu, in de zaal …).
DRIE PUNTEN
Extra aanvullend criterium (min. 2 Belgische producenten en 1 Belgische verwerker): er worden 3 punten toegekend indien het restaurant zich bij minstens twee Belgische producenten en 1 Belgisch voedselverwerkingsbedrijf bevoorraadt.
VIJF PUNTEN
Extra aanvullend criterium - Zeer korte kringloop (3 Brusselse of Brabantse producenten): de drie producenten zijn Brabants of Brussels en de namen van de bedrijven staan vermeld op het menu.
3 BONUS punten – Min. 3 directe leveranciers zijn Brussels/Brabants EN bio gecertificeerd
Een Bonuspunt betekent dat het totale aantal punten niet wordt beïnvloed als u dat BONUS-punt niet verdient.
Bijvoorbeeld: als het totaal 38 bedraagt en we voegen een BONUS-punt toe, dan blijft het totaal op 38 staan, maar hebt u de mogelijkheid om 39 punten op 38 te behalen.
Opmerking:
Om als Good Food-leveranciers te worden gevaloriseerd, moeten de producenten en verwerkers zijn opgenomen in de Gids van Good Food-producenten.
Om redenen van dierenwelzijn is foie gras van dit criterium uitgesloten.
Bewijzen :
- Voeg een factuur van de producenten en verwerkers bij met vermelding van de oorsprong van de producten. De oorsprong van de producten uit Vlaams- en Waals-Brabant of Brussel moet op de factuur worden vermeld om de bijkomende punten te verkrijgen
- BONUS - Voeg de factuur bij voor het (de) Brusselse / Brabantse EN biologische product(en)
- Voeg uw communicatie (op het menu, in de zaal, enz.) bij met vermelding van de herkomst van uw producent(en) en verwerker(s)
8. Koken met gecertificeerde BIO-producten
Voor dit criterium wordt een onderscheid gemaakt tussen meerdere niveaus. De overeenkomstige punten zijn verschillend.
EEN PUNT
Standaard criterium : de restauranthouder gebruikt in de loop van het jaar minimaal 5 BIO-producten. Deze producten zijn nooit afkomstig uit de conventionele landbouw (niet bio gecertificeerd).
TWEE PUNTEN
Aanvullend criterium : het restaurant heeft één van de volgende BIO certificaties :
- Per bereiding : >1/maand ≤ 1/week
- Per ingrediënt : >10≤30 ingrediënten
- Per percentage : >30≤70% bio aankopen
DRIE PUNTEN
Extra aanvullend criterium: het restaurant heeft één van de volgende BIO certificaties:
- Per ingrediënt : ≥ 1 keer per week (max. 2 ingrediënten/dag)
- Per percentage: > 30 ingrediënten (max. 50 ingrediënten)
- Per bereiding : >70% (max. 95 %) bio aankopen
VIER PUNTEN
Criterium 100% BIO : het restaurant is volledig BIO gecertificeerd
Opmerkingen :
In België verlenen 3 onafhankelijke certificatie-instellingen de biologische certificatie:
- Certisys (FR)
- Quality Partner (FR)
- TÜV NORD Integra
Kruiden, specerijen, oliën en azijnen waarmee gerechten op smaak worden gebracht, gelden niet als biologische ingrediënten. Ook verpakte producten worden uitgesloten.
Bewijzen :
- De facturen van de geselecteerde maand moeten worden voorgelegd. Daarop moeten de BIO-producten duidelijk vermeld staan. Of : een kopie van het BIO-certificaat moet worden doorgestuurd.
9. Verse en onbewerkte groenten en fruit bereiden
EEN PUNT
Standaardcriterium
De restaurateur gebruikt enkel en alleen verse en onbewerkte groenten en fruit met als uitzondering 3 groenten en fruit naar keuze. Deze moeten worden gemotiveerd.
DRIE PUNTEN
Aanvullend criterium
De restauranthouder gebruikt enkel en alleen verse en onbewerkte groenten en fruit.
Gebruik van verse en onbewerkte groenten en fruit. Producten van het 2e gamma (in blik), 3e gamma (bevroren) en van het 4e en 5e gamma (vers of gekookt kant-en-klaar) worden niet toegestaan om aan deze criterium te voldoen.
Nul uitzonderingen zijn toegestaan.
Bewijs:
- Controle ter plaatse.
10. Zelfgemaakte producten aanbieden
EEN PUNT
Beschrijving van het criterium
- De restauranthouder zorgt zelf voor de transformatie van de verschillende producten die gebruikt worden in zijn gerechten (brood, pasta, coulis, fermentatie, sauzen,…) die al bereid aangekocht kunnen worden.
- Met zelfgemaakte dranken kan er ook 1 punt worden verkregen (ice-tea, geperst sap, smoothie, zelfgemaakte siroop,…)
- Eenvoudige vinaigrettes worden niet in achting genomen.
Bewijs
- Omschrijving van de « zelf gemaakte » producten
- Controle ter plaatse
11. Een dessert met seizoensfruit aanbieden
EEN PUNT
Het restaurant biedt een dessert aan met vers (Belgisch) seizoensfruit.
Belgisch seizoensfruit moet het leeuwendeel van het dessert uitmaken. Buitenlands fruit wordt aanvaard zolang het het kleinste deel van het dessert vertegenwoordigt.
Bewijs:
- Het menu van de maand (in geval van een vast menu) of de menu's van de dag of week die overeenkomen met de maand van de labelaanvraag
Opmerkingen:
- Indien het restaurant slechts één dessert per dag serveert, moet het minimaal één keer per week een dessert met vers seizoensfruit serveren.
- Dat criterium geldt niet in de maanden april en mei, omdat er dan bijna geen Belgisch fruit op de markt komt.
12. Eigen productie van ingrediënten
Voor dit criterium wordt een onderscheid gemaakt tussen meerdere niveaus. De overeenkomstige punten zijn verschillend.
EEN PUNT
Standaardcriterium: De restauranthouder produceert zelf (een deel van) de aromatische kruiden.
DRIE PUNTEN
Aanvullend criterium: De restauranthouder produceert zelf (een deel van) de groenten, fruit, vlees, vis, eieren, enz., die in de keuken worden gebruikt.
Bewijs:
- Voeg een foto of een bewijs van communicatie aan de klant toe (vitrine, vermelding op menu of kopie van de vaste kaart)
- Voeg een foto van de aromatische kruiden en/of moestuin toe
13. Gebruik tomaten en komkommers alleen in het seizoen (van juni tot oktober)
DRIE PUNTEN
Het restaurant biedt alleen in het seizoen (van juni tot oktober) verse tomaten en komkommers aan en communiceert met zijn klanten over deze beslissing.
Bewijs :

- Voeg de menu's of het vaste menu van november tot mei bij om er zeker van te zijn dat buiten het seizoen geen verse tomaten of komkommers worden gebruikt
Opmerking :
Wordt het kandidatuurdossier in de zomer ingediend, dan verbindt de restauranthouder er zich via een schriftelijke verklaring op eer toe in de winter geen verse tomaten en komkommer te serveren. Onverwacht controlebezoek in de winter.
14. Belgische en seizoensgroenten bereiden
Bewijs :
Menukaart van de maand (indien het een vaste kaart is) of menu’s van de dag of van de week overeenkomend met de maand van aanvraag van certificaat
Opmerking :
De kalender van seizoensfruit en -groenten van Leefmilieu Brussel wordt gebruikt als referentiekalender voor het seizoensgebonden karakter.
EEN PUNT
Standaardcriterium
(beperkt aanbod van gerechten) : Als er minder dan 6 gerechten op de kaart staan, wordt minstens 1 volledig gerecht dat enkel Belgische en seizoensgroenten (geen enkel buitenlandse groente in het gerecht) bevat elke dag op het menu aangeboden.
(uitgebreid aanbod van gerechten)
Als het restaurant meer dan 5 gerechten per dag aanbiedt, worden elke dag minstens 3 volledige gerechten aangeboden op het menu, die enkel Belgische en seizoensgroenten bevatten (geen enkele buitenlandse groente in het gerecht)
DRIE PUNTEN
Aanvullend criterium
Alle gerechten bevatten enkel Belgische en seizoensgroenten (geen enkele buitenlandse groente in het gerecht).
15. Kleinere gerechten aanbieden voor de "kleine honger"
TWEE PUNTEN
Het menu vermeldt dat de klant minimaal twee verschillende volledige gerechten (bestaande uit eiwitten, proteïnen, zetmeelhoudende producten en groenten) in een kleine portie kan bestellen of zijn gerecht zelf kan samenstellen waarbij de prijs volgens het gewicht wordt berekend.
Bewijs:
- Communicatie naar de klant toe (op de kaart bijvoorbeeld) dat hij een kleinere portie kan bestellen of een formule waarbij de prijs van het gerecht afhankelijk is van het gewicht.
16. Zorg voor duurzame vis (die niet op de rode of oranje lijst staat)
EEN PUNT
Het restaurant biedt geen vis aan die op de rode lijst staat.
De Gids duurzame vis (.pdf) (enkel in het Frans) wordt gebruikt als referentielijst voor de bevoorrading van duurzame vis.
TWEE PUNTEN
Daarnaast krijgt u nog een extra punt als u geen vis van de oranje lijst aanbiedt. Als deze vissoorten alleen worden gekocht in bio, ASC of MSC, worden de punten verkregen omdat hun kweek of visserij geen gevaar vormt voor hun voortbestaan.
Bewijs:
- Het menu van de maand (in geval van een vast menu) of de menu's van de dag of week die overeenkomen met de maand van de labelaanvraag
- De facturen van de vis met vermelding van het gebied waar de vis werd gevangen of gekweekt
17. Leidingwater aanbieden
EEN PUNT
Standaardcriterium: u verkoopt kraantjeswater en communiceert over de vermindering van de milieu-impact van de consumptie van stadswater t.o.v. flessenwater.
TWEE PUNTEN
Aanvullend criterium: u biedt gratis kraantjeswater aan en communiceert over de vermindering van de milieu-impact van de consumptie van stadswater t.o.v. flessenwater.
Bewijzen:
- Voeg een foto bij van de waterkannen of waterfontein in de restaurantzaal, of enig ander bewijs van het gebruik van leidingwater of voorkomen op FreeTapWater
- Controle ter plaatse
- Voeg de communicatie met de klant bij over het aanbod van stromend water (gratis of tegen betaling)
18. Aanbod bio- en/of fairtrade en/of Brusselse dranken
EEN PUNT
Standaardcriterium: u biedt minstens 3 biodranken en/of fairtrade en/of Brusselse dranken aan.
TWEE PUNTEN
Aanvullend criterium: alle dranken op uw kaart zijn biodranken en/of fairtrade en/of Brusselse dranken.
Bewijzen:
- Voeg de maandelijkse facturen bij van de biologische en/of Fairtrade dranken
19. Meet het door het etablissement gegenereerde voedselafval - Minstens één keer per jaar gedurende 1 volle week
TWEE PUNTEN
Om voedselverspilling te verminderen, meet u de voedselverspilling van uw etablissement gedurende minstens één week aan de hand van een door Leefmilieu Brussel verstrekte meettabel. Afhankelijk van het resultaat stelt u een aangepast actieplan op om voedselverspilling te verminderen.
Bewijzen :
- Voeg de tabel voor het meten van de voedselverspilling (minimaal één week) bij.
- Voeg het actieplan om voedselverspilling te verminderen toe
BONUS - Gecertificeerd zijn als ‘Ecodynamische Onderneming’
U krijgt een BONUS-punt als u in het bezit bent van de certificering Label ‘Ecodynamische Onderneming’.
Een BONUS-punt betekent dat het totale aantal punten niet wordt beïnvloed als u dat BONUS-punt niet verdient.
Bijvoorbeeld: als het totaal 38 bedraagt en we voegen een BONUS-punt toe, dan blijft het totaal op 38 staan, maar hebt u de mogelijkheid om 39 punten op 38 te behalen.
Bewijzen:
Voeg het certificaat van het label van ‘Ecodynamische OndernemingOnderneming die een aanpak met burgerzin toepast die erin bestaat het leefmilieu in haar dagelijks beheer te integreren.’ toe
PRIJS VAN DE JURY VOOR DE GOOD FOOD RESTO-INNOVATIE Presenteer uw innovatieve initiatief op het gebied van duurzame voeding
Beschrijf aan de hand van een beknopte presentatie (max. 1.000 karakters exclusief spaties) uw innovatieve praktijk in verband met de Good Food-criteria die volgens u de juryprijs voor Good Food Resto-innovatie verdient. Deze innovatie mag niet rechtstreeks verband houden met de criteria van het Label stricto sensu. De bedoeling hier is om goede praktijken te belonen waarvoor geen criteria gelden.
De jury zal een of meer projecten kiezen, afhankelijk van de impact op het milieu, de dupliceerbaarheid, het Good Food-gehalte en het innovatieve karakter van het project (zowel wat betreft doelgroep, organisatie, product, transport en productiewijze, enz.).
Bewijzen:
Voeg een beschrijving bij van uw innovatieve praktijk (foto's, communicatiemiddelen, toegepaste methodiek, enz.).
Om te downloaden
- docxAanvraagformulier voor begeleiding bij het label “Good Food Resto”(.DOCX, 313.52 KB)
- xlsxKandidatuurdossier voor het label “Good Food Resto (x)(.XLSX, 154.1 KB)
- pdfGa mee in de dynamiek van het Good Food Resto-label(.PDF, 579.33 KB)