Koelinstallaties
- Inspectie
- Milieuvergunning
- Verplichtingen
- Koeling
Inhoud
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
U exploiteert een koelinstallatie en u wilt een beter inzicht krijgen in de exploitatievoorwaarden voor uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning ? Deze gids vertelt u wat uw verplichtingen zijn en vermeldt tevens eventuele afwijkingen. U moet officieel aan de instantie die uw vergunning heeft uitgereikt, vragen om een wijziging van de voorwaarden.
Zijn deze voorwaarden van toepassing op u?
Deze voorwaarden zijn van toepassing op u als u een koelinstallatie uitbaat in de zin van:
- airconditioningsystemen;
- aircogroepen;
- warmtepompen;
- koelmachines;
- koelcellen;
- machines voor chemisch reinigen (met een koelcircuit);
- koeltorens in het kader van preventie en bestrijding van de legionellabacterie;
- alle apparatuur en hulpmiddelen die noodzakelijk zijn voor de werking van het koelcircuit.
DezeĀ voorwaarden zijn niet op u van toepassing in bepaalde specifieke gevallen.
U valt niet onder deze voorwaarden indien:
- de koelinstallatie niet valt onder deĀ ingedeelde inrichtingen , dat wil zeggen dat zij minder dan:
- 5 ton CO2Ā -equivalent bevat van de koelvloeistof HFK zoals bedoeld in bijlage I deel I van deĀ verordening (EG) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen ), los of als mengsel ofĀ
- 3 kg koelvloeistof (van een ander type dan HFK) bevat dewelke niet tot nauwelijks een impact heeft op de klimaatopwarming;
- of als het totale elektrische vermogen van de compressoren, nodig voor de werking van het koelcircuit lager is dan 10 kW;
Opgelet, deze gids is niet bedoeld voor u als u:
- u mobiele koelinstallaties zoals koelvrachtwagens of koelaanhangwagens uitbaat.
- airconditioning voor voertuigen.
De voorwaarden naleven: een wettelijke verplichting
Uw bedrijf exploiteert ingedeelde inrichtingen die onderworpen zijn aan een verklaring of een milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning zoals gestipuleerd in rubriek 132.Twee criteria bepalen of een koelinstallatie valt onder de ingedeelde inrichtingen:
1. de hoeveelheid koelvloeistof per circuit (in ton CO2-equivalent voor HFK of in kg voor de andere gassen);
2. het totale elektrische vermogen van de compressoren dat nodig is voor de werking van het koelcircuit (indien er sprake is van meerdere circuits het individuele vermogen dus circuit per circuit).Verwar het elektrisch vermogen van de compressoren niet met het koelvermogen (drempel van 12 kW) m.b.t. de EPB klimaatregeling.
Berekening van de drempel
|
||||
Typeinstallatie |
Milieu- vergunning |
Klasse |
Opgenomen elektrisch vermogen |
Hoeveelheid koelvloeistof per circuit |
Koelinstallatie |
132 A |
3 |
> 10 kW maar < 100 kW |
ā„ 5 ton CO2-equivalent vloeistof van het type HFK Ā |
132 B |
2 |
ā„ 100 kW |
> 3Ā kg of meer koelvloeistof (behalve veilighdsgroepen A1) | |
Andere koelinstallatie |
132 C |
2 |
Zodra er sprake is van een koelsysteem waarbij het water wordt afgevoerd via verneveling in een luchtstroom met recirculatie van de vernevelde lucht |
Ā |
Bijvoorbeeld:
Situatie |
Vloeistofdrempel/vermogen |
Klasse van de installatie |
Een koelmachine van 150 kW met:
|
Elektrisch vermogen:
|
rubriek 132 A |
Een splitsysteem van 27 kW koelvermogen met:
|
Elektrisch vermogen: =>1 circuit van 9 kW elektrisch vermogen Vloeistof: 1 circuit van 3 kg van R134a |
Niet geklasseerd |
Een koelmeubel van 15 kW elektrisch vermogen met:
|
Elektrisch vermogen =>Ā 1 circuit van 15 kW elektrisch vermogen Vloeistof: 1 circuit van 4 kg van R290 (andere koelvloeistof dan HFK) |
Rubriek 132B |
Als u niet alle voorwaarden van uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning naleeft, pleegt u een inbreuk en loopt u het risico een sanctie (boete, gebruiksverbod, gevangenisstraf).Ā
Waarom deze voorwaarden?
De in de vergunning gestipuleerde voorwaarden hebben als doel:
- de veiligheid te garanderen;
- het milieu te sparen en in het bijzonder de strijd aan te gaan tegen de opwarming van de aarde door het gebruik van gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). te beperken;
- te voorkomen dat de ozonlaag wordt afgebroken.
āDeze gids informeert u over uw verplichtingen op het vlak van :
Uw koelinstallatie, klimaatregelingsinrichting of u warmtepom
a. Definities
Een koelinstallatie omvat de apparatuur en toebehoren die nodig zijn voor de werking van een koelcircuit, met inbegrip van die van de klimaatregelings- en warmtepompsystemen.
De koelvloeistof is de vloeistof die in een koelcircuit wordt gebruikt voor warmtetransport en die:
- warmte absorbeert bij een lage temperatuur en druk enĀ warmte afstaat bij een hoge temperatuur en druk.
Als exploitant, bent u verantwoordelijk voor uw installatie:
- Doe een beroep op een geregistreerd koeltechnisch bedrijf Ā voor alles wat de behandeling van:
gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). Ā (HFKās) of verboden vloeistoffen (CFKās HCFKās) betreft. De periodieke lekdichtheidscontroles, de volledige onderhoudswerkzaamheden en de eventuele herstellingen aan delen van de installatie met koelvloeistoffen die tot de ozonlaag afbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen behoren, moeten door een bevoegd koeltechnicus worden uitgevoerd.
Meer info op de bevoegd koeltechnicus en de geregistreerd koeltechnisch bedrijf
b. Ontwerp, oplevering en indienststelling
Bij het ontwerpen van een installatie en voordat ze in dienst wordt gesteld, moet u de veiligheidsmaatregelenTijdelijke maatregelen met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu in afwachting van de behandeling van de bodemverontreiniging, met inbegrip van de maatregelen voor gebruiksbeperking, toezicht op en indijking van de verontreiniging. op het gebied van incidentele emissies van koelvloeistoffen en op het gebied van publiek bescherming naleven:
Alleen een bevoegd koeltechnicus mag materiaal installeren dat gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). kan bevatten.Ā
De installatie moet bestand zijn tegen voorspelbare trillingen.
Bij de productie en de plaatsing moet de installatie voldoen aan de Europese norm NBN.EN.378 of aan elke andere gelijkwaardige norm, of aan elke andere gelijkwaardige code van goede praktijken.
Een identificatieplaat vermeldt de volgende informatie:
1) Naam en adres van de installateur of fabrikant
2) Model- of serienummer
3) Bouw- of installatiejaar
4) Het type van koelvloeistof (code ISO 817 of code ASHRAE)
5) Het nominaal vermogen van de koelvloeistof uitgedrukt in kg en voor de installaties die HFKās bevatten en op de markt zijn gebracht vanaf 1 januari 2017, het nominaal vermogen uitgedrukt in ton CO2-equivalent. Een vermelding die aangeeft dat het product of de uitrusting gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). bevat of kan bevatten is verplicht in voorkomend geval.
6) Het maximale geabsorbeerde elektrische vermogen van de compressor (en) die zich in hetzelfde koelcircuit bevindt/bevinden, uitgedrukt in kW.
Bij de oplevering en de indienststelling van nieuwe installaties:
Een koeltechnicus moet vóór de indienststelling een druktest uitvoeren en na de indienststelling een dichtheidstest.
Bewaar de resultaten van de dichtheidstest gedurende de volledige werkingsduur van de installatie in het register.
Er moet in alle omstandigheden voldoende ventilatie zijn.
Uw installatie wijzigen
a. Uw installatie omvormen
Uw installatie omvormen, houdt in:
- Van koelvloeistof veranderen;Ā
U wijzigt het soort koelvloeistof indien:
- u uw oude installatie volledig buiten bedrijf stelt en met een nieuwe installatie met een gelijkwaardig vermogen verdergaat of
- u de bestaande installatie wilt omvormen en andere koelvloeistoffen wilt gebruiken (Retrofit/Drop-in).
- De koelinstallaties verplaatsen of uitbreidenĀ ;
- Uw installatie definitief buiten dienst stellen.
Vraag de toelating aan uw gemeente of aan Leefmilieu Brussel (afhankelijk van wie uw vergunning heeft afgeleverd) voordat u uw installatie wijzigt of omvormt.Ā
Indien u bijĀ Leefmilieu BrusselĀ toestemming moet vragen, kunt u op twee manieren te werk gaan:
- Ofwel richt u uw vraag tot:
Leefmilieu Brussel
Afdeling Vergunningen en Partnerschappen
Thurn & Taxis Site
Havenlaan 86C, bus 3000
1000 Brussel
Ā Ā Ā Ā Ā =>Ā Vermeld daarbij in uw schrijven:
- de naam, de firmanaam en het adres van de houder van deĀ milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning ;
- de referenties van de geldige milieuvergunning(en).
- Ofwel vult u hetĀ aanvraagformulier voor wijziging van een milieuvergunningĀ in en stuurt u dit naar Leefmilieu Brussel.
Indien uw vergunning werd uitgereikt door uw gemeente, dient u zich tot deĀ milieudienstĀ van uw gemeente te wenden.
Wacht altijd de officiĆ«le toelating af alvorens deze wijzigingen uit te voeren.Ā
b. Uw installatie definitief buiten dienst stellenĀ
Wanneer u uw installatie definitief buiten dienst stelt, moet u:
- uw installatie binnen de maand aftappen;
- vervolgens uw installatie binnen de twee jaar laten ontmantelen.
Indien uw installatie HFK bevat, moet u:
- een beroep doen op een geregistreerd koeltechnisch bedrijf en
- een bewijsstuk bewaren van het aftappen van de vloeistoffen.
Uw afval
a. Gebruikte koelvloeistoffen
Laat de gebruikte koelvloeistoffen ophalen:
- door een onderneming die is erkend voor de ophaling van gevaarlijk afvalĀ als de vloeistof gevaarlijk is (HCFK's, HFKās, CFKās).Ā
Een geregistreerd koeltechnisch bedrijf kan optreden als tussenpersoon.
De technicus van een geregistreerd koeltechnisch bedrijf kan worden toegelaten om gebruikte koelmiddelen op te halen en te vervoeren naar het bedrijf.
-
door een koeltechnisch bedrijf als de vloeistof niet gevaarlijk is (natuurlijke vloeistoffen).
-
door een koeltechnisch bedrijf als de vloeistof niet gevaarlijk is (natuurlijke vloeistoffen).
b. Buitendienststelling van een koelinstallatie
Indien een installatie definitief buiten dienst wordt gesteld:
- Laat uw installatie binnen de maand aftappen door een koeltechnisch bedrijf zoals aangegeven in punt a.
- Laat de installatie vervolgens binnen de twee jaar ontmantelen door een koeltechnisch bedrijf.
Verplicht onderhoud en verplichte controles
a. Checklist van de controle en het onderhoud van de installaties
Er bestaan twee soorten controles:
- controle van de koelinstallaties
- controle van de klimaatregelingsinstallaties
Controle van de koelinstallaties:
In het merendeel van de bestaande installaties is de koelvloeistof van het type HFK zoals vermeld in bijlage I van deĀ verordening (EU) nr. 517/2014.Ā Als exploitant moet u weten hoeveel koelvloeistof er in elk circuit aanwezig is, uitgedrukt in kg of in 'ton CO2Ā -equivalent'
De hoeveelheid uitgedrukt in 'ton CO2-equivalent' stemt overeen met een hoeveelheidĀ broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). , uitgedrukt in ton, gebaseerd op het vermogen van de broeikasgassen om de aarde op te warmen.
Het CO2-equivalent staat voor de GWP-waarde vermenigvuldigd met de hoeveelheid vloeistof uitgedrukt in kg.
Ā
Om de hoeveelheid HFK-vloeistof in kg om te zetten in ton CO2Ā -equivalent, gebruikt u deĀ classificatie tool.
U bentĀ gevrijwaard van de jaarlijkse lekdichtheidscontrole indien:
1. uw systeem voldoet aan de volgende drie voorwaarden:
- het bevat minder dan 10 ton CO2-equivalent en
- is hermetisch afgesloten en
- verzegeld en als dusdanig gemarkeerd;
2. Bij installaties met HFK die zijn uitgerust een stationair lekdetectiesysteem wordt de controlefrequentie gehalveerd.
- Respecteer de controle- en onderhoudsintervallen zoals voorzien in uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning .
- Tijdens elke inbedrijfstelling van een installatie of na een reparatie of een toevoeging van koelvloeistof, moet u eveneens een lekdichtheidscontrole uitvoeren.
- Bewaar kopieƫn van de resultaten van de lekdichtheidscontrole in het register.
Voor installaties die HFK-koelvloeistof bevatten of daarvoor bedoeld zijn: |
Controle-interval |
Wie voert de controle uit? |
Lekdichtheidscontrole indien uw installaties een vermogen hebben van ā„ 5 ton CO2 -equivalent per circuit |
één keer per jaar | een geregistreerd koeltechnisch bedrijf |
Lekdichtheidscontrole indien uw installaties een vermogen hebben van ā„ 50 ton CO2-equivalent |
om de zes maanden | een geregistreerd koeltechnisch bedrijfĀ |
Lekdichtheidscontrole indien uw installaties een vermogen hebben van ā„ 500 ton CO2-equivalent |
om de drie maanden | een geregistreerd koeltechnisch bedrijfĀ |
Voor installaties die alternatieve koelvloeistoffen (d.w.z. geen HFK) bevatten of daarvoor bedoeld zijn: |
Controle-interval |
Wie voert de controle uit? |
Lekdichtheidscontrole indien uw installaties een vermogen hebben van ā„ 3 kg andere koelvloeistof dan HFK per circuit |
één keer per jaar | een koeltechnisch bedrijf |
Lekdichtheidscontrole indien uw installaties een vermogen hebben van ā„ 30 kg andere koelvloeistof dan HFK per circuit |
om de zes maanden | een koeltechnisch bedrijf |
Lekdichtheidscontrole indien uw installaties een vermogen hebben van ā„ 300 kg andere koelvloeistof dan HFK per circuit |
om de drie maanden | een koeltechnisch bedrijf |
Voor alle ingedeelde inrichtingen |
Controle-interval |
Wie voert de controle uit? |
Visuele controle van uw installatieĀ | elke maand | de exploitant |
Controle van:
|
na elke reparatieĀ | een koeltechnisch bedrijf (geregistreerd indien er gebruik wordt gemaakt van HFK-gassen) |
Als de hoeveelheid vloeistof > 500 ton eq. CO2 of > 300 kg | Voor installaties met een vermogen van 500 ton CO2 -equivalent (indien vloeistof = HFK) of van meer dan 300 kg (in het geval van alternatieve vloeistoffen), is een vast lekdetectiesysteem verplicht.Ā | een koeltechnisch bedrijfĀ (geregistreerd indien er gebruik wordt gemaakt van HFK-gassen) |
Als een vast lekdetectiesysteem geĆÆnstalleerd is. | Bij installaties met HFK die zijn uitgerust een stationair lekdetectiesysteem wordt de controlefrequentie gehalveerd. | een koeltechnisch bedrijf (geregistreerd indien er gebruik wordt gemaakt van HFK-gassen) |
Controle van de klimaatregelingsinstallaties (EPB):
- Een door Leefmilieu Brussel erkende EPB-klimaatregelingstechnicus voert het onderhoud uit en een EPB-klimaatregelingscontroleur doet hierna een controle.
- Meer info op de EPB-website
b. Actualisering van het register door de exploitantĀ
Als exploitant dient u erop toe te zien dat de koeltechnicus het register volledig invult om de traceerbaarheid van de aan de installatie uitgevoerde werken te garanderen
- Verifieer als exploitant of het register correct is ingevuld. U bent samen met de koeltechnicus verantwoordelijk voor het bijhouden van het register.
- De resultaten van de uitgevoerde tests en de berekening van de relatieve verliezen moeten bij het register worden gevoegd.
- Dat register moet ter beschikking worden gesteld van Leefmilieu Brussel.
Het register moet de volgende informatie bevatten:
1. naam, adres, telefoonnr. van de exploitant,
2. datum van de inbedrijfstelling van de installatie met:
- het type koelvloeistof,
- de capaciteit vloeistof per circuit,
- het elektrisch vermogen van de compressor(en),
3. het type en de datum van de interventies: onderhoud, reparatie, controle en uiteindelijke eliminatie van de koelinstallatie,
4. alle storingen en alarmmeldingen die kunnen leiden tot lekken alsook de oorzaken van gedetecteerde lekken,
5. de aard, het type en de hoeveelheden koelvloeistof die gerecupereerd of toegevoegd worden bij elke interventie,
6. de wijzigingen en vervangingen van onderdelen van het koelcircuit,
7. een beschrijving van de resultaten van de lekdichtheidscontroles en de gebruikte methodes,
8. de naam van de koeltechnicus die aan de installatie gewerkt heeft en, voor installaties die HFK bevatten:
- het certificaatnummer van de bevoegde koeltechnicus en
- het registratienummer van de onderneming waarvoor hij werkt,
9. de periodes van buitenbedrijfstelling,
10. de resultaten van de controle van de lekdetectoren, als deze laatste aanwezig moeten zijn.
Koelvloeistoffen: HFKās en alternatieve
Meer informatie over koelvloeistoffen (HFKās en alternatieve) vindt u in de tabel 7.3 van de gids betreffende de koelinstallaties.
Steeds meer installaties werken met alternatieve vloeistoffen, d.w.z. andere koelmedia dan HFK's. Het gaat om vloeistoffen zoals CO2, propaan (R290), isobutaan (R600A) of HFO (R1234yf, R1234ze)...Ā
Deze gassen zijn milieuvriendelijker, maar meestal giftiger of sneller ontvlambaar dan HFK's. Het is dan ook van essentieel belang dat u zich laat bijstaan door bevoegde vakmannenĀ
Beperking van gebruikĀ
Het gebruik van HFK, met een GWP van 2 500 of meer voor de service of het onderhoud van koelinstallaties met een hoeveelheid koelmiddelvulling van 40 ton CO2 -equivalent of meer, is met ingang van 1 januari 2020 verboden, behalve zoals voorzien inĀ verordening 517/2014 (art. 13).Ā Ā
Tot 1 januari 2030 is het verbod niet van toepassing op de volgende twee categorieĆ«n gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). : Ā
a) geregenereerde HFK met een GWP van 2 500 of meer die worden gebruikt voor het onderhoud of de service van bestaande koelinstallaties, mits zij overeenkomstig verordening 517/2014 (artikel 12, lid 6), zijn geĆ«tiketteerd;Ā
b) gerecycleerde HFK met een GWP van 2 500 of meer die worden gebruikt voor het onderhoud of de service van bestaande koelapparatuur, mits zij uit dergelijke apparatuur zijn teruggewonnen.
Dergelijke gerecycleerde gassen mogen alleen worden gebruikt door de onderneming die de terugwinning ervan heeft uitgevoerd in het kader van het onderhoud of de service of de onderneming waarvoor de terugwinning is uitgevoerd in het kader van het onderhoud of de service.
Verboden koelvloeistoffen
Het gebruik en de opslag van koelvloeistoffen wordt geregeld door de Europese en gewestelijke reglementeringen. Zijn verboden:
- Gechloreerde CFK's, volledig gehalogeneerd.
- HCFKās (sinds 1 januari 2015)Ā
Indien uw installatie nog HCFK's (R22) of andere niet-toegelaten vloeistoffen bevat, moet u:
- De HCFC-vloeistof terugwinnen en:
- de vloeistof door een goedgekeurde vloeistof vervangen,
- of de installatie ontmantelen
- In elk geval moet u de dienst Vergunningen van Leefmilieu Brussel hiervan op de hoogte brengen.
Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Enkel een koeltechnisch bedrijf dat geregistreerd is in het Brussels Hoofdstedelijk GewestĀ kan de verwijdering en vervanging uitvoeren (Retrofit).
Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Opteer indien mogelijk voor een natuurlijke vloeistof of een vloeistof met een laag globaal opwarmingspotentieel (bij voorkeur GWP < 150). Zo bent u voorbereid op de normen die in de toekomst zullen worden opgelegd.
- Een wijziging van uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning aanvragen.
- Stuur een kopie van het traceerbaarheidsdocument met het type vloeistof en de teruggewonnen hoeveelheid
- Dit document wordt uitgegeven door het koelbedrijf of de koeltechnicus
- De HCFC-vloeistof terugwinnen en:
Relatieve verliezen aan koelvloeistof van het type HFK
Het relatieve verlies, uitgedrukt in de hoeveelheid vloeistof die verloren gaat in de volledige installatie, per circuit, gedurende een volledig kalenderjaar.
Dit verlies wordt berekend op basis van de hoeveelheden koelvloeistof die worden toegevoegd aan of verwijderd uit een koelcircuit. Deze metingen moeten vermeld staan in hetĀ register.
Indien de relatieve verliezen meer bedragen dan 10% gedurende twee opeenvolgende jaren, wordt de installatie buiten bedrijf gesteld en ontmanteld binnen een termijn van 12 maanden.
Meer informatie over relatieve verliezen punt 5.3 van de gids rond koelinstallaties.
Wenst u meer informatie over koelinstallaties?
Raadpleeg dan de gids 'Koelinstallaties'. Hierin staat alles wat u hoort te weten over deze installaties en de Brusselse wetgeving hieromtrent.
Deze gids combineert met name de voorwaarden van het besluit van 29 november 2018 inzake koelinstallaties, de Europese verplichtingen inzake koelvloeistoffen van het type HFK alsook bepaalde aspecten van de norm 378/2016.
Wetgeving
Wetgeving van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Ordonnantie betreffende de milieuvergunningenĀ
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende koelinstallaties van 29 november 2018
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2012 inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici, de registratie van koeltechnische bedrijven en de erkenning van de examencentraĀ
Europese wetgeving
- Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en de intrekking van verordening (EG) nr. 842/2006;
- Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen
- Verordening (EU) 2015/2067 van de Commissie van 17 november 2015 tot vaststelling van de minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van bedrijven en het personeel betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevatten