‘Remote sensing’ of teledetectie, een meetinstrument om de uitstoot van voertuigen in werkelijke omstandigheden te meten
- Mobiliteit
- Lucht
- Vervuiling
- Uitstoot
- Vervoer
- Project
Komen de metingen van luchtvervuilende emissies van voertuigen in laboratoria overeen met die van voertuigen in het echte verkeer?
Nieuwe voertuigen op de Europese markt moeten voldoen aan de ‘theoretische’ uitstootnormen, maar wat is de ‘echte’ uitstoot?
Om daar een antwoord op te bieden, heeft Leefmilieu Brussel het project ‘remote sensing’ opgestart in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: een technologie die vanop afstand de luchtvervuiling en het lawaai meet die veroorzaakt worden door het wegvervoer in werkelijke omstandigheden. Naast deze metingen van vervuilende stoffen worden er ook geluidsmetingen uitgevoerd.
Waarom een ‘remote sensing’-onderzoek?
Om erachter te komen wat het echte aandeel van wegtransport bij luchtvervuiling en lawaai is, heeft Leefmilieu Brussel, tussen oktober en december 2020, de vervuilende uitstoot van 130.588 voertuigen op de weg in het Gewest gemeten.
De metingen van het ‘remote sensing’-onderzoek werden uitgevoerd op 8 locaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Gedurende drie dagen werden in samenwerking met het technisch controlecentrum het Schouwingscentrum voor Auto’s en GOCA Vlaanderen aanvullende metingen van het aantal uitlaatdeeltjes (‘PN’-metingen of ‘particulate number’) uitgevoerd voor een steekproef van ongeveer 600 voertuigen. Naast deze metingen van verontreinigende stoffen werden er ook geluidsmetingen uitgevoerd.
Doelstellingen van dit project:
- Een betere kennis van de uitstoot van voertuigen op de weg en meer specifiek van die van de recentste dieselvoertuigen (Euro 6d).
- De evaluatie van de impact van beleid zoals de Lage-emissiezone (LEZ) en de uitfasering van diesel-, benzine- en LPG-voertuigen.
- De omvang van het probleem van fraude met de roetfilter bij dieselvoertuigen evalueren.
- Beter inzicht krijgen in het geluid dat wordt geproduceerd door verschillende soorten voertuigen aan verschillende snelheden.
Deze video legt in detail uit hoe de technologie achter ‘remote sensing’ werkt.

Wat zijn de voornaamste lessen van de studie?
In november 2021 werd er een analyseverslag van de resultaten van de metingen van verontreinigende stoffen gepubliceerd met daarin de volgende vaststellingen:
- De nieuwste dieselvoertuigen met euronorm 6d-TEMP en euronorm 6d - die de Europese homologatietesten hebben ondergaan - hebben een lagere reële uitstoot van stikstofoxiden (NOx) dan dieselvoertuigen die volgens de oude procedure zijn gehomologeerd.
- De dieselvoertuigen met euronorm 4, 5 en 6 – die aan de oude homologatieprocedure werden onderworpen - hebben een reële NOx-uitstoot die tussen 3 en 5 keer hoger is dan de wettelijke normen in het labo.
- Bij de controle van het aantal deeltjes (PN) vertoonden 5 % van de dieselvoertuigen, waarvan te verwachten is dat ze een roetfilter zouden hebben, PN-concentraties die te wijten zijn aan een slecht functionerende of een verwijderde filter. Deze 5% van de voertuigen was verantwoordelijk voor meer dan 90% van de totale uitstoot van PN.
Sinds juli 2022, toen de PN-test bij de periodieke technische controle verplicht werd, kan er beter gecontroleerd worden op abnormaliteiten die een negatieve impact hebben op de gezondheid.
- Sinds 1 januari 2022 mogen dieselvoertuigen met euronorm 4 niet meer rijden in de LEZ (Lage-emissiezone). Dat verbod zal vanaf 2025 van toepassing zijn voor dieselvoertuigen met euronorm 5.
- De dieselvoertuigen met euronorm 4, die 12% van de geteste voertuigen vertegenwoordigden, waren verantwoordelijk voor bijna de helft van de uitstoot van fijnstof (PM).
- De dieselvoertuigen met euronorm 5, die 20 % van de geanalyseerde voertuigen vertegenwoordigden, waren verantwoordelijk voor 40 % van de uitstoot van NOx.
- Sinds 1 januari 2022 mogen dieselvoertuigen met euronorm 4 niet meer rijden in de LEZ (Lage-emissiezone). Dat verbod zal vanaf 2025 van toepassing zijn voor dieselvoertuigen met euronorm 5.
Wat zijn de belangrijkste vaststellingen in verband met het geluid?
- De snelheid, sneller dan 30 km/u, is de factor die de grootste impact heeft op het geluidsniveau in de stad. Minder snel rijden zorgt ervoor dat een voertuig minder lawaai maakt. Daarom zijn maatregelen zoals de zone 30 in Brussel een goed idee.
- Motorfietsen en vrachtwagens vormen een aanzienlijk aandeel van de luide voertuigen hoewel ze slechts een klein percentage van het wegverkeer uitmaken. Minder dan 1% van de gemeten voertuigen zijn motorfietsen, maar ze zijn goed voor meer dan een kwart van de lawaaierige voertuigen!
- Het jaar van de inverkeerstelling heeft geen impact op het lawaai. De evolutie van voertuigen heeft geen invloed op de daling van het geluidsniveau.
- Eén motorfiets produceert evenveel lawaai als 2,5 auto's en een vrachtwagen zoveel als 5,5 wagens.
Goed om te weten
Het ‘remote sensing’-onderzoek werd uitgevoerd in het kader van het internationale project TRUE initiative (The Real Urban Emissions Initiative, het initiatief voor de werkelijke stedelijke uitstoot) dat onderzoek voert in verschillende Europese hoofdsteden. Het onderzoek is eveneens het resultaat van een samenwerking voor de analyse van de luchtkwaliteit tussen Leefmilieu Brussel en de Bloomberg Foundation.
Om te downloaden
- pdfICCT report - English(.PDF, 1.44 MB)
- pdfFactsheet Brussels LEZ - Nederlands(.PDF, 609.14 KB)
- pdfFactsheet Brussels LEZ - English(.PDF, 609.81 KB)
- pdfReële NO x -emissies van Euro 6d-TEMP en 6d personenwagens(.PDF, 616.12 KB)
- pdfReal-world NO x emissions of Euro 6d-TEMP and 6d passenger cars(.PDF, 585.46 KB)
- pdfFactsheet Particulate emissions - Nederlands(.PDF, 678.14 KB)
- pdfFactsheet Particulate emissions - English(.PDF, 659.38 KB)
- pdfTechnisch verslag van Leefmilieu Brussel over voertuiglawaai (in het Frans)
Nuttige links
Contact
Neem contact op met lowemissionmobility@environnement.brussels voor meer informatie over het ‘remote sensing’-project.