Bodem: stand van zaken
- Bodem
- Ondergrond
- Vervuiling
- Het milieu: stand van zaken
- Studie
Inhoud
De bodem vervult tal van essentiële functies maar kent ook bedreigingen. Het bodembeheer in Brussel heeft zich de voorbije jaren voornamelijk op het chemische aspect (verontreiniging met chemische polluenten) gericht maar zal nu ook het fysische en biologische aspect van de bodem in rekening nemen.
De bodems en het grondwater van het Gewest zijn in de loop der eeuwen sterk verontreinigd. Dit heeft te maken met het industriële verleden van de stad maar ook met het storten van afval, lekkende rioleringen, activiteiten van kmo's (garages, tankstations, drukkerijen, droogkuis,...) en de huisvesting (gebruik van pesticiden, lekkende tanks,...) en andere activiteiten risicovol voor de vervuiling van de bodem. Deze vervuiling vormt een potentieel risico voor de menselijke gezondheid en voor de ecosystemen. De rehabilitatie en het hergebruikHergebruik is het behouden van een object om het te hergebruiken zoals het is, eventueel na een voorbereidingsfase voor hergebruik. Voorbeeld: bakstenen worden ontmanteld en hergebruikt voor een nieuwe muur, na te zijn schoongemaakt en gecontroleerd. van verontreinigde terreinen worden evenwel dikwijls afgeremd of belemmerd door de hoge sanerings- of risicobeheerkosten.
Het beheer van deze problematiek werd geleidelijk ingevoerd op gewestelijk niveau. Dit heeft tot nog toe een concrete vorm aangenomen in onder andere de verwezenlijking van een inventaris van de bodemtoestand, de saneringHet behandelen van de verontreiniging die een gebied aantast (bodem, water) om dat gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen of ten minste wettelijk bepaalde waarden te bereiken. of het beheer van verontreinigde terreinen en de invoering van verschillende economische hulpmiddelen ter ondersteuning van de identificatie en behandeling van verontreinigde bodems. De huidige activiteiten worden strikt gereguleerd.
Identificatie en behandeling van de verontreinigde bodems
Indicator - Actualisering: februari 2023
Sinds 2005 werd 1011 hectare vervuilde Brusselse grond opnieuw beschikbaar gesteld voor een herbestemming (huisvesting, economische activiteiten…) na behandeling door saneringHet behandelen van de verontreiniging die een gebied aantast (bodem, water) om dat gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen of ten minste wettelijk bepaalde waarden te bereiken. of risicobeheer. De gerealiseerde werken hadden daarbij betrekking op de behandeling van 17,5 miljoen m³ verontreinigde grond en 7 miljoen m³ verontreinigd water, goed voor een totale kostprijs van 494 miljoen euro.
De bodemordonnantie als wettelijk kader voor de identificatie en behandeling van verontreinigde bodems
Vóór de ordonnantie van 13 mei 2004 was er geen specifieke wetgeving betreffende het beheer van verontreinigde bodems in het Brussels Gewest. De huidige ordonnantie betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems van 23 juni 2017 voorziet verschillende feiten die aanleiding geven tot onderzoeksverplichtingen met betrekking tot de verontreiniging van bodems en, in voorkomend geval, tot gebruiksbeperkingenMaatregelen opgelegd voor verontreinigde terreinen die toelaten om het aanvaardbaar risico van de verontreiniging te handhaven. De meest frequent voorkomende gebruiksbeperkingen zijn het plaatsen of het behouden van een betonlaag, het verbod op een moestuin, het verbod op de installatie van drinkwaterleidingen in de verontreinigde bodem, het verbod op het plaatsen van een kelder, het verbod op het onttrekken van grondwater of het verbod op het ontgraven van verontreinigde bodem. Deze beperkingen zijn niet noodzakelijk definitief en kunnen opgeheven worden indien de verontreiniging het voorwerp uitmaakt van een vrijwillige behandeling., risicobeheer- of saneringsverplichtingen. Deze feiten omvatten voornamelijk:
- de verkoop van terreinen of gebouwen opgenomen in de inventaris van de bodemtoestand (zie fiche inventaris van de bodemtoestand);
- de aanvang, de overdracht of de stopzetting van ‘risicoactiviteiten’. Dat zijn activiteiten uit de lijst van ingedeelde inrichtingen die een bodemverontreiniging kunnen veroorzaken en die gedefinieerd worden door een regeringsbesluit (via het beheer van de milieuvergunningen opgelegde “bodemverplichtingen”);
- de uitvoering van werken op in de inventaris opgenomen terreinen of de vestiging van activiteiten die een uitgraving vereisen, die een latere behandeling of controle van de eventuele bodemverontreiniging belemmeren of die de blootstelling van personen of het milieu aan de eventuele door een bodemverontreiniging veroorzaakte risico's verhogen (via het beheer van de milieuvergunningen opgelegde "bodemverplichtingen");
- de toevallige ontdekking van een bodemverontreiniging tijdens uitgravingen;
- een ongeval dat de bodem heeft verontreinigd.
De bodemordonnantie heeft een procedure ingevoerd, die uit verschillende technische fasen bestaat, die door een erkende bodemverontreinigingsdeskundige worden uitgevoerd. De procedure laat toe om te achterhalen of een bodem of het grondwater verontreinigd is, om de omvang en het type van verontreiniging te bepalen en om, in voorkomend geval, de verontreiniging te saneren of de risico's voor de volksgezondheid en het milieu te bepalen en deze, indien nodig, te beheren.
De ‘normen’ of concentraties aan verontreinigende stoffen die bepalen wanneer een bodem als verontreinigd wordt beschouwd of vanaf wanneer de risico’s voor de volksgezondheid en het milieu niet te verwaarlozen zijn, variëren volgens de bestemming van het terrein. Het type verontreiniging (weesverontreiniging, eenmalige en gemengde verontreiniging) bepaalt de aard van de behandeling die moet worden toegepast en de verantwoordelijke voor de uitvoering ervan.
Voor frequent voorkomende verontreinigingen worden aangepaste procedures voorzien, zoals bv. de verontreinigingen veroorzaakt door stookolietanks of aanvulgronden.
Verkennend bodemonderzoek (VBO) en minieme behandeling
Bij het plaatsvinden van een "aanleidinggevend feit" zoals hierboven beschreven, moet een verkennend bodemonderzoek (VBO) worden uitgevoerd. Dit onderzoek heeft tot doel om een eventuele verontreiniging van de bodem of het grondwater aan het licht te brengen, en om de omvang en de aard van de verontreiniging te bepalen. Het VBO bepaalt ook het type van verontreiniging: eenmalige (eenduidig geïdentificeerde persoon, apart identificeerbaar), gemengde (veroorzaakt door verschillende personen, waarvan minstens één persoon in niet afzonderlijk identificeerbare proporties) of weesverontreiniging (andere gevallen) en identificeert indien mogelijk de persoon of personen die deze veroorzaakte(n). Het VBO bepaalt of er al dan niet een gedetailleerd onderzoek uitgevoerd moet worden en de eventueel te nemen veiligheidsmaatregelenTijdelijke maatregelen met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu in afwachting van de behandeling van de bodemverontreiniging, met inbegrip van de maatregelen voor gebruiksbeperking, toezicht op en indijking van de verontreiniging.. Als er geen verontreiniging is, wordt de procedure stopgezet na het verkennend bodemonderzoek.
In 2017 werden enkele procedures ingevoerd voor de versnelde en vereenvoudigde behandeling van verontreinigde bodems. Bij de procedure van minieme behandelig kan de bodem gelijktijdig met het VBO worden behandeld indien de omvang van de verontreiniging werd geraamd op minder dan 20 m².
Het verkennend bodemonderzoek omvat een vereenvoudigde risicobeoordeling indien het gaat om een verontreiniging van natuurlijke oorsprong of een weesverontreiniging door aanvulgronden. Deze beoordeling geldt als risico-onderzoek (zie hieronder).
Gedetailleerd bodemonderzoek (GBO)
Het gedetailleerd bodemonderzoek bepaalt de aard en de omvang van de bodemverontreiniging die door een verkennend bodemonderzoek aan het licht is gebracht, door ze verticaal en horizontaal af te bakenen. Het bevestigt of weerlegt het type van de verontreiniging en onderzoekt de toename van vervuiling. Het GBO bepaalt de eventueel te nemen veiligheidsmaatregelenTijdelijke maatregelen met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu in afwachting van de behandeling van de bodemverontreiniging, met inbegrip van de maatregelen voor gebruiksbeperking, toezicht op en indijking van de verontreiniging. en het type van behandeling: risicobeheer of saneringHet behandelen van de verontreiniging die een gebied aantast (bodem, water) om dat gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen of ten minste wettelijk bepaalde waarden te bereiken..
Risico-onderzoek
In bepaalde gevallen (voornamelijk bij gemengde of weesverontreinigingen) moet er een risico-onderzoek worden verricht om de risico's, die een bodemverontreiniging met zich brengt, te bepalen voor de volksgezondheid en het milieu. Het risico wordt beoordeeld op basis van het huidige en toekomstige gebruik van het terrein en is gebaseerd op het risico van blootstelling voor de mens, van aantasting van de ecosystemen en van verspreiding van verontreinigende stoffen naar aanpalende terreinen, waterwinningen, ... Afhankelijk van de risico’s en het type verontreiniging zal er moeten gesaneerd worden of een risico-onderzoek moeten worden uitgevoerd.
Risicobeheersvoorstel
Als het risico-onderzoek besluit dat de verontreiniging dient de worden behandeld door middel van risicobeheer, moet er een risicobeheersvoorstel worden opgesteld. Dit is bijvoorbeld het geval als er sprake is van een onaanvaardbaar risico voor mens of milieu maar als alle verantoordelijken van de verontreiniging niet gekend zijn. Het doel van een dergelijk voorstel is de risicobeheersmaatregelen te bepalen die moeten worden genomen om de risico's, die via een risico-onderzoek geïdentificeerd werden, aanvaardbaar te maken voor de volksgezondheid en het milieu, en dat in functie van toekomstige of voorziene bestemmingen. De door Leefmilieu Brussel opgelegde maatregelen bestaan uit gebruiksbeperkingenMaatregelen opgelegd voor verontreinigde terreinen die toelaten om het aanvaardbaar risico van de verontreiniging te handhaven. De meest frequent voorkomende gebruiksbeperkingen zijn het plaatsen of het behouden van een betonlaag, het verbod op een moestuin, het verbod op de installatie van drinkwaterleidingen in de verontreinigde bodem, het verbod op het plaatsen van een kelder, het verbod op het onttrekken van grondwater of het verbod op het ontgraven van verontreinigde bodem. Deze beperkingen zijn niet noodzakelijk definitief en kunnen opgeheven worden indien de verontreiniging het voorwerp uitmaakt van een vrijwillige behandeling. (bv. verbod op de aanleg van moestuinen of het uitbaten van grondwaterwinningen, uitgaven van kelders, enz.), wegnemen van de blootstellingswegen (bv. plaatsing van een verharding), de verwijdering van (een deel van) de verontreiniging, ... Zonder de voorafgaande instemming van Leefmilieu Brussel mogen er geen wijzigingen worden aangebracht aan het gebruik van het terrein, mogen er geen uitgravingswerken worden verricht en mag er geen grondwater worden opgepompt.
Saneringsvoorstel
Als uit het risico-onderzoek blijkt dat de verontreiniging van de bodem of het grondwater door middel van een saneringHet behandelen van de verontreiniging die een gebied aantast (bodem, water) om dat gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen of ten minste wettelijk bepaalde waarden te bereiken. dient te worden behandeld (vaak in het geval van een eenmalige verontreiniging), moet er een saneringsvoorstel worden opgesteld om het type en de uitvoeringswijze van de saneringswerken te bepalen. Dergelijke werken worden uitgevoerd om de verontreiniging in die mate te verwijderen om aan de saneringsnormen te voldoen of om een toename van de verontreiniging uit te sluiten.
Behandeling van beperkte duur
De behandeling van beperkte duur werd in 2017 ingevoerd voor een versnelde en meer gerichte behandeling van een bodemverontreiniging. De procedure kan worden opgestart zonder vooraf goedgekeurd behandelingsvoorstel als de uitvoeringstermijn van de behandelingswerken en de eindbeoordeling minder dan 180 dagen in beslag nemen.
Eindbeoordeling
Na de uitvoering van de saneringswerken of de risicobeheersmaatregelen, wordt een eindbeoordeling van deze werken opgesteld, met als doel het evalueren van de ter plaatse getroffen maatregelen of de uitgevoerde werken.
In het geval van openbare tankstations is de procedure voor de identificatie en behandeling van de verontreinigde bodem onderworpen aan een specifiek wettelijk kader met als verschillende technische fasen: een prospectief bodemonderzoekHet prospectief onderzoek heef tot doel een eventuele bodem- of grondwaterverontreiniging op een terrein aan te tonen. Het bepaalt de omvang van de verontreiniging in termen van concentratie en verspreiding in de ruimte en toetst de bodem- en grondwaterverontreiniging aan de opgelegde normen., een nader bodem- of risico-onderzoek, een saneringsonderzoekOnderzoek dat in het kader van bodem- en/of grondwatervervuiling moet worden uitgevoerd. Het heeft namelijk tot doel een inventaris van de verschillende verwerkingsprocédés voor de vervuilde site op te stellen, de te nemen beschermende maatregelen te bepalen, een studie van technische en financiële haalbaarheid voor te stellen en een balans te maken van het kwaliteitsniveau dat voor de bodem en het grondwater kan worden bereikt door de verschillende procédés. Het duidt aan welk procédé moet worden bevoordeeld en bevat een saneringsplan, d.i. een uitvoerige beschrijving van de uit te voeren saneringswerken en/of beschermende maatregelen, alsook de uitvoeringstermijnen. en de saneringswerken.
Evolutie van bodemonderzoeken en bodembehandelingswerken
Goed om te weten
Van de 10.113 percelen in het Brussels Gewest die werden onderzocht en/of behandeld zijn er nu nog zo’n 59% of 6.015 verontreinigd (zie Inventaris van de bodemtoestand.
De volgende grafiek toont de evolutie van het aantal bodemonderzoeken en behandelingswerken die in het Brussels Gewest werden verricht in het kader van de toepassing van de ordonnanties betreffende "verontreinigde bodems" sinds 2005. In die periode werden 8.170 verkennende bodemonderzoeken uitgevoerd. Daarvan werden er 551 VBO’s uitgevoerd met minieme behandeling sinds de invoer van de procedure in 2017. Tussen 2005 en eind 2021 werden minder dan half zoveel (3.258) gedetailleerde bodemonderzoeken uitgevoerd dan VBO’s, om de omvang en het type van de verontreiniging te bepalen. In totaal werden er 1.041 sanerings- of risicobeheersvoorstellen en 353 behandelingen van beperkte duur opgesteld. Sinds 2005 werden 959 eindbeoordelingen conform verklaard, goed voor een totale behandelde oppervlakte 1.011 ha (zie hieronder).
Van de verontreinigingen die werden vastgesteld sinds 2017, waren 82% weesverontreinigingen, 7% eenmalige en 10% gemengde verontreinigingen (zie inzet “Verkennend bodemonderzoek” voor definities).
Evolutie van het gecumuleerd aantal bodemstudies, voorstellen voor bodembehandeling en eindbeoordelingen (2005-2022)
Bron: Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2023

De bodemonderzoeken richtten hun pijlen daarbij op verschillende risicoactiviteiten. De meest voorkomende risicoactiviteiten in een verkennend bodemonderzoek zijn de opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met in het bijzonder de stookolietanks en tankstations (komen voor in 74% van de VBO's), werkplaatsen voor het onderhoud van voertuigen (41%), verfspuitcabines (23%), opslagplaatsen voor gevaarlijke afvalstoffenAfval dat gevaarlijke stoffen bevat: brandbaar (koolwaterstoffen), giftig (pesticiden), oxiderend (nitraten), bijtend (zuren), radioactief (isotopen). (19%) en opslagplaatsen voor gevaarlijke producten (15%; zie onderstaande grafiek). Ook voor de sites waar wordt overgegaan tot het uitvoeren van een gedetailleerd bodemonderzoek zijn dit de risicoactivieiten die het vaakst voorkomen in de historiek van de site.
De percelen die het meest frequent werden behandeld voor verontreiniging door middel van een saneringHet behandelen van de verontreiniging die een gebied aantast (bodem, water) om dat gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen of ten minste wettelijk bepaalde waarden te bereiken. of een risicobeheer, zijn eveneens deze waarop vroeger volgende activiteiten hebben plaatsgevonden: opslagplaatsen van ontvlambare vloeistoffen (77%) en onderhoud van voertuigen (47%).
We dienen op te merken dat deze activiteiten niet noodzakelijk de bron van een bodem- of grondwaterverontreiniging op de site zijn of de aanleiding gaven tot het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek, maar alle activiteiten zijn die voorkomen in de historiek van het onderzochte perceel. Bovendien kunnen meerdere risicoactiviteiten worden onderzocht tijdens een VBO.
Percentage van de bodemonderzoeken (VBO en GBO) en -behandelingswerken waar een bepaalde risicoactiviteit in voorkomt in de historiek van de onderzochte site (2005-2022)
Bron: Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2023

Lees de transcriptietekst
De meest voorkomende risicoactiviteiten in bodemonderzoeken en in eindebeoordelingsverslagen van saneringen of risicobeheersmaatregelen zijn opslagplaatsen van ontvlambare vloeistoffen, werkplaatsen voor het onderhoud van voertuigen, verfspuitcabines, opslag van gevaarlijke afvalstoffen, opslag van gevaarlijke producten, metaalbewerking, materiaaloppervlaktebehandeling, drukkerijen, metaalproductie, afgedankte voertuigen en droogkuis.
De meest frequente polluenten van de bodem (in termen van aantal percelen) zijn zware metalenVerzamelnaam voor een groep metalen met een relatief grote dichtheid, zoals lood, kwik, zink en cadmium. Deze metalen komen van nature in het milieu voor en zijn in veel gevallen zelfs nodig voor bepaalde natuurlijke processen. In hogere concentraties zijn ze echter meestal giftig. De voornaamste bronnen van zware metalen zijn de non-ferro-industrie, de verbranding van fossiele brandstoffen en van afval en het verkeer., polycyclische aromatische koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. (PAK’s) en minerale oliën. Voor het grondwater zijn dit minerale oliën, gechloreerde koolwaterstoffen en zware metalen.
Behandeling van verontreinigde bodems
Tussen 2005 en 2022 werden 1.651 percelen in het Brussels Gewest herbestemd na behandeling door saneringHet behandelen van de verontreiniging die een gebied aantast (bodem, water) om dat gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen of ten minste wettelijk bepaalde waarden te bereiken. of risicobeheer, wat correspondeert met 1011 ha. Op die manier werden de gronden opnieuw beschikbaar gemaakt voor de ontwikkeling van economische, residentiële en recreatieve activiteiten. Alle werken samen waren goed voor een totale kostprijs van ongeveer 493,6 miljoen euro, dat komt overeen met zo’n 49 euro per m2.
Evolutie van de totale oppervlakte van de behandelde kadastrale percelen en van de totale kostprijs (2005-2022)
Bron: Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2023


Lees de transcriptietekst
De gerealiseerde saneringen en risicobeheersmaatregelen hadden betrekking op de behandeling van:
- 17,5 miljoen m3 vervuilde grond, wat overeenkomt met ongeveer 2.600 FIFA-voetbalvelden van 1m dik.
- en 6,7 miljoen m3 vervuild water, of het equivalent van bijna 2.700 olympische zwembaden.
De meest toegepaste technieken tussen 2005 en 2022 zijn het uitgraven van verontreinigde grond (1.016 behandelde percelen), het oppompen en behandelen van het grondwater (125) of een combinatie van beide technieken (218), gevolgd door gestimuleerde bioremediatie (88) en natuurlijke afbraak (85).
Om te downloaden
Methodologische fiches
- Indicator : vooruitgang in het beheer van verontreinigde of mogelijk verontreinigde sites: evolutie van de bodemstudies en de bodembehandelingswerken (.pdf)
- Indicator : vooruitgang in het beheer van verontreinigde of mogelijk verontreinigde sites: evolutie van de behandelde bodems (.pdf)
Tabellen met de gegevens
Factsheets
- n°9. Beheer van verontreinigde bodems in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : algemeen kader (.pdf)
- n°10. Informatietools : inventaris van de bodemtoestand (.pdf)
- n°11. Technische hulpmiddelen : identifiatie en behandeling van verontreinigde bodems (.pdf)
- n°12. Economische hulpmiddelen : financiering van de werken voor de sanering en het beheer van verontreinigde bodems (.pdf)
Andere publicaties
Wetgeving
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2017. "Ordonnantie tot wijziging van sommige bepalingen van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems- 23 juni 2017", Belgisch Staatsblad, p. 72440-72469.
Inventaris van de bodemtoestand
De inventaris van de bodemtoestand is een essentieel instrument voor het bodembeheer in het Brussels Gewest. Eind 2022 bevatte die zo’n 14.640 kadastrale percelen, wat overeenkomt met zo’n 25% van de gewestelijke oppervlakte. Bijna de helft hiervan zijn percelen die als mogelijk verontreinigd worden beschouwd. En van de meer dan 10.000 onderzochte en/of behandelde percelen wordt nu nog 59% als verontreinigd beschouwd. Maar wat zijn de meest voorkomende risicoactiviteiten op de sites opgenomen in de inventaris?
Het doel van de inventaris
Op het sterk verstedelijkte en in het verleden door industrie getekende Brusselse grondgebied vonden er - en vinden er nog steeds - activiteiten plaats, die aan de basis liggen van bodem- en/of grondwaterverontreinigingen. Deze verontreinigingen vormen een risico voor de volksgezondheid (bv. aantasting van de waterbronnen door infiltratie van de verontreinigende stoffen in de waterlopen of watervoerende lagen, aantasting van voor voedselproductie gebruikte gronden, de bodems van speelpleinen, enz.) en voor de ecosystemen.
Leefmilieu Brussel heeft daarom een inventaris van de bodemtoestand opgesteld die alle terreinen bevat waar een vermoeden van of een reële bodem- en/of grondwaterverontreiniging bestaat. De inventaris dient voornamelijk om:
- Verontreinigde sites te kunnen identificeren (al dan niet aan de hand van een bodemonderzoek) en te bepalen of de behandeling van een verontreiniging of een risicobeheer nodig is, en zodoende hun herbestemming mogelijk te maken;
- De juridische zekerheid rond vastgoedtransacties en de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten te vergroten door informatie te verstrekken over de staat van de bodem van een bepaald terrein aan eenieder die die wil kennen (zoals eigenaars, kopers, notarissen, houders en aanvragers van een milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning, aanvragers van een stedenbouwkundige vergunning, aannemers die grond willen uitgraven) voordat ze zich geconfronteerd zien met eventuele sanerings- of risicobeheersverplichtingen;
- De overheid te ondersteunen bij het maken van bestemmingskeuzes, rekening houdend met de kwaliteit van de bodem.
De inventaris is voor iedereen toegankelijk. Er zijn twee manieren om te weten te komen of een terrein al dan niet in de inventaris van de bodemtoestand is opgenomen: de kaart van de bodemtoestand en het bodemattest.
Validatie van de inventaris
Het doel van de validatie van de inventaris van de bodemtoestand is om de gedetailleerde informatie van vermoedelijk vervuilde en reeds onderzochte en behandelde kadastrale percelen waarover Leefmilieu Brussel beschikt te verifiëren. Leefmilieu Brussel doet dit door de huidige eigenaars en exploitanten van de betrokken terreinen, hetzij ongeveer 35.000 personen, te informeren via een aangetekende brief of een e-mail waarin het zijn intentie betekent om het terrein op te nemen in de inventaris. De aangeschreven personen kunnen deze informatie betwisten of aanvullen aan de hand van gegevens die onderbouwd worden door documenten die de op het terrein uitgeoefende activiteiten nader preciseren of door een verkennend bodemonderzoek uit te voeren. Op basis van de eventueel ontvangen informatie beslist Leefmilieu Brussel om de betrokken terreinen al dan niet in de inventaris van de bodemtoestand te behouden.
Sedert 2001 houdt Leefmilieu Brussel een inventaris van de bodemtoestand bij. Tijdens een eerdere validatiefase (2007-2009) werden er al 2.580 terreinen gevalideerd en opgenomen in de bodeminventaris.
In 2011 werd de nieuwe procedure van validatie gestart en in 2015 werd de opmaak van de inventaris afgerond. Ongeveer 21.000 kadastrale percelen (op een totaal van 220.000 Brusselse percelen) waren zo tussen 2011 en 2015 het onderwerp van een informatie- en validatiecampagne. Sindsdien wordt de inventaris voortdurend bijgewerkt op basis van gemelde incidenten, gerealiseerde onderzoeken en behandelingen en afgeleverde of stopgezette milieuvergunningen.
Tot januari 2023 werden zo al 18.323 percelen gevalideerd, waarvan er meer dan 14.000 werden opgenomen in de inventaris van de bodemtoestand. Dankzij de validatieprocedure werden ook al zo’n 4332 sites uit de inventaris verwijderd die initieel waren opgenomen in een van de categorieën. De inventaris telt momenteel zo’n 14.637 sites, wat overeenstemt met ongeveer 25% van de gewestelijke oppervlakte (wanneer de percelen daadwerkelijk verontreinigd blijken, kan het zijn dat de verontreiniging slechts een deel van de site betreft - zie factsheet “Informatietools: inventaris van de bodemtoestand”). 495 percelen in de inventaris werden nog niet gevalideerd.
Categorieën van de inventaris
De percelen die zijn opgenomen in de inventaris van de bodemtoestand, zijn onderverdeeld in verschillende toestandscategorieën, zoals bepaald door de Bodemordonnantie (dd. 23 juni 2017):
- categorie 0: mogelijk verontreinigd;
Percelen waarop een risicoactiviteit wordt of werd uitgeoefend, waar een ongeluk of leegstand plaatsvond waarbij verontreinigende stoffen betrokken waren, of waar de verontreiniging van een naburig perceel zich naartoe kan hebben verspreid.De lijst van risicoactiviteiten is een selectie uit de lijst van ingedeelde inrichtingen (dus onderworpen aan een milieuvergunning of een voorafgaande melding) op basis van de mogelijkheid dat ze een bodemverontreiniging veroorzaken, zowel actueel als historisch.
Drukkerijen zijn opgenomen in de lijst van risicoactiviteiten.
Voor de terreinen opgenomen in de inventaris als categorie 0, dient de verkoper of de overdrager/stopzetter van een risico-activiteit een verkennend bodemonderzoek uit te uitvoeren en de verplichtingen op zich te nemen die uit een vastgestelde verontreiniging van de bodem zouden voortvloeien.
- categorie 1: niet verontreinigd;
- categorie 2: licht verontreinigd zonder risico;
- categorie 3: verontreinigd waarbij de risico’s aanvaardbaar zijn (gemaakt) door ze onder risicobeheer te stellen;
- categorie 4: verontreinigd in onderzoek of behandeling
- 4a: (nog) niet in behandeling
- 4b: in behandeling
- 4c: met follow-upmaatregelenmaatregel voor het controleren en zo nodig het handhaven van het aanvaardbaar karakter van de door bodemverontreiniging veroorzaakte risico’s voor de volksgezondheid en het milieu, met inbegrip van de maatregelen voor gebruiksbeperking en toezicht op de verontreiniging (monitoring). vóór de eindbeoordeling
- gecombineerde categorie 0+: reeds onderzocht en/of behandeld maar mogelijk opnieuw of nog verontreinigd;
Verdeling van de percelen in de inventaris volgens categorie (31 december 2022)
Bron: Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2023

Lees de transcriptietekst
Van alle percelen opgenomen in de inventaris zijn: 31% opgenomen in categorie 0; 11% opgenomen in categorie 1; 12% opgenomen in categorie 2; 24% opgenomen in categorie 3; 7% opgenomen in categorie 4; 3% opgenomen in categorie 0+1; 3% opgenomen in categorie 0+2; 6% opgenomen in categorie 0+3 en 4% opgenomen in categorie 0+4.
Volgens de inventaris werden 10.113 percelen reeds onderzocht of behandeld (categorieën (0+) 1, 2, 3 en 4) waarvan 59% nog verontreinigd is (6.015 percelen; cat (0+) 3 of 4). Van de percelen ingeschreven in de bodeminventaris, wordt bijna de helft (47%) als mogelijk vervuild beschouwd (cat 0 of 0+). Die 6.911 mogelijk vervuilde percelen beslaan ongeveer 1/8e van de oppervlakte van het Brussels Gewest. In totaal zijn zo’n 11.389 percelen in het Brussels Gewest (potentieel) verontreinigd volgens de bodeminventaris. Het aantal percelen die zich in categorie 0 bevinden neemt af na verloop van tijd terwijl het aantal in de andere categorieën toeneemt of stabiel blijft. Dat is omdat deze laatste categorieën overeenkomen met de reeds bestudeerde percelen. Naargelang de bodemonderzoeken en de eventueel daaropvolgende bodemwerkzaamheden vorderen veranderen de bestudeerde percelen namelijk van categorie 0 naar categorie 1, 2 of 3.
Evolutie van het aantal percelen in de verschillende categorieën van de inventaris
Bron: Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2023

Meest voorkomende risicoactiviteiten op de sites in de inventaris
Onderstaande grafiek toont de verdeling van de meest voorkomende risicoactiviteiten op basis van de inventaris van de bodemtoestand. Op 67% van de sites in de inventaris, komen of kwamen minstens één van de volgende risicoactiviteiten voor: opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (inclusief stookolietanks en tankstations), de werkplaatsen voor het onderhoud van voertuigen, de verfspuitcabines, de opslagplaatsen van gevaarlijke afvalstoffenAfval dat gevaarlijke stoffen bevat: brandbaar (koolwaterstoffen), giftig (pesticiden), oxiderend (nitraten), bijtend (zuren), radioactief (isotopen)., de opslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen en de werkplaatsen voor metaalbewerking.
Risicoactiviteiten die werden of worden uitgevoerd op de sites in de inventaris (31 december 2022)
Bron: Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2023

Lees de transcriptietekst
Van de percelen die zijn opgenomen in de inventaris komen of kwamen de volgende risicoactiviteiten het meeste voor: Opslagplaatsen van ontvlambare vloeistoffen op 59% van de percelen, werkplaatsen voor het onderhoud van voertuigen op 29% van de percelen, verfspuitcabines op 17% van de percelen, opslag van gevaarlijke afvalstoffen op 10% van de percelen, opslag van gevaarlijke producten op 9% van de percelen, metaalbewerking op 9% van de percelen, en op 33% van de percelen werden nog andere risicoactiviteiten uitgevoerd dan deze hierboven vernoemd.
Zoals hierboven vermeld zijn risicoactiviteiten een mogelijke bron van bodemverontreiniging. Bovenstaande grafiek is dus geen weergave van de activiteiten die effectief tot verontreiniging hebben geleid. Het zijn evenmin de risicoactiviteiten die aanleiding gaven tot opname in de inventaris. Bovendien is het mogelijk dat op één site meerdere risicoactiviteiten worden of werden uitgevoerd.
De kaart van de bodemtoestand
De inventaris van de bodemtoestand werd verwerkt in een onlinekaart die kosteloos kan worden geraadpleegd. De kaart werd eind 2013 gepubliceerd door Leefmilieu Brussel teneinde een snelle toegang te garanderen tot de informatie over de bodemkwaliteit van de Brusselse terreinen. De kaart toont de terreinen opgenomen in de inventaris waarvan de gedetailleerde informatie al werd gevalideerd, ingedeeld volgens de 5 voormelde categorieën. Voor elk van de in kaart gebrachte terreinen werd een identificatiefiche opgemaakt die verder ook het adres, de kadastrale gegevens, de oppervlakte, kwetsbaarheidszone, geschiedenis van de risicoactiviteiten, een samenvatting van uitgevoerde bodemstudies enz. vermeldt. De informatie op de kaart, die doorlopend wordt bijgewerkt, wordt gegeven ter informatie; deze gegevens vervangen de bodemattesten niet.
Kaart van de inventaris van de bodemtoestand: Brussels Gewest (Januari 2023)
Bron: Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2023

Het bodemattest
Bij de verkoop van een terrein in Brussel of bij de overdracht van een risicoactiviteit aan een andere exploitant, is de overdrager wettelijk verplicht een bodemattest voor te leggen. Dat bodemattest vermeldt of het terrein al dan niet is opgenomen in de inventaris van de bodemtoestand en, in voorkomend geval, welke gedetailleerde informatie erin terug te vinden is. De attesten worden afgeleverd door Leefmilieu Brussel en zijn sinds 1 november 2010 betalend (€39 / kadastraal perceel vanaf 2021).
Goed om te weten
Tussen 2005 en december 2022 werden er in het totaal 412.472 bodemattesten afgeleverd. Het totale bedrag van de geïnde retributies voor deze attesten liep op tot ongeveer 10,6 miljoen euro.
Om te downloaden
Methodologische fiches
Tabel met de gegevens
Factsheets
- 9. Beheer van verontreinigde bodems in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : algemeen kader (.pdf)
- 10. Informatietools : inventaris van de bodemtoestand (.pdf)
- 11. Technische hulpmiddelen : identificatie en behandeling van verontreinigde bodems (.pdf)
- 12. Economische hulpmiddelen : financiering van de werken voor de sanering en het beheer van verontreinigde bodems (.pdf)
Nuttige links
- Leefmilieu Brussel - Is uw bodem verontreinigd?
- Leefmilieu Brussel - Brusoil
- Kaart : Bodemtoestand
Wetgeving
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2017. "Ordonnantie tot wijziging van sommige bepalingen van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems - 23 juni 2017", Belgisch Staatsblad, p. 72440-72469.
Financiële steunmaatregelen voor bodemonderzoek en behandelingswerken van verontreinigde bodems
Indicator - Actualisering : mei 2022
Voor de uitvoering van bodemonderzoeken of bodembehandelingswerken kan in bepaalde gevallen beroep worden gedaan op Leefmilieu Brussel of andere instellingen voor financiële, technische en/of administratieve steun. Tussen 2007 en 2022 werden zo 4.912 premies toegekend, samen goed voor zo’n 15 miljoen euro. Voor de bodemsanering van tankstations werden 232 geldige interventieaanvragen ingediend bij het BOFAS-fonds, waarvan reeds 91 sites volledig werden gesaneerd. Sinds de oprichting in 2017 van het mechanisme van de ‘publieke behandeling’ werden 47 dossiers onderzocht met de steun van Leefmilieu Brussel en Citydev.
Context van de financiering
De Brusselse bodemordonnantie van 23 juni 2017 omkadert en bepaalt de verplichtingen inzake de behandeling en het beheer van (potentieel) verontreinigde terreinen (zie identificatie en behandeling van de verontreinigde bodems). Volgens de gegevens van de inventaris van de bodemtoestand heeft deze verplichting betrekking op bijna 13.000 kadastrale percelen (zie Inventaris van de bodemtoestand). Bodemonderzoeken en -behandelingswerken kunnen een niet-verwaarloosbare kost betekenen voor de personen die geacht worden ze uit te voeren, voornamelijk de eigenaars en/of exploitanten van de terreinen. Deze zijn bovendien niet noodzakelijkerwijs verantwoordelijk voor de (potentiële) verontreiniging van de site. Daarom telt het Brusselse grondgebied op dit ogenblik tal van verontreinigde of potentieel verontreinigde terreinen, waarvan de saneringHet behandelen van de verontreiniging die een gebied aantast (bodem, water) om dat gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen of ten minste wettelijk bepaalde waarden te bereiken. en het hergebruikHergebruik is het behouden van een object om het te hergebruiken zoals het is, eventueel na een voorbereidingsfase voor hergebruik. Voorbeeld: bakstenen worden ontmanteld en hergebruikt voor een nieuwe muur, na te zijn schoongemaakt en gecontroleerd. afgeremd of belemmerd worden door de hoge kosten voor de identificatie en behandeling van de eventuele verontreinigingen die er worden aangetroffen. Dit heeft niet alleen een impact op de gewestelijke economische ontwikkeling en de creatie van werkgelegenheid, het brengt eveneens risico's voor de volksgezondheid en het milieu met zich mee.
Om het aanpakken van deze verontreinigingen te vergemakkelijken, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verschillende economische hulpmiddelen ontwikkeld, zoals het toekennen van premies voor de uitvoering van bodemonderzoeken en behandelingswerken, de publieke behandeling van bepaalde terreinen en de sectorale fondsen voor de sanering van verontreinigde bodems (zoals BOFAS voor tankstations).
De bodempremie
Leefmilieu Brussel kent, onder bepaalde voorwaarden, premies toe aan de personen die verplicht zijn of waren bodemonderzoeken of –behandelingswerken uit te voeren. Premies worden enkel toegekend bij weesverontreinigingen of wanneer er geen verontreiniging werd vastgesteld. Dit kunnen zowel natuurlijke personen of rechtspersonen (zoals ondernemingen) zijn.
Wat is een weesverontreiniging?
Een weesverontreiniging is een verontreiniging waarvoor er geen verantwoordelijke gekend is, waarvan de veroorzaker niet meer bestaat of die werd veroorzaakt voor 20/01/2005 door personen die geen eigenaar of exploitant van het terrein (meer) zijn.
Sinds 2007 werden door het Brussels Gewest 4.912 premies voor een totaal bedrag van zo’n 15 miljoen euro toegekend als financiële ondersteuning voor de uitvoering van studies (verkennend bodemonderzoek, gedetailleerd onderzoek, risico-onderzoek, risicobeheersvoorstel, saneringsvoorstel en eindevaluatie) en werken voor de behandeling van weesverontreiniging van bodems. Dat komt overeen met zo’n €3.048 per premie. Zoals wordt geïllustreerd door onderstaande grafiek, schommelt het aantaal uitgegeven premies per jaar rond de 400. De laatste jaren worden er jaarlijks minder premies toegekend, maar stijgt het totale budget wel. Dit kan verklaard worden door een afname in het aantal uitgevoerde bodemstudies, en een aanzienlijk toegenomen premiebedrag voor het uitvoeren van bodemstudies en voornamelijk, bodemwerkzaamheden.
Meer dan de helft van de premies (56,9%) werd toegekend voor de uitvoering van verkennende bodemonderzoeken. Het totale bedrag aan premies is ongeveer gelijk verdeeld tussen natuurlijke personen (41,3%) en rechtspersonen (58,7%).
Cumulatief totaalbedrag van premies toegekend voor bodemstudies en bodembehandelingswerken en aantal premies (2007-2021)
Bron : Leefmilieu Brussel, onderafdeling Bodems, 2022

BOFAS, het Bodemsaneringsfonds voor tankstations
In 2004 werd het BOFAS-fonds opgericht voor de bodemsanering van publieke tankstations in België. BOFAS pakt de historische bodemverontreiniging, veroorzaakt door tankstations, aan door operationele en/of financiële tussenkomst bij de saneringHet behandelen van de verontreiniging die een gebied aantast (bodem, water) om dat gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen of ten minste wettelijk bepaalde waarden te bereiken. van verontreinigde terreinen. Het fonds wordt gefinancierd door een bijdrage geïnd op benzine en diesel, teruggewonnen zowel op de winstmarge van de oliesector als op de prijs aan de pomp. Het is niet meer mogelijk een aanvraag in te dienen.
Van de aanvragen die voor eind 2018 werden ingediend, waren 93 gesloten benzinestations die zich in het Brussels Gewest bevinden, door het BOFAS-fonds gesaneerd of werd er een sanering aangevangen. Daarvan zijn er 2 behandelingen nog steeds aan de gang. In totaal werd door het fonds zo’n 11,2 miljoen euro besteed aan bodemonderzoeken en saneringen voor tankstations met sluiting. Daarnaast werden er ook al 62 stations gesaneerd door hun exploitant, die retroactief van een gedeeltelijke of gehele terugbetaling konden genieten. Ten slotte werden 57 tankstations die hun activiteiten voortzetten, door hun exploitant in regel gebracht met de normen, na gesaneerd te zijn met technische en financiële ondersteuning van de vzw BOFAS.
Interventieaanvragen, bodemonderzoeken en saneringen die in het BHG werden uitgevoerd met de steun van het BOFAS-fonds (2004-2018)
Bron : Leefmilieu Brussel, Onderafdeling Bodems, 2022

Sedert mei 2019 was het voor een periode van 6 maand mogelijk om bij BOFAS nieuwe aanvragen tot tussenkomst in te dienen. Als gevolg hiervan werden 277 nieuwe interventieverzoeken ontvankelijk verklaard, waarvan 20 in Brussel. Er werden nog geen studies uitgevoerd voor deze dossiers. In totaal werden dus al 232 geldige aanvragen ingediend in het Brussels Gewest sinds de oprichting van het BOFAS-fonds.
Ontvangen geldige aanvragen bij het BOFAS fonds in het Brussels Gewest (2019)
Bron : Leefmilieu Brussel, Onderafdeling Bodems, 2022

De publieke behandeling
Wanneer bepaalde verontreinigingssituaties te ingewikkeld raken kan dit leiden tot blokkering van het behandelingsproces en de ontwikkeling van een terrein hinderen, zoals bij verontreinigingen die zich over meerdere percelen hebben verspreid (buurtvervuiling) en bij grote industriële braakliggende terreinen. Het mechanisme van de publieke behandeling werd gecreëerd om dergelijke situaties op te lossen en zodoende de sites zo snel mogelijk te kunnen herstellen en herbestemmen. Voor de geselecteerde dossiers neemt het Gewest dan de plaats in van de houders van de verplichting voor de uitvoering van bodemonderzoeken en -behandelingswerkzaamheden van weesverontreinigingen. Deze kunnen dan genieten van de nodige financiële, technische en administratieve ondersteuning van Leefmilieu Brussel, in samenwerking met CityDev.brussels.
Sinds de start van het project in 2017 werden in 47 terreinen onderzocht (zo’n 149 ha) waarvoor een bedrag van 330.395 euro werd besteed. Er werden nog geen verontreinigde percelen behandeld met de steun van de publieke behandeling.
Cumulatief aantal percelen die werden bestudeerd of behandeld met de ondersteuning van de publieke behandeling en het cumulatieve besteedde bedrag (2017-2021)
Bron : Leefmilieu Brussel, Onderafdeling Bodems, 2022

Om te downloaden
Methodologische fiche
Tabel met de gegevens
Factsheets
- n°9. Beheer van verontreinigde bodems in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : algemeen kader (.pdf)
- n°10. Informatietools : inventaris van de bodemtoestand (.pdf)
- n°11. Technische hulpmiddelen : identificatie en behandeling van verontreinigde bodems (.pdf)
- n°12. Economische hulpmiddelen : financiering van de werken voor de sanering en het beheer van verontreinigde bodems (.pdf)
Nuttige links
- Leefmilieu Brussel - Thema "Bodem - De financiële steunmaatregelen"
- BOFAS, het bodemsaneringsfonds voor tankstations