Broeikasgassen in Brussel, een balans van de uitstoot en de evolutie ervan

Wanneer u in de winter uw huis verwarmt of de auto gebruikt, stoot de geproduceerde verbranding een reeks broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). uit. Ze komen in grote hoeveelheden in de atmosfeer terecht en dragen zo bij tot de klimaatverandering. Dit is een globale uitdaging voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar gebouwen (woningen en kantoren) en transport de grootste energieverbruikers zijn. De doelstelling is om tegen 2050 de uitstoot met minstens 90% te verminderen ten opzichte van 2005, om op die manier koolstofneutraliteit te bereiken.

Welke voornaamste broeikasgassen worden in Brussel uitgestoten?

Hoe evolueert de uitstoot van broeikasgassen sinds 1990?

Ze nemen af, net als het energieverbruik:

• -18% in vergelijking met 1990
• -33% sinds 2004

Tussen 2004 en 2020 stelt men vast dat de uitstoot met 33% is afgenomen. Wat de belangrijkste sectoren betreft, blijft het wegtransport stabiel, maar neemt de verbranding afkomstig van woningen en tertiaire gebouwen af. De curve is niet altijd rechtlijnig, omdat sommige winters bijvoorbeeld strenger zijn en meer verwarming vereisen.

Hoe ziet morgen eruit?

Om de evolutie van de broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). beter te voorspellen, zijn er twee projectiemodellen:

• WEM-scenario (With Existing Measures) dat gebaseerd is op het beleid en de maatregelen die al ingevoerd of goedgekeurd zijn
• WAM-scenario (With Additional Measures) dat gebaseerd is op de integratie van bijkomende maatregelen ten opzichte van de bestaande

Zullen de doelstellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden behaald?

• Doelstelling in 2030: -40% uitstoot ten opzichte van 1990
  Als we enkel het WEM-scenario volgen, wordt de doelstelling niet gehaald. Maar in het WAM-scenario, waarin aanvullende beleidsmaatregelen worden voorgesteld, zou de uitstoot verminderen met 43,5%.
• Doelstelling in 2050: -90% uitstoot ten opzichte van 1990
  Er zijn nog grote onzekerheden, maar volgens het WAM-scenario kan dit doel worden bereikt met versterkte maatregelen of nieuw beleid na 2040.

Directe of indirecte uitstoot, wat is het verschil?

In het Brussels Hoofdstedelijk gewest zien we een combinatie van directe en indirecte uitstoot. De directe emissies worden op het eigen grondgebied geproduceerd. De indirecte emissies worden buiten het gewest uitgestoten maar om te voorzien in de behoeften van de Brusselse bevolking. We denken dan aan landbouwproductie, elektriciteitsproductie en industriële processen waar de burgers van het gewest gebruik van maken.

Directe + indirecte uitstoot = reële impact

Om de reële impact van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nauwkeuriger te beoordelen en onze bijdrage aan de strijd tegen de klimaatverandering bij te stellen, moet de indirecte uitstoot bij de directe uitstoot worden opgeteld.