
Voedsel produceren in Brussel
- Voeding
- Landbouw
- Good Food
- Korte keten
- Lokaal
Inhoud
Gezond fruit en groenten kweken in Brussel, duurzaam en lokaal eten, het is mogelijk. Stadslandbouw heeft de wind in de zeilen en het Gewest steunt deze lokale landbouw in al zijn vormen: individueel, gemeenschappelijk, amateurprojecten of professionele initiatieven. Stadslandbouw kiest ervoor om de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). te beschermen, ze versterkt de sociale banden tussen de burgers en stimuleert de lokale economie.
Om een concreet antwoord te bieden op de voedingsbehoeften van de stadsbewoners, die met steeds meer zijn, moet er slim geproduceerd worden door te kiezen voor korte ketens. Het gebrek aan beschikbare plaats in de stad zet aan tot grote creativiteit om niet-gebruikte ruimten te benutten (daken, kelders, verticale kweekinstallaties en kweekinstallaties met verdiepingen), maar ook tot het gebruiken van onmiddellijk beschikbare grondstoffen ( compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. , regenwatertanks, horeca-afval...) en tot het bedenken van vindingrijke productietechnieken.
Van de boer naar het bord
Brussel is in de eerste plaats een stad, en de voedselproductie is er uiteraard beperkt. Laten we realistisch blijven, met de productie van de 19 gemeenten zullen we nooit kunnen beantwoorden aan de voedselbehoeften van alle Brusselaars!
Toch bestaan er talrijke mogelijkheden: een lapje grond delen met andere wijkbewoners of meehelpen aan een gemeenschappelijk moestuinproject... met deze initiatieven kan iedereen genieten van de weldaden van een evenwichtige voeding en van een klein stukje natuur in de stad. En tegelijkertijd beleeft u gezellige momenten met uw buren, tussen de wortelen en de prei!
Daarnaast bieden ook echte stadsboerderijen op platte daken heel wat potentieel.
Stadslandbouw: waarom?
Stadsmoestuinen, biomanden, herwaardering van seizoensgebonden fruit en groenten, SAGAL, … er bloeien nieuwe dingen in Brussel. En er wordt ook gestreefd naar nabijheid: via korte distributieketens, lokale netwerken, … Deze beweging is nog meer voelbaar in de steden en resulteert in verschillende experimenten en pilootprojecten die streven naar ruimtebesparing, recyclageRecyclage is de vernietiging van afval om nieuwe materialen te produceren. Voorbeeld: inert afval wordt vermalen om granulaten te produceren die in wegfunderingen worden gebruikt van voedingsafval en stadsecologie waardoor de stedeling terug voeling krijgt met de landbouw.
Terug naar de bron
Er wordt al duizenden jaren en over de hele wereld aan landbouw gedaan in en rond de steden. De automatisering en verstedelijking hebben de gewasproductie (fruit en groenten) geleidelijk aan verdreven uit de dichtbevolkte gebieden, voordat de landbouw- en voedingsindustrie die bijna volledig internationaliseerde. De afstanden die voedingswaren afleggen van productie tot consumptie zijn vertienvoudigd, wat hun ecologische afdruk opmerkelijk verzwaarde. Maar vandaag merken we ook een heropstanding van de stedelijke voedingsproductie.
Een potentieel op het vlak van economie en jobs
Momenteel ontwikkelt er zich in Brussel een stadslandbouw met commerciële inslag, die zich positioneert als een strategische as binnen de stadsontwikkeling. Voor het Gewest is stadslandbouw inderdaad een hefboom voor de transitie naar een duurzaam voedingssysteem en resiliëntie (veerkracht). Stadslandbouw speelt ook een rol in de vele uitdagingen die zich stellen op het vlak van duurzame voeding en socio-economische ontwikkeling.
Een onderzoek van de Facultés Saint-Louis heeft het tewerkstellingspotentieel van een duurzaam voedingssysteem in Brussel geëvalueerd. Op basis van ambitieuze hypotheses bleek dat de stedelijke landbouwproductie de potentieel grootste werkgever zou zijn.
De Brusselse voedingsproductie heeft vandaag 437 voltijdse werknemers, maar men schat dat de stedelijke landbouwproductie, dankzij het gebruik van milieuvriendelijke en arbeidsintensieve teelttechnieken, een potentieel heeft van 1.400 extra jobs.
En meer respect voor het leefmilieu
Milieuvriendelijke kweekmethodes en een plaatselijke productie, in combinatie met nabije verkoop- en consumptiepunten (korte ketens waardoor minder transport) verkleinen de ecologische afdruk van voedsel aanzienlijk.
In de stad kan de landbouw ook helpen bij het verbeteren van de luchtkwaliteit, het beperken van de hitte-eilanden, het afremmmen van afvloeiingswater, het fixeren van koolstof en het beschermen van de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). . De landbouw geeft regenwater opnieuw waarde en vermindert het energieverbruik in gebouwen, het stedelijke serre-effect en de afvalproductie.
Stadslandbouw: hoe?
Landbouwgrond in Brussel is zeldzaam. In 2010 werd die geschat op 268 hectare. Slechts 2% hiervan wordt ingenomen door biologische productie. De rest wordt gebruikt voor conventionele landbouw, voor de productie van aardappelen, graan en gerst.
Zoeken naar grond
Om concreet te antwoorden op de voedingsnoden van de stedelingen, moet er intelligent worden geproduceerd, met een voorkeur voor korte ketens. Aangezien elk stukje beschikbare grond ter discussie staat voor natuurbehoudsprojecten, woningbouw, parkings, enz., vormt de commerciële voedselproductie een echte uitdaging voor het Brussels Gewest!
Initiatiefnemers inzake duurzame voeding azen nu op privéruimte en openbare gronden. De productieprojecten integreren zich in de stad en steunen meer en meer op de bestaande structuren binnen het stedelijk weefsel.
Creativiteit ontwikkelen
Het gebrek aan beschikbare ruimte in de stad nodigt uit tot het zoeken naar en vinden van uiterst creatieve oplossingen, zowel om de ongebruikte ruimte te kunnen aanwenden (gebruik van de daken, inrichting van kelders, ontwikkeling van verticale en gelaagde teelttechnieken), als om gebruik te maken van voorzieningen die gemakkelijk beschikbaar zijn ( compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. , waterciternes, afval van de horeca, …) of om ingenieuze productietechnieken op punt te stellen.
Hier enkele voorbeelden van innoverende productieprojecten die zich in Brussel ontwikkelen:
- Indoor Farming: in de stad kunnen gebouwen dienst doen als productieruimte. Indoor farming combineert de functionele mix van gebouwen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de synergie tussen de bebouwde omgeving en de landbouw. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het warmteverlies van het ventilatiesysteem van het gebouw te recupereren, het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. te behandelen, systemen te installeren om regenwater op te vangen of te zorgen voor afkoeling door verdamping.
- Aquaponics is de combinatie van aquacultuur (kweken van vissen) met hydrocultuur (telen van groenten op water). Het is een veelbelovende oplossing voor de problemen wat betreft de productie van dierlijke eiwitten. Het water dat in het systeem circuleert wordt door de vissen verrijkt met voedingsstoffen en daarna gefilterd door de groenten die er de stoffen uithalen die ze nodig hebben om te groeien.
- Insectenkweek. In december 2013 heeft het FAVV de commercialisering van 10 soorten insecten in België toegelaten, wat heeft geleid tot de lancering van deze nieuwe markt. De insecten, met een hoog gehalte aan eiwitten, vetstoffen en mineralen, vormen een ongelofelijke ecologische voedingsbron voor de mensheid en een interessant alternatief voor vleesconsumptie. Ze kunnen worden gekweekt met organisch afval, bijvoorbeeld voedselafval. Er is veel minder oppervlakte nodig om insecten te kweken dan om conventioneel vee te kweken.
- Champignonteelt is het kweken van eetbare paddenstoelen. Er kunnen verschillende soorten gekweekt worden, soms op specifieke ondergronden; zo is het mogelijk oesterzwammen te kweken op koffiedik!
Voorbeelden van goede praktijk
Taste Of Brussels (FR) is een evenement om de sector van de stedelijke voedselproductie te promoten. Het brengt stedelijke landbouwproducenten en enkele typische Brusselse voedselverwerkers en buurtdistributeurs samen.
Moestuin op de KBB: de vzw Le début des Haricots heeft het dak van de Koninklijke Bibliotheek omgetoverd in een natuurlijke groentetuin. De oogst wordt gebruikt in de keuken van de cafetaria, waarvan het terras uitgeeft op de tuin. De overschot wordt ter plaatse verkocht, ofwel aan Slow Food-restaurants, ofwel aan consumenten. Een mooi voorbeeld van een korte keten!
Bijenkorven op daken: de vereniging Apis Bruoc Sella heeft in 2004 haar eerste bijenkorf geplaatst op een groendak van de ULB, op de campus Oefenplein. Sindsdien volgde een tiental korven, verspreid over het Brusselse Gewest: op het dak van het Europees Economisch en Sociaal Comité, van de Bibliotheek van Elsene, van de winkel Caméléon, van het Thon-Hotel, van het gemeentehuis van Sint-Jans-Molenbeek en op het platform van de administratieve site van de stad Brussel.
Aquaponiris in Sint-Gillis, waar Village Partenaire in juni 2012 een experimentele aquaponieserre heeft opgezet. Hier wordt een groot aanbod aan seizoensgroenten gekweekt (sla, kool, tomaten, paprika’s, enz.) alsook vissen (Belgische karpers, gekozen om hun weerstand tegen temperatuurschommelingen, het feit dat ze omnivoren zijn en makkelijk en ter plaatse kunnen worden verkregen).
PermaFungi is een pilootproject inzake stadslandbouw. Het is erop gericht in Brussel koffiedik te recupereren om er oesterzwammen op te kweken en om ervan meststoffen te maken. Met deze techniek wordt iets wat anders gewoon als afval zou moeten worden verwijderd (koffiedik), omgezet in twee nuttige producten: champignons en mest. In het kader van de sensibilisatie van de bevolking voor stadslandbouw, organiseert PermaFungi seminaries en maken ze kweekkits.
Little Food wil de krekel terug op de (menu)kaart zetten. Hun activiteiten omvatten het kweken van krekels, de bereiding, de organisatie van insectenanimaties en de bevoorrading van gastronomische restaurants. De krekels worden lokaal gekweekt (in Brussel dus) met bioproducten. Ze worden sinds maart 2014 onder verschillende vormen verkocht.
De boomgaard van Bral is de eerste boomgaard in de openbare Brusselse ruimte (langs de Anspachlaan). Hij werd aangeplant door de bewoners, de buurthandelszaken en de verenigingen. Om het Brusselse patrimonium te eren, heeft de vereniging er Schaarbeekse kriekenbomen geplant, waarvan de sappige vruchten wat verderop worden gebruikt om het bekende Kriekbier te brouwen. BRAL wil zo een uiterst korte keten maken. Informatieborden over het project sensibiliseren de voorbijgangers.
De waterkerskwekerij van Laken: deze oude waterkerskwekerij in Laken werd terug in eer hersteld door het team van la ferme Nos Pilifs, onder de coördinatie van Brussel Leefmilieu. De waterkerskwekerij, gelegen in lange voren die oorspronkelijk bestemd waren voor een trein, werd lange tijd verwaarloosd voordat hij terug in gebruik werd genomen.
La Ferme du Chant des Cailles is een van de eerste stadsboerderijen in Brussel, gebaseerd op de principes van de agro-ecologie, van burgeractie en van risicoverdeling volgens de visie van de GASAL’s. Het project rust op verschillende pijlers: een grote gemeenschappelijke tuin (le Jardin des Cailles), een tuin met geneeskrachtige kruiden, een schapenstal en een tuinbouwbedrijf. Men maakt er verse of bewerkte geitenkaas, kwark en yoghurt en ricotta. Dit alles gebeurt in Watermaal-Bosvoorde, langs de Kwartellaan, niet ver van het Keymplein.
Het Groen en Blauw Huis (FR), in Anderlecht, bewerkt terreinpercelen in een groene buurt, dichtbij de Ring. De moestuinen worden er bewerkt door immigrantenvrouwen die heel wat kennis ter zake hebben. Een mooi voorbeeld van stadslandbouw en integratie!
Voedselverwerking
Wanneer men het heeft over duurzame voeding, denken we vaak aan groenten en fruit uit de biologische landbouw … maar er is zo veel meer! Naast de primaire productie, zijn er ook Brusselse producten uit de duurzame verwerkingssector … en er zijn er voor ieders smaak!
Voedselverwerking, een groeiende sector
Bijna 80% van de in België geconsumeerde voedingsproducten komen uit de verwerkingssector. In Brussel tellen we 600 agrovoedingsbedrijven die samen meer dan 4.000 mensen tewerkstellen. Deze sector kent een uitgesproken groei in Brussel sinds 2008 (+14% wat betreft jobs en omzet tussen 2008 en 2013).
Kleine en grote ondernemingen
We denken natuurlijk eerst en vooral aan de Brusselse chocolatiers! Maar deze sector verenigt alle ondernemingen uit de voedselverwerking, van kmo’s zoals bakkerijen die gemiddeld 7 mensen tewerkstellen tot grote ondernemingen die een belangrijke rol spelen op de nationale markt (bijvoorbeeld Viangros) en die meer dan 530 mensen tewerkstellen.
Uitdagingen
De agroalimentaire industrie staat voor heel wat uitdagingen op het vlak van impact op het leefmilieu: enerzijds duurzame voeding voorstellen aan de consumenten, anderzijds de productieketen aanpassen opdat het verwerkingsproces ook duurzaam zou worden.
En de Brusselse agroalimentaire ondernemingen blijven niet gespaard van de economische druk van de grote internationale bedrijven. De milieu-uitdagingen kunnen echter worden beschouwd als een kans voor deze Brusselse bedrijven om zich te positioneren en zo de economie te herlokaliseren.
Een sector die vooruit gaat
Zelfs al moeten er nog inspanningen worden gedaan, sommige professionals uit de sector zijn al de weg van de duurzame voeding opgegaan en heel wat initiatieven tonen aan dat een deel van de sector in die richting evolueert.
In Brussel kunnen we vandaag soep of confituur kopen die wordt gemaakt van overschotten van bioproductie en die wordt gemaakt in een beschermde werkplaats, we kunnen artisanaal bio-ijs eten, we kunnen biochocolade proeven, …
Brussel telt ook verschillende belangrijke brouwerijen, waaronder Brouwerij Cantillon, een typisch Brussels etablissement dat bier brouwt op basis van biologische granen. Sommige bieren dragen het 100% biolabel, zoals Geuze Lambiek of Kriek, gemaakt van biologische kersen. Deze familiebrouwerij die gevestigd is in Anderlecht, gebruikt al meer dan 100 jaar hetzelfde fabricatieprocedé! Voor wie graag nieuwe producten degusteert en ontdekt, wordt er tweemaal per jaar proeverijen georganiseerd.
Verdelen, verkopen in korte keten
In de loop van de tijd zijn de voedingsdistributieketens langer geworden, zowel in afgelegde afstand als in aantal tussenpersonen.
De vermenigvuldiging van het aantal tussenpersonen heeft economische gevolgen: de kost van de producten voor de consument stijgt maar de producent profiteert niet van deze toegevoegde waarde. Bovendien heeft de lange afstand die het vervoer aflegt een niet-verwaarloosbare impact op het leefmilieu.
Typologie van de Brusselse sector
De sector van de Brusselse voedingsdistributie is grotendeels onderverdeeld in groothandels, grootdistributie, kleine handelaars en de markten.
De grote supermarkten (> 1000 m2) maken bijna 70% uit van de huidige voedingsmarkt in Brussel. Dit aandeel daalt sinds 2001 jaarlijks. Daarnaast vinden we in Brussel nog zo’n 910 kleine handelszaken: kruidenierszaken, slagerijen, bakkerijen, chocolaterieën, vishandels, … Het Brussels Gewest telt ook ongeveer 64 wekelijkse markten, de ene al duurzamer dan de andere.
Parallel zien we een vermenigvuldiging van het aantal initiatieven inzake alternatieve distributie of ‘korte keten’ om de producent en de consument dichter bij elkaar te brengen; bv biomanden of online verkoopplatformen van lokale/bioproducten.
Een ontwikkeling die door de vraag wordt ondersteund
Het aanbod aan producten uit korte ketens is de voorbije jaren aanzienlijk gestegen. Dit is het gevolg van de wens van de consument om lokale producten te steunen, waarbij hij/zij zich engageert om regelmatig dit soort producten te kopen. Deze formule herstelt ook de band die, in de stad, tussen de consument en de producent verloren was gegaan. Bovendien krijgt de consument op deze manier ook toegang tot kwaliteitsproducten die ongetwijfeld moeilijker te vinden zouden zijn via de klassieke distributiekanalen.
We onderscheiden de manden met verschillende producten (zoals bijvoorbeeld Reason2.be, E Farmz, La ruche qui dit oui in Vorst, Topino, L’heureux Nouveau, Ferme Nos Pilifs, enz.) van de biomanden met fruit en groenten (zoals bijvoorbeeld de GASAL’s, La ferme Nos Pilifs, les paniers verts, Agricovert, Biobello – Lochting, enz.).
Nuttige links
- De Good Food portaalsite
- Vzw Terre en vue: vergemakkelijken van de toegang tot de aarde voor de landbouwers (FR/ENG)
- Het Brussels netwerk van SAGAL’s (Solidaire AankoopGroep voor Artisanale Landbouw) (FR)
- BIOguide, goede adressen van biologische markten, winkels, manden, … (FR)
- De federatie van de Brusselse voedingsondernemingen werkt rond duurzame ontwikkeling