Afvalwaterbeheer : uw verplichtingen
- Inspectie
- Water
- Milieuvergunning
- Verplichtingen
- Afvalwater
Inhoud
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Woon- en kantoorgebouwen, eengezinswoningen, bedrijven, scholen, ziekenhuizen ... allemaal hebben ze water nodig.
Dit water wordt geleverd via het openbaar distributienet of via oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). , grondwater of regenwater, of het is water van het secundaire circuit, dat wordt gezuiverd en vervolgens opnieuw in circuit gebracht.
Het wordt gebruikt en er ontstaat afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. dat geloosd wordt.
Welke soorten afvalwater zijn er?
Er bestaan drie soorten afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is.:
- Huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is.
Dit afvalwater is afkomstig van huishoudens of bedrijven met een vergelijkbare samenstelling en omvat alleen:- water uit sanitaire installaties;
- water afkomstig van keukens;
- water afkomstig van het schoonmaken van gebouwen: woningen, kantoren, theaters, kazernes, kampeerterreinen, gevangenissen, onderwijsinstellingen met of zonder internaat, zwembaden, hotels, restaurants, cafés, kapsalons;
- water dat wordt gebruikt om de was te doen in huishoudens of in wassalons die uitsluitend door klanten worden gebruikt.
- Niet-huishoudelijk afvalwater
Deze groep omvat al het water dat geen huishoudelijk afvalwater is. - Koelwater
Dit is water dat in bedrijven gebruikt wordt voor koeling in open kringloop en dat niet in contact komt met het te koelen materiaal of met het afvalwater van het bedrijf.
Wat zegt de wetgeving?
Normen
De wetgeving maakt onderscheid tussen drie soorten normen op het lozen van afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is.:
- Algemene normen voor huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is., niet-huishoudelijk afvalwater en koelwater die voor iedereen gelden.
- Sectoriële normen voor niet-huishoudelijk afvalwater dat wordt geproduceerd door bepaalde industriële sectoren, zoals industriële wasserijen, voedingsbedrijven, laboratoria enz.
- Bijzondere normen die kunnen opgelegd worden voor niet-huishoudelijk afvalwater dat door bepaalde bedrijven wordt geproduceerd en dit in functie van de plaatselijke omstandigheden.
In de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning worden de lozingsvoorwaarden vastgelegd die gelden afhankelijk van het soort afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. en de plaats van lozing.
Controle op de normen
Alle analyses van afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. moeten worden uitgevoerd door een erkend laboratorium van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Die analyse kan worden opgelegd door de bevoegde overheid of uitgevoerd als onderdeel van de controles op de naleving van de normen. Ondernemers kunnen ook op eigen initiatief beslissen om hun afvalwater te laten analyseren. In dat geval moeten ook zij een beroep doen op een erkend laboratorium.
Scheiding van afvalwater en regenwater
Voor nieuwe installaties en projecten moet een systeem voor gescheiden afvoer van afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. en regenwater worden geïnstalleerd.
Die twee netten kunnen eventueel op elkaar aangesloten worden indien de meetput voor afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. vóór het verbindingspunt ligt.
Specifieke meetput per type afvalwater
In alle nieuwe installaties wordt niet-huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. verplicht naar een meetput geleid voordat het in de riolering of in oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). wordt geloosd.
Een koolwaterstofafscheider of een bezinkselafscheider kunnen beschouwd worden als een meetput.
- Meetputten moeten:
- groot genoeg zijn voor staalname en
- geplaatst zijn vóór het punt waar het niet-huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. vermengd wordt met het huishoudelijk afvalwater.
Veel bestaande bedrijven hebben geen specifieke meetput per soort afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is..
Heel vaak wordt het niet-huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. dat een bestaand bedrijf produceert vermengd met het regenwater en met het huishoudelijk afvalwater van dat bedrijf. In dat geval wordt al het afvalwater beschouwd als niet-huishoudelijk afvalwater.
Wat altijd verboden is
Loos nooit mechanisch gemalen vaste afvalstoffen of water dat dergelijke stoffen bevat:
- in oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...).,
- noch in de openbare riolering,
- noch in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater, bijvoorbeeld een goot, open greppel, enz.
Waar moet afvalwater geloosd worden?
De manieren om afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. te lozen zijn:
- in de openbare riolering
- in oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...).
- door verspreiding in de bodem
Afvalwater bij voorkeur lozen in openbare riolen
AfvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. moet bij voorkeur geloosd worden in de openbare riolering. Daarna gaat het naar een verzamelriool en vervolgens naar een van de twee zuiveringsstations van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die het effluent in oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). lozen. Soms moet afvalwater gezuiverd worden voordat het in de riolering wordt geloosd. Bijvoorbeeld afvalwater van een bedrijf dat metalen oppervlakken behandelt.
Afvalwater lozen in oppervlaktewater
Wanneer er geen riolering in de buurt is of wanneer is aangetoond dat aansluiting op een riolering technisch of economisch niet haalbaar is, wordt het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. geloosd in oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...).. Het afvalwater moet dan gezuiverd worden voordat het wordt geloosd.
- Instaleer voor de behandeling van huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. een Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (IBA) in plaats van een septische put. IBA’s hebben immers een zuiveringsrendement van 80 tot 90%. Bij septische putten is dat slechts 30%.
Bestaande septische putten mogen behouden blijven als ze goed worden onderhouden. In nieuwe projecten zijn septische putten verboden. - Voor niet-huishoudelijk afvalwater moet u een industrieel waterzuiveringsstationInstallatie waar vervuild water weer zuiver wordt gemaakt. plaatsen, dat garandeert dat aan de lozingsnormen wordt voldaan.
Afvalwater lozen door verspreiding in de bodem
Als er geen riolering of oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). in de buurt is, mag het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. in de bodem verspreid worden. In dat geval moet het afvalwater gezuiverd worden voordat het wordt verspreid.
- Opteer liever voor een horizontaal verspreidingssysteem met draineerbuizen, infiltratiebekken ... dan voor een zinkput.
Door oppervlakteverspreiding kan de bodem een aanvullende zuiverende rol spelen en zo de verplaatsing van resterende verontreinigende stoffen naar de diepere lagen beperken.
Een bestaande zinkput is toegestaan op voorwaarde dat het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. eerst wordt behandeld.
Algemene normen
Huishoudelijk afvalwater
Huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. dat in de riolering wordt geloosd, moet aan de volgende normen voldoen:
Verboden in de riolering |
|
---|
Huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. dat in oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). wordt geloosd of door verspreiding in de bodem wordt afgevoerd moet aan de volgende normen voldoen:
ziekteverwekkende organismen |
het water ontsmetten alvorens het te lozen indien er ziekteverwekkende organismen in gevaarlijke hoeveelheden in aanwezig zijn | |
---|---|---|
pH |
Tussen 6,5 en 9 | |
biologisch zuurstofverbruik (BZV) |
≤ 15 mg/l voor lozingen in het Kanaal en andere zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm , kleine bodemdeeltjes |
≤ 0,5 mg/l tijdens een statische bezinking van 2 uur |
zwevende stoffen = ZS |
≤ 60 mg/l | |
niet-polaire koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. |
≤ 3 mg/l | |
olie, vet of andere drijvende stoffen |
Geen drijflaagDe drijflaag wordt gevormd door een bepaalde hoeveelheid onoplosbare verontreinigde stoffen die boven het bovenste niveau van de grondwaterlaag drijft. Een drijflaag kan gevormd worden door minerale olie (diesel, stookolie, benzine, kerosine) of door aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xyleen en naftaleen). | |
verboden |
Niet-huishoudelijk afvalwater
Niet-huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. dat in de openbare riolering wordt geloosd, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
pH |
Tussen 6 en 9,5 |
---|---|
temperatuur |
≤ 45° C |
grootte van de zwevende stoffen |
≤ 1 cm |
gehalte aan zwevende stoffen |
1 g/l |
stoffen die extraheerbaar zijn met petroleumether |
< 0,5 g/l |
geen gassen |
|
geen stoffen |
die:
|
Niet-huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. dat in oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). wordt geloosd of door verspreiding wordt afgevoerd, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
ziekteverwekkende organismen |
het water ontsmetten alvorens het te lozen indien er ziekteverwekkende organismen in gevaarlijke hoeveelheden in aanwezig zijn |
---|---|
pH |
tussen 6,5 en 9 |
Biologisch zuurstofverbruik = BZV |
≤ 15 mg/l voor lozingen in het Kanaal en andere oppervlaktewaterenEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...)., ≤ 30 mg/l voor lozing in de volgende rivieren: Zenne, Woluwe, Roodkloosterbeek, Hollebeek/Leibeek, Molenbeek, Maalbeek, Neerpedebeek, Broekbeek, Linkebeek, Verrewinkelbeek ≤ 50 mg/l als het gaat om afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. afkomstig van gebouwen die uitsluitend als woning worden gebruikt en waar minder dan 20 personen zijn gehuisvest |
bezinkbare stoffen: zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm, kleine bodemdeeltjes |
≤ 0,5 mg/l tijdens een statische bezinking van 2 uur |
zwevende stoffen = ZS
|
≤ 60 mg/l |
niet-polaire koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. |
≤ 5 mg/l |
oppervlakteactieve stoffen |
≤ 3 mg/l |
temperatuur |
< 30° C |
olie, vet of andere drijvende stoffen |
geen drijflaagDe drijflaag wordt gevormd door een bepaalde hoeveelheid onoplosbare verontreinigde stoffen die boven het bovenste niveau van de grondwaterlaag drijft. Een drijflaag kan gevormd worden door minerale olie (diesel, stookolie, benzine, kerosine) of door aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xyleen en naftaleen). |
verboden |
Koelwater
Koelwater wordt geloosd in oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...).. Het mag niet in de openbare riolering worden geloosd, tenzij het volume minder dan 100 m3 per dag bedraagt. Dit soort water moet altijd aan de volgende voorwaarden voldoen voordat het geloosd mag worden:
ziekteverwekkende organismen |
het water ontsmetten alvorens het te lozen indien er ziekteverwekkende organismen in gevaarlijke hoeveelheden in aanwezig zijn |
---|---|
pH |
tussen 6,5 en 8,5 |
geloosd CZV - opgevangen CZV (CZV =chemisch zuurstofverbruik) |
< 30 mg/l |
opgeloste zuurstof |
≥ 4 mg/l |
temperatuur |
≤ 30° C |
olie, vet of andere drijvende stoffen |
geen drijflaagDe drijflaag wordt gevormd door een bepaalde hoeveelheid onoplosbare verontreinigde stoffen die boven het bovenste niveau van de grondwaterlaag drijft. Een drijflaag kan gevormd worden door minerale olie (diesel, stookolie, benzine, kerosine) of door aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xyleen en naftaleen). |
verboden |
Sectoriële normen
Voor bepaalde industriële sectoren bestaan er naast de algemene normen voor de lozing van niet-huishoudelijk afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. ook sectoriële normen.
De sectoriële normen van de sectoren die aanwezig zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunt u hier raadplegen:
Laboratoria
1. Lozing in riolering
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
Chemisch zuurstofverbruik (CZV) | < 2000 mg/l |
Geleidingsvermogen * | 5000 µS/cm |
Niet-polaire koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. (C2Cl4-extraheerbaar) | < 50 mg/l |
Cadmium | < 0,010 mg Cd/l |
Kwik | < 0,002 mg Hg/l |
Chroom | < 0,5 mg Cr/l |
Koper | < 0,5 mg Cu/l |
Lood | < 0,5 mg Pb/l |
Nikkel | < 0,5 mg Ni/l |
Zink | < 3 mg Zn/l |
Vluchtige organohalogeenverbindingen | VOX < 0,2 mg/l |
Extraheerbare organohalogeenverbindingen | EOX < 0,1 mg Clorg/l |
* Indien er tijdens de monsterneming een waterverzachter geregenereerd wordt, dan is de geleidbaarheidsnorm niet van toepassing.
2. Lozing in oppervlaktewater
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
In aanvulling op de algemene normen: | |
Chemische zuurstofvraag (CZV) | < 120 mg/l |
In afwijking op de algemene lozingsnormen: | |
Totaal N |
< 2.000 IE* : geen criterium |
Totaal P |
< 2.000 IE : geen criterium |
Cadmium | < 0,010 mg Cd/l |
Kwik | < 0,002 mg Hg/l |
Chroom | < 0,5 mg Cr/l |
Koper | < 0,5 mg Cu/l |
Lood | < 0,5 mg Pb/l |
Nikkel | < 0,5 mg Ni/l |
Zink | < 3 mg Zn/l |
Monoaromatische koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. |
BTEX < 0,1 mg/l |
Adsorbeerbare organohalogeenverbindingen | AOX < 1 mg/l |
Extraheerbare organohalogeenverbindingen | EOX < 0,1 mg Clorg/l |
*Eén inwonerequivalent (IE) is de gemiddelde hoeveelheid vervuiling in het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is., die 1 persoon in huis veroorzaakt. Dit komt overeen met de biologisch afbreekbare organische belasting met een biologisch zuurstofverbruik gedurende vijf dagen (BZV5) van 60 g zuurstof per dag. IE wordt o.a. gebruikt om de capaciteit van een waterzuiveringsstationInstallatie waar vervuild water weer zuiver wordt gemaakt. uit te drukken.
Raadpleeg voor meer informatie de ondernemersgids « Laboratoria ».
Wasserijen
1. Lozing in riolering
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
Cadmium | < 0,001 mg Cd/l |
Kwik | < 0,002 mg Hg/l |
Chroom | < 0,5 mg Cr/l |
Koper | < 0,5 mg Cu/l |
Lood | < 0,5 mg Pb/l |
Nikkel | < 0,5 mg Ni/l |
Zink | < 2 mg Zn/l |
Vluchtige organohalogeenverbindingen | VOX < 5 mg/l |
Zilver | < 1 mg/l |
In afwijking op de algemene lozingsnormen: | |
Zuurtegraad | 6 < pH < 10,5 |
Gehalte zwevende stoffen | < 600 mg/l |
2. Lozing in oppervlaktewater
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
In afwijking op de algemene lozingsnormen: | |
Biochemische zuurstofvraag in 5 dagen op 20 °C (BZV) | 25 mg/l |
Chemische zuurstofvraag (CZV) | < 125 mg/l |
Totaal N |
< 2.000 IE*: geen criterium |
Totaal P |
< 2.000 IE*: geen criterium |
Cadmium | < 0,001 mg Cd/l |
Kwik | < 0,002 mg Hg/l |
Chroom | < 0,5 mg Cr/l |
Koper | < 0,5 mg Cu/l |
Lood | < 0,5 mg Pb/l |
Nikkel | < 0,5 mg Ni/l |
Zink | < 2 mg Zn/l |
Vluchtige of absorbeerbare organohalogeenverbindingen |
VOX < 0,1 mg/l of |
Zilver | < 0,1 mg/l |
*Eén inwonerequivalent (IE) is de gemiddelde hoeveelheid vervuiling in het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is., die 1 persoon in huis veroorzaakt. Dit komt overeen met de biologisch afbreekbare organische belasting met een biologisch zuurstofverbruik gedurende vijf dagen (BZV5) van 60 g zuurstof per dag. IE wordt o.a. gebruikt om de capaciteit van een waterzuiveringsstationInstallatie waar vervuild water weer zuiver wordt gemaakt. uit te drukken.
Raadpleeg voor meer informatie de ondernemersgids « Wasserij/ Wassalon ».
Vlees- en visverwerkers
1. Lozing in riolering
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen: idem algemene lozingsvoorwaarden |
2. Lozing in oppervlaktewater
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
In aanvulling op de algemene lozingsnormen: | |
Chemische zuurstofvraag (CZV) |
lozingsdebiet < 25 m³/dag: < 200 mg/l |
In afwijking op de algemene lozingsnormen: | |
Biochemische zuurstofvraag in 5 dagen op 20 °C (BZV) |
lozingsdebiet < 25 m³/dag: < 50 mg/l |
Totaal N |
< 2.000 IE*: geen criterium |
Totaal P |
< 2.000 IE*: geen criterium |
Stoffen extraheerbaar met petroleumether |
lozingsdebiet < 50 m³/dag: < 500 mg/l |
Absorbeerbare organohalogeenverbindingen | AOX < 0,1 mg/l |
*Eén inwonerequivalent (IE) is de gemiddelde hoeveelheid vervuiling in het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is., die 1 persoon in huis veroorzaakt. Dit komt overeen met de biologisch afbreekbare organische belasting met een biologisch zuurstofverbruik gedurende vijf dagen (BZV5) van 60 g zuurstof per dag. IE wordt o.a. gebruikt om de capaciteit van een waterzuiveringsstationInstallatie waar vervuild water weer zuiver wordt gemaakt. uit te drukken.
Raadpleeg voor meer informatie de ondernemersgids « Werkplaats voor de bereiding van levensmiddelen ».
Bierbrouwerijen – Mouterijen – Drankconditioneringsbedrijven en bottelarijen
1. Lozing in riolering
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
In aanvulling op de algemene lozingsnormen: | |
Gerst-en moutafval, mout-en hopdraf, gist, kiezelguhr en andere filtreermiddelen, resten van etikettering, capsulering, glas en andere verpakkingsmiddelen | Lozing verboden |
In afwijking op de algemene lozingsnormen : | |
Zuurtegraad | 6 < pH < 10,5 |
2. Lozing in oppervlaktewater
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
In aanvulling op de algemene lozingsnormen: | |
Gerst-en moutafval, mout-en hopdraf, gist, kiezelguhr en andere filtreermiddelen, resten van etikettering, capsulering, glas en andere verpakkingsmiddelen | Lozing verboden |
Chemische zuurstofvraag (CZV) | 200 mg/l |
In afwijking op de algemene lozingsnormen : | |
Biochemische zuurstofvraag in 5 dagen op 20 °C (BZV) | < 25 mg/l |
Grafische industrie (voor Offset – Flexografie – Zeefdruk)
1. Lozing in riolering
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
Cadmium | < 0,1 mg Cd/l |
Chroom | < 1 mg Cr/l |
Chroom VI | < 0,2 mg Cr/l |
Koper | < 1 mg Cu/l |
Lood | < 1 mg Pb/l |
Nikkel | < 1 mg Ni/l |
Zink | < 3 mg Zn/l |
Zilver | < 1 mg Ag/l |
Monoaromatische koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. |
BTEX < 1 mg/l |
Vluchtige organohalogeenverbindingen | VOX < 0,1 mg/l |
2. Lozing in oppervlaktewater
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
In aanvulling op de algemene normen: | |
Chemische zuurstofvraag (CZV) | < 120 mg/l |
In afwijking op de algemene lozingsnormen: |
|
Totaal N |
< 2.000 IE* : geen criterium |
Totaal P |
< 2.000 IE : geen criterium |
Cadmium | < 0,01 mg Cd/l |
Chroom | < 0,5 mg Cr/l |
Chroom VI | < 0,1 mg Cr/l |
Koper | < 0,5 mg Cu/l |
Lood | < 0,5 mg Pb/l |
Nikkel | < 0,5 mg Ni/l |
Zink |
< 2 mg Zn/l |
Zilver | < 1 mg/l |
Monoaromatische koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. |
BTEX < 1 mg/l |
Vluchtige organohalogeenverbindingen | VOX < 0,1 mg/l |
*Eén inwonerequivalent (IE) is de gemiddelde hoeveelheid vervuiling in het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is., die 1 persoon in huis veroorzaakt. Dit komt overeen met de biologisch afbreekbare organische belasting met een biologisch zuurstofverbruik gedurende vijf dagen (BZV5) van 60 g zuurstof per dag. IE wordt o.a. gebruikt om de capaciteit van een waterzuiveringsstationInstallatie waar vervuild water weer zuiver wordt gemaakt. uit te drukken.
Oppervlaktebehandeling metalen
1. Lozing in riolering
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
Cadmium (totaal) | < 0,005 mg Cd/l |
Chroom (totaal) | < 0,5 mg Cr/l |
Chrome VI (totaal) | < 0,2 mg Cr(VI)/l |
Kobalt (totaal) | < 0,5 mg Co/l |
koper (totaal) | < 0,5 mg Cu/l |
Lood (totaal) | < 0,5 mg Pb/l |
Nikkel (totaal) | < 0,5 mg Ni/l |
Zink (totaal) | < 2 mg Zn/l |
Zilver (totaal) | < 0,1 mg/l |
Aluminium (totaal) | < 10 mg Al/l |
Ijzer (totaal) | < 20 mg Fe/l |
Barium (totaal) | < 5 mg Ba/l |
Boor (totaal) | < 10 mg B/l |
Tin (totaal) | < 2 mg Sn/l |
Cyanide (chloor oxydeerbaar) | < 0,5 mg CN/l |
Vluchtige organohalogeenverbindingen | VOX < 0,1 mg/l |
Vrije chloor | < 0,5 mg Cl2 / l |
Sulfide | < 2 mg/l |
Fluoride (totaal) | < 50 mg/l |
Fluoride (vrij) | < 20 mg/l |
2. Lozing in oppervlaktewater
Parameter | Na te leven grenswaardeWaarde die dient te worden gerespecteerd om ongewenste effecten op de gezondheid of het leefmilieu te voorkomen. Een grenswaarde die in een reglementering wordt opgenomen, wordt een norm. |
---|---|
ALGEMENE lozingsnormen niet-huishoudelijk afvalwater | |
SECTORIËLE lozingsnormen | |
In aanvulling op de algemene normen: | |
Chemische zuurstofvraag (CZV) | < 200 mg/l |
In afwijking op de algemene lozingsnormen: | |
Biochemische zuurstofvraag in 5 dagen op 20 °C (BZV) | 15 mg/l |
Totaal P |
Als geen fosfatatie : < 2 mg/l |
Stoffen extraheerbaar met petroleumether | < 20 mg/l |
Cadmium (totaal) | < 0,005 mg Cd/l |
Chroom (totaal) | < 0,5 mg Cr/l |
Chroom VI (totaal) | < 0,2 mg Cr(VI)/l |
Kobalt (totaal) | < 0,5 mg Co/l |
Koper (totaal) | < 0,5 mg Cu/l |
Lood (totaal) | < 0,5 mg Pb/l |
Nikkel (totaal) | < 0,5 mg Ni/l |
Zink (totaal) | < 2 mg Zn/l |
Zilver (totaal) | < 0,1 mg/l |
Aluminium (totaal) | < 3 mg Al/l |
Ijzer (totaal) | < 20 mg Fe/l |
Barium (totaal) | < 5 mg Ba/l |
Boor (totaal) | < 10 mg B/l |
Tin (totaal) | < 2 mg Sn/l |
Cyanide (chloor oxydeerbaar) | < 0,5 mg CN/l |
Vluchtige organohalogeenverbindingen | VOX < 0,1 mg/l |
Vrije chloor | < 0,5 mg Cl2 / l |
Sulfide | < 0,5 mg/l |
Fluoride (totaal) | < 50 mg/l |
Fluoride (vrij) | < 20 mg/l |
Wetgeving
- Wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging
- Koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren, in de openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater
- Ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid