Het Brussels Wetboek voor Lucht, Klimaat en Energiebeheersing (BWLKE)
- Klimaat
- Gebouw
- Mobiliteit
- Renovatie
- Woning
- Verplaatsingen
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Het Brussels Wetboek voor Lucht, Klimaat en Energiebeheersing (BWLKE), werd op 2 mei 2013 goedgekeurd en is sindsdien voortdurend geëvolueerd. Dit wetboek omvat tal van maatregelen inzake energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, transport, luchtkwaliteit en klimaat.
Het BWLKE heeft de volgende doelstellingen:
- alle gewestelijke beleidslijnen verenigen inzake lucht, klimaat en energie;
- de behoefte aan energie minimaliseren;
- de afhankelijkheid van niet-hernieuwbare energiebronnen beperken;
- energie uit hernieuwbare bronnen gebruiken;
- energiebesparing in het dagelijkse leven bevorderen;
- de energieprestaties en het binnenklimaat van de gebouwen verbeteren;
- de milieueffecten van mobiliteitsnoden beperken;
- de voorbeeldfunctie van de overheidsdiensten op het vlak van energie-efficiëntie van de gebouwen, transport en rationeel energiegebruik.
Het BWLKE vormt de wettelijke grondslag van meerdere gewestelijke maatregelen waaronder de vervoersplannen, het parkeren buiten de openbare weg, PLAGE, EPB, LEZ, het Lucht-Klimaat-Energieplan, de Burgerraad voor het klimaat... .
Op 7 maart 2024 werd de tekst van de wet goedgekeurd om een einde te maken aan de energieverslindende woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze herziening maakt deel uit van de RENOLUTION-strategie van de Brusselse overheid. De belangrijkste punten van de herziening zijn (gecoördineerde, didactische versie van Boek 2 van het BWLKE (.pdf)):
- alle Brusselse woningen moeten een EPB-certificaat hebben binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de wet;
- de invoering van een geleidelijk regelgevend kader, begeleid en ondersteund door de overheid, met een verplichting om de woningen met EPB-label F en G te renoveren tegen 2033 en die met een EPB-label D en E binnen 20 jaar na de inwerkingtreding;
- specifieke bepalingen om ervoor te zorgen dat de renovatiewerkzaamheden voor mede-eigendommen soepel verlopen;
- de geplande uitfasering van fossiele brandstoffen voor nieuwbouw en zware renovaties;
- de voorbeeldfunctie van de overheid, met strengere eisen dan voor particuliere woningen.
De Klimaatordonnantie van 17 juni 2021 (.pdf) had het gewestelijke klimaatbeleid al aanzienlijk versterkt door nieuwe bepalingen op te nemen.
Die aanpassingen omvatten:
- de vastlegging van de reductiedoelstellingen voor de directe en indirecte uitstoot van broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3).. Het Gewest moet in 2050 koolstofneutraal zijn door, in vergelijking met 2005, de directe gewestelijke uitstoot te verminderen met minstens 40% in 2030, 67% in 2040 en 90% in 2050. De regering zal instaan voor de uitwerking van het gewestelijke beleid voor de reductie van de indirecte uitstoot om te komen tot een traject dat vergelijkbaar is met dat van de directe emissies tegen 2050;
- de formulering van de beginselen die het klimaatbeleid leiden;
- de oprichting van een onafhankelijk Comité van Klimaatdeskundigen. Dat Comité heeft als opdracht een evaluatie te maken van de afstemming tussen de gewestelijke beleidsinitiatieven en maatregelen en de klimaatdoelstellingen door elk jaar een rapport op te stellen en adviezen uit te brengen op vraag van de regering;
het verbod op de plaatsing van verwarmingsinstallaties op steenkool en stookolie vanaf respectievelijk september 2021 en juni 2025.
Chronologie van de maatregelen
Onderstaande tabel geeft een chronologisch overzicht van de belangrijkste BWLKE-doelstellingen en -maatregelen.
Termijnen |
Verplichtingen |
---|---|
Voor 31/03/2024 |
Alle eigenaars en exploitanten van een datacentrum, met een geïnstalleerd IT-stroomverbruik van ten minste 500kW, moeten elk jaar uiterlijk op 31 maart de volgende gegevens publiceren en meedelen aan Leefmilieu Brussel: het eindenergieverbruik en de duurzaamheidsprestatie-indicatoren. |
Vanaf 01/01/2025 |
Vanaf 01/01/2025 moeten verwarmingssystemen in bouwaanvragen voor projecten die uitsluitend bestaan uit een of meer nieuwe of gelijkgesteld aan nieuwe EPB-eenheden aan de volgende voorwaarden voldoen: hun warmtegeneratoren voldoen aan de eisen inzake ecodesignTotaalbenadering, toegespitst op het product, die erin bestaat rekening te houden met de milieucriteria vanaf de conceptie van een product. Die benaderingswijze betreft alle fasen van de levenscyclus van het product, d.i. vanaf de productie, via de distributie, tot het gebruik en het einde van zijn leven (recyclage). en produceren warmte enkel vanaf elektriciteit en/of energie uit hernieuwbare bronnen; en/of ze zijn aangesloten op een efficiënt thermisch energienet. |
Vanaf 01/06/2025 |
Vanaf 01/06/2025 is de installatie van verwarmingsketels op stookolie verboden. Elke verwarmingsketel die op een vloeibare brandstof werkt, moet aan de volgende voorwaarden voldoen: hij wordt uitsluitend aangedreven door een hernieuwbare vloeibare brandstof en zijn thermisch rendement en zijn deeltjesuitstoot zijn gelijkwaardig aan die van gascondensatieketels. |
Vanaf 01/01/2026* |
|
Vanaf 31/12/2026 |
Vanaf 31/12/2026 moeten nieuwe EPB-eenheden die eigendom zijn van overheidsinstanties of die worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt door een of meer overheidsinstanties, voldoen aan de EPB-eis “zero-emissie” en worden uitgerust met geschikte systemen voor de opwekking van zonne-energie. |
Vanaf 31/12/2029 |
Vanaf 31/12/2029 moeten nieuwe EPB-eenheden voldoen aan de EPB-eis “zero-emissie”. |
Vanaf 01/01/2030 |
Vanaf 1 januari 2030 moeten verwarmingssystemen bij bouwaanvragen voor projecten met enkel zwaar gerenoveerde eenheden of met nieuwe of nieuw gelijkgestelde EPB-eenheden aan de volgende voorwaarden voldoen: hun warmtegeneratoren voldoen aan de eisen inzake ecodesign en produceren warmte enkel vanaf elektriciteit en/of energie uit hernieuwbare bronnen en/of ze zijn aangesloten op een efficiënt thermisch energienet. |
Vanaf 01/01/2030 |
Vanaf 01/01/2030 zullen regionale of lokale overheden enkel nieuwe gebouwen met zero-emissie kunnen kopen of huren. |
Voor 01/01/2033 |
Doel EPB 275: voor 01/01/2033 moeten alle woningen een maximaal EPB-niveau van 275 kWh/(m2.jaar) behalen. Woningen met een EPB-certificaat F en G zullen dus niet meer toegelaten worden. |
Voor 01/01/2040 |
Publieke overheden: voor 01/01/2040 moeten woningen die eigendom zijn van een publieke vastgoedbeheerder een primair energieverbruik ≤ 150kWh/(m².jaar) hebben. Alle EPB-eenheden die eigendom zijn van een publieke vastgoedbeheerder hebben een maximaal gemiddeld verbruik van 100kWh/(m².jaar), met uitzondering van beschermde gebouwen of gebouwen die zijn ingeschreven op de bewaarlijst. |
Voor 01/01/2050 |
Het volledige tertiaire gebouwenbestand streeft naar het niveau zero-emissie. |
*De datum van 1/01/2026 is nog niet vastgelegd en zal overeenstemmen met de datum van inwerkingtreding van een regeringsbesluit, die ten vroegste gepland is op 1 januari 2026.
Om te downloaden
- pdfKlimaatordonnantie van 17 juni 2021(.PDF, 438.77 KB)