
GEN en spoorweglawaai
- Lawaai
- Geluidsoverlast
- Vervoer
Inhoud
De trein is een strategisch vervoermiddel binnen het mobiliteitsbeleid dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil ontplooien, met name met de ontwikkeling van het GEN.
Maar de trein kan ook een belangrijke bron van overlast zijn voor de omwonenden (lawaai en trillingen).
Milieuovereenkomsten tussen Gewest en NMBS om de geluidshinder te verminderen
Er werden milieuovereenkomsten getekend tussen de NMBS en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om deze overlast te beperken. Deze omschrijven een aantal zwarte punten die prioritair moeten worden bestudeerd.
Deze milieuovereenkomsten voorzien eveneens:
- het opstellen van een kadaster van het spoorweglawaai;
- de plaatsing van twee permanente meetstations;
- een bilaterale follow-up van de klachten;
- de uitvoering van een studie naar het lawaai dat wordt veroorzaakt door de NMBS;
- een reflectie over de bewoning langs de spoorwegen;
- de ondertekening van speciale overeenkomsten voor alle infrastructuurwerken die worden uitgevoerd door de NMBS.
De basisovereenkomst en specifieke overeenkomsten tussen RBC en de NMBS voor verschillende onderdelen van het spoorwegnet zijn hieronder beschikbaar.
Studies verricht in het kader van 'artikel 10'
In het kader van artikel 10 van de Ordonnantie betreffende de strijd tegen geluidshinder in de stad van juli 1997, kan elke burger zijn gemeente of de Brusselse regering vragen de geluidshinder in zijn buurt te onderzoeken.
Dit instrument biedt de omwonenden de mogelijkheid een beroep te doen op de hulp van organisaties die zich inzetten voor de bescherming van de leefomgeving, de buurthuizen of de gewestelijke dienst om een klacht en een volledig dossier in te dienen.
Tot op heden is voor verschillende spoorlijnen een geluidsstudie gemaakt door
Leefmilieu Brussel in het kader van een aanvraag krachtens artikel 10.
Geluidsstudies in het kader van de GEN-werkzaamheden
Ook voor andere lijnen werden geluidsstudies verricht in het kader van de effectenstudiesEvaluatie van de impact die een project (bouw van een gebouw, aanleg van een weg, installatie van een industrie) op het leefmilieu zal hebben. Ze wordt uitgevoerd voordat het project wordt uitgevoerd om de schade ervan te voorkomen. Een effectenstudie is vereist voor inrichtingen van klasse 1A in het raam van een milieuvergunningsaanvraag en moet worden uitgevoerd door een erkende studiegelastigde. Ze zal ook worden gemonitord door een begeleidingscomité. Een effectenstudie zal ook kunnen worden gevraagd in het raam van een stedenbouwkundige vergunning. voor de plannen om het toekomstige GEN-netwerk op vier sporen te brengen: lijnen 161, 124, 50 A en de diabolo.
Om alle kaarten en gegevens over de blootstelling aan geluid van het spoorverkeer die door Leefmilieu Brussel worden geproduceerd te raadplegen, zie de pagina: "Cartografie van het geluid van het spoorwegverkeer".