
Welke insecten en ongewervelde dieren kan je zien in Brussel?
- Dieren
- Biodiversiteit
- Ongewervelden
- Fauna
Inhoud
Een van hen is het prachtige Vliegend hert, het grootste insect van Europa. Wanneer u veel geluk hebt, ziet u er misschien tijdens een warme zomeravondwandeling in Watermaal-Bosvoorde of in het westen van Ukkel.
De verspreiding van dagvlinders, libellen, sprinkhanen en kevers zijn, dankzij talrijke studies, het best gedocumenteerd.
Met uitzondering van enkele soorten die op Europees niveau beschermd zijn (zoals het Vliegend hert en de Nauwe korfslak), genieten invertebraten geen wettelijke bescherming in het Brussels Gewest.
Libellen
Lantaarntje, paardenbijter, weidebeekjuffer, smaragdlibel… volgens de laatste waarnemingen leven er momenteel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 56 verschillende libellensoorten. Onze zoekkaart (.pdf) biedt een overzicht van de meest voorkomende exemplaren in het Gewest en de familie waartoe ze behoren.
Hoewel de libellenpopulaties sinds de 19de eeuw zwaar onder druk staan door habitatverlies en –versnippering, is er sprake van een toename van het aantal waargenomen soorten sinds het begin van de 21ste eeuw. Dit is te danken aan de verbeterende waterkwaliteit, het openleggen van overwelfde waterlopen, en het herstellen van de oevers in hun natuurlijke staat.
Belangrijke bio-indicatoren
Libellen zijn belangrijke bio-indicatoren: de aanwezigheid van libellen wijst op een goede biologische kwaliteit van zowel het water als de oevers en hun vegetatie.
Daarnaast is de aanwezigheid van steeds meer zuidelijke soorten, zoals de zwervende heidelibel, mogelijk een teken dat ons klimaat verandert.
Leren observeren
Het gedrag van libellen observeren is een ontspannende en boeiende bezigheid. Voedsel verzamelen doen ze door te jagen op insecten. Mannetjes van sommige soorten patrouilleren aan de waterkant om hun territorium te verdedigen (namelijk een gebied waar vrouwtjes gemakkelijk eitjes kunnen afzetten). Bij het paren vormen het mannetje en het vrouwtje een ‘tandem’: ze hangen dan aan elkaar vast – in de vorm van een hartje – in de lucht of zittend op een plant.

Libellen observeren kan op verschillende plaatsen in Brussel: nabij stromend water (de Woluwe, de Molenbeek, de Vogelzangbeek…) en nabij stilstaand water (alle vijvers en poelen met natuurlijke oevers, met en zonder waterplanten, zoals de vijvers van het Rood Klooster of het moeras van Ganshoren). Of gewoon in uw eigen tuin, als u een vijvertje of poel met inheemse waterplanten hebt. Het beste moment om ze te bestuderen is van april tot september, bij warm en droog weer.
Alle waarnemingen kunnen worden geregistreerd op de website www.waarnemingen.be.
Weekdieren
Naakt- en huisjesslakken hebben een weinig flatterende reputatie. “Traag als een slak” duidt niet op zeer positief gedrag en het slijmerige uitzicht van deze diertjes draagt ook al niet bij tot hun imago. In tegenstelling tot de droge periodes zijn zachte en regenachtige lentes bevorderlijk voor deze diertjes … tot wanhoop van wie een moestuin bezit.
Toch hebben naakt- en huisjesslakken wel degelijk hun plaats in de bovengrondse voedselketen, zij die - lang geleden - hun aquatisch milieu verlieten. Hun verre neven, de zoetwatermossels, leven ook in de waterlopen en vijvers in het Brussels Gewest. Het gaat om echte zoetwaterschelpdieren die, zoals de zwanenmossel, in onze vijvers vrij groot kunnen worden. Die mossels en de vissen werken samen. De mossels hebben immers de vissen nodig voor hun voortplanting en sommige vissoorten zoals de bittervoorn hebben de zoetwatermossels nodig voor hún voortplanting.
Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje
Lieveheersbeestjes zijn zeer nuttige insecten. Als planten worden overspoeld met bladluizen of andere insecten die er zich te goed aan doen, vormen ze een meer dan interessant alternatief voor pesticiden. Een larve van een lieveheersbeestje op een blad kan immers tijdens haar metamorfose tot de volwassen leeftijd (2 tot 3 weken) meerdere honderden bladluizen verorberen! Het gebruik van insecticiden, die schadelijk zijn voor zowel de volksgezondheid als het leefmilieu, wordt zo overbodig.
Biologische bestrijdingsmiddelen
In het begin van de jaren ’90 werden de veelkleurige Aziatische lieveheersbeestjes, Harmonia axyridis en die afkomstig zijn uit Zuidoost-Azië, doelbewust in België ingevoerd als biologisch bestrijder van bladluizen. Het diertje werd eerst gebruikt in serres, maar plantte zich ook voort in de vrije natuur en wel tegen een duizelingwekkende snelheid. Dit vormt intussen een probleem. Deze nu invasieve exoot gaat in competitie met “onze” inheemse lieveheersbeestjes. Ze zijn zeer vraatzuchtig en verkiezen hetzelfde voedsel als de inheemse soorten. Soms verorberen ze zelf de larven van de inheemse soorten!
Ook Brussel ontsnapt niet aan het fenomeen. Het was zelfs een van de eerste plekken van ons land waar het werd waargenomen.
Verontrustende vaststellingen
Samen met de ULB en de werkgroep Coccinula observeert Leefmilieu Brussel deze insecten en verzamelt het informatie om hun verspreiding in België beter in kaart te brengen. De eerste resultaten zijn verontrustend: het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje komt nagenoeg overal in onze parken en tuinen voor en is ondertussen het meest voorkomend lieveheersbeestje in het Brussels Gewest.
Invasief in de winter
Lieveheersbeestjes zijn schildvleugeligen die de koude proberen te overleven door weg te vluchten in droge, donkere ruimten met een constante temperatuur. Geïsoleerde kelders, kastelen, huizen, … het zijn allemaal voorkeurplekjes voor overwintering.
Als het koud wordt in het najaar zijn de veelkleurige Aziatische lieveheersbeestjes verantwoordelijk voor heuse invasies. Als de temperaturen beginnen te dalen verzamelen ze zich in groepen van verschillende duizenden individuen. Getuige daarvan zijn de soms indrukwekkende kolonies langs voetpaden, in gebouwen of in voertuigen en dat vanaf de eerste ochtendvorst. In het vroege voorjaar, wanneer ze na de winter van het comfort van onze huizen hebben genoten, trekken ze bij mooi weer naar buiten.
Wat doen bij overlast?
Net zoals het inheemse lieveheersbeestje, is de Aziatische variant zeer nuttig in de strijd tegen bladluizen. U moet overigens niet bang zijn voor gezondheidsproblemen. Deze soort kan de mens echter overlast bezorgen wanneer ze massaal een huis binnendringen.
De beste methode om die onaangename kantjes te vermijden, is preventie: verhinder dat de insecten bij u thuis binnen geraken als ze zich in de herfst op een zonnige gevel verzamelen. Dicht gaten en spleten goed af, vooral rond deuren en vensters, maar ook rond de funderingen en de bekleding van buitenmuren. Bedek verluchtingsgaten met muggengaas. En wat als ze al binnen zitten? Zuig ze dan op met een stofzuiger en dood ze. De properste manier? Stop ze in een bokaal en plaats die enkele uren in de diepvriezer. Maar let op: doe dat alleen met de exotische soortNiet-inheemse, ingevoerde soort. Tegengesteld aan een inheemse soort. en spaar onze inheemse lieveheersbeestjes.
Hoe maak je het onderscheid tussen een veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje en de inheemse soorten?
Onmogelijk om een onderscheid te maken in functie van de kleuren of stippen. Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje varieert immers van geel tot donkerrood met weinig of veel stippen op de dekschilden (de harde buitenste vleugels die de achtervleugels bedekken en beschermen). Toch zijn er enkele kenmerken op basis waarvan een onderscheid kan worden gemaakt :
- Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is een grote soort (5 tot 8 mm) in vergelijking met de inheemse soorten (tweestippelig lieveheersbeestje, tienstippelig lieveheersbeestje, zevenstippelig lieveheersbeestje, harlekijnlieveheersbeestje) die niet groter dan 5 mm worden.
- Typisch voor zijn halsschild, d.w.z. het deel tussen de kop en de romp, is een van de volgende drie motieven:
- een zwarte « M » op een lichte achtergrond;
- een zwarte « kattenpoot » (een centrale stip met daarrond in een halve cirkel 4 andere stippen) op een lichte achtergrond;
- twee brede lichte stroken op een zwarte achtergrond.
- Op de uiteinden van de dekschilden bevindt zich ook een dwarsstrook.
De biologische bestrijding voortzetten
Lieveheersbeestjes blijven uitstekende biologische bestrijdingsmiddelen. Gelet op de omstandigheden wordt voortaan echter sterk aanbevolen enkel gebruik te maken van larven van inheemse soorten zoals het tweestippelig lieveheersbeestje.
Vliegend hert
Vliegend hert, groot vliegend hert, hertkever… Er zijn verschillende namen voor een van de mooiste insecten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het grootste insect in Europa!
Deze schildvleugelige is het grootste insect in Europa. Oordeel zelf … De mannetjes kunnen 8 cm lang worden. U herkent ze aan de haken die vooraan aan hun hoofd uitsteken en die doen denken aan een hertengewei in miniatuur. Vandaar ook de naam ‘vliegend hert’. Die haken gebruiken ze in de voortplantingsperiode om te vechten met hun rivalen. De vrouwtjes zien er veel minder opdringerig uit en hebben geen ‘gewei’. Ze kunnen volledig zwart zijn en meten tot 5 cm.
Waar leeft het vliegend hert?
Het vliegend hert heeft een zeer specifiek habitat nodig: staand dood hout op zonnige plaatsen. Het is in de wortels en de stammen van dit dode hout dat de eitjes worden afgelegd en de larven zich gedurende meerdere jaren kunnen ontwikkelen. Als u geluk hebt, ziet u de volwassen kevers ook rondsnorren tijdens zwoele zomeravonden. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevindt de grootste populatie in het zuidoosten, in de buurt van het Zoniënwoud: een zone met woonwijken, parken, en hoge, zonbeschenen bermen met grote en oude bomen.
Beschermde soort
Insekten komen niet voor in de Ordonnantie betreffende de bescherming van de wilde fauna en de jacht (29 augustus 1991). Het vliegend hert kreeg echter wel een plaats in bijlage II van de Europese Habitatrichtlijn. Daardoor geniet het op Europees niveau een zekere bescherming.
Wilt u uw steentje bijdragen tot het beschermen van deze merkwaardige diersoort? Laat stronken van dode bomen dan staan of liggen in lanen en tuinen. Dat oogt misschien niet altijd zo mooi, maar zo creëert u wel de ideale leefomgeving voor dit buitengewone insect. Misschien hebt u het geluk dat u ziet hoe een vliegend hert er komt wonen.
Zag u een vliegend hert?
De verspreiding van het vliegend hert in Brussel wordt stap voor stap in kaart gebracht. Om het diertje beter te beschermen, doet Leefmilieu Brussel een beroep op iedereen om waarnemingen te melden. Zo krijgt u ook zelf een duidelijker beeld van de verspreiding van deze soort op ons grondgebied. Dat maakt het bovendien mogelijk om speciale beschermingszones af te bakenen waar we adequate beschermingsmaatregelen kunnen toepassen.
Zag u een vliegend hert? Gebruik dan ons formulier om uw observatie te melden. U kan het vanop deze pagina, in het deel "Publicaties" downloaden. U kan het formulier ook digitaal doorsturen.
Dit kleine gebaar helpt ons om dit uitzonderlijke insect te beschermen.
Wespen
Er leven een twintigtal wespensoorten in Europa. Levend in kolonies, kunnen de sociale wespen, zoals de gewone wesp en de Duitse wesp, best hinderlijk zijn. Dat is niet het geval voor de solitaire wespen die ook in het Brussels Gewest te vinden zijn. De horzel, een goed uit de kluiten gewassen sociale wesp, is niet agressief zolang hij niet lastiggevallen wordt.
De nesten van sociale wespen
Sociale wespen maken een nest op de bodem of in de hoogte (in een schouw, onder een balk, in de scheur van een muur, in een holle boom…). Deze nesten zijn gemaakt van gekauwde houtvezels en kunnen allerhande vormen aannemen om zich aan te passen aan de plek waar ze hangen of liggen. Ze zijn aanvankelijk het werk van één individu: de koningin, die als enige de winter heeft overleefd. Wanneer ze in de herfst bevrucht wordt, gaat ze er haar eerste eieren leggen. Vanaf hun geboorte gaan de werksters de bouw van het nest voortzetten, terwijl de koningin zich nog enkel bezighoudt met het leggen van eieren.
Wespen zijn vooral insectivoren
Om hun larven te voeden, vangen wespen rupsen, bladluizen, muggen en andere insecten. Dat is trouwens ook hun eigen voedsel zolang ze leven. In die zin spelen ze een belangrijke rol bij het beheer van de ecosystemen, want ze perken de wildgroei van ongewenste insecten in. Eind augustus gaan de wespen ook op zoek naar suiker. Op dat moment kunnen ze zich agressief gedragen, keukens en toonbanken binnendringen, of rondcirkelen rond tafels en vuilnisbakken…
U hebt een nest gevonden…
Als u bij u thuis een wespennest aantreft, verwittig dan de brandweer of een specialist om het weg te nemen. Hier kunnen improvisatie en onhandigheid gevaarlijke gevolgen hebben.
Om de hinder van een wespennest te vermijden, kunt u in de lente regelmatig op inspectie gaan in of rond het huis naar plekken die eventueel een nest zouden kunnen bevatten. Verwijder dan elke aanzet tot nest die u terugvindt.
Hoe zich te gedragen?
Zo kalm mogelijk. Een bruuske beweging wordt beschouwd als een aanval en een wesp zal deze beslist beantwoorden. Vermijd om ze te gaan platdrukken want dat geeft een chemisch signaal aan de andere leden van de kolonie die ook gaan aanrukken.
Het is ook aanbevolen om geen etenresten buiten te laten rondslingeren. Let op wanneer u gesuikerde drankjes drinkt. U kunt ook insectenhorren plaatsen aan ramen en deuren om te vermijden dat de wespen bij u binnenvliegen.
Opgelet, verwar wespen niet met…
- bijen: ze hebben nooit een felgeel en zwart achterlijf;
- zweefvliegen: dat zijn kleine insecten die zich voeden met pollen en nectar. Hun lijfje is ook bedekt met lichte en donkere strepen, net als wespen, maar daar houdt de vergelijking op. Een specifieke kenmerk die ze onderscheidt van wespen: zweefvliegen zijn in staat ter plaatse te vliegen.
Naaktslakken
Buikpotige weekdieren, beter gekend als naaktslakken, hebben niet echt een goede reputatie. Zeker niet bij groentetelers en tuinbouwers (professionelen of eenvoudige amateurs), die in de diertjes een geduchte vijand zien. Hun weinig aantrekkelijke looks en het plakkerige slijm dat ze overal achterlaten om zich voort te bewegen, zitten daar voor veel tussen.
Ecologische rol
Net als elk levend wezen zijn ook naaktslakken een schakel in de voedselketen. Ze voeden zich (afhankelijk van de soort) met zachte planten, dorre bladeren, vruchten, mossen, paddenstoelen en zelfs kadavers van kleine dieren. Op die manier dragen ze hun steentje bij voor het afbreken van plantaardige materialen en zijn ze op hun beurt een smakelijke hap en bron van voedsel voor andere diersoorten: kikkers, padden, egels, spitsmuizen, mollen, lijsters, eksters, hazelwormen, enz.
Rood of zwart?
In het Brussels Gewest zijn de meest wijdverspreide soorten:
- De Arion vulgaris is een exotische soortNiet-inheemse, ingevoerde soort. Tegengesteld aan een inheemse soort. die sterk gelijkt op de rode naaktslak (Arion rufus, of gewone wegslak) en die toevallig in de streek is geïntroduceerd. Ze is echter flink op weg om de inheemse soortNiet door de mens geïmporteerde soort, die dus afkomstig is uit de eigen streek. , die intussen nagenoeg helemaal verdwenen is, volledig te verdringen. De rode naaktslak voedt zich voornamelijk met algen en dode bladeren, en vormt geen groot gevaar voor tuinen en moestuinen;
- De zwarte wegslak (Arion hortensis): blauw/zwart met twee zijdelingse grijs-bruine strepen en een geel-oranje onderkant. Deze naaktslak voedt zich vooral met groene planten, vruchten en paddenstoelen. Voornamelijk deze soort zorgt voor de meeste problemen.
Naaktslakken bestrijden
Er bestaat geen mirakeloplossing om zich te ontdoen van naaktslakken als die iets te nadrukkelijk uw (moes)tuin komen verkennen. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn geen goed idee (voornamelijk de bekende blauwe korreltjes) aangezien ze niet alleen de naaktslakken verdelgen maar ook alle soorten die zich ermee voeden, en ook andere verwante soorten (zoals wijngaardslakken). Bovendien dringen de giftige stoffen van deze korrels in de grond wanneer ze ontbinden. En net daar halen groenten, grassen en planten hun voedzame bestanddelen.
Hoe kunt u ze dan wel bestrijden? Een combinatie van verschillende voorzorgsmaatregelen. De hieronder gepubliceerde infofiche somt er enkele op. Het dossier van CEBE (Frans) is ook erg nuttig.
U moet weten dat naaktslakken niet elk jaar in dezelfde hoeveelheden voorkomen. Na zachte, vochtige winters duiken naaktslakken in grotere getale op in het voorjaar, en net zo bij natte zomers. Als het flink vriest en de winter lang duurt, of als de zomer erg warm en droog is, hebben naaktslakken het dan weer moeilijk om te overleven. De bestrijdingsmiddelen zullen dus elk jaar anders zijn.
Los van de klimaatafhankelijke omstandigheden is de snelle verspreiding van de naaktslakken mogelijk ook een teken van een verstoord evenwicht in het ecosysteemGeheel van de planten- en dierengemeenschappen in een territorium, beschouwd in hun wisselwerking met de milieufactoren. .
Een natuurlijke tuin creëren met de optimale omstandigheden voor padden, lijster en egels, lost het probleem gedeeltelijk op.
Naaktslakken leven en voeden zich voornamelijk ’s nachts; overdag verschuilen ze zich op plaatsen waar de vochtigheid bewaard blijft: in hoge grassen, onder stenen, in het struikgewas, ... Naaktslakken zijn niet bepaald snelheidsduivels en zijn maar weinig in beweging. Als u deze schuilplaatsen wegneemt in de buurt van uw moestuin of bloemperkje, kan dat al mooie resultaten opleveren.
Vlinders
Sinds 1830 werden 69 verschillende soorten dagvlinders waargenomen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarvan zijn er 46 standvlinders, 3 trekvlinders, 15 dwaalgasten, 1 zwerver, 1 adventief en 3 vermoedelijk verkeerde determinaties. Van de 46 standvlinders zijn er inmiddels 18 soorten uitgestorven. Enkel de amfibieën en reptielen doen het als soortengroep nog slechter. Van de nog aanwezige 28 standvlinders is 46% vrij tot zeer zeldzaam en 54% is vrij tot zeer algemeen.
In een sterk verstedelijkt gebied als het Brussels Gewest zijn habitatverlies en habitatdegradatie (zoals een algemene verdroging en een afnemende structuurdiversiteit in de bossen) de belangrijkste oorzaken van hun afname.
De verspreiding van de dagvlinders is nu in kaart gebracht. De nieuwe atlas van de dagvlinders in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is gebaseerd op een inventaris die werd uitgevoerd door het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosorderzoek) in opdracht van Leefmilieu Brussel.
Om te downloaden
- pdfInfofiche : Lichtverontreiniging
- pdfBiodiversiteit in Brussel
- pdfZoekkaart: Dagvlinders
- pdfInfofiches : weekdieren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- pdfZoekkaart ‘Libellen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest’
- pdfInfofiches - Het Veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje - Harmonia axyridis
- pdfHet Zoniënwoud
- docHet waarnemingsformulier(.DOC, 68.5 KB)
- pdfHet waarnemingsformulier(.PDF, 129.18 KB)
- pdfInfofiches: Wespen - Vespula vulgaris, Vespula germanica, Vespa crabro en solitaire wespen
- pdfEen natuurlijke en gezellige tuin - 100 tips om het milieu te respecteren en de biodiversiteit te bevorderen
Nuttige links
- Interactieve kaart van de biodiversiteit
- Instituut voor Natuur - en bosonderzoek
- Boek ‘De Libellen van België: verspreiding, evolutie, habitats’
- Meer info over libellen op de website van de Vlinderstichting
- Het dossier "Lutte biologique contre les limaces" (in het Frans) van de CEBE (La Commission de l’Environnement de Bruxelles et Environs asbl)