
De bodem bewerken doorheen de seizoenen
12 min. leestijd
Een gezonde bodem is een bodem die leeft. Daarom is het belangrijk om er net zo goed mee om te gaan als met onze planten ... en de een kan niet zonder de ander! Hier vind je tips om je grond door de seizoenen heen te helpen, hem te verrijken, te voeden en te verbeteren naargelang zijn natuur.
De bodem van je moestuin onderhouden in de lente
In de lente moeten de bodem en het leven erin uit hun winterslaap ontwaken. Laat hen rustig wakker worden, zonder hen op te jagen - geef enkel een zacht duwtje in de rug!
Plan ook voor jezelf een rustige start: bereid, alvorens je gaat zaaien en planten, de grond stap voor stap voor en doe dit liefst één of twee weken van tevoren. Het is niet nodig om je moestuin begin februari al volledig gebruiksklaar te maken als de helft ervan pas in april of mei gebruikt zal worden! Zeker als je niets hebt om de voorbereide en meestal onbedekte percelen mee te bedekken. Indien gewenst kan je ook, als er op tijd mee begonnen wordt, de valse zaaitechniek (of vals zaaibed) gebruiken!
De bodem voorbereiden op het zaaien
Zorg voor de bodembedekking

De voorbereiding zal afhangen van de zorgen die je hier in de herfst en winter aan hebt besteed:
- Heb je groenbemesters gezaaid aan het einde van de zomer of aan het begin van de herfst? Indien de planten nog niet gedood zijn door de vorst, snoei ze dan en laat ze gedurende één à twee weken drogen aan de oppervlakte. Verwerk ze vervolgens in de bovenste laag van de bodem (0-15 cm) met behulp van een krabber (cultivator). Het tijdstip en de methode voor het omvormen van de bodem is afhankelijk van de volgende teelt.
- Is je grond bedekt met een mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen.? Het kan interessant zijn om de bodem te laten opwarmen, zodat de zaden gemakkelijker kunnen ontkiemen. Dit is vooral aan te raden bij een zware en kleiachtige bodem. Verwijder dan bij goed weer de mulchlaag enkele dagen voor het zaaien, zodat de zonnestralen de bodem kunnen opwarmen. Doe dit echter niet te lang op voorhand, zeker niet wanneer je bodem licht en zanderig is; dit zou hem onnodig uitdrogen en tegelijkertijd de organismen uit de bovenste laag in gevaar brengen. Vergeet niet dat een goede bodem, een levende bodem is! Je kan je mulchlaag verder laten ontbinden in de compostbak of aan de randen van de moestuin (vermijd dit laatste indien je veel slakkenGlasachtige of steenachtige afval van uitgesmolten metaalertsen of gesmolten metalen, gewoonlijk verbonden met smeltstoffen. in je moestuin hebt, want slakken zien deze hoopjes als de ideale uitvalsbasis om zo op plundertocht te gaan).
- Zijn er nog gewassen aanwezig? Laat ze rustig op hun plaats tot wanneer het tijd is om te oogsten. Als je de bodem tussen de planten hebt bedekt met een mulchlaag – zeer goed idee – kan je deze ook laten liggen. Kleine uitzondering: als het vochtig weer is en men heeft een zwaardere grond, dan worden uien, sjalotten en knoflook liever niet bedekt met een mulchlaag omdat ze dan meer vatbaar zijn voor schimmelziekten door de stagnerende vochtigheid.
- Je bodem was niet bedekt? De grond is waarschijnlijk verdicht, er heeft zich een korst gevormd aan het oppervlak en het onkruid is ook van de partij. Dit betekent: werk aan de winkel! Het kan interessant zijn om levende organismen in de bodem te brengen. Dat kan door het toevoegen van een paar scheppen aarde uit een andere moestuin of van nog niet volledig verteerde compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners.. Let op, weet dat enkel een zak potgrond toevoegen geen leven zal toevoegen aan je bodem.
De bodem losmaken

Hoeveel moeite deze stap zal kosten is afhankelijk van de bodem en de manier waarop hij was bedekt tijdens de herfst en winter. Hoewel het wordt afgeraden om je bodem op traditionele wijze om te woelen en te spitten, zal het toch nodig zijn om hem minder compact en losser te maken.
Alvorens de mouwen op te rollen, moet je ervoor zorgen dat de omstandigheden goed zitten: bewerk geen bodem die bevroren, te nat of te kleverig is. In het laatste geval loop je zelfs het risico om hem nog compacter te maken.
Als je je bodem de voorbije jaren goed vertroeteld hebt (lege percelen bedekt, compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners., RCW, groenbemesting... toegevoegd), volstaat het om enkel met een krabber (cultivator) te werken: hierdoor wordt de eventuele oppervlakkige gevormde korst losgemaakt en bewerk je de bovenste 10 cm waarin de kwetsbare wortels van jonge zaailingen zich zullen ontwikkelen. Raadpleeg in dit geval eerst het gedeelte ‘De bodem voeden’ voordat u de krabber (cultivator) gebruikt!
Je zal echter niet kunnen voorkomen dat de bodem ook op een dieper niveau moet worden losgemaakt wanneer je bodem zwaar en compact is of wanneer je een nieuwe moestuin installeert en de bodem in de voorgaande jaren is aangedrukt door erover te lopen. Ga niettemin voorzichtig te werk: gebruik een woelriek/woelvork of spitvork. Til de kluiten op, breek ze indien nodig, maar draai ze niet om! Zo vermijd je dat de organismen van de diepe laag in contact komen met de lucht en het volle licht en dat de organismen van de ondiepe laag diep begraven worden. Dit kan voor beide fataal zijn.
‘Onkruid’

Als de bodem in de winter goed werd afgedekt dan, zou het zogenaamd onkruid geen probleem mogen zijn. Als daarentegen de bodem onbedekt is gebleven, dan is het waarschijnlijk dat er ‘onkruid’ is verschenen. Zoveel te beter, want dit onkruid heeft je bodem ook bedekt. Laat het zitten tot het tijd is om de grond voor te bereiden voor het zaaien. Het onkruid zal dienst blijven doen als bodembedekker. Probeer wel te vermijden dat het zich verder verspreid, anders krijg je te maken met talrijke nakomelingen.
Vooral op percelen waar pas half mei zal worden gezaaid/geplant, kunnen we al snel te maken krijgen met een grote ontwikkeling en veel onkruidverdelgingswerk. In dergelijke gevallen adviseren wij om te wieden en vervolgens de bodem te bedekken.
Als je regelmatig moet vechten tegen het onkruid, kun je ook de ‘valse zaaitechniek (of vals zaaibed)’ toepassen.
De bodem voeden
De lente is het seizoen waarin de gewassen beginnen te groeien en de planten een grote behoefte hebben aan mineralen. Kies daarom voor bodemverbeteraars die mineralen en voedingsstoffen leveren die snel beschikbaar zijn voor de planten: rijpe compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners., gecomposteerde mest ...
Voeg bodemverbeteraar toe waar nodig. Verdeel het oppervlakkig en verwerk het met een krabber (cultivator) in de eerste 10 cm van je bodem. Het bodemleven zorgt voor de rest (afbraak en vermenging in de bodem). De hoeveelheid bodemverbeteraar zal afhangen van de bodem en van de gewassen die je wilt telen.
Als je de planten groepeert op basis van hun voedselbehoefte (wisselteelt) of per groente (hele bak courgetten, tomaten ...), kun je gemakkelijk rekening houden met de behoeften van elke groente. In het algemeen geven wortel- en bolgewassen de voorkeur aan een minder rijke grond. Terwijl blad- en vruchtgewassen, waaronder koolsoorten, meer voeding nodig hebben en dus ook een rijkere bodem. Het is dus zeker de moeite waard om compost, stalmest of meststoffen toe te voegen vóór je begint met het telen van dit soort groenten.
Gulzig | Gemiddeld gulzig | Minder gulzig |
---|---|---|
Pompoenen: reuzenpompoen, butternetpompoen, enz. |
Aubergine | Look |
Courgette | Paprika | Ui en sjalot |
Komkommer en angurk | Tomaten | Radijs |
Kool (behalve spruitjes) | Sla | Veldsla |
Prei | Snijbiet en rode biet | Boontjes |
Maïs | Wortelen | Erwten |
Rabarber | Selderij | Tuinbonen |
Aardappelen | Spinazie |
De hoeveelheid die moet worden toegediend hangt dus af van de groente maar ook van de bodem: een goede vruchtbare bodem zal vooral onderhouden moeten worden terwijl een arme bodem grotere hoeveelheden nodig zal hebben om zijn voorraad voedingsstoffen weer op peil te brengen.
Reken per m² op ongeveer 10 tot 15 liter (5 tot 7 kg) rijpe compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. voor groenten die veel voeding nodig hebben en op 4 tot 10 liter (2 tot 5 kg) voor minder gulzige groenten. Verhoog de hoeveelheden bij een arme bodem.
Heb je een bak vol potgrond die er al een jaar (of langer) staat? Denk aan de nodige voeding! Commerciële potgrond is verrijkt met minerale zouten die je planten gedurende één seizoen (± 3 tot 6 maanden) kunnen voeden. Na deze periode is er dus geen voeding meer over voor je planten. Voeg compost toe en, indien mogelijk, ook aarde. Hierdoor ontstaat er een grotere reserve aan minerale zouten.
De bodem beschermen
Na het voeden is het nog steeds belangrijk om de bodem bedekt te houden. Zo wordt hij beschermd tegen regen: regen neemt voedingsstoffen namelijk mee tot diep in de grond (men spreekt van uitloging), en vormt wanneer de grond opdroogt, een harde korst aan het oppervlak waar de kleine scheuten moeilijk doorheen kunnen groeien. Bedekken beschermt de bodem ook tegen zonlicht en waterverlies door verdamping, en dus tegen uitdroging, wat schadelijk is voor de planten en bodemorganismen. Ten slotte zal de bedekking het effect van koudegolven die in het vroege voorjaar nog mogelijk zijn wat verzachten.
Voorzie daarom een mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen.. Deze laag mag niet te dik (1cm) zijn aangezien de zaailingen moeten uitkomen en anders loop je het risico dat ze nooit het daglicht zien. Rondom de planten die al gegroeid of overgeplant zijn mag je de mulchlaag wat dikker leggen.
Om de bodem te bedekken kun je gebruik maken van gemaaid gras (in hele dunne lagen die regelmatig worden vernieuwd), afgesneden brandnetels, gewied onkruid (zonder zaadjes en wortels), stro, enz.
Je kunt ook snelgroeiende bodemgewassen zaaien (mesclun, postelein, spinazie, rucola, radijs ...), in combinatie met trager groeiende gewassen. De eersten zullen de grond beschermen terwijl de tragere zich ontwikkelen.
Op percelen die pas op een later tijdstip gewassen zullen verwelkomen, bijvoorbeeld gewassen die slecht tegen de kou kunnen en pas tegen half mei uitgeplant kunnen worden, kan je er ook voor kiezen om een snelgroeiende groenbemester te zaaien. Denk aan spinazie, mosterd, phacelia en bonen.
De bodem voorbereiden | |||
---|---|---|---|
1. Zorg voor bodembedekking | |||
Groenbemesters? |
Enn mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen.? |
Zijn en nog gewassen ter plaatse? |
Onbedekt bodem? |
Goed verzorgde grond? | Recente moestuin / aangestampte grond? | ||
2. De bodem voeden |
2. De bodem verluchten |
||
3. De bodem verlucthen |
3. De bodem voeden |
||
4. De bodem beschermen |
De bodem van je moestuin onderhouden in de zomer
In de zomer draait een moestuin op volle toeren. De oogst van de voorjaarsgroenten is achter de rug en er komt ruimte vrij. De zomer brengt hitte en hevige regenbuien met zich mee. Je zult, in deze periode van het jaar, je gewassen dus nauwlettend in de gaten moeten houden.
De bodem beschermen
Uitdroging vermijden
In de zomer, en zeker tijdens de maanden juli en augustus, is waterbeheer één van de grootste uitdagingen in de moestuin, vooral tijdens vakanties (vertrek op vakantie, langdurige afwezigheid ...). Het is warm en het is (vaak) droog : je planten kunnen daaronder lijden … maar niet enkel je planten ook bodemorganismen hebben hun dosis hydratatie nodig.
Beperk eerst de behoefte aan water voordat je denkt aan ‘gieten’!
Een mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen. of tussenteelt (= tussen de rijen) zal overmatige waterverdamping voorkomen. Gebruik stro, maar ook maaisel (altijd in een heel dunne laag), onkruid (zonder zaadjes en wortels), resten van geoogste groenten … om je bodem te beschermen tegen de zonnestralen.
Als gieten echt nodig is, geef dan één of twee keer per week flink water in plaats van elke dag een beetje. Zo stimuleer je de planten om dieper te wortelen en op zoek te gaan naar water. Het is het water dat je aan de oppervlakte geeft, dat ook als eerste weer zal verdampen.
Meer informatie en tips vind je onder het thema ‘Het belang van water in de moestuin’.
De bodem beschermen tegen regen
Hoewel neerslag in de zomer minder frequent is, kunnen de regenbuien intens zijn : de impact van de druppels mag dus zeker niet verwaarloosd worden. Als de bodem tussen de oogsten door onbedekt blijft (en er dus geen gewassen op staan), dan kan de aarde eerst in modder veranderen en vervolgens, bij het opdrogen, veranderen in een waterdichte korst. Dit zal niet zonder gevolgen blijven: slechte infiltratie van water, zaden die moeilijk kunnen uitkomen, gebrek aan zuurstof voor de wortels en het bodemleven enz.
Aarzel, om dit te vermijden, dus niet om een mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen. aan te brengen tussen de gewassen, om bedekkende en snelgroeiende gewassen te planten (spinazie, sla, rucola ...) of om mild te zijn tegenover onkruid, uiteraard zonder het te laten overheersen. Zoek er eens wat informatie over op want sommige zijn eetbaar en zelfs lekker (paardenbloem, weegbree, vogelmuur enz.).
De bodem voeden
In de zomer zijn je planten in volle groei en begint de vorming van vruchtgewassen. Ze hebben dus een grote hoeveelheid aan voedingsstoffen nodig. Het kan interessant zijn om wat rijpe compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. toe te voegen voor planten die veel voedingsstoffen nodig hebben (rabarber, courgette, pompoen, tomaat, kool, enz.).
Wanneer je je groenten oogst, laat de wortels dan zitten: ze voeden de bodem tot diep in de grond wanneer ze afbreken. Dat geldt natuurlijk niet voor wortelgroenten!
Een bodembedekking met planten voedt natuurlijk eveneens de bodem terwijl ze afbreekt.
De bodem van je moestuin onderhouden in de herfst
Het einde van het weelderige seizoen komt dichterbij en het leven in de moestuin zal binnenkort vertragen. Dit is het moment bij uitstek om de bodem goed te vertroetelen, zodat hij de winter in de best mogelijke omstandigheden kan doorkomen.
De bodem beschermen
Het is van cruciaal belang om je bodem te beschermen voor de komende winter. Dit doe je door een bodembedekking te voorzien. Het is vooral in de winter dat de bodem zal afzien door de talrijk aanwezige regenbuien waardoor interessante nutriënten uitlogen en waarbij de bodem zal verdichten als deze onbedekt blijft. Ook de wind en de vorst laten zich voelen. Een onbedekte bodem levert geen voedsel meer aan de bodemorganismen die het hierdoor wel eens heel moeilijk zouden kunnen krijgen tijdens deze lange en lastige periode. Daarom is het belangrijk om de bodem al vanaf het begin van de herfst te beschermen.
Er zijn verschillende mogelijkheden om je bodem te bedekken:
1. Met een herfst- of wintergewas:
- Begin september kun je nog heel wat gewassen zaaien zoals pluksla, veldsla, rucola, kervel, postelein, spinazie, tuinkers, radijs, late raap, witte kool en winterbloemkool. Plant witloof, winterbloemkool, sjalotten.
- In oktober zijn de opties al wat beperkter: zaai wintertarwe en, tot half oktober, veldsla en winterspinazie. Plant winterbloemkool, witte kool, winterkropsla, sjalotten, winteruien, herfstknoflook.
- Plant in november tuinbonen. Plant herfstknoflook, sjalotten en winteruien.
Aarzel niet om je bodem en planten te beschermen met een lichte mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen. tussen de planten of met een wintersluier of winterafdekvlies<. Planten die in deze tijd van het jaar worden gezaaid, zullen zich niet sterk ontwikkelen, waardoor een groot deel van de bodem kaal zal blijven. Vermijd echter dat je de pas ontkiemde zaailingen verstikt onder een dikke mulchlaag.
2. Met groenbemesters:
Er is nog tijd om spinazie en phacelia te zaaien, maar je kan nu niet meer treuzelen (tot half september). Mosterd kan tot begin oktober worden gezaaid. Rogge, bonen en winterwikke kunnen zelfs tot eind oktober worden gezaaid. Sommige groenbemesters zijn niet vorstbestendig, andere zouden de winter moeten doorkomen. Als je groenbemesters echter niet snel genoeg groeien of niet voldoende dekking bieden, aarzel dan niet om van gedachten te veranderen en alsnog een dikke mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen. aan te brengen.
3. Met een natuurlijke mulchlaag:
Breng op je bodem een mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen. van ongeveer 10 centimeter dik aan. Je kunt hier uiteraard stro voor gebruiken maar ook bladeren van bomen of snoeiafval van heggen kan hiervoor dienst doen. Met grasmaaisel moet spaarzaam omgegaan worden omdat het kan aankoeken en rotten. Het is beter om het te mengen met, bijvoorbeeld, stro of bladeren. Deze mulchlaag beschermt niet alleen de bodem, maar wordt ook geleidelijk aan afgebroken door de levende bodemorganismen en verrijkt op die manier de bodem.
Indien er geen natuurlijke elementen beschikbaar zijn, denk dan aan een worteldoek (geotextiel) of een stuk karton om de bodem te bedekken.
Als je in bakken en zakken werkt: Bakken zijn gevoeliger voor vorst omdat ze minder bestand zijn tegen temperatuurwisselingen. Dit geldt vooral voor kleine bakken, zakken of verhoogde bakken. Je bedekt je bodem dus beter met een dubbele mulchlaag in plaats van een enkele! Wees voorzichtig met terracotta potten want die kunnen barsten door de vorst. Als je ze niet binnen kunt zetten, wikkel ze dan in een oud deken voor het geval het erg koud wordt.
De bodem voeden
De herfst is het moment bij uitstek om de bodem, en de organismen die erin leven, grondig te voeden. De gewassen die nu nog in de moestuin staan, naderen hun einde of zijn in rust. Zij hoeven dus niet meer intensief gevoed te worden. Voorzie daarom bodemverbeteraars zoals jonge compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners., mest (van runderen of paarden) ... die, uiteraard met de hulp van de bodemorganismen, traag hun minerale elementen vrijgeven. Vermijd snelwerkende meststoffen: hun voedingsstoffen komen in het grondwater terecht en daar hebben je planten niets aan.
Verdeel, net vóór de winter, de jonge compost of mest over de bodem, voordat je een mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen. aanbrengt of onder de reeds aanwezige mulchlaag. De compost kan beetje bij beetje afbreken en zal zo leiden tot een goede rijke grond. Als de laag dik genoeg is (~10 cm), kan ze de mulchlaag zelfs vervangen. Is je compost echter al afgebroken (rijpe compost), voeg deze dan pas in het vroege voorjaar toe.
Wanneer je met zakken/bakken werkt en geen ruimte hebt om compost toe te voegen (of als je de mogelijkheid niet hebt om veel compost/mest te vervoeren), is het toevoegen van organische of minerale bodemverbeteraars in korrel- of poedervorm (gedroogde stalmest, hoornmeel, gesteentemeel ...) een optie.
De bodem van je moestuin onderhouden in de winter
Het is winter, de natuur en uw moestuin zijn in rust. Heel uw moestuin? Neen! Een kleine groep ontembare bodembewoners verzet zich nog steeds tegen de winterslaap. Is het je wel eens opgevallen dat sneeuw sneller smelt op een levende bodem? Dat komt doordat deze kleine wezens de bodem verwarmen. Naarmate het kouder wordt zal de activiteit van deze wezentjes wel afnemen maar ze zijn er wel degelijk en kunnen zeker wat zorg gebruiken. Dus laten we ze niet vergeten en laten we hen helpen om hun leven makkelijker te maken.
De bodem beschermen
We haalden het reeds aan in de herfst: het is uiterst belangrijk om tijdens de winter je bodem te bedekken. Het is vooral in deze periode dat de bodem zal afzien onder de vele regenbuien waardoor interessante nutriënten uitlogen en waarbij de bodem zal verdichten als deze onbedekt blijft. Bovendien hebben onze ontembare bodembewoners ook voedsel en bescherming tegen vorst nodig. Het is dus belangrijk om de bodem vanaf het begin van de herfst en gedurende de hele winter te beschermen.
Als je nog niet voor een bodembedekking hebt kunnen zorgen, wacht dan niet langer. In deze tijd van het jaar heb je echter niet veel keuze meer: het is te laat voor groenbemesters of voor de meeste wintergewassen.
Hier zijn de resterende opties:
- Een wintergewas: als je dat nog niet eerder deed, maak dan gebruik van de eerste novemberdagen om tuinbonen te zaaien en om herfstknoflook, sjalotten en winteruien te planten. Aarzel niet om de bodem en je planten te beschermen met een lichte mulchlaagBij het mulchen wordt niet-verteerd organisch materiaal zoals gemaaid gras, dode bladeren of gekneusde takken op de onbedekte bodem gelegd. Deze techniek voorkomt de ontwikkeling van onkruid, houdt de bodemvochtigheid in stand en beschermt planten tegen te grote temperatuurverschillen. tussen de planten of met een winterafdekvlies of wintersluier. Planten die in deze tijd van het jaar worden gezaaid of geplant, zullen zich niet sterk ontwikkelen waardoor een groot deel van de bodem kaal zal blijven. Vermijd echter dat je de pas ontkiemde zaailingen verstikt onder een te dikke mulchlaag.
- Met een natuurlijke mulchlaag: verdeel een mulchlaag van ongeveer 10 centimeter over de bodem. Je kunt hier uiteraard stro voor gebruiken maar ook bladeren of snoeiafval van heggen kan dienst doen. Deze mulchlaag beschermt niet alleen de bodem, maar wordt geleidelijk aan afgebroken door de levende organismen en verrijkt op die manier ook de bodem. Indien er geen natuurlijke elementen beschikbaar zijn, denk dan aan een worteldoek (geotextiel) of een stuk karton om de bodem te bedekken.
Als je kiest voor een mulchlaag bestaande uit dode bladeren dan is het mogelijk dat de laag al vóór het einde van de winter afgebroken is, zeker wanneer het een milde winter is en de bodemorganismen heel actief blijven. Vergeet in dat geval niet om een nieuwe laag aan te brengen, zodat de bodem niet blootgesteld wordt aan winterse grillen!
Indien je in bakken en zakken werkt: Bakken zijn gevoeliger voor vorst omdat ze minder bestand zijn tegen temperatuurwisselingen. Dit geldt vooral voor kleine bakken, zakken of verhoogde bakken die langs alle kanten gevoelig zijn voor vorst. Je bedekt je bodem dus beter met een dubbele mulchlaag in plaats van een enkele! Wees voorzichtig met terracotta potten want die kunnen barsten door de vorst. Als je ze niet binnen kunt zetten, wikkel ze dan in een oud deken voor het geval het erg koud wordt.

Bodemverbeteraars en meststoffen
Als tuinier ben je verantwoordelijk voor de vruchtbaarheid van het land dat je bewerkt, en dat op elk moment van het jaar. Hier zijn een paar tips om de druk van deze grote verantwoordelijkheid wat te verminderen ...
Het eerste waar we voor moeten zorgen in een moestuin is het creëren van een levende en vruchtbare grond die in goede conditie is om onze planten te voeden. We gaan dus niet om het even wat voor voeding aan onze planten geven, maar moeten weldoordachte keuzes maken:
- Bodemverbeteraars verbeteren blijvend de structuur van de BODEM
- Meststoffen zijn vooral nuttig om de PLANTEN van mineralen te voorzien.
In de biologische tuin hebben bodemverbeteraars voorrang! Sommige bodemverbeteraars vervullen echter ook de functie van meststof, aangezien ze het evenwicht van de bodem op lange termijn verbeteren en mineralen bevatten die rechtstreeks door de planten kunnen worden opgenomen. Dat geldt ook voor de welbekende (huisgemaakte) compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. … is dat niet mooi !
Goed om te weten
Vruchtbaarheid wijst op het vermogen van een bodem om de hele voedselketen te produceren, van micro-organismen tot planten, dieren en mensen, en dat generaties lang ... En druk schema dus, en wat voor een! Maar ook een grote verantwoordelijkheid voor de tuinier.
Bodemverbeteraars
Bij duurzaam tuinieren denken we in de eerste plaats aan het verbeteren van de bodem, er is namelijk een levende grond te voeden voordat er groenten op ons bord kunnen liggen!
Er zijn twee soorten bodemverbeteraars: organische (van plantaardige of dierlijke oorsprong) en minerale bodemverbeteraars.
Organische bodemverbeteraars
Organische bodemverbeteraars dragen bij tot de verbetering van de bodemstructuur. Ze verhogen het humusgehalte van de bodem en verbeteren het kleiBodemdeeltjes die kleiner zijn dan 0,002 mm-humuscomplex.
- CompostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. is je belangrijkste bondgenoot in de moestuin. Hij zorgt voor een toevoer van humus, verbetert de bodemstructuur en verhoogt de capaciteit voor het opnemen van water. Hij neutraliseert zure bodems zonder de kwaliteit van neutrale bodems aan te tasten. Hij zorgt voor een bijdrage aan macro- en sporenelementen. Hij verbetert de activiteit van het bodemleven. Hij vangt zware metalenVerzamelnaam voor een groep metalen met een relatief grote dichtheid, zoals lood, kwik, zink en cadmium. Deze metalen komen van nature in het milieu voor en zijn in veel gevallen zelfs nodig voor bepaalde natuurlijke processen. In hogere concentraties zijn ze echter meestal giftig. De voornaamste bronnen van zware metalen zijn de non-ferro-industrie, de verbranding van fossiele brandstoffen en van afval en het verkeer. en pesticiden op, waardoor ze niet meer door de planten worden opgenomen. Breng de compost aan in de herfst als hij nog niet verteerd is (= nog niet volledig gecomposteerd) of aan het begin van de lente als hij wel al rijp is. De hoeveelheid is afhankelijk van de gewassen die later op het perceel zullen staan of die er op hebben gestaan.
Maak, indien mogelijk, ter plaatse je eigen compost. Een evenwichtige compost bestaat voor ongeveer 50% uit ‘groen, zacht, vochtig’ afval en voor 50% uit ‘bruin, hard, droog’ afval. Voor meer informatie over goed composteren, kun je een kijkje nemen bij de beschikbare bronnen van de vzw Worms. - Bij oppervlaktecomposteringBiologisch proces voor het omzetten en opwaarderen van organische substraten (organisch afval, etc.) tot een stabiel product, vergelijkbaar met potgrond, rijk aan humusverbindingen., ook gekend onder de term mulching, verspreid je al het plantenafval op het perceel zodat de afbrekende organismen, aanwezig in de bodem, hun werk kunnen doen. Deze methode verrijkt de bodem met organisch materiaal en heeft een gunstig effect op het bodemleven. Onkruid, groenteresten, dode bladeren, grasmaaisel (in een dunne laag, om te vermijden dat het gaat rotten - je moet de grond eronder nog kunnen zien)... zijn hiervoor ideale materialen en zijn gemakkelijk verkrijgbaar in (bijna) elke tuin. Volgens hetzelfde principe kan men er ook voor kiezen om bestaande wortels in de grond te laten zitten en dus te laten ontbinden (behalve dan degenen die we willen opeten), om zo het gehalte aan organisch materiaal in de bodem snel te verhogen, om voordeel te halen uit de ontstane rizosfeer en om de bodem te verluchten.
- Met de Ramial Chipped Wood of RCW-methode probeer je de kenmerken van een bosbodem te benaderen. Een bosbodem is een goed gestructureerde en heel vruchtbare bodem, waar het leven welig in kan tieren. De grond wordt bedekt met een laag groen takkenhaksel van een paar centimeters dik die zich vervolgens zal ontbinden op een paar jaar tijd. Informeer je echter goed voor je hieraan begint: om echt effectief te zijn en een stikstofgebrek te voorkomen vraagt deze methode een nauwkeurige toepassing. Als hij correct wordt toegepast kan deze methode de bodem naar schatting op 2 à 3 jaar tijd evenveel verbeteren als wanneer men 10 jaar compost zou toevoegen. Deze methode maakt het mogelijk om sterk aangetaste bodems te verjongen.
- Mest verrijkt je bodem met organisch materiaal dankzij het stro dat het bevat, maar is ook zeer rijk aan voedingsstoffen. Gebruik mest op percelen met groenten die veel voedingstoffen nodig hebben. Composteer hem voor gebruik of begraaf hem in de herfst, lichtjes in de bodem. Vermijd contact tussen verse mest en wortels. Doordat mest heel voedzaam is zouden de wortels als het ware kunnen ‘verbranden’. Weet dat er gedroogde mest bestaat dat je in zakken kan kopen, waardoor het makkelijk te vervoeren en te gebruiken is.
- Groenbemesters zijn eveneens bodemverbeteraars. Deze teelten worden gebruikt om de bodem te bedekken en te verbeteren. Ze voeren organisch materiaal en stikstof aan en verbeteren de bodemstructuur, om maar een paar voordelen op te noemen.
Goed om te weten
Men spreekt van een stikstofgebrek wanneer de stikstof in de bodem niet langer beschikbaar is voor de planten. Dit komt voor wanneer de aanwezige stikstof in de bodem volledig gemobiliseerd wordt voor de afbraak van een massale toevoer van dood organisch materiaal. Deze massale toevoer zal immers leiden tot een zeer belangrijke toename van afbrekende organismen zoals bacteriën of schimmels. Deze levende wezens in volle groei hebben een grote hoeveelheid stikstof nodig en zullen dus tijdelijk een beroep doen op alle reserves uit de bodem. Het gevolg daarvan is dat planten zonder stikstof vallen waardoor ze gaan lijden aan gebreken en schrielheid. Zo’n situatie is slechts tijdelijk want van zodra het organisch materiaal is afgebroken zal het teveel aan afbrekende organismen sterven en zal hun populatie zich herstellen naar het oorspronkelijke evenwicht. De stikstof die aanwezig is in de bodem wordt hierdoor herverdeeld en is weer vrij om door de planten te worden opgenomen. Een typische bijwerking van de RCW-methode is een stikstoftekort veroorzaakt door het feit dat een groot aantal afbrekende organismen gemobiliseerd wordt om … afgebroken te worden.
Minerale bodemverbeteraars
Hoewel ze de structuur kunnen verbeteren, verbeteren minerale bodemverbeteraars vooral de minerale samenstelling, en dus de textuur van de bodem en zijn chemische kenmerken. Ze maken het mogelijk om een te lichte/zanderige bodem te versterken (bijvoorbeeld door de inbreng van kleiBodemdeeltjes die kleiner zijn dan 0,002 mm). Ze kunnen ook de pH van de bodem reguleren: een zure bodem alkalischer maken, of net het tegenovergestelde! Vermijd echter om de textuur van je bodem te veel te willen aanpassen, want dit vereist een enorme toevoer van materiaal. In plaats daarvan is het beter om, indien mogelijk, de keuze van de groenten aan te passen en de concentratie organisch materiaal te verhogen om zo de minder optimale kenmerken van de textuur te verzachten.
- Bentoniet verhoogt het kleigehalte in bodems die te zanderig zijn en hierdoor water en minerale elementen niet goed vasthouden. In combinatie met compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. vormt het een mooi klei-humuscomplex dat de structuur en de capaciteit verbetert om water en minerale elementen vast te houden.
- Gesteentemeel maakt zware bodems lichter en geeft wat meer vastheid aan lichte bodems. Ze leveren veel sporenelementen en kiezelzuur die planten weerbaarder maken tegen ziektes. Afhankelijk van het type rots dat hiervoor wordt gebruikt, kan het gesteentemeel een verzurende of alkaliserende werking hebben. Het gehalte aan mineralen is ook afhankelijk van de herkomst. Ga dus bij de aankoop na of het gekozen meel geschikt is voor je behoeften.
- Houtas voegt kalk en kalium toe aan de bodem en in mindere mate magnesium en fosfor. Het is dus nuttig om een zure bodem in evenwicht te brengen. Omdat de elementen ervan snel door planten worden opgenomen kan houtas ook als meststof worden beschouwd. Men moet echter zuinig zijn met het gebruik ervan want te veel calcium kan de opname van andere mineralen verstoren. Reken op 50 tot 100 g per m² (een tot twee flinke handen vol) en graaf het in februari/maart lichtjes in onder de grond. Gebruik enkel houtas dat afkomstig is van ruw en onbehandeld hout en volledig verbrand (poedervormig) is!
Vermijd het gebruik van lithothamnium of maerl, kleine kalk algen, die bedreigd worden wegens overexploitatie.
Meststoffen
Meststoffen hebben als doel een plant rechtstreeks en efficiënt te voeden. Ook al wordt de voorkeur gegeven aan het gebruik van bodemverbeteraars, toch is het belangrijk om, in geval van tekorten of voor planten die veel voeding nodig hebben, ook het gebruik van meststoffen te overwegen. Ze kunnen je ook helpen bij de start van je carrière als groenteteler vóór de bodemverbeteraars de kans hebben gekregen om hun volledige potentieel te ontwikkelen.
Gelukkig bestaan er organische en minerale meststoffen waardoor we de chemische meststoffen links kunnen laten liggen. Deze natuurlijke oplossingen hebben niet alle nadelen van de chemische varianten, maar het is zeer belangrijk dat de toepassing ervan volgens de regels van de kunst gebeurt. Onjuist gebruik ervan kan de bodem uit evenwicht brengen of leiden tot een overdaad van bepaalde elementen voor je planten of voor het grondwater. Idealiter voer je vooraf een bodemanalyse uit om de werkelijke behoeften van je bodem te controleren.
Elke meststof heeft andere eigenschappen en is bedoeld om één of meer essentiële elementen voor de groei van de plant te leveren: stikstof, kalium, fosfor, calcium, magnesium, zwavel en sporenelementen. Hieronder bespreken we kort enkele natuurlijke meststoffen.
- Hoornmeel bevat voornamelijk stikstof, maar ook fosfor en zwavel. Het is een trage meststof die gedurende meerdere jaren werkt. Hoornmeel wordt in de herfst gebruikt en wordt met behulp van een krabber (cultivator) lichtjes in de bodem gegraven. Het wordt gemaakt van slachtafval.
- Gedroogd bloed bevat ook stikstof, maar de werking ervan is zeer snel. Het wordt gegeven aan gulzige planten in volle groei of in geval van tekorten.
- Kippenmest bevat stikstof en fosfor. Het heeft een snelle werking die toch lichtjes aanhoudt gedurende de volgende jaren. Het wordt bij voorkeur in het begin van het seizoen aangebracht.
- Guano wordt verkregen uit de uitwerpselen van zeevogels en vleermuizen. Het bevat stikstof, calcium en veel fosfor. Deze meststof wordt bij voorkeur vervangen door andere meststoffen. De exploitatie ervan vindt plaats in een natuurlijke omgeving, waarbij de kolonies van de vogels die deze uitwerpselen leveren verstoord worden, om nog maar te zwijgen van het lange-afstandstransport.
- Beendermeel bevat veel fosfor en calcium en is dus te vermijden in een alkalische bodem. De meeste bodems bevatten voldoende fosfor en tekorten zijn meestal te wijten aan de beschikbaarheid van dit element voor de planten.
- Houtas (zie ‘bodemverbeteraars’) bevat kalk en kalium en, in mindere mate, magnesium en fosfor.
- Bietenwijn, een bijproduct van de suikerindustrie, is rijk aan kalium. Net zoals bij fosfor komt een gebrek aan kalium in de bodem zelden voor. Een hoog calciumgehalte, bijvoorbeeld als gevolg van herhaalde besproeiing met stadswater, kan echter de opname van kalium door de planten verhinderen.
- Gesteentemeel (zie ‘bodemverbeteraars’) bevat naast verschillende mineralen, afhankelijk van hun oorsprong, vooral silicium en andere sporenelementen.
- Verschillende soorten planten(mest)gier (purines) hebben ook een bemestende werking. Brandnetelgier bevat stikstof en stimuleert de groei, heermoesgier versterkt de planten door zijn bijdrage van kiezelzuur en smeerwortelgier bevat dan weer kalium, fosfor en calcium.
Wat is potgrond?
Potgrond bevat een langzaam afbrekend substraatLaag aarde voor planten. (turf, kokosvezels) dat weinig voeding voor de planten oplevert. Om ervoor te zorgen dat planten er voordeel uit kunnen halen, wordt de potgrond verrijkt met ... meststof! Potgrond = neutraal medium + meststof. Dit betekent dat het zeer snel wordt opgebruikt, aangezien de meststof bedoeld is om de planten snel en efficiënt van voeding te voorzien. Dit is de reden waarom je na een aantal jaar, of zelfs al tijdens het tweede jaar, te maken krijgt met mislukte oogsten als je potgrond als enige substraat gebruikt.
Waarom moet het kopen van potgrond vermeden worden?
Waar mogelijk raden wij af om potgrond te kopen. Het is niet goed voor het evenwicht van je moestuin, noch ecologisch. Het verkrijgen van het substraatLaag aarde voor planten. heeft namelijk schadelijke gevolgen voor het milieu.
De grondstoffen (turf!) die gebruikt worden voor het produceren van potgrond op basis van turf komen uit de veengebieden van Noord- en Oost-Europa. Veengebieden zijn zeer bijzondere moerasgebieden met een specifieke flora en fauna die in geen enkel ander soort natuurlijke omgeving voorkomen. Het zijn milieus die rijk zijn aan biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). en tal van diensten verlenen aan andere ecosystemen, waardoor ze een essentiële schakel vormen in de natuurlijke systemen. Bovendien vormen ze wat men koolstofputten noemt: enorme voorraden koolstof, die hierdoor niet in de vorm van koolstofdioxide in de atmosfeer terechtkomen. De vernietiging van veengebieden draagt rechtstreeks bij tot de wereldwijde klimaatveranderingWijst op trage variaties van de klimaatskenmerken mettertijd, op een welbepaalde plaats : opwarming of afkoeling. Sommige vormen van luchtvervuiling, veroorzaakt door menselijke activiteiten, zijn een bedreiging voor het klimaat in de zin dat er een globale opwarming zou kunnen ontstaan. Dit verschijnsel kan belangrijke schade veroorzaken: stijging van de zeeniveaus, verergering van de uiterste klimaatsverschijnselen (droogtes, overstromingen, wervelstormen, enz.), destabilisatie van de bossen, bedreiging voor de zoetwatervoorraden, moeilijkheden voor de landbouw, woestijnvorming, vermindering van de biodiversiteit, verspreiding van tropische ziekten, enz..
Om de vernietiging van de veengebieden tegen te gaan is er potgrond ontwikkeld op basis van kokosvezels. Jammer genoeg is het probleem hierdoor enkel verplaatst. De veengebieden in Europa worden misschien niet meer vernietigd maar de toenemende vraag naar kokos leidt tot steeds meer ontbossing in de tropen. Om nog maar te zwijgen over de werkomstandigheden van de arbeiders. Bovendien moet deze beruchte potgrond vaak meer dan 20.000 km afleggen voordat hij hier bij ons in de winkel ligt!
In bepaalde situaties is het gebruik van potgrond echter moeilijk te vermijden: bijvoorbeeld bij gewassen die in potten op een balkon worden geteeld en een zo laag mogelijk gewicht vereisen (potgrond is veel lichter dan aarde). In België begint men potgrond te produceren op basis van bladeren en takken. Als je gaat zaaien, overweeg dan zeker het gebruik van compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners.!
De bodem van je moestuin verbeteren
Om de bodem van je moestuin te verbeteren, moet je eerst zijn eigenschappen kennen! Is de bodem eerder zwaar en compact (kleiachtig) of licht en zonder structuur (zanderig)? Een bleke of eerder een donkere kleur? Als je van plan bent om een deel van je terrein tot moestuin om te vormen is de bodem misschien jarenlang aangedrukt geweest?
Aarzel niet om eveneens de infofiche bodemverbeteraars en meststoffen te raadplegen voor meer info over de toe te voegen componenten.
1. Een compacte en zware bodem
Een te zware bodem bemoeilijkt de wortelgroei. Het risico bestaat zelfs dat de wortels van sommige gewassen zodanig verstikt worden dat ze uiteindelijk zullen rotten. Dit is het geval wanneer de bodem rijk is aan kleverige en zware bestanddelen (kleiBodemdeeltjes die kleiner zijn dan 0,002 mm en leemBodemdeeltjes met korrelgrootte tussen 0.002mm en 0,05 mm), en/of wanneer er weinig tot geen leven aanwezig is dat nodig is voor een gunstige korrelige structuur. Als er geen leven aanwezig is, dan werd de bodem waarschijnlijk verkeerd behandeld: aangedrukt (verdicht), uitgehongerd (geen aanvoer van organisch materiaal) of in het ergste geval zelfs fijn gestampt.
De eerste voorzorgsmaatregel is zorgen voor een goede verluchting. Dat kan met behulp van een woelvork/woelriek of spitvork. Steek het gereedschap diep in de bodem en gebruik de steel als hefboom om, zonder de grond om te draaien, de kluiten te breken. In het geval van zwaar aangestampte grond is het soms onvermijdelijk om toch eerst met de spade aan het werk te gaan. Hoe dan ook, als de bodem levenloos en structuurloos is dan valt er niet veel te vernietigen.
Vervolgens zal een jaarlijkse toevoeging van organisch materiaal (compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners., mest, RCW, ...) helpen om structuur aan te brengen in de bodem en om hem minder compact te maken. Zorg het hele jaar door voor een goede bodembedekking om het bodemleven te bevorderen. Uitzondering: wanneer de grond heel vochtig is, verwijder dan bij mooi weer de afdekking enkele dagen voordat je begint met zaaien. Hierdoor kan de grond drogen en opwarmen.
2. Een zanderige bodem
Het probleem bij zandgrond is vooral dat hij geen water vasthoudt. Planten kunnen hierdoor snel last krijgen van droogte. Deze bodems verliezen bovendien snel hun minerale elementen door uitloging en zijn te arm om je slaplanten de nodige voeding te bezorgen. Het zijn vaak zure bodems.
Je kan werken aan 2 aspecten: bodembescherming op korte termijn en verbetering van de textuur en structuur op lange termijn.
Door de bodem het hele jaar door te bedekken, worden verdamping en uitloging van minerale elementen beperkt. Voeg kleiBodemdeeltjes die kleiner zijn dan 0,002 mm (bentoniet, gesteentemeel) EN compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. (verschillende kleine porties verspreid over het jaar) toe, om de vorming van een klei-humuscomplex mogelijk te maken. Op termijn verbeter je zo de structuur van de bodem en zijn vermogen om water en voedingsstoffen vast te houden.
Bij deze bodemtypes moet je vermijden om in de herfst mest of bodemverbeteraars die rijk zijn aan nitraten toe te voegen. De bodem kan deze niet vasthouden waardoor ze snel uitlogen. Ze gaan verloren voor je planten en verontreinigen het grondwater.
3. Een bleke bodem
Een bleke bodem met gele, oker, witte of romige tinten wijst meestal op een bodem die weinig organisch materiaal bevat. Het resultaat is een bodem met een beperkte capaciteit om voedingsstoffen vast te houden! Dit is gelukkig niet onoverkomelijk. Door regelmatig compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. en/of mest toe te voegen kan dit in de loop der jaren verbeteren. Nogmaals, zorg ervoor dat de grond goed bedekt is om het bodemleven te stimuleren. Dankzij dit bodemleven zal de humus in de bodem zich opnieuw kunnen samenstellen.
Als er op de bodem niet geteeld wordt dan kan het heel interessant zijn om groenbemesters te zaaien. Voor de eerste teelten kunnen meststoffen zoals brandnetel- en smeerwortelgier een oplossing bieden.
4. Een donkere bodem
Als de bodem een bruine of zwarte kleur heeft, dan is de kans groot dat hij zeer organisch is. Bingo! Het is een rijke bodem! Blijf deze rijkdom wel onderhouden door af en toe wat bodemverbeteraar toe te voegen, afhankelijk van de groenten die je er teelt. Gewassen putten een grond uit.
5. Een zure bodem
Er bestaat een eenvoudige test om te weten of je bodem zuur is. Neem wat aarde en los het op in gedestilleerd water. Voeg daar wat natriumbicarbonaat aan toe. Als het licht begint te bruisen dan heb je te maken met een zure bodem. Nog een trucje: wanneer men wat zure grond mengt met het sap van rode kool dan wordt dit mengsel roze. Deze doe-het-zelftests geven echter geen nauwkeurige indicaties. Een pH-test, die gemakkelijk verkrijgbaar is in de winkel, kan je een betere indicatie geven van de zuurtegraad.
Als de pH lager is dan 6, is het tijd om bodemverbeteraar toe te voegen: compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. zal helpen om de bodem op termijn te reguleren. Af en toe wat houtas toevoegen kan ook helpen om de bodem minder zuur te maken. Reken op één (tot twee) handen vol per m².
6. Een kalkbodem
Een kalkbodem is basisch. Om dit te testen doe je er wat azijn over, begint het te schuimen (zelfs lichtjes), dan gaat het om kalk. Als het rode koolsap blauw wordt dan is er zelfs sprake van een heel basische (of alkalische) bodem (pH>8). Maar net als bij een zure bodem gebruik je beter een pH-test uit de winkel om een nauwkeurigere indicatie te krijgen.
Wanneer je een waarde meet die hoger is dan 7,5 is er sprake van een alkalische bodem.
Het is niet zo gemakkelijk om een bodem te verzuren. CompostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. zal dit na verloop van tijd in evenwicht brengen door het calcium, dat meestal verantwoordelijk is voor het alkalisch karakter, te ‘vangen’. Vermijd het gebruik van meststoffen en bodemverbeteraars die calcium bevatten. Kippenmest is vrij zuur en kan dus geschikt zijn voor dit soort bodem. Besproei de grond zoveel mogelijk met regenwater aangezien het leidingwater in Brussel veel kalk bevat.
7. Een neutrale bodem
Noch zuur, noch kalkhoudend, met een pH-waarde tussen 6,5 en 7,5? Alweer bingo! Het is een neutrale bodem en daar zijn je planten blij mee!
8. Vochtige bodem
Als de bodem snel verzadigd geraakt en het water blijft staan dan kunnen de wortels verstikt raken en rotten. Dit probleem kan verschillende oorzaken hebben:
- de grond bevat veel kleiBodemdeeltjes die kleiner zijn dan 0,002 mm en houdt water vast. Dan gelden de tips voor een compacte en zware bodem, net zoals wanneer de waterverzadiging het gevolg is van een aangestampte bodem of van een gebrek aan structuur.
- je tuin ligt op een natuurlijke (klei) of kunstmatige (beton, sterk verdichte grond) ondoordringbare laag, en het water loopt onvoldoende weg. In dat geval moet er een drainagesysteem worden aangelegd door de ondoordringbare laag te doorboren of om een zijdelingse drainage te creëren. Als dit niet mogelijk is kun je de plantperken verhogen (heuvels, bakken).
- de wateraanvoer is te groot (bv. onder een dakgoot), dus dat moet worden aangepast.
9. Droge bodem
In principe zijn dit zandgronden. Niettemin kun je in de stad andere zeer droge bodemtypes aantreffen:
- oude potgrond: zie punt 10 hieronder;
- gebieden die sterk verarmd zijn op vlak van organisch materiaal met een laag waterhoudend vermogen: voeg compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. en mest toe, zorg voor een organische bodembedekking om organisch materiaal toe te voegen en het bodemleven te doen herleven;
- een zeer oppervlakkig aangedrukte bodem kan ook droog zijn omdat het water wegstroomt zonder erin te kunnen dringen: hij moet verlucht worden (zie 1.1 compacte en zware bodem) en de oorzaak van het aanstampen moet worden aangepakt.
- de beschutting van een gebouw kan de regen beletten om een terrein voldoende van water te voorzien - in dit geval is het moeilijk om een moestuin te onderhouden zonder irrigatiesysteem.
10. Verbetering van het substraat van moestuinbakken
Het gebeurt vaak dat moestuinbakken die al enkele jaren aan de kant stonden terug in gebruik genomen worden. Vaak zijn deze bakken gevuld met potgrond waarvan de meststof na een jaar op is. Als er ooit bodemleven aanwezig was dan is dit lang geleden al gestorven door gebrek aan voedsel en water.
Je hoeft de potgrond niet per se weg te gooien. Je kunt er aarde aan toevoegen en de twee substraten goed mengen. Reken op ongeveer 50% aarde, 50% potgrond. Leg er het eerste jaar ook een flinke laag compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. op. Je kan de compost onder de bovenste 15-20 centimeter van het substraatLaag aarde voor planten. mengen. Blijf vervolgens elk jaar compost aan je moestuinbak toevoegen.
In de loop der jaren zal de potgrond uiteindelijk vergaan. Je zult zien dat de hoogte van het substraat afneemt. Dat is volledig normaal. Dan is het tijd om wat aarde toe te voegen.
Als je bak ‘echte’ aarde bevat, gelden de bovenstaande tips eveneens. Wees ervan bewust dat het in bakken, meer nog dan in de volle grond, cruciaal is om leven in de grond (te brengen en) te onderhouden! Levende compost, een handvol tuinaarde, ... is voldoende om het bodemleven een duwtje in de rug te geven.
Nuttige links
Deze pagina maakt deel uit van een uitgebreide gids voor het beheren van een moestuin. Deze bevat een schat aan informatie en advies: