
Behoud van de luchtkwaliteit in de school
- Gebouw
- Lucht
- Gezondheid
- Binnenlucht
- Tools
- Begeleiding
Inhoud
-
Op school
-
Verwarming en vochtgehalte
-
Maaltijdbereiding
-
Controleer onderhoudsproducten
-
Kies de juiste materialen
-
Renovatiewerken
-
Verdachte geuren
-
De school beschermen tegen externe vervuiling
-
Vermijd ongedierte
-
Elektromagnetische golven
-
Projecten inzake "luchtkwaliteit" in scholen
-
ExpAIR School
-
RCIB KleuterSchool
-
Het Schone Lucht op school CO2 project
-
Babel'Air
-
CHAIR*
-
In het kinderdagverblijf
Op school wordt de verontreiniging van de binnenlucht veroorzaakt door het gebouw zelf, namelijk door het onderhoud ervan en de activiteiten die er plaatsvinden. In deze context zijn de duur van de blootstelling, de aard en de concentratie van de verontreinigende stoffen belangrijke parameters. Bovendien hebben sommige verontreinigende stoffen, die binnen aanwezig zijn, een externe oorsprong die verband houdt met verkeer, industriële activiteiten en vegetatie.
Kinderen zijn bijzonder gevoelig voor de kwaliteit van de binnenlucht omdat ze meer lucht inademen dan volwassenen, in vergelijking met hun gewicht, en daarenboven hun zenuwstelsel, hun ademhalingswegen en hun immuunsystemen nog niet volledig ontwikkeld zijn. In een school waar de lucht niet gezond is, kunnen leerlingen en personeel een afname in concentratie, comfort en prestaties ervaren.
Er kunnen ook chronische allergieën of ongemakken in verband met ongezonde gebouwen (oog- en keelirritatie, hoofdpijn, vermoeidheid, hoest, niezen....) worden waargenomen.
Om scholen te helpen de luchtkwaliteit binnenshuis op peil te houden, is de Gids Schone Lucht op School beschikbaar voor directeuren, personeel en schoolartsen. Het bevat passende aanbevelingen om de gezondheid en het milieucomfort te waarborgen en zodoende ook de gezondheid van de studenten en al het personeel te beschermen. Achteraan in de gids vindt u een aantal checklists die u jaarlijks kunt raadplegen dit om de goede praktijken in herinnering te brengen.
Op school
De problematiek van de luchtkwaliteit baart steeds meer Brusselaars zorgen. Kinderen zijn bijzonder gevoelig voor buitenluchtverontreiniging, maar tevens voor een gebrek aan ventilatie binnenshuis.
Leefmilieu Brussel ondersteunt, in samenwerking met verschillende instanties, scholen bij het sensibiliseren, meten en aanpakken van de luchtkwaliteit:
- Behoud van de luchtkwaliteit in de school. Hier zijn de goede gewoonten die in scholen moeten worden aangenomen
- Projecten inzake luchtkwaliteit in scholen
Verwarming en vochtgehalte
De temperatuur en de vochtigheidsgraad van de omgevingslucht beïnvloeden het welzijn en de concentratie van de leerlingen en hun leerkrachten. Bij een te hoge temperatuur en vochtigheidsgraad worden VOS (vluchtige organische stoffen) in grotere hoeveelheden in de lucht uitgestoten. In ruimten waar ketels en andere verbrandingsapparaten zijn opgesteld, is het van essentieel belang om een goede ventilatie te installeren om koolmonoxide-emissies (CO) te vermijden.
Maaltijdbereiding
De bereiding van maaltijden kan leiden tot overmatige vochtigheid in de lucht, maar ook tot de uitstoot van stikstofmonoxide, indien je kookt op gas Het is daarom van essentieel belang dat er een elektrische dampkap aanwezig en/of dat u het raam kan openen in de keuken.
Enkele nuttige tips met betrekking tot het bewaren van de voedselvoorraad:
- Reinig de koelkast 2 tot 3 keer per jaar om schimmels te voorkomen.
- Onverpakt voedsel in luchtdichte verpakking bewaren
- Maak de vuilnisbakken zo snel mogelijk leeg en de compostbakken dienen dagelijks leeggemaakt te worden
Controleer onderhoudsproducten
Sommige reinigingsmiddelen kunnen giftig zijn, brandwonden en irritaties veroorzaken (zoals zuur van ontkalkers of chloor van toiletreinigers). Gebruik bij voorkeur ecologische producten, met plantaardige oppervlakteactieve stoffen en zonder ontsmettings-middelen en koop zeker geen producten met pictogrammen die op gevaar wijzen.
Het is ook belangrijk om te verluchten tijdens het schoonmaken van het gebouw, doe dit bij voorkeur aan het einde van de dag wanneer er geen kinderen-aanwezig zijn.

Onderhoudspersoneel opleiden
De poetsploeg moet aangeleerd worden hoe men op een correcte manier met de reinigingsmiddelen moet omgaan (juiste dosering, inweektijd van de producten, eventuele spoelbeurten, ...) en moet in staat zijn om de veiligheidsfiches van het product te raadplegen. Om gevaarlijke vermenging te voorkomen, is het raadzaam om het aantal onderhoudsproducten te beperken (bijv. bleekmiddel in combinatie met ammoniak-houdende reinigingsmiddelen produceert giftige dampen). Gebruik liever een oplossing van water met zwarte zeep of een allesreiniger.
Reinigingsmiddelen moeten buiten het bereik van kinderen worden opgeborgen en dit in een goed geventileerde ruimte, achter slot en grendel, in hun originele verpakking of in een duidelijk geïdentificeerde verpakking.
Sanitair en turnzaal
Het is noodzakelijk om hygiënische, propere en veilige toiletten te kunnen garanderen. De toiletten moeten zo vaak als mogelijk worden schoongemaakt (minstens één keer per dag), evenals de kranen, de deurklinken, de schakelaars, de deurkrukken en de spoelknoppen, die ziektekiemen bevatten. Beperk het gebruik van luchtverfrissers en geef voorrang aan ventilatie. Voorzie ook zeep om uw handen te kunnen wassen.
Zorg ervoor dat de douches buiten de schooluren dagelijks worden schoongemaakt en dat er ontsmetting plaatsvindt in geval van een epidemie of extreme vervuiling. Het schoonmaken van de turnzaal moet ook gebeuren wanneer de leerlingen niet aanwezig zijn, om de uitstoot van vluchtige stoffen te verminderen.
Het labo
Gevaarlijke producten mogen niet zonder toezicht worden gebruikt. In elk laboratorium moeten veiligheidsvoorzieningen worden geïnstalleerd (douche, oogdouche, gasdetector, enz.). Recipiënten met vluchtige stoffen moeten na gebruik goed worden gesloten.
Kies de juiste materialen
Opteer voor knutselmateriaal dat vrij is van giftige stoffen, met de vermelding 'zonder oplosmiddelen', 'op waterbasis' of 'zonder VOS'. Vermijd sprays. Sluit viltstiften, verfpotten en lijm onmiddellijk na gebruik.
Ventileer tijdens de knutselactiviteiten of plan ze vlak voor de pauze en ventileer de lokalen daarna.
In het laboratorium: Laat gevaarlijke producten hanteren door gespecialiseerd onderwijzend personeel. Draag steeds een veiligheidsbril, handschoenen en een schort en laat de afzuigkappen jaarlijks onderhouden.
Renovatiewerken
Tijdens renovatie- of bouwwerkzaamheden kunnen VOC-emissies optreden. Ze worden uitgestoten door allerhande materialen: bouwproducten, meubilair, onderhoudsproducten, enz.
Als uw gebouw dateert van voor het jaar 1970, kunt u loodhoudende verf vinden op muren, deuren, ramen, lambrisering, trapleuningen enz. Bij inname (door eventuele versplinterde deeltjes) heeft deze verf toxische effecten op het zenuwstelsel en kan ze maagpijn, misselijkheid, bloedarmoede, cognitieve stoornissen en loodvergiftigingAcute of chronische loodvergiftiging, van huishoudelijke of beroepsoorsprong, waarbij lood in het organisme binnendringt door verschillende wegen (huid, spijsverteringsorganen, ademhalingswegen, moederkoek, slijmvliezen). Deze vergiftiging tast voornamelijk het bloedvatenstelsel, het zenuwstelsel en de nieren aan. veroorzaken.
Sommige materialen kunnen nog steeds asbest bevatten, bijvoorbeeld in vlokken, isolatie van leidingen of ketels, thermische isolatie van leidingen voor warm water, vloerisolatie, valse plafonds of oude schoolborden, ...
Plan de renovatiewerken en de installatie van het meubilair tijdens periodes van niet-bezetting of tijdens de schoolvakantie, geruime tijd voor de hervatting van de lessen.
Maak voor de aanvang van de werken de lokalen leeg want sommige VOS kunnen zich ophopen (vooral in textiel).
Keuze van de materialen
Kies voor milieuvriendelijke bouwmaterialen en meubels met een lage VOS-uitstoot, verf of vernis op waterbasis (in plaats van oplosmiddelen). Gebruik indien nodig een lijm die geen formaldehyde bevat of spijkers en schroeven in de plaats van lijm.
Verdachte geuren
De aanwezigheid van een sterke, onaangename en hinderlijke geur heeft des te meer invloed op de kwaliteit van het leven, naarmate ze frequent en hardnekkig is. Hoewel er geen eenvoudige verband bestaat tussen de waargenomen geur en de chemische of biologische concentratie van de lucht, kan men de aanwezigheid van verschillende verontreinigende stoffen detecteren op basis van de geur:
- Verfgeur = aanwezigheid van oplosmiddelen in de lucht
- Muffe geur = te veel kooldioxide en luchtvochtigheid
- Aangename geur = vluchtige organische stoffen (VOS)
- Rookgeur = teer, CO2, aceton, tolueen, benzeen, ...
- 'Computergeur'= aanwezigheid van brandvertragende middelen
- Geur van vochtige aarde = vermoedelijk aanwezigheid van schimmels
Bij verdachte geuren kunt u contact opnemen met het bedrijf dat instaat voor het onderhoud van het gebouw.
De school beschermen tegen externe vervuiling
In de buurt van de school kan de buitenlucht chemische verontreinigingen bevatten die door het autoverkeer of verwarmingsinstallaties worden uitgestoten, maar er bevinden zich ook biologische stoffen in zoals pollen, schimmelsporen, dierenhaar enz. Deze worden vervoerd door de wind en insecten en zo geraken ze in lucht van de schoolgebouwen en veroorzaken daardoor soms rinitis en conjunctivitis, of zelfs astma-aanvallen tijdens seizoensgebonden piekmomenten, en dit vooral bij kinderen met allergieën.
Allergenen
Om de accumulatie van allergenen te vermijden, een paar tips:
- Vermijd allergene planten in de omgeving van de school (bv. grassoorten).
- Poets de lokalen regelmatig en nauwgezet om de ophoping van stof en allergenen te vermijden.
Vervuiling door het verkeer
Het verkeer kan de luchtkwaliteit in de school beïnvloeden, via ventilatie (open ramen, ventilatiesysteem), of in de speeltuin als deze dicht bij de straat ligt. Zorg ervoor dat de lokalen tijdens de daluren wordt verlucht (voor ramen aan de straatkant) en vraag aan de ouders en aan de buschauffeurs om de motor uit te zetten, wanneer het voertuig stilstaat. Zorg, indien mogelijk, voor een aangewezen plaats waar ouders hun kinderen met de auto kunnen ophalen, ver weg van ramen en deuren. Installeer het ventilatiesysteem van het gebouw niet in de buurt van bronnen van externe vervuiling (zorg voor een goede luchtinlaat).
Vermijd ongedierte
Verschillende soorten ongedierte kunnen aanwezig zijn in de scholen, vooral in de speel- of rustruimtes, bv. huisstofmijten, kakkerlakken, parasieten, …
Goede gewoonten op school
Tegen mijten
- De voorkeur gaat uit naar volledig geplastificeerde matrassen of het regelmatig stofzuigen van ongeplastificeerde matrassen.
- Was de lakens en kussens gedurende 1 uur op 60°C.
- Beperk het gebruik van pluche speelgoed of was ze regelmatig op 60 °C.
- Vermijd het gebruik van acariciden. Ze zijn niet effectief omdat hun werkingsduur beperkt is, ze verontreinigen de matras met chemische verbindingen en verwijderen geen stofmijtuitwerpselen.
Tegen kakkerlakken
- Sorteer en bewaar het afval buiten de leefruimten en dit in gesloten bakken en zware vuilniszakken.
- Laat ’s nachts geen halfvolle glazen of etensresten liggen en bewaar voedsel in luchtdichte verpakkingen.
- Vul scheuren en spleten in de hoeken van muren, rond pijpen.
- Leeg en reinig regelmatig de vuilnisbakken
Tegen parasieten
- Verlucht de zandbak regelmatig met een hark en verwijder alle vreemde voorwerpen. Verwijder de vervuilde delen (bv. urine, ontlasting, braaksel of uitwerpselen van dieren) en vernieuw de bovenste laag zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm (10 cm) eenmaal per jaar.
- Dek de zandbakken af op het einde van de dag, indien mogelijk.
- Zorg ervoor dat de speelzones, die zich buiten bevinden, regelmatig worden schoongemaakt.
- Laat de kinderen hun handen wassen nadat ze in het zand hebben gespeeld
Elektromagnetische golven
Bij gebrek aan consensus over het effect van elektromagnetische golven op de gezondheid is het preventieprincipe algemeen aanvaard dat men voorzichtigheid boven alles verkiest en dit zeker bij kinderen.
Leerkrachten en leerlingen moeten bewust worden gemaakt van het rationele gebruik van mobiele telefoons en moeten het gebruik ervan tijdens de schooltijd vermijden (toestellen in vliegtuigmodus of volledig uit).
Voor internetgebruik is het beter om een implementatieonderzoek te plannen voor de beste configuratie van het netwerk in de school en prioriteit te geven aan de bekabeling. Bij gebruik van wifi: installeer meer punten met een zwakker vermogen, kies voor een systeem dat kan worden uitgeschakeld en een lage emissiewaarde heeft.
Projecten inzake "luchtkwaliteit" in scholen
De luchtkwaliteit is heden ten dage een groot probleem voor de volksgezondheid.
Om dit probleem het hoofd te bieden en duurzame oplossingen te verwezenlijken, is het belangrijk om het bewustzijn te vergroten en toekomstige generaties te sensibiliseren, zodat zij zich milieuvriendelijk gaan gedragen.
Leefmilieu Brussel ondersteunt scholen bij de bewustmaking, meting en aanpak van de luchtkwaliteit via verschillende projecten:
- ExpAIR scholen: een project om binnen- en buitenlucht te meten
- RCIB kleuterscholen
- Schone Lucht op School CO2
- Ondersteuning van het onderwijsproject Babel’Air, voor de 4 tot 14 jarigen
- Ondersteuning van het onderwijsproject CHAIR (humane biomonitoring) voor kinderen in de 5e en 6e leerjaar van het basisonderwijs
De educatieve projecten en ook de objectivering van de luchtkwaliteit door metingen versterken elkaar. Daarom wordt u uitgenodigd zich in te schrijven voor zowel het educatieve project Babel Air als één of meer van de andere projecten voor het meten van de luchtkwaliteit op scholen.
ExpAIR School
Project voor het meten van de binnen- en buitenlucht
Leefmilieu Brussel organiseert sinds 2019 metingen van zwarte koolstof (black carbon) in de binnen- en buitenlucht van kleuter- en lagere scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De belangrijkste doelstellingen van deze studie na te gaan in hoeverre leerlingen en leerkrachten voortdurend worden blootgesteld aan zwarte koolstof ( Black Carbon : een luchtverontreinigende stof die vrijkomt bij verbrandingsreacties, voornamelijk door dieselmotoren en verwarmingssystemen in de stad) en de verontreinigingsniveaus in en rond de school te evalueren.
De metingen worden verricht met een draagbaar meetinstrument dat aan 3 of 4 leerkrachten per school wordt gegeven. De leerkrachten vullen een logboek in met de activiteiten en de gebruikte vervoermiddelen. De leerkrachten die dat wensen, kunnen deze metingen ook buiten de school uitvoeren (thuis, park, ....).
In elke school zijn twee vierdaagse meetperioden gepland. Een van de periodes zal worden gekozen tijdens de maanden waarin de klaslokalen worden geventileerd door de ramen regelmatig open te zetten (september, oktober, april, mei en juni). De andere periode zal worden gekozen tijdens de maanden waarin de duur van de ventilatie van de klaslokalen wordt beperkt door de frisheid van de lucht (november tot maart)
Elke leerkracht die aan het project heeft deelgenomen, ontvangt een verslag met zijn of haar persoonlijke resultaten. De directeur ontvangt een algemeen verslag en er kunnen aanbevelingen worden gedaan. De resultaten blijven vertrouwelijk en anoniem.
Er zijn geen kosten verbonden om aan deze studie deel te nemen. Alles valt onder de verantwoordelijkheid van Leefmilieu Brussel.
Scholen die aan deze campagne wensen deel te nemen, kunnen contact opnemen met de cel RCIB (Regionale Cel voor Interventie bij Binnenluchtvervuiling ) per e-mail.
U mag niet vergeten in de e-mail de contactgegevens van de school te vermelden (naam van de directeur - adres en telefoonnummer waarop men u kan bereiken), zowel voor kleuter-als lager onderwijs betreft en vermeld ook het aantal klassen.
RCIB KleuterSchool
Project voor het meten van de binnenlucht
Het doel van het RCIB-project voor kleuterscholen is de kwaliteit van de binnenlucht in opvang- en kleuterklassen te bestuderen. Dit project is een voortzetting van de activiteiten van de Regionale Cel voor Interventie bij Binnenluchtvervuiling , die sinds 2006 ook verschillende opvangomgevingen voor jonge kinderen heeft onderzocht om op vrijwillige basis de binnenhuisvervuiling te beoordelen. De bemonstering was gericht op het zoeken naar chemische en biologische verontreinigende stoffen in de binnenlucht en werd aangevuld met geluidsmetingen.
Het jonge kind is een kwetsbaar wezen waarvan de luchtwegen en het immuunsysteem nog niet volledig ontwikkeld zijn. Zij nemen tot twee keer meer verontreinigende stoffen op dan een volwassen persoon (grotere behoefte aan zuurstoftoevoer) en ze scheiden ze trager uit, zodat de polluenten zich ophopen in hun organisme. Blootstelling aan verschillende verontreinigende stoffen bevordert de ontwikkeling van rinitis, allergische verschijnselen en astma, maar ook hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid, irritatie van ogen, keel en huid. Een derde van de verzoeken die bij de RCIB binnenkomen, betreft kinderen van 0 tot 6 jaar. Meer dan 11% van de patiënten zijn baby's jonger dan 2 jaar. Gezien het toenemend aantal kinderen dat al op zeer jonge leeftijd allergisch is, lijkt ons een evaluatie van de luchtkwaliteit in scholen, plaatsen waar kinderen vele uren per week doorbrengen, van groot belang.
Een eerste bezoek vindt plaats in aanwezigheid van het RCIB-team en de verantwoordelijke(n) van de school. Bij deze gelegenheid worden de lokalen geïnspecteerd om de bemonstering voor te bereiden. Dit interview maakt het mogelijk de gevoeligheden van elke school met betrekking tot het probleem van de binnenhuisverontreinigingVerontreiniging van de binnenlucht van een gebouw, voornamelijk te wijten aan een gebrek aan verluchting, aan het gebruik van toxische producten, aan tabaksrook of zelfs aan het ontwerp van het gebouw, waarbij die verontreiniging een impact kan hebben op de gezondheid van de mens. te kennen.
Er bestaat de mogelijkheid om de analyses aan te passen aan bepaalde wensen van de school (studie van een kantoor, een kamer gereserveerd voor het personeel, onderzoek van de kelder, een gymzaal, ....).
De bemonsteringsfase verloopt in drie fasen:
- 1 ochtend van bemonstering en metingen van chemische stoffen;
- 1 of 2 halve dag(en) bemonstering voor microbiologische analyse;
- de installatie en aflezing van geluidsmeters voor geluidsmetingen aan het begin en het eind van de week.
Op basis van de verkregen resultaten worden gerichte aanbevelingen aan de school gedaan om de kwaliteit van de binnenlucht in de verschillende klaslokalen te verbeteren en de risico's te voorkomen, die ontstaan wanneer kinderen worden blootgesteld aan verontreinigde producten of materialen. De enquête is volledig gratis en de resultaten zijn vertrouwelijk. Het onderzoek wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat de kinderen of het schoolpersoneel er geen last van hebben.
De scholen worden op vrijwillige basis geanalyseerd. Wanneer een keuze moet worden gemaakt uit een te groot aantal (in de analyse geïnteresseerde) scholen, dan zal die keuze worden gebaseerd op de diversificatie van de scholen, waarbij rekening wordt gehouden met het bouwtype (recent/oud), de omgeving, de grootte, specifieke klachten, geografische ligging, …
Van 2012 tot 2018 werden elf kleuterscholen geanalyseerd en de eerste bevindingen toegelicht:
- Een concentratie kooldioxide (CO2) die vaak te hoog is,
- Schimmelinfecties in twee klaslokalen van een school,
- Bevredigende resultaten voor de bepaling van kattenallergenen Fel d1 behalve in één lokaal.
Het Schone Lucht op school CO2 project
Uitlenen van CO2-sensoren
Teneinde de leerkrachten en hun leerlingen bewuster te maken met betrekking tot het probleem van de binnenhuisverontreinigingVerontreiniging van de binnenlucht van een gebouw, voornamelijk te wijten aan een gebrek aan verluchting, aan het gebruik van toxische producten, aan tabaksrook of zelfs aan het ontwerp van het gebouw, waarbij die verontreiniging een impact kan hebben op de gezondheid van de mens. en hen een actiemiddel in handen te geven, lenen wij CO2-meetapparatuur uit aan leerkrachten. Aangezien het grootste probleem in de klaslokalen het gebrek aan luchtverversing is, waardoor het kooldioxidegehalte vaak veel te hoog is, hebben deze apparaten een onweerlegbaar belang.
CO2 is een gas dat wordt uitgestoten door de ademhaling van de aanwezigen: hoe hoger de CO2-concentratie, des te benauwder de lucht. Een hoog CO2-niveau wordt over het algemeen in verband gebracht met een hogere concentratie verontreinigende stoffen. Het is ook een weerspiegeling van de ventilatieomstandigheden in de kamer : luchtdoorlaatbaarheid van de kamer, eventuele aanwezigheid van een ventilatiesysteem, opening van ramen. Bovendien heeft een hoog CO2-niveau een directe invloed op de prestaties van de leerlingen. De afname van het concentratievermogen treedt op zodra het CO2-niveau hoger is dan 1000ppm.
Het gebruik van een CO2-sensor maakt de leraar en de leerlingen bewust van het belang van regelmatige ventilatie. Bovendien kan hiermee een verluchtingsstrategie worden ingevoerd die is aangepast aan de reële situatie van de klas.
Deze apparatuur hoeft niet permanent in het klaslokaal te blijven, want zodra de leraar heeft begrepen hoe vaak hij of zij het lokaal moet verluchten om aanvaardbare CO2-niveaus te handhaven, kan hij of zij het apparaat doorgeven aan een collega, die dezelfde metingen in zijn/haar klaslokaal zal herhalen. Het apparaat kan zo in de hele school worden gebruikt.
Het belang van CO2-sensoren in klaslokalen is tegenwoordig, in de periode van de Covid-19 pandemie, des te belangrijker, omdat er behoefte is aan meer ventilatie in kleine ruimten en om het CO2-niveau relatief laag te houden (idealiter onder 800ppm)
Babel'Air
Een educatief project voor kinderen van 4-14 jaar
De vzw Hypothèse lanceert met de steun van Leefmilieu Brussel, het project "Babel'Air" in het kader van een financiering door de Bloomberg Philanthropies Foundation met het oog op de ondersteuning van innoverende acties, in het bijzonder de verbetering van de luchtkwaliteit in de grote steden.
Het doel van dit educatieve project is het leerkrachten te ondersteunen in het kleuter-, basis- en secundair onderwijs en dit door in de wetenschappelijke vakken de leerlingen milieubewuster te maken met betrekking tot het thema luchtkwaliteit.
In het kader van een financiering door de Bloomberg Philanthropies Foundation ter ondersteuning van innovatieve acties, in het bijzonder ter verbetering van de luchtkwaliteit in de grote steden, biedt de vzw Hypothèse de leraren een halve dag opleiding aan, alsook pedagogische hulpmiddelen en tijd om vragen te stellen, die voortvloeien uit de praktische toepassing van wat ze tijdens de opleiding zullen hebben geleerd. De opleidingen worden georganiseerd per leerniveau: nl. 4-8 jaar, 8-12 jaar en 12-14 jaar.
De inschrijving voor deze trainingen dient te gebeuren via volgende site www.babelair.be waarop u meer informatie kan vinden.
CHAIR*
* The effects of exposure to traffic related AIR pollution on cardiovascular health and neurocognitive performances in middle school CHildren
Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan verkeersgerelateerde luchtverontreiniging op de cardiovasculaire gezondheid en de neurocognitieve prestaties bij kinderen in de 5e en 6e leerjaar van het basisonderwijs.
De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schat dat elk jaar 4,2 miljoen mensen overlijden aan de gezondheidsgevolgen van luchtverontreiniging. Steeds meer studies tonen dan ook aan dat luchtverontreiniging niet alleen onze longen maar ook ons hart, onze bloedvaten en zelfs onze hersenen beschadigd. Dit werd reeds aangetoond bij volwassenen. Maar wat met onze kinderen? Bloomberg Foundation heeft een onderzoekproject van UHasselt naar de gezondheidseffecten van luchtverontreiniging op kinderen van het 5e en het 6e leerjaar van het basisonderwijs gefinancierde.
Ieder kind wordt dagelijks blootgesteld aan luchtvervuiling en afhankelijk van waar hij/zij woont, hoe hij/zij naar school komt en tal van andere factoren kan die blootstelling verschillend zijn van kind tot kind.
In deze studie, die zal doorgaan in Brusselse scholen, wordt daarom de persoonlijke blootstelling aan luchtvervuiling van deelnemende kinderen in kaart gebracht.
Vervolgens worden een aantal testjes uitgevoerd om na te kijken hoe gezond het hart en de bloedvaten van deze kinderen zijn, dit o.a. door de bloeddruk te meten en een foto te nemen van de retina (binnenkant van de ogen) om de kleine bloedvaten te bestuderen.
Ten slotte zullen deelnemende kinderen een aantal denkspelletjes spelen om hun korte termijn geheugen, concentratievermogen en selectieve aandacht te meten.
Op die manier kan er onderzocht worden of blootstelling aan luchtvervuiling een effect heeft op het cardiovasculair systeem en het cognitief vermogen van kinderen, wat in de toekomst kan bijdragen om tot veiligere luchtnormen te komen voor ons allen.
Voor meer informatie:
Is uw basisschool geïnteresseerd in een toezegging om de luchtkwaliteit in de toekomst te verbeteren? U kunt ook aan deze studie deelnemen door contact op te nemen met Hanne CROONS.
In het kinderdagverblijf
Studie van de kwaliteit van de binnenlucht in de crèches
De voorbije decennia hebben tal van studies aangetoond dat het aantal allergische pathologieën in de westerse wereld almaar toeneemt. De prevalentie van allerlei allergische aandoeningen, zoals atopisch eczema, rinitis en astma, bleek daarbij verdubbeld of zelfs verdrievoudigd. Een allergie is een multifactoriële ziekte die voortvloeit uit een combinatie van genetische aanleg en omgevingsfactoren, zoals vervuiling, leefwijze, leefgewoonten, verandering van voedingsgewoonten, enz.
Een blootstelling aan binnenhuisvervuiling op jonge leeftijd leidt o.a. tot acute infecties van de luchtwegen bij kinderen jonger dan 5 jaar.
Analyse van de binnenhuisvervuiling in de kinderopvangcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De RCIB beschouwt het dan ook als één van haar belangrijkste taken om de blootstelling van zuigelingen en jonge kinderen aan polluenten in het binnenmilieu na te gaan en dat met name in crèches.
In dergelijke ruimten kunnen tal van risicofactoren onderzocht worden. Concreet wordt de omgeving daarbij getest op de aanwezigheid van een reeks chemische en biologische polluenten, waarbij ook een aantal fysieke parameters gemeten wordt, zoals de temperatuur, de relatieve vochtigheid en het omgevingslawaai.
Voor elke onderzochte crèche wordt met behulp van de directeur of maatschappelijk werker een vragenlijst ingevuld. De vragen hebben vooral betrekking op het gebouw zelf en het "onderhoud" ervan.
Gedeeltelijke conclusies
Sinds 2006 werden 44 kinderopvangcentra geanalyseerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De resultaten laten geen significante problemen zien.
Hieronder vindt u enkele observaties:
- De CO2 -metingen wijzen regelmatig op een gebrek aan ventilatie in de gebouwen, vooral in de speelzalen, die door de meeste mensen worden bezocht;
- Terpenen (voornamelijk limoneen), uitgestoten door reinigingsmiddelen en luchtverfrissers, zijn in soms aanzienlijke concentraties aanwezig, terwijl we weten dat deze stoffen een sensibiliserend en irriterend karakter hebben;
- • In enkele kinderdagverblijven hebben we loodverfresten gevonden op verschillende oppervlakken, soms met wisselende verflagen, met als gevolg een risico op inname en dus vergiftiging voor kinderen;
- Sommige kinderdagverblijven hadden vochtproblemen en ontwikkelden soms schimmels die over het algemeen ontoegankelijk waren voor de kinderen.
- De totale bacteriële belasting van het milieu in de binnenlucht was constant hoger dan de belasting in de buitenlucht, wat over het algemeen wijst op een gebrek aan ventilatie in het gebouw.
Gezien het relatief kleine aantal geanalyseerde kinderdagverblijven kunnen deze resultaten niet worden veralgemeend naar alle opvangzones in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar kunnen ze nu al een aantal tendensen in verband met de aanwezigheid van bepaalde verontreinigende stoffen aangeven.
Een brochure uitgegeven door ONE (FR) helpt de directie van de kinderdagverblijven bij de acties die nodig zijn voor het behoud van de luchtkwaliteit
Om te downloaden
- pdfInfofiche "Aanbevelingen voor de luchtkwaliteit"
- pdfInfofiche "Situaties en activiteiten binnenshuis"
- pdfInfo fiche ventilatie
- pdfBrochure: verluchten en ventileren
- pdfDe gids "Schone lucht op school", tips en goede praktijken voor een gezondere lucht op school
- pdfChecklist schoolluchtgids voor leraren(.PDF, 54.72 KB)
- pdfChecklist schoolluchtgids voor de schooldirectie(.PDF, 100.05 KB)
- pdfChecklist schoolluchtgids voor artsen(.PDF, 112.15 KB)
- pdfBlootstelling aan lawaai in kinderdagverblijven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- pdfStudie naar de binnenluchtvervuiling in kinderopvangplaatsen (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
Nuttige links
- L'école, un lieu où il doit faire bon vivre
- Behandelingen aangepast aan elke situatie
- Informatie over de bewaring van levensmiddelen: www.afsca.be
- De producten en criteria van het Europese ecolabel
- Het Netwerk Bewust Verbruiken verzamelt op zijn website informatie over bewust consumeren
- De website van het kwaliteitslabel Natureplus® (EN)
- De officiële website van het merk NF, de Franse milieucertificatie (EN)
- Gifvrij renoveren
- Pesticiden
- Stuifmeel en Schimmelsporen in de lucht kalender
- Om meer te weten te komen over de invloed van fijne stofdeeltjes en andere verontreinigende stoffen op de luchtkwaliteit
- Golven
- RCIB
- Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid / Sciensano
Contact
- Céline Liebens – Leefmilieu Brussel
- Sandrine Bladt – Leefmilieu Brussel
- Sylvie Vanderslagmolen – Leefmilieu Brussel