
Beheer van bouwafval: waar of niet waar?
3 min. leestijd
Gevaarlijk afval, puin, opslagplaatsen ... Hoe moet bouwafval in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden beheerd? Werk je op bouwwerven? Weet je welke fouten je niet mag maken? Test je kennis in 10 vragen.
1. “Afvalverwijdering is het eerste wat je moet doen op een bouwwerf.”
NIET WAAR - Elke exploitant moet de volgende prioritaire gewoonten aannemen:
1. preventie
2. voorbereiding met het oog op hergebruikHergebruik is het behouden van een object om het te hergebruiken zoals het is, eventueel na een voorbereidingsfase voor hergebruik. Voorbeeld: bakstenen worden ontmanteld en hergebruikt voor een nieuwe muur, na te zijn schoongemaakt en gecontroleerd.
3. recyclageRecyclage is de vernietiging van afval om nieuwe materialen te produceren. Voorbeeld: inert afval wordt vermalen om granulaten te produceren die in wegfunderingen worden gebruikt
4. andere toepassingen (onder meer op het vlak van energie)
5. verwijdering (storten of verbranden)
2. “Een afgebakende opslagplaats is noodzakelijk.“
WAAR - Ja, de opslagplaatsen zijn zo gekozen om het storten van afval en de verwijdering ervan te vergemakkelijken. Bovendien moeten opslagplaatsen van gevaarlijke afvalstoffenAfval dat gevaarlijke stoffen bevat: brandbaar (koolwaterstoffen), giftig (pesticiden), oxiderend (nitraten), bijtend (zuren), radioactief (isotopen). beschermd zijn tegen regen en wind.
3. ”Zand maakt deel uit van het afval dat 'puin' wordt genoemd."
WAAR - Puin is de zanderige en stenige fractie van ongevaarlijk bouw- en sloopafval. Dit omvat:
- gebakken kleiBodemdeeltjes die kleiner zijn dan 0,002 mm
- teervrije asfalt
- beton
- bakstenen en sintelblokken
- cement, cementpleister, mortel
- keramiek, steengoed, natuursteen, aardewerk
- grind, wegverharding
- zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm
- dakpannen
4. “Gevaarlijk vloeibaar afval opslaan in opvangbakken is verplicht."
WAAR - Zo wordt vervuiling van de bodem en het grondwater vermeden.
5. “Zaagsel of houtsnippers moeten uit de buurt van vloeibaar gevaarlijk afval worden gehouden.”
NIET WAAR - Deze absorberende materialen (zaagsel, houtsnippers …) zijn nuttig om in de buurt van opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeibare afvalstoffen te bewaren, om een eventuele onvoorziene verspreiding tegen te kunnen houden. Bij morsen of lekkages wordt dit zaagsel of schaafsel op zijn beurt gevaarlijk afval dat op een specifieke manier moet worden opgeslagen.
6. “Afgedankte elektrische apparatuur en batterijen worden als gevaarlijk beschouwd.”
WAAR - Dit afval is onderworpen aan de terugnameverplichting. Het moet dus correct worden gesorteerd en verzameld.
7. “Er is een drempel waaronder je niet moet sorteren.”
NIET WAAR - Sorteren is verplicht voor iedereen, of het nu gaat om een bouwwerf of niet. Het is echter wel mogelijk om je verschillende afvalstukken in dezelfde container te groeperen als zij van elkaar gescheiden zijn in aparte containers of zakken.
8. “Je kunt apparaten met PCB/PCT inleveren bij een handelaar in oude metalen.“
NIET WAAR - Polychloorbifenylen (PCB's) en polychloorterfenylen (PCT's) behoren voor mens en milieu tot de meest toxische persistente stoffen (persistent organic pollutants, of POPGroep van persistente organische polluenten zijn organische samenstellingen van antropogene oorsprong die weerstaan aan biologische, chemische en fotolytische afbraak: ze blijven aanwezig in het milieu. Ze zijn slechts in geringe mate oplosbaar in water. Hun grote oplosbaarheid in vetten leidt tot een accumulatie in het vetweefsel van levende organismen en een bioconcentratie in de voedselketen. Hun vluchtigheid zorgt voor een grote verspreiding via een opeenvolging van verdamping, verplaatsing in de lucht en condensatie (“sprinkhaaneffect“). Hierdoor kunnen ze snel grote afstanden afleggen en zijn ze overal in de wereld te vinden, zelfs in regio s waar ze nooit werden gebruikt.'s). Als je vermoedt dat ze op je bouwwerf aanwezig zijn, moet een erkend laboratorium worden ingeschakeld om ze op te sporen. Is dat het geval? Neem dan preventieve maatregelen met betrekking tot het storten van gevaarlijk afval om vervuiling tijdens de tijdelijke opslag op je werf te voorkomen. Voldoe ook aan je verplichtingen op het gebied van traceerbaarheid, inzameling en vervoer van bouwafval.
9. “Je sloopt of renoveert een gebouw dat in 1998 of eerder gebouwd is... Dan moet je een asbestinventarisatie uitvoeren.”
WAAR - Voor bouwwerven met een bruto-oppervlakte van meer dan 500 m² en/of een gebouw, constructie of leiding van vóór 1998 moet een asbestinventarisatie worden gevoegd bij je vergunningsaanvraag voor het uitvoeren van werken die je bij de gemeente indient.
10. “Documenten met betrekking tot de traceerbaarheid van afvalstoffen (vervoersbewijs, ontvangstbewijs ...) moeten worden bijgehouden in een register dat gedurende 3 jaar moet worden bewaard.“
NIET WAAR - Je moet ze minstens 5 jaar bewaren.
Hoe beheer je bouwafval?
Opslag, recyclage of verwijdering, bouwprofessionals moeten bepaalde regels in acht nemen.