Wat zijn de wettelijke normen voor blootstelling aan elektromagnetische golven?
- Elektromagnetische golven
- Milieuvergunning
Inhoud
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Wat is de Brusselse norm?
De ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen en de latere wijzigingen ervan leggen de blootstellingsnorm voor Brussel vast:
"In alle publieke toegankelijke plaatsen, binnen en buiten, mag de vermogensdichtheid van de niet-ioniserende stralingen nooit hoger zijn dan de volgende waarden in voor het publiek toegankelijke plaatsen binnen (Sint) en in voor het publiek toegankelijke plaatsen buiten (Sext):

waarbij f de frequentie is, uitgedrukt in MHz".
De norm varieert volgens de frequentie, want de veronderstelde gevolgen voor het leefmilieu hangen ervan af. Afhankelijk van hun frequentie dringen de golven immers meer of minder diep door in het lichaam en worden ze meer of minder geabsorbeerd.
De blootstellingsnorm voor niet-ioniserende straling bedraagt dus voor de referentiefrequentie van 900 MHz:
- Binnen: 9,19 volt/meter (in elektrisch veld) – of 0,2243 W/m² (in vermogensdichtheid);
- Buiten: 14,57 volt/meter (in elektrisch veld) – of 0,5635 W/m² (in vermogensdichtheid).
Wat is de blootstellingsnorm voor elektromagnetische velden in Brussel?
De gemiddelde blootstelling aan elektromagnetische stralen is beduidend lager dan de waarde van de norm. Een voorbeeld: terwijl de maximale toegestane norm 6 V/m bedroeg, bedroeg het blootstellingsgemiddelde volgens onze simulaties slechts 1,2% ervan op het hele Brusselse grondgebied. Het werkelijke gemiddelde ligt nog lager omdat onze simulaties op een maximale blootstelling gebaseerd zijn.
Wat wordt bedoeld met 'voor het publiek toegankelijke plaatsen binnen en buiten'?
Voor buiten gaat het om voor het publiek toegankelijke buitenruimten of aanverwante ruimten, in het bijzonder tuinen, binnenterreinen van huizenblokken, parkgebieden, speelplaatsen en balkons, al dan niet overdekte terrassen van gebouwen, garageboxen, schuurtjes, wintertuinen, serres en soortgelijke veranda’s.
Voor binnen gaat het om lokalen van een gebouw waarin personen regelmatig kunnen of zullen kunnen verblijven, in het bijzonder woonruimten, hotels, scholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en gebouwen bestemd voor regelmatig gebruik als sport- en speelruimte.
Merk op dat de vermogensdichtheid van niet-ioniserende straling die van toepassing zijn op de plaatsen die buiten voor het publiek toegankelijk zijn, ook van toepassing zijn op de plaatsen die binnen voor het publiek toegankelijk zijn, wanneer in die laatste de ramen of deuren die naar buiten uitgeven, open zijn.
Verschillende operatoren maar slechts één limiet
Het maakt niet uit hoeveel antennes er in uw buurt staan: u kunt sowieso niet worden blootgesteld aan een elektromagnetisch veld groter dan 9,19 V/m binnen en 14,57 buiten voor de referentiefrequentie van 900 MHz.
De norm heeft immers betrekking op het effect van alle zendantennes samen. Alle telefoonoperatoren kunnen hun eigen antennes installeren. Om te vermijden dat de blootstellingsnorm wordt overschreden, moeten deze operatoren de norm voor de blootstelling aan het elektromagnetisch veld dus onder elkaar ‘verdelen'.
Om die verdeling te vergemakkelijken, kent de wet aan elke operator een quotum toe dat min of meer overeenstemt met het deel van het spectrum voor mobiele telefonie waarover hij beschikt. De volgende quota worden toegewezen aan de operatoren die over het hele gewest een openbaar net hebben:
Operator |
Quotum % van de norm |
Limiet binnen |
Proximus |
29,5 |
4,99 V/m |
Orange Belgium |
26,5 |
4,73 V/m |
Telenet Group |
25 |
4,60 V/m |
Citymesh Mobile |
19 |
4,01 V/m |
Dat kan verrassend lijken, maar indien elk van de vier operatoren zijn hierboven vermelde quotum naleeft, wordt de norm van 9,19 V/m niet overschreden. Wanneer er verschillende antennes op dezelfde plaats staan, worden de elektrische velden die ze voortbrengen immers niet zomaar bij elkaar opgeteld.
Een voorbeeld
We kunnen de golven die worden voortgebracht door de antennes vergelijken met geluid, dat zich ook in de vorm van golven voortplant. Wanneer bijvoorbeeld twee mensen tegelijk praten, is het geluidsvolume in hun buurt niet dubbel zo hoog als het volume dat één stem voortbrengt. In werkelijkheid komen beide stemmen bovenop elkaar en horen we een conversatie die lichtjes luider klinkt dan wanneer één persoon aan het woord zou zijn
Hetzelfde geldt voor de antennes: de golven stapelen zich op, waardoor de totale blootstelling slechts lichtjes wordt versterkt.
Goed om te weten
Meer weten: De wiskundige verhouding tussen de vermogensdichtheid (P in W/m²) en het elektrisch veld (E in V/m) is niet lineair.
Zo leidt een verdubbeling van het zendvermogen (W) van een antenne tot een stijging met factor 2 van de vermogensdichtheid (W/m²), maar slechts tot een vermenigvuldiging met factor √2 van het elektrische veld (V/m).
Wanneer twee elektromagnetische stralen zich opstapelen, wordt hun vermogensdichtheid opgeteld, terwijl het elektrische veld dat eruit voortvloeit, gelijk is aan de wortel van de som van de kwadraten van de oorspronkelijke elektrische velden.
Over welke antennes gaat het?
De ordonnantie legt de norm vast voor de antennes die niet-ioniserende stralingen uitzenden met frequenties tussen 0,1 MHz en 300 GHz.
Antennes voor mobiele telefonie
Die antennes (2G : gsm, 3G : UMTS, 4G: LTE, 5G: NR) dienen voor de communicatie tussen personen of bedrijven maar ook voor communicatie van:
- de hulpdiensten
- de politie
- het NMBS- en MIVB-net
- het luchtverkeer
- defensie.
Deze antennes zijn gebonden aan milieuvergunningen wanneer ze buiten geplaatst zijn, behalve in de uitzonderlijke gevallen die zijn opgenomen in het besluit van 30 oktober 2009.
Voor antennes die in gebouwen, metrostations, treinstations of tunnels staan, is een milieuaangifte nodig. Die procedure is eenvoudiger.
Meer informatie over de toepasselijke toelatingsregeling is beschikbaar op onze pagina ‘Vergunning en aangifte’
Broadcastantennes (radio, TV) en uitzonderingsregeling
Hoewel broadcastantennes aan bepaalde voorschriften van de gemeenschappen moeten voldoen, worden ze opgenomen in de berekening van de blootstelling aan elektromagnetische velden. Die antennes genieten een uitzonderingsregeling die bepaalt dat, indien telecomoperatoren door de aanwezigheid van broadcaststraling, niet aan de normen kunnen voldoen en tegelijk een minimumdekking kunnen garanderen, zij samen, en zonder rekening te houden met de broadcaststraling, slechts moeten voldoen aan een norm van 6 V/m eq 900 MHz, wat technisch gezien overeenstemt met een maximum van 42,6% van de norm voor binnenruimten en een maximum van 17% van de norm voor buitenruimten.
De ordonnantie bepaalt vervolgens twee limieten voor die uitzonderingsregeling. Enerzijds kan ze op geen enkele ogenblik wijzen op vermogensdichtheden van de straling van de niet-ioniserende stralingen op voor het publiek toegankelijke plaatsen, die hoger zijn dan die van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), en anderzijds mag ze slechts betrekking hebben op maximaal 0,0065% van het grondoppervlak en de gebouwenschillen van de Urbis-Adm 3DUrbis-Adm 3D est une banque de données qui contient des informations ayant une valeur unique et originale pour la Région de Bruxelles-Capitale et fourni des garanties spécifiques en ce qui concerne la précision, l’exhaustivité et la disponibilité de l’information, visée dans l’annexe de l’accord de coopération du 18 avril 2014 entre l'Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale concernant la Structure de Coordination de l'information patrimoniale.-gegevensbank.
Andere toestellen, andere reglementeringen
De ordonnantie heeft geen betrekking op:
- toestellen die door particulieren worden gebruikt: gsm's, wifimodems, draadloze telefoons van het type DECT ...
- radioamateurs.
Gsm's
Elektronische communicatietoestellen zoals gsm's of draadloze telefoons vallen niet onder de Brusselse norm, maar moeten voldoen aan de vereisten van een Europese richtlijn.
Het specifiek absorptiedebiet (SAR) moet lager zijn dan 2 W/kg. Fabrikanten zijn vandaag verplicht om de waarden van elk model te publiceren. De SAR-waarde schommelt doorgaans tussen 0,1 W/kg en 1,5 W/kg.
Wifimodems
Openbare wifisystemen zijn, net als wifisystemen van particulieren, opgenomen in de ordonnantie, maar moeten voldoen aan een federale wet over privételecommunicatie. Het maximale toegestane EIRP-vermogenHet vermogen dat in aanmerking wordt genomen voor de indeling van een antenne is niet noodzakelijk het emissievermogen. Er wordt ook rekening gehouden met de antennewinst, die de stralingsbundel versterkt in een bepaalde richting. Dit geeft het EIRP-vermogen (Equivalent Isotropically Radiated Power - equivalent isotroop uitgestraald vermogen), dat hoger is dan het zendvermogen van een antenne, maar het milieueffect ervan beter weergeeft. Het totaal effectief EIRP-vermogen vermeld per antenne of per groep antennes die op dezelfde site ingeplant zijn. voor wifiantennes hangt af van het frequentiegamma dat ze gebruiken:
- tussen 2400 en 2483,5 MHz is het EIRP-vermogen beperkt tot 100 mW
- tussen 5150 en 5350 MHz is het EIRP-vermogen beperkt tot 200 mW
- tussen 5470 en 5725 MHz is het EIRP-vermogen beperkt tot 1 W.
Een wifiantenne van 100 mW voldoet bijvoorbeeld aan de 9,19 V/m-norm vanaf een afstand van een kleine twintig centimeter.
Radio- en televisieantennes
Vergelijking van de normen
Een norm die u beschermt
Om eventuele fouten of onbekende gegevens uit het onderzoek te compenseren, past de overheid een voorzorgsprincipe toe. De overheid legt dus limieten vast die veel lager zijn dan de drempelwaardeWaarde vanaf welke initiatieven worden genomen. van het thermische effect, d.w.z. het risico voor de gezondheid. Zo legde de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) van de Wereldgezondheidsorganisatie de volgende blootstellingslimieten vast: 41,2 V/m bij 900 MHz volgens Aanbeveling 1999/519/EG (.pdf).
In Brussel worden alle nodige maatregelen getroffen om risico's te vermijden. De blootstellingsnorm bedraagt 9,19 V/m binnen en 14,57 buiten. Het beschermingsniveau blijft dus 20,1 keer groter binnen en 8 keer groter buiten dan de aanbeveling van de ICNIRP.


Ter vergelijking: als u belt met een gsm, wordt u blootgesteld aan een elektrisch veld van ongeveer 50 tot 60 V/m – zelfs 100 V/m voor de oudste modellen – tijdens de eerste seconden van het gesprek, wanneer het toestel verbinding probeert te maken met de dichtstbijzijnde antenne. Daarna neemt dat elektromagnetisch veld zeer snel af en bedraagt het een kleine tiental V/m.
In Wallonië en in Vlaanderen
De Waalse en Vlaamse normen zijn minder streng dan de Brusselse normen.
In Vlaanderen legt een besluit het maximale elektrische veld vast op 20,6 V/m, wat hetzelfde niveau is al de oude federale norm. Elke operator kan bijdragen aan dat algemene veld ten belope van 9,2 V/m, zodat vijf operatoren er op eenzelfde punt kunnen toe bijdragen. De norm is van toepassing op alle ‘verblijfplaatsen’, woningen, kantoren, scholen, ziekenhuizen, sportterreinen, speelplaatsen … maar sluit garages, balkons en terrassen uit, en meer in het algemeen buitenruimten, wegen, voetpaden … uit.
In Wallonië is het maximale elektrische veld gelijk aan 18,4 V/m en elke operator kan bijdragen aan dat algemene veld ten belope van 9,2 V/m zodat vier operatoren er op eenzelfde punt kunnen toe bijdragen. Net als in Vlaanderen is deze norm van toepassing op woon- en werkplekken en speelterreinen van scholen.
Elders in de wereld

Evolutie van de wetgeving
Historiek |
Wettelijke bepalingen |
Maximale blootstellingsnorm bij referentiefrequentie van 900 MHz |
Tot 2007 |
De materie inzake niet-ioniserende stralingen werd geregeld door de wet van 12 juli 1985 betreffende de bescherming van de mens en van het leefmilieu tegen de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen, infrasonen en ultrasonen. |
|
Vanaf 2007 |
De ordonnantie van 1 maart 2007: het Parlement en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering leggen een nieuwe maximale blootstellingsnorm vast. Deze ordonnantie is in werking getreden op 14 maart 2009, toen het Grondwettelijk Hof oordeelde dat de bescherming tegen elektromagnetische golven wel degelijk onder de milieubescherming valt, hetgeen een gewestelijke bevoegdheid is. |
|
3 april 2014 |
Om de verdere ontwikkeling van de vierde generatie mobiele telefonie – 4G of LTE – mogelijk te maken, heeft het Brusselse parlement de ordonnantie van 1 maart 2007 gewijzigd om het niveau van de norm te verhogen. |
|
2018 |
In 2018 werd gestart met een nieuwe wijziging van de ordonnantie maar die werd onderbroken. De operatoren en hun leveranciers konden onvoldoende informatie aanleveren over de actieve antennes en de legislatuur eindigde in mei 2019. |
|
april 2021 |
45 burgers en 15 parlementsleden vormen de eerste Brusselse overlegcommissie. Die overlegcommissie boog zich over de uitrol van 5G in het Brussels Gewest. Op 5 juni 2021 werden de werkzaamheden van de commissie afgerond en deed ze 43 aanbevelingen. |
Aanbeveling om een emissienorm vast te leggen onder of gelijk aan 14,5 V/m en televisie- en radiogolven op te nemen in de blootstellingsnormen voor elektromagnetische golven |
2 maart 2023 |
Rekening houdend met de aanbevelingen van de burgerlijke overlegcommissie heeft de Brusselse regering in oktober 2021 een voorontwerp van ordonnantie goedgekeurd. Over dat ontwerp werd vervolgens in april 2022 een milieueffectenrapport opgesteld en in september 2022 een openbaar onderzoek afgesloten. Vervolgens heeft het Brusselse parlement op 2 maart 2023 het voorontwerp van ordonnantie gevalideerd. Het doel daarvan is een kader te schetsen voor de ontwikkeling van de vijfde generatie mobiele telefonie (5G of NR). In de praktijk zijn de belangrijkste wijzigingen van de ordonnantie bedoeld om: - de normen voor blootstelling aan elektromagnetische stralen opwaarts aan te passen, om de invoering van 5G in goede banen te leiden. - een evenwicht te bewaren tussen de laagst mogelijke blootstellingsniveaus en de beperking van het aantal nieuwe antenne-installaties die nodig zijn voor het behoud van het Brusselse landschap en het leefmilieu (winning, productie, recyclageRecyclage is de vernietiging van afval om nieuwe materialen te produceren. Voorbeeld: inert afval wordt vermalen om granulaten te produceren die in wegfunderingen worden gebruikt van de antennes). - een binnennorm vast te stellen die strenger is dan de buitennorm om de burgers beter te beschermen op de plaatsen waar zij hoofdzakelijk verblijven. - de emissies van de TV- en radio-antennes te integreren in de berekening en meting van de blootstelling voor een volledigere beschouwing. - het energieverbruik van de sector te monitoren om het via een digitaal en duurzaam plan terug te dringen. - Doelstellingen voor exploitanten vast te stellen om afval in verband met de ontwikkeling van mobiele netwerken beter te beheren. |
Binnen:
Buiten:
|
Het comité van deskundigen
De ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen voorziet in de oprichting van een comité van deskundigen inzake niet-ioniserende straling.
De opdracht van het comité van deskundigen
Dat comité moet de uitvoering evalueren van de ordonnantie en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten, voornamelijk op het vlak van de evolutie van de technologie en de wetenschappelijke kennis, de economische eisen en de volksgezondheidseisen.
In het kader van hun opdracht, doen de deskundigen het volgende:
- de recente wetenschappelijke publicaties over de gezondheidseffecten van elektromagnetische straling overlopen,
- een balans opmaken van de technologische ontwikkelingen en de gevolgen voor de wetgeving,
- de macro- en micro-economische impact van mobiele telecommunicatie bepalen.
Samenstelling en werking
Het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 maart 2015 tot regeling van de samenstelling en de werking van het comité van deskundigen op het vlak van niet-ioniserende stralingen bepaalt de samenstelling en de werking van het comité.
- Leefmilieu Brussel verzorgt het secretariaat.
- Het comité werd opgericht in 2015 en kwam voor het eerst samen in september 2015.
Wie zit er in het comité van deskundigen?
Het comité bestaat uit 7 à 13 leden die worden aangesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en beschikken over een hernieuwbaar mandaat van 3 jaar:
- 2 à 3 leden zijn wetenschappelijke deskundigen op het vlak van het effect van niet-ioniserende stralingen op de gezondheid ;
- 1 à 2 leden zijn wetenschappelijke deskundigen op het vlak van de eigenschappen van niet-ioniserende stralingen;
- 1 à 2 leden zijn wetenschappelijke deskundigen op het vlak van de micro- en macro-economische en sociale behoeften inzake mobiele telecommunicatie;
- 1 à 2 leden zijn wetenschappelijke deskundigen op het vlak van draadloze communicatietechnologieën en in het bijzonder de technische aspecten van hun werking.
- 1 à 2 leden hebben een wetenschappelijke expertise betreffende de gevolgen van niet-ioniserende stralingen op het leefmilieu, met name de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora)., de fauna en de flora;
- 1 à 2 leden hebben een wetenschappelijke expertise betreffende het energieverbruik en/of de afvalproductie met betrekking tot de sector van draadloze telecommunicatie.
Momenteel bestaat het comité uit de volgende deskundigen:
Experten Gezondheid |
|
Gender |
Taal |
INERIS - Divisie Chronische Risico's |
M |
FR |
|
IMS - Bordeaux Laboratoire de Bioélectromagnétisme EPHE |
V |
FR |
|
Deskundigen Golffysica |
|||
VUB - Fundamental Electricity and Instrumentation |
M |
NL |
|
ULG - Département Electricité, Electronique, Informatique (E.E.I.) |
V |
FR |
|
Sociaaleconomische deskundigen |
|||
VUB - Tech Transfer office and Solvay Business School, department of Business Technology and Operations (BUTO) |
M |
NL |
|
Université Libre de Bruxelles |
M |
FR |
|
Technologie-deskundigen |
|||
Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) |
M |
NL |
|
KUL - Faculty of Engineering Science/ESAT |
V |
NL |
|
Deskundigen Leefmilieu |
|||
Arno THIELENS |
Ghent University |
M |
NL |
Deskundigen energie/afval |
|||
… |
|
|
|
Verplichtingen en deontologie
De leden van het comité:
- mogen tijdens de volledige duur van hun mandaat geen enkel politiek mandaat en geen enkele functie of activiteit uitoefenen, al dan niet bezoldigd, ten dienste van een ministerieel kabinet, ten dienste van een onderneming waar installaties worden uitgebaat die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken of doorzenden, ten dienste van een drukkingsgroep actief in het domein van niet-ioniserende stralingen of ten dienste van ondernemingen voor de vervaardiging of commercialisering van materiaal bestemd om niet-ioniserende stralingen te verzwakken of te produceren;
- ondertekenen een verklaring op erewoord waarin ze al hun eventuele rechtstreekse of onrechtstreekse banden aangeven met de exploitanten van installaties die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken of doorzenden.
Jaarverslagen
Voorbereidende verslagen
Om zijn opdracht naar behoren uit te voeren, ontvangt het comité van deskundigen jaarlijks twee verslagen:
- een verslag van Leefmilieu Brussel over de uitvoering van de ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen;
- een verslag van de Directie Stedenbouw over de stedenbouwkundige aspecten van deze uitvoering.
Het jaarverslag van het comité
Het comité stelt vervolgens zijn eigen jaarverslag op en legt het voor aan de regering, die het op haar beurt overmaakt aan het parlement.
Het opstellen van dat verslag vereist een consensus binnen het comité. Indien er geen consensus wordt bereikt, geeft het verslag de standpunten van de verschillende leden weer.
Wat zijn de doelstellingen van dat verslag?
- de uitvoering van de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten evalueren
- eventueel aanbevelingen formuleren voor de regering en de administraties.
De basis van het verslag van de deskundigen
Om zijn verslag te kunnen opstellen, zal het comité:
- de verslagen van Leefmilieu Brussel en de Directie Stedenbouw bestuderen,
- de exploitanten van installaties die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken of doorzenden, Leefmilieu Brussel of de Hoge Gezondheidsraad raadplegen,
- de recente wetenschappelijke publicaties overlopen.
De conclusies van de deskundigen
De conclusies met betrekking tot de ordonnantie en haar toepassing zijn positief. De deskundigen zijn van mening dat de Brusselse ordonnantie een goed evenwicht heeft gevonden tussen:
- het leveren van goede diensten in het digitale tijdperk;
- een minimale impact op de volksgezondheid;
- een economisch gerechtvaardigde exploitatie door de operatoren;
- een correcte toepassing van de Brusselse stralingsnormen en controle op de naleving van deze normen.
De leden van het comité benadrukken de expertise die Leefmilieu Brussel heeft verworven en waarderen de inachtneming door onze administratie van hun opmerkingen in de verschillende verslagen.
Verdeling van de bevoegdheden
Europese bevoegdheden: een interne markt en richtlijnen
- Een digitale interne markt oprichten, met name voor de uitrol van telecommunicatie.
- Richtlijnen en verordeningen opleggen die vervolgens moeten worden omgezet en uitgevoerd door de lidstaten binnen de vereisten termijnen.
Federale bevoegdheden: telecommunicatie, bescherming, volksgezondheid
Telecommunicatie beheren samen met het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
dat belast:
- Het toekennen van de nodige vergunningen voor de exploitatie van bepaalde gamma’s van het radiofrequentiespectrum via het toewijzingsplan.
Het frequentieplan kunt u hier raadplegen. - Het coördineren van de radiofrequenties die op nationaal en internationaal niveau worden gebruikt. Zo garandeert het BIPT een efficiënt gebruik van de frequenties en houdt het voortdurend toezicht op de golven om schadelijke interferenties te stoppen.
- Het controleren en reguleren van het gebruik van de radiofrequenties.
Het Brussels Gewest is dus niet bevoegd om het gebruik van bepaalde frequenties of bepaalde technologieën te verbieden.
Consumenten beschermen en de algemene veiligheid waarborgen
Het BIPT is verantwoordelijk voor de productnormen voor mobiele telefonietoestellen (modems, antennes, draagbare telefoons enz.) en voor de beleidsregels inzake cyberbeveiliging.
- Het waakt over de belangen van de gebruikers. Het houdt rekening met sociale inclusie, een hoog niveau van bescherming, voldoende dekking, duidelijke informatie en transparantie.
- Het vaardigt minimale veiligheids- en kwaliteitsnormen voor producten en diensten uit om de consumenten en hun belangen, alsook het milieu te beschermen.
- Het bepaalt de minimale veiligheids- en gezondheidsvoorschriften met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s die verbonden zijn aan elektromagnetische velden.
- Het is bevoegd voor de erkenning van elektrohypersensitiviteit ziekte.
Gewestelijke bevoegdheden: leefmilieu, stedenbouw, digitalisering, fiscaliteit, mobiliteit
Wat doet het gewest voor de gezondheid en de bescherming van het leefmilieu?
- Het legt de maximale blootstellingsnormen en de bijbehorende voorwaarden vast om mogelijke schadelijke gevolgen en hinder als gevolg van niet-ioniserende stralingen op de menselijke gezondheid en de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). te voorkomen.
- Het is van plan om de gegevens te verzamelen over de energie- en afvalaspecten om doelstellingen te bepalen in de strijd tegen verspilling. Momenteel beschikt het Gewest hieromtrent weinig gegevens.
Wat doet het gewest op het vlak van stedenbouw?
- Het analyseert de aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen in verband met de installatie van antennes. Bepaalde soorten antennes kunnen worden geëxploiteerd zonder stedenbouwkundige vergunning op grond van het besluit 'geringe omvang'.
- Het heeft zich er via een ordonnantie toe verbonden een register op te stellen van de daken van gebouwen die door de overheid worden gebruikt en waar installaties zouden kunnen worden ondergebracht die niet-ioniserende stralingen kunnen produceren, uitzenden of ontvangen.
Wat doet het gewest op het vlak van digitalisering?
- Het legt de klemtoon op optische vezel als aanvulling op 5G,de met name dankzij het uitgebreide gewestelijke glasvezelnetwerk.
- Het moet naar aanleiding van een nieuwe Europese richtlijn zijn stadsmeubilair ter beschikking stellen voor de installatie van antennes met laag vermogen SAWAP's.
Welke rol speelt het gewest op het vlak van fiscaliteit?
De fiscaliteit met betrekking tot antennemasten valt momenteel onder de fiscale autonomie van de gemeenten.
Het gewest kan echter de rol spelen van facilitator en eenmaker van de fiscaliteit voor de gemeenten door hen toe te staan identieke opcentiemen te heffen op een gewestelijke belasting.
Via dat gewestelijke engagement zou het de operationele aspecten van de belasting – zoals de inning ervan bijvoorbeeld – op zich nemen als stimulans voor de 19 gemeenten.
Gemeenschaps- en gemeentelijke bevoegdheden: inhoud, techniek, belastingen
De gemeenschappen en gemeenten zijn ook bevoegd voor bepaalde aspecten van de mobiele telefonie.
De gemeenschappen zijn bevoegd voor de inhoudelijke en technische aspecten van audiovisuele en geluidsmediadiensten (met name broadcasting).
De gemeenten belasten de antennes, zolang de federale overheid of het gewest dat niet doen. Ze hebben ook inspecteurs om de antennes te controleren.
Om te downloaden
- pdfVerslag van het comité van deskundigen inzake niet-ioniserende straling 2021(.PDF, 1.42 MB)
- pdfVerslag van het comité van deskundigen inzake niet-ioniserende straling 2019-2020
- pdfVerslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling. 2018 – 2019
- pdfSamenvatting van het verslag van het comité van deskundigen inzake niet-ioniserende straling (2018-2019)
- pdfVerslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling. 2017 – 2018
- pdfVerslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling - 2015 - 2016
- pdfAntwoord van de gezondheidsexperts van het comité van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het vlak van niet-ioniserende stralingen, op de analyse van het burgerlijk platform “ondes.brussels”
- pdfInvloed van mobiele telefoonantennes op Natura 2000-sites in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest(.PDF, 854.53 KB)
Wetgeving
- Ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 oktober 2009 betreffende bepaalde antennes die elektromagnetische golven uitzenden
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 april 2014 tot wijziging van bepaalde bepalingen inzake de exploitatie en de controle van antennes die elektromagnetische golven uitzenden
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 oktober 2009 tot vaststelling van de methode en de omstandigheden voor de meting van het elektromagnetische veld dat door bepaalde zendmasten uitgezonden wordt
- Ministerieel besluit van 30 juni 2010 betreffende de validering van een simulatietool voor de berekening van het elektrisch veld van een antenne die elektromagnetische golven uitzendt
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19/03/2015 tot regeling van de samenstelling en de werking van het Comité van experten op het vlak van niet-ioniserende stralingen