Mogen we wilde dieren voederen?
- Dieren
- Water
- Milieuvergunning
- Wilde dieren
- Verboden
- Vijvers
Inhoud
Broodrestjes bijhouden en ermee naar de eendjes gaan, da's toch leuk, niet? Maar al die kilo's brood die zowel 's zomers als 's winters worden aangevoerd hebben gevolgen voor de dieren en hun milieu (het vijverwater bijvoorbeeld).
Bepaalde soorten die ten nadele van andere welig tieren
Van dit kunstmatig voederen profiteren vooral de meest alledaagse opportunistische soorten in de stad: stadsduiven, ratten, zwarte kraaien, zwerfkatten, parkieten, vossen, nijlganzen, enz. Door hen te voederen, zullen deze soorten in aantal toenemen, met alle negatieve gevolgen van dien voor het leefmilieu.
Het voedsel dat u geeft, is ook niet noodzakelijk geschikt voor de dieren. Brood, vaak nat, is bijvoorbeeld niet ideaal voor vogels: in hun maag zwelt het op en kan het voor spijsverteringsproblemen zorgen. In sommige gevallen veroorzaakt de ongezonde voeding (brood zorgt wel voor vulling van de maag, maar bevat geen noodzakelijke voedingsstoffen voor vogels) een botmisvorming die “angel wing” wordt genoemd, waardoor ze niet meer kunnen vliegen. Brood dat blijft liggen kan beschimmelen wat voor een schimmelinfectie kan zorgen bij de vogels.
Ecologisch evenwicht in vijvers verbreken
De kilo's voedsel die in het water "verdwijnen", kunnen het ecologische evenwicht in een vijver en de werking ervan verstoren. Bij felle hitte kan het hele vijversysteem en het water dat te veel voedingsstoffen bevat giftig en zelfs dodelijk worden voor de meeste dieren die er leven: de vijver kan door algen (waaronder soms blauwwieren) overwoekerd worden en bepaalde ziektes, zoals botulisme, kunnen de kop opsteken. Vervolgens duurt het maanden eer het evenwicht in de vijver hersteld geraakt.
Gewoonten van dieren wijzigen
De vogels in onze tuinen steken in de lente veel tijd en energie in het afbakenen en verdedigen van een territorium dat groot genoeg is voor een partner en hun jongen. Een kunstmatige voedselbron werkt voor hen, alsook voor andere wilde dieren die gevoederd worden, als een ecologische valstrik die ze in gemakzucht en afhankelijkheid van deze bron doet vervallen.
Indien het gaat over grotere wilde dieren, zoals everzwijnen, kan het veranderen van het gedrag (minder schrik van mensen) zorgen voor meer overlast doordat de dieren zich dichter bij de mensen durven begeven. Hoewel een everzwijn tam kan lijken, door het voeder dat het krijgt van mensen, blijft het een wild dier dat gevaarlijk kan uithalen indien het zich bedreigd voelt. Ook het risico op verkeersaccidenten kan toenemen indien de wilde everzwijnen zich meer en meer in de stadsgedeelten van Brussel begeven.
Voeden van dieren en infectieziekten
Zoals hierboven reeds aangehaald kan zowel het type voedsel alsook een overmaat aan voedsel leiden tot ziekten bij wilde dieren.
Daarnaast kan het voeder zelf besmet zijn met bepaalde ziektekiemen. Zo zijn er bijvoorbeeld al verschillende ziekte-uitbraken met Salmonella of Trichomonas (‘het geel’) beschreven bij zangvogels die voedsel aangeboden kregen dat besmet was met Salmonella bacteriën of Trichomonas parasieten.
Ook het voederen van grotere wilde dieren zoals everzwijnen wordt ten stelligste afgeraden. Deze dieren worden meer en meer gezien in het zoniënwoud waarbij men verleid zou kunnen worden deze dieren te voeden. Naast het wettelijk verbod op het voederen van deze dieren zijn er meerdere redenen om everzwijnen zeker niet te voederen:
- Everzwijnen kunnen voldoende en veel geschikter voedsel vinden in de bossen, en ook zij kunnen ziek worden van het voeder dat door de mens wordt voorzien. Het Afrikaans varkenspestvirus is een voorbeeld van dergelijke ziektekiem die ziekte en sterfte kan veroorzaken bij everzwijnen en gedomesticeerde varkens. Eén van de manieren waarop het Afrikaanse varkenspestvirus zich kan spreiden over Europa is via voedsel. Hierbij kan het virus het behandelingsproces van vleeswaren overleven en langdurig infectieus blijven. Everzwijnen, en ook varkens, kunnen dit virus opnemen via weggesmeten tafelresten. Aangezien de impact van de insleep van dergelijke virussen zeer groot is op zowel de economie (vnl. landbouweconomie) als het dierenwelzijn (van gedomesticeerde en wilde zwijnen) is het verboden om tafelresten aan everzwijnen alsook aan varkens te voederen. Hierbij is het ook zeer belangrijk dat resten van voedsel steeds in een afgesloten vuilnisbak worden weggesmeten zodat de wilde dieren hier niet aan kunnen. Bekijk ook zeker de informatiebrochures van het FAVV rond Afrikaanse varkenspest
- Naast ziektekiemen die gevaarlijk kunnen zijn voor de everzwijnen zelf kunnen de dieren ook drager zijn van ziektekiemen die voor de mens gevaarlijk kunnen zijn (zoals de verwekker van tuberculose, hepatitis E, influenza A). Een reden te meer om de dieren enkel van op een afstand te bewonderen.
Voeden?
Volgens de gewestelijke reglementering is het, verboden dieren te voederen in natuur- en bosreservaten en in de gewestelijke parken die door Leefmilieu Brussel worden beheerd.
De gemeentereglementen voorzien in het verbod om wilde dieren op publieke ruimten en plaatsen (ook de gemeentelijke parken) te voederen. Er bestaan evenwel enkele uitzonderingen, met name bij vriesweer. Vraag ernaar bij het desbetreffende gemeentebestuur.
Onze aanbevelingen
Dieren zijn in staat om alles wat ze nodig hebben in de natuur te vinden. De beste dienst die u vogels kan bewijzen, is zoveel mogelijk ruimten te creëren waar ze terechtkunnen. Als u een tuin hebt, richt hem dan in volgens de principes van de natuurlijke tuin (zie onderstaande brochure).
Voeder nooit wilde dieren in publieke ruimten.
Waar voederen niet kan worden verboden, bijvoorbeeld in uw tuin, is het belangrijk de volgende principes na te leven:
Waar voederen niet kan worden verboden, bijvoorbeeld in uw tuin, is het belangrijk de volgende principes na te leven:
- Geef nooit brood aan vogels.
- Voeder nooit vossen, everzwijnen en zwerfkatten.
- Hou het voedsel voor de huisdieren (honden, katten,…) binnen.
- Indien u toch vogels wil voederen, voeder dan enkel kleine vogelsoorten en enkel van 1/11 tot 1/04.
- Geef steeds kleine hoeveelheden voedsel en bouw naar het eind van de voederperiode (uiterlijk 1/04) geleidelijk aan af.
- Zaadjes worden best voorzien in een voedersilo waar enkel kleine vogels aan kunnen.
- Reinig en desinfecteer de voeder- en drankvoorzieningen regelmatig om te vermijden dat er een grote hoeveelheid ziektekiemen in het voeder en de drank aanwezig kan zijn. Dit om ziekte-uitbraken bij vogels te vermijden.
- Vermijd netten waarin de vogels verstrikt kunnen raken.
- Kies de juiste zaden voor de juiste vogels.
- Een slecht bijgehouden composthoop is een voedingsbron voor opportunistische diersoorten. Wilt u overlast vermijden, houd uw compostHet natuurlijk proces waarbij organisch materiaal onder gecontroleerde omstandigheden door levende organismen wordt omgezet in humus en voedingsstoffen voor de bodem en zijn bewoners. dan goed in orde.
Wat te doen met oud brood?
Droog of oudbakken brood aan vogels geven is geen oplossing om voedselverspilling te vermijden. Er bestaan talrijke recepten waarin oud brood kan worden verwerkt, zoals bodding, bruschetta of verloren brood. Download hieronder onze infofiches met anti-verspillingsrecepten voor oud brood.
Om te downloaden
- pdfVerhaaltje voor de kleintjes: "Klein eendje wordt groot"
- pdfDe avonturen van Sherlock Duck
- pdfDieren in de natuur : Geef ze geen eten, observeer ze!
- pdfWat te doen met oud brood? Infofiche met anti-verspillingsrecepten
- pdfBiodiversiteit in Brussel, een buitenkans
- pdfEen natuurlijke en gezellige tuin. 100 tips om het milieu te respecteren en de biodiversiteit te bevorderen
- pdfComposteren om mijn afval te verminderen - Praktische gids
- pdfDe vos (