Informele Raad: een moment voor debat over de toekomst van het Europese milieubeleid
- Circulaire economie
- Klimaat
- Vervuiling
- Europa
- Beleid
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Europese milieu- en klimaatministers zijn op maandag 15 en dinsdag 16 januari in Brussel bijeengekomen. Deze informele bijeenkomst geeft het startsein voor de werkzaamheden van de Raad Milieu onder het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU.
Inhoud
Klimaat, rechtvaardige transitie en circulaire economie centraal in debatten
16 januari 2024 - De Europese milieu- en klimaatministers verzamelden op maandag 15 en dinsdag 16 januari in Brussel voor een informele ministeriële bijeenkomst. Die bijeenkomst geeft het startsein voor de werkzaamheden van de Raad Milieu onder het Belgische voorzitterschap.
Op maandag stonden de voorbereiding op de risico's van klimaatveranderingWijst op trage variaties van de klimaatskenmerken mettertijd, op een welbepaalde plaats: opwarming of afkoeling. Sommige vormen van luchtvervuiling, veroorzaakt door menselijke activiteiten, zijn een bedreiging voor het klimaat in de zin dat er een globale opwarming zou kunnen ontstaan. Dit verschijnsel kan belangrijke schade veroorzaken: stijging van de zeeniveaus, verergering van de uiterste klimaatsverschijnselen (droogtes, overstromingen, wervelstormen, enz.), destabilisatie van de bossen, bedreiging voor de zoetwatervoorraden, moeilijkheden voor de landbouw, woestijnvorming, vermindering van de biodiversiteit, verspreiding van tropische ziekten, enz. en de uitdagingen van een rechtvaardige transitie centraal in de besprekingen. De ministers wisselden ook van gedachten over de voorwaarden die nodig zijn om tegen 2050 klimaatneutraal te worden. Dinsdag stonden de circulaire economieDe circulaire economie is een productie- en consumptiemodel dat bestaat uit het zo lang mogelijk delen, hergebruiken, repareren, renoveren en recycleren van bestaande producten en materialen, zodat ze hun waarde behouden. en het hulpbronnenbeheer op de agenda. De tweedaagse bijeenkomst werd voorgezeten door de Brusselse minister van Leefmilieu.
Bezoek de website van het voorzitterschap voor een volledige samenvatting van de debatten.
Volgende stappen
Tijdens het Belgische voorzitterschap zijn er twee Raden van milieuministers gepland, op 25 maart in Brussel en op 17 juni in Luxemburg.
Daarnaast zal de Europese Commissie reageren op de klimaatrisicoanalyse van het Europees Milieuagentschap, die maandag tijdens de Raad Milieu werd voorgesteld, in een Mededeling over klimaatrisicobeheer die in het voorjaar zal verschijnen.
Wilt u als journalist meer weten over dit onderwerp? Stuur een e-mail naar mediaEU2024BE@diplobel.fed.be met uw vragen.
Informele bijeenkomsten, formele bijeenkomsten: wat is het verschil?
De zogenaamde "informele" bijeenkomsten van de Raad bieden vertegenwoordigers van de ministeries van de lidstaten de gelegenheid om informeel en intensief van gedachten te wisselen over actuele vraagstukken in hun bevoegdheidsdomein. Informele bijeenkomsten worden gehouden in het land dat het roulerende voorzitterschap waarneemt: een kans voor het gastland om een bijzondere toets aan Europese bijeenkomsten te geven. De commissarissen die verantwoordelijk zijn voor de betrokken domeinen (in het geval van de informele ENVI-Raad, de commissarissen Hoekstra en Sinkevičius) worden ook uitgenodigd, evenals, in sommige gevallen, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld of andere Europese partners. De lidstaten nemen geen formele beslissingen over Europese wetgeving tijdens de informele bijeenkomsten, die meer een forum voor dialoog zijn.
Op de zogenaamde "formele" bijeenkomsten komen alleen de vertegenwoordigers van de ministeries van elke lidstaat bijeen om wetgevende maatregelen te bespreken, te wijzigen en aan te nemen. Deze bijeenkomsten vinden plaats in Brussel en Luxemburg en worden voorgezeten door het secretariaat-generaal van de Raad van de EU. Op die bijeenkomsten zijn de vertegenwoordigers van elk van de 27 lidstaten gemachtigd om namens hun regering toezeggingen te doen en hun stemrecht uit te oefenen over beslissingen met betrekking tot vraagstukken die van belang zijn voor de EU.