
Reeën in het Zoniënwoud steeds zeldzamer
- Groene ruimten
- Dieren
De jaarlijkse telling van het aantal reeën in het Zoniënwoud in 2023 bevestigt de afnemende trend sinds 2014. Het lijkt er ook meer en meer op dat er effectief minder reeën zijn, niet dat ze minder zichtbaar zijn geworden, al kan dat laatste nog niet helemaal worden uitgesloten. De meest waarschijnlijke oorzaak van deze achteruitgang is de recreatiedruk (honden die niet aan de leiband worden gehouden en het publiek dat de paden verlaat om het bos in te lopen).
De populatie reeën in het Zoniënwoud wordt sinds 2008 jaarlijks gemonitord aan de hand van de kilometerindex (KI). De monitoring en gegevensanalyse maakt deel uit van een intergewestelijke samenwerking en werd toevertrouwd aan de vzw Wildlife and Man, waarin DEMNA (een studiedienst van het Waalse Gewest) en het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) samenwerken. Eenmaal per jaar verzamelen ze veldgegevens (waarnemingen van reeën op de verschillende parcours) tijdens een gezamenlijke campagne, georganiseerd door de bosbouwdiensten van de 3 gewesten.
Aantal reeën daalt sinds 2014
De kilometerindex geeft informatie over het aantal reeën in het Zoniënwoud. Dit cijfer is de laatste jaren gestaag gedaald. Het bedroeg 1,07 reeën/km van 2008 tot 2013 en daalde tot 0,6 reeën/km tussen 2017 en 2023. Wat de oorzaak is van deze achteruitgang, wordt momenteel onderzocht.
Er wordt gedacht aan:
- recreatiedruk, waardoor reeën minder ruimte hebben en zich anders gaan gedragen,
- dalende geboortecijfers of stijgende sterftecijfers.
Fotografische monitoring
Fotografische monitoring moet duidelijkheid scheppen. Met deze monitoring willen de onderzoekers enerzijds het gedrag van de reeën bestuderen, dat volgens de eerste resultaten verschilt van een populatie die niet onderhevig is aan menselijke druk, en anderzijds de aanwezigheid en verspreidingstendensen van vossen en everzwijnen (potentiële predators) bepalen. De onderzoekers zullen de data van dit onderzoek vergelijken met data van andere onderzoekslocaties die op dezelfde manier worden gemonitord.
U kunt het onderzoeksrapport hier raadplegen: