Buiten lesgeven
- Groene ruimten
- Biodiversiteit
- Sensibilisering
- Bos
- Uitstap
"De kinderen zouden in de open lucht moeten leven, oog in oog met de natuur die het lichaam versterkt, de ziel poëtisch maakt en er een nieuwsgierigheid in opwekt die waardevoller is voor het onderwijs dan alle grammaticaboeken van de wereld." - Alexandre Dumas
Buitenscholen of openluchtklassen, natuur- of bosscholen, outdoor education of buiten lesgeven... al deze termen verwijzen naar "een onderwijspraktijk die op regelmatige basis plaatsvindt in de nabijgelegen natuurlijke en culturele ruimte, op een interdisciplinaire manier, waarbij voor alle vakken aan de onderwijsdoelen wordt gewerkt."
Deze verrijkende aanpak heeft zijn waarde al in veel landen bewezen. Doe mee en bied je leerlingen een motiverende, zinvolle aanpak aan door regelmatig de natuur in de omgeving van de school te verkennen en er inspiratie uit te putten om te leren.
Het contact met de natuur stimuleert de concentratie, het zelfvertrouwen en het goede humeur van kinderen.
Het bevordert hun fysieke ontwikkeling en welzijn, evenals dat van volwassenen: het vermindert angst en hyperactiviteit, verbetert het beheersingsvermogen en de kwaliteit van de slaap en versterkt het immuunsysteem.
Leren in de natuur ontwikkelt de probleemoplossende vaardigheden van kinderen, helpt bij de beheersing van wiskundige en wetenschappelijke concepten, stimuleert hun verbeelding en nieuwsgierigheid, versterkt de taal- en communicatievaardigheden, ontwikkelt de creativiteit en de samenwerking in de klas.

... Nog niet overtuigd?
Laurence, Loïque en Isabelle van het team "Leren in de Natuur" van de vzw Tournesol-Zonnebloem, een partner van Leefmilieu Brussel, geven ons een argumentatie in drie delen: "De natuur nodigt je uit om haar te ontdekken".
Deel I : Filosofie
Van jongs af aan hebben we onze grenzen verlegd om de wijde wereld om ons heen te ontdekken en onze eigen weg te vinden. Het vreemde is dat hoe meer onze blik zich verwondert over het grote en het verre, hoe meer het kleine en het nabije aan belang lijken te verliezen.
Maar je hoeft slechts naar kinderen te kijken om weer te beseffen dat elke plas water, elke stofwolk of het kleinste hoopje zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm een wereld op zich is. Een wereld waarin we een stukje leven kunnen ontdekken dat zindert, dat zich een weg zoekt, dat rondtast – maar ook zijn metgezel de dood, die onvermijdelijk deelneemt aan de cyclus van de seizoenen. Een wereld die we kunnen beschouwen, verkennen en zelfs vormgeven. Een wereld die ons vreugde en verdriet laat beleven, verveling en opwinding, moed en angst, woede en betovering.
Ik stel daarom voor deze kleine werelden als inspiratiebron te gebruiken om het leren weer betekenis te geven en het stevig in ons te verankeren.
Ik stel voor dat we ons door de natuur laten inspireren in plaats van ons door het schoolprogramma te laten dicteren.
Laten we de uitdaging aangaan om het verband te ontdekken tussen wat de natuur ons biedt en wat het ministerie van onderwijs ons oplegt.
Een grote uitdaging, zeker, maar we moeten ze aangaan om respectvolle, zinvolle en welwillende manieren te vinden om met de mensen en het milieu rondom ons om te gaan.
"Leren in de natuur" is op de eerste plaats een ingesteldheid die je met vertrouwen moet aandurven:
- Vertrouwen in de natuur en alles wat zij aan leerstof te bieden heeft.
- Vertrouwen in de kinderen en hun grenzeloze nieuwsgierigheid, die hen zal aanzetten om die leerstof te ontdekken.
- En ten slotte vertrouwen in onszelf als leerkrachten en begeleiders, die de leerstof kunnen ontleden en ontwikkelen, om nog meer te leren en de schatten van de natuur aan de onderwijsdoelen te koppelen.
"Leren in de natuur" vergt een beetje moed, want je moet ook durven loslaten. Dat zal ons de vrijheid bieden om vragen te stellen en ontdekkingen te doen die in de loop van de tijd met elkaar verweven zullen raken en uiteindelijk zinvol zullen blijken, misschien zelfs meer dan we hadden verwacht.

Deze filosofie zal waarschijnlijk niet volstaan als enige bagage om erop uit te trekken, maar ze is wel ons vertrekpunt. Om alle mogelijkheden om buiten te leren te benutten, moet je een en ander organiseren. Betrek de leerlingen erbij, maak hun omgeving bewust, zorg voor basismateriaal, stel het Charter Buitenleren op en vergeet vooral het logboek niet (zie Deel III). In dat logboek noteren we de observaties, opmerkingen, vragen en uitvindingen van de kinderen, de spontane activiteiten en de antwoorden die onderweg worden gevonden. Het logboek zal ons in staat stellen om de buitenles te koppelen aan de onderwijsdoelen.
Want terwijl Archimedes mijmert bij de vijver, scant Marie Curie de grond met een geigerteller, droomt Isaac Newton weg bij vallende appels, kijkt Pythagoras naar een omgevallen boom en observeert Gregor Mendel met verbazing de kleur van erwtenbloesem. De letters spelen verstoppertje in de bomen, terwijl de werkwoorden zich vervoegen op de maat van de seizoenen. Simone de Beauvoir en Olympe de Gouge voeren een levendige discussie terwijl ze de ijverige bijen observeren. De Aarde laat de Zon niet los, die met haar prachtige lichtspel Dora Maar doet huiveren en Bob Marley aan het zingen brengt.
De wereld buiten is oneindig rijk en wij moeten de sleutels aanreiken om de gedane ontdekkingen te ontwikkelen, te structureren en te delen, zodat ze wortel schieten en zinvol worden in het lange leerproces. In Deel II zullen we een aantal wetenschappelijke studies bekijken om te begrijpen hoe en waarom het buitenleren zo gunstig is voor zowel leerkrachten als leerlingen.
Isabelle Vermeir, namens het team "Leren in de natuur"
Deel II : Onderzoek
Er gaat niets boven een paar vragen om Deel I te versterken en in stijl te beginnen met Deel II. Wat doet de natuur met ons? Welke mechanismen stellen haar in staat om onze fysieke en psychische toestand te verbeteren? En volstaat het geringste natuurlijke element om ons welzijn te beïnvloeden?
Laten we een boswandeling maken
Zoals je misschien weet, houden wetenschappers ervan om ons te observeren terwijl we allerlei bizarre dingen doen, om daar de ene of andere interessante gevolgtrekking uit af te leiden. Het volgende is daar een goed voorbeeld van.
Berman en collega's vroegen 38 studenten om naar een lijst met getallen te luisteren en ze achterstevoren te herhalen. De studenten die door een park naar het laboratorium kwamen gewandeld, presteerden beter dan degenen die met de bus kwamen1. Uit een ander onderzoek, van Fuller en zijn team, blijkt dat de natuur ons intellectueel productiever maakt door ons in staat te stellen een pauze in te lassen en door onze concentratie en ons geheugen te stimuleren2.
Weer een ander team³ heeft de creatieve prestaties gemeten van mensen die wel of niet hadden deelgenomen aan een vierdaagse wandeling in een groot nationaal park. Resultaat: de creatieve prestaties van de wandelaars waren met 50% toegenomen.
Voor alle leeftijden? De natuur heeft op alle leeftijden een positief effect, maar dat effect is niet hetzelfde. Een studie van Jo Barton heeft gedemonstreerd dat lichaamsbeweging in de buitenlucht het gevoel van eigenwaarde bij jongeren verbetert, maar een groter effect heeft op de stemming van ouderen.
Ademen doet goed! Samantha Dayawansa en Qing Li hebben aangetoond dat het inademen van bepaalde chemische stoffen die door bomen worden afgegeven de hartslag verlaagt, de ademhaling dieper en trager maakt, de bloeddruk verlaagt, de ontspanning bevordert en de activiteit van NK-cellen (cellen die door virussen geïnfecteerde cellen bij de mens opsporen en doden) bevordert.
Maar waar zijn onze groene eilanden?
Allerlei beleidskeuzes scheiden ons onverbiddelijk van de natuur. Als je echt geen kans hebt om een stukje groen te bereiken, neem dan de tijd om te observeren, te luisteren en aan te raken.
Al in de jaren negentig heeft Rachel Kaplan gedemonstreerd dat natuurtaferelen op een zachte en discrete manier onze aandacht trekken, met een kalmerend en herstellend effect op de cognitieve functies. Yoshifumi Miyazaki en zijn team bevestigden dat 28 jaar later. Na slechts anderhalve minuut naar bosfoto's te hebben gekeken, nam het gevoel van comfort en ontspanning van de deelnemers toe, in tegenstelling tot de controlegroep.
Jesper Alvarsson en collega's hebben door middel van verschillende fysiologische metingen aangetoond dat je na een stressvolle taak sneller kalmeert als je naar natuurgeluiden luistert, vooral vogelgeluiden. Ze zijn bijzonder effectief in het verminderen van stress en het herstellen van de aandacht.
Uit andere studies is gebleken dat gewoon het contact met boomstammen ons goed doet.
Onderzoekers vroegen bijvoorbeeld aan vrijwilligers om ruwe of verschillend gecoate houtpanelen aan te raken. Resultaat: het ruwe hout leidde tot een gezonde verlaging van de bloeddruk.

Over cortexen, interacties, alfagolven en amygdala
Een goede raad: als je partner in een rothumeur thuiskomt van het werk, stuur je hem of haar beleefd wandelen... het bos in. Want als je een slecht humeur hebt, wordt een zone van de hersenen, de prefrontale cortex, geactiveerd. Professor Bratmana4 heeft vastgesteld dat de prefrontale cortex na 90 minuten wandelen minder actief is bij natuurwandelaars dan bij stadswandelaars. De eindconclusie van het onderzoek was dat de natuur ons tegen depressie en angststoornissen beschermt.
Zheng Chen heeft de deelnemers aan zijn onderzoek uitgenodigd om 20 minuten in een bebouwde of natuurlijke omgeving te zitten terwijl hun hersenactiviteit werd geregistreerd. De bevinding was eenvoudig: de verschillende hersengebieden werken beter met elkaar samen wanneer we omringd worden met groen. Dat zou verklaren waarom de hersenen over het algemeen beter presteren.
Fractals zijn vormen die op verschillende schaalniveaus vergelijkbare patronen vertonen. Sommige planten, zoals varens of kool, hebben prachtige fractals. Paul Stevens heeft aangetoond dat hoe rijker de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). van een site is, hoe groter haar fractale dimensie en hoe positiever de emoties die ze oproept bij mensen die ernaar kijken. Onderzoekers hebben ook ontdekt dat een blootstelling aan natuurlijke fractals ervoor zorgt dat de hersenen alfa-golven produceren, die typisch zijn voor een ontspannen toestand.

Laten we onze kinderen met groen omringen
Kristine Engemann, die de moed had om een studie met meer dan 900.000 deelnemers te leiden, kwam met een verrassend resultaat: het risico om een geestesziekte op te lopen is 55% hoger bij degenen die tijdens hun kindertijd het minst werden blootgesteld aan een natuurlijke omgeving dan bij degenen die het meest werden blootgesteld.
Jordi Sunyer heeft een studie uitgevoerd bij 2.900 schoolkinderen van 7 tot 10 jaar, waaruit bleek dat kinderen die in de buurt van groen wonen en per jaar het grootste aantal uren in de natuur doorbrengen, minder concentratieproblemen hebben en minder gevoelig zijn voor ADHD. Dat verband blijft bestaan, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de sociaaleconomische verschillen.
Alles gaat beter in de buitenlucht
Julia Torquati heeft een groep van 11-jarigen een reeks cognitieve oefeningen laten uitvoeren terwijl hun hersenactiviteit werd gemeten. De eerste sessie vond plaats in het laboratorium, de tweede in de open lucht, in het groen. Resultaat: de oefeningen in de open lucht vroegen minder van de hersenen en vergden dus minder cognitieve inspanning van de jonge deelnemers. Bovendien waren de resultaten aanzienlijk beter voor taken die een beroep doen op het visueel-ruimtelijke geheugen.
Eirini Flouri heeft die resultaten bevestigd door de visueel-ruimtelijke vaardigheden van zo'n 4.700 11-jarige stadskinderen te evalueren in relatie met de hoeveelheid groen in hun dagelijkse omgeving. De kinderen die het meest blootgesteld waren aan groen, scoorden het best.
Samengevat
Je hebt het al begrepen: de ene studie na de andere bewijst de weldaden van de natuur. De levende natuur in al haar mogelijke en denkbare vormen doet ons goed. Ze helpt ons om minder te piekeren en minder angstig te zijn en vermindert de kans op psychische aandoeningen. Ze stimuleert het geheugen, versterkt de creativiteit en concentratie en verbetert de intellectuele prestaties. Ze bevordert de ontspanning en helpt ons immuunsysteem. Waar wachten we nog op? Laten we de deuren van de scholen eindelijk opengooien, zodat we volop in en van de natuur kunnen leren. Een liedje kan misschien helpen... Laten we dus afsluiten door te luisteren naar “Laat ons een bloem” van Louis Neefs. Die had alles al begrepen en had er geen moeilijke woorden voor nodig.
Isabelle Vermeir, namens het team "Leren in de natuur"
Bronnen
Om het lezen aangenaam te houden, worden sommige details van de experimenten hier niet beschreven, maar je vindt aanvullende informatie in de onderstaande bronnen. De ongenummerde experimenten komen uit het samenvattende dossier "Comment la nature fait du bien à notre cerveau" uit het tijdschrift Cerveau & Psycho. Dank aan hen voor dit prachtige werk.
- Berman M.G., Jonides J., Kaplan S. The cognitive benefits of interacting with nature. Psycho. Sci. 2008, 19, 1207–1212.
- Fuller R.A., Irvine K.N., Devine-Wright P., Warren P.H., Gaston K.J., Psychological benefits of greenspace increase with biodiversity. Biol. Let. 2007, 3, 390–394.
- Voor alle experimenten zonder verwijzingen, zie: Cosquer A., Jonveaux T., Mamane B., Comment la nature fait du bien à notre cerveau, Cerveau & Psycho nr. 111, mei 2019.
- Gregory N., Bratmana J., Paul Hamilton et al. Nature experience reduces rumination and subgenual prefrontal cortex activation. PNAS, 2015, 8567–8572.
Deel III : Praktijk
Liefhebbers van bouwpakketten - inbussleutel in de ene hand en instructies in de andere - dreigen teleurgesteld te worden, want het bouwpakket "Leren in de natuur" bestaat niet. Bouwpakken zijn geruststellend, dat is een feit. Het voelt alsof we van begin tot eind de controle hebben. Als het tijdens bepaalde stappen een beetje uit de hand loopt, komen we meestal weg met een paar goedgeplaatste verwensingen aan het adres van de fabrikant.
En als we klaar zijn, bewonderen we het resultaat van ons werk met een gevoel van trots. De benadering van "Leren in de natuur" is anders: het is een soort jongleren met aan de ene kant het geruststellende aspect van een kader en aan de andere het bevrijdende (of soms storende) aspect van het loslaten. En van dat kader krijg je slechts enkele schetsen. Want de tijd, het delen, de ervaring en de ontdekkingen zullen je in staat stellen het zelf verder uit te werken, zodat je een uniek resultaat krijgt dat je samen met je leerlingen tot stand hebt gebracht.
Charter en logboek
Samen met je leerlingen een charter opstellen is onmisbaar want het schept een duidelijk kader voor als je van omgeving verandert. De inhoud zal natuurlijk van klas tot klas verschillen, maar enkele elementen zijn essentieel: het project en de deelnemers moeten een naam krijgen, er moet een betekenis aan worden gegeven en een frequentie, een tijdsduur, inhoud, een ruimtelijke context, een veiligheidskader en instructies voor respectvol gedrag ten opzichte van de groep en de natuur.

Er zijn twee manieren om dit charter op te stellen:
- ofwel gaan jullie samen op stap en gebruiken jullie de ervaringen (schrik, ontdekkingen, vreugde, onzekerheden, vragen, ...) om het charter op te stellen,
- ofwel denken jullie samen na over het project om voor de eerste uitstap het charter op te stellen.
Welke optie je ook kiest, het charter zal evolueren, want je kunt er in de loop van de ervaringen beetje bij beetje nieuwe elementen aan toevoegen.
Al die ervaringen worden in het logboek genoteerd. Houd het zorgvuldig bij en schrijf er de praktische aspecten in op (datum, plaats, tijdstip, traject, aantal leerlingen, ...), de geplande activiteiten en hun duur, observaties, avonturen en tegenslagen, vragen, spontane activiteiten en ontmoetingen. Het logboek wordt een schatkamer waarin je kunt putten om uitgangspunten of aanknopingspunten te vinden voor de thema's die je wenst te behandelen of al met je leerlingen hebt behandeld. Dit hulpmiddel stelt je dus in staat om het buitenleren aan onderwijsdoelen te koppelen. Vergeet niet foto's te maken van de activiteiten en resultaten, want ze kunnen van onschatbare waarde zijn om de leerresultaten te documenteren en samen te vatten.
Oriëntatiepunten
Op school worden bij het begin van het jaar ruimtelijke en temporele oriëntatiepunten bepaald die meestal weinig veranderen. Buiten zullen ze opnieuw moeten worden opgebouwd. Net als het charter kunnen de oriëntatiepunten collectief en experimenteel worden ontwikkeld.
Je zult merken dat de leerlingen spontaan ruimtelijke oriëntatiepunten vinden en creëren. Ze verzamelen zich in de buurt van een struik voor een tussendoortje, ze gaan om je heen staan als je op een bankje gaat zitten, schuilen onder een boom als het regent en spelen met de steentjes aan de rand van een pad. Stuk voor stuk plaatsen die ze kunnen benoemen, en je zult ze aanmoedigen om dat te doen, want zo ontstaan betekenisvolle oriëntatiepunten.

Voor de punten in de tijd moeten we weer naar de zon kijken. Waar staat ze bij aankomst, tijdens de picknick en bij het vertrek? Je zou de zon op die verschillende sleutelmomenten en door de seizoenen heen in kaart kunnen brengen.
Met verschillende kleine muziekinstrumenten kun je richtpunten maken voor de organisatie en de veiligheid: het vertrek- en aankomstsignaal, het verzamelsignaal en een code voor het type wandeling (veilig, vrij, stil, ...). Wat de grenzen van de ruimten en hun gebruik betreft (spelletjes, onderzoek, vrije tijd, rust, lezen, maaltijden, observatie, ...), moeten de regels voor de groene ruimteDe groene ruimtes omvatten particuliere tuinen en domeinen, openbare parken en bossen, groene zones langs spoor- en andere wegen, braakland, recreatiegebieden en begraafplaatsen. uiteraard worden gecombineerd met de spontaniteit van de leerlingen, om het respect voor de omgeving en de veiligheid van de kinderen te verzekeren. In sommige situaties zullen afbakeningen met een code (zoals vlaggetjes met pictogrammen) nodig zijn. Andere keren kunnen de kinderen zich verplaatsen binnen bestaande ruimtelijke oriëntatiepunten (een pad, een grasveld, een rij bomen, ...) en hoef je niets anders toe te voegen.
De organisatie
Om heel het project vlot te doen verlopen, moet je rekening houden met enkele belangrijke elementen. Kijk de schoolverzekering na om te weten hoeveel begeleiders je nodig hebt, en maak een kalender waarop ze zich kunnen inschrijven. Breng de ouders op de hoogte van de datum van de uitstappen, zodat de kinderen geschikte kleding dragen.
Informeer de schoolleiding over de datums, de routes, de locaties, de tijden en de contactpersoon. Het is ook heel belangrijk dat iedereen het veiligheidsprotocol kent dat in geval van een probleem moet worden toegepast.

Maak in het lokaal een plekje vrij dat aan de uitstappen gewijd is en waar je het basismaterieel bewaart: het logboek, de lijst met kinderen en de telefoonnummers van de ouders (en individuele badges voor de jongsten), hesjes, zakdoeken, een EHBO-doos en een stoffen zak voor verzamelde objecten. De rest van het materieel zal afhangen van de geplande activiteiten. Elk kind kan ook een eigen buitentasje hebben met daarin een potlood, een notitieboekje, een gom, een touw, een wasspeld en een vergrootglas. Houd het eenvoudig, de natuur heeft ons zoveel te bieden.
Probeer de kinderen te betrekken bij de organisatie van de uitstappen, zowel tijdens de voorbereiding als ter plaatse, door taakgroepen te vormen: het weer (zorgen voor de juiste kleding), de uitrusting (buitentasjes, hesjes, badges uitdelen), het comfort (zakdoeken, dekzeil voor bescherming, touwen om het vast te binden), de route (de route bepalen en als gids optreden).
Een prospectie van de route is aan te raden als je met kleinere kinderen op wandel gaat, maar met grotere kinderen is dat niet nodig. Het traject kan een moment vormen voor ontdekking en leren, zowel vooraf als tijdens de wandeling zelf. Het is een gelegenheid om een kaart boven te halen, de leerlingen een route te laten tekenen en de duur van de wandeling te schatten. Tijdens de wandeling kunnen jullie allerlei thema's onderzoeken: getallen, vormen, kleuren, de waterkringloop, energie, geschiedenis, geografie, ...
De locatie van de uitstappen hangt af van je prioriteiten, maar als je regelmatig en zonder veel moeite met de kinderen op wandel wilt gaan, kies je een plek in de buurt die te voet bereikbaar is. Op de site BrusselsGardens kun je de groene ruimten rond je school ontdekken. Een kleine prospectie voorafgaand aan de eerste uitstap is aanbevolen om onaangename verrassingen te voorkomen. Sommige ingangen kunnen gesloten zijn, sommige gebieden zullen ontoegankelijk zijn of gewoonweg onaantrekkelijk blijken. Leg geen grote afstanden af: neem de tijd om de ruimte beetje bij beetje te ontdekken. Zo kunnen de kinderen zich vertrouwd maken met de omgeving, zich er prettig voelen en ze geleidelijk aan in kaart brengen. En waarom zou je in het klaslokaal geen kaart tekenen en er de natuurlijke elementen aan toevoegen die tijdens de uitstapjes zijn ontdekt? Want je neemt de klas mee naar buiten en de klas kan de buitenwereld weer mee naar binnen nemen...
Inhoud
De inhoud die je tijdens de uitstappen behandelt, hangt sterk af van de manier waarop je het buitenleren wilt benaderen. In het algemeen kunnen drie benaderingen worden onderscheiden:
- In de eerste verplaatsen we een activiteit van binnen naar buiten. We gaan naar buiten, maar er is geen concrete interactie met de buitenomgeving. Dat doet geen afbreuk aan het welzijn en de gedragsveranderingen die het met zich mee kan brengen.
- In de tweede brengen we een binnenactiviteit naar buiten en zoeken we uit hoe de omgeving kan worden gebruikt om het leren te verbeteren. Bijvoorbeeld door takjes op grootte te sorteren.
- In de derde benadering is de locatie het uitgangspunt van het leerproces. Ze zet aan tot actie en verrijkt de basisvaardigheden.
Ongeacht de aanpak is het belangrijk om open te staan voor wat de nieuwe context zal opleveren in termen van reflecties en vragen. Bovendien zullen de kijk en de reacties van de leerlingen je misschien in staat stellen om de verschillende benaderingen met elkaar te combineren, want vergeet niet dat de locatie je de kans geeft om het leren in een context te plaatsen.
En hoe meer je het in zijn context plaatst, hoe meer je het tot leven brengt. Hoe meer het tot leven komt, hoe meer belangstelling, motivatie en nieuwsgierigheid je bij de leerlingen zult opmerken.

Je zult zeker veel ontdekken als je aan dit project begint, en meer dan eens zul je verbaasd of verrast zijn door de manier waarop de dingen verlopen. Leerprestaties met een spreadsheet aantonen, lijkt natuurlijk gemakkelijker dan met een logboek en wat foto's.
Toch maakt het leren in de natuur het geleerde rijker en steviger geworteld, omdat het gebaseerd is op ervaring. Door ervaringen en successen te delen, maar ook problemen en confrontaties te analyseren zal het buiten lesgeven, met jouw hulp, zijn weg vinden in het curriculum van morgen. Want gesproken woorden vervliegen, het geschrevene blijft, maar de beleving dringt door.
Isabelle Vermeir, namens het team "Leren in de natuur"
Bronnen
Referentiesites:
- Silviva : Zwitsers nationaal competentiecentrum voor leren met de natuur
- Enseigner dehors : website van het project Enseigner dehors van de Stichting Monique-Fitz-Back met pedagogische benaderingen, tips, getuigenissen, een databank van samenwerkingsactiviteiten en praktische hulpmiddelen.
Inspirerende boeken:
- L’école à ciel ouvert – Sarah Wauquiez, Nathalie Barras, Martina Henzi (Stichting Silviva)
- Trésors du dehors – Collectif Tous dehors