U bent hier
Voor welke antennes?
De ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering legt de norm vast voor antennes die niet-ioniserende stralingen uitzenden met een frequentie tussen 0,1 MHz en 300 GHz, dus hoofdzakelijk voor:
- telefonieantennes (GSM, UMTS, 4G…) of mobiel internet (Wimax, Wifi…);
- antennes voor de communicatie
- van de hulpdiensten;
- van de politie;
- van de netwerken van de NMBS en de MIVB;
- van het luchtverkeer;
- van landsverdediging.
Deze antennes zijn gebonden aan milieuvergunningen, behalve in de uitzonderlijke gevallen die zijn opgenomen in het besluit van 30 oktober 2009 (gewijzd door het besluit van 3 april 2014).
Voor antennes die op binnenlocaties staan opgesteld (bv. in gebouwen, metrostations, treinstations of tunnels) is een milieuaangifte vereist. Dit is een eenvoudigere procedure dan die voor de milieuvergunning .
Andere toestellen, andere reglementeringen
De ordonnantie heeft geen betrekking op:
- toestellen die door particulieren worden gebruikt (gsm, internetmodems, draadloze telefoons van het type DECT…);
- radioamateurs.
Gsm's
Elektronische communicatietoestellen zoals gsm’s of draadloze telefoons vallen niet onder de toepassing van de Brusselse norm, maar moeten voldoen aan de eisen van een Europese richtlijn. Het specifiek absorptiedebiet (SAR) moet lager zijn dan 2 W/kg. De fabrikanten zijn vandaag verplicht om de waarden van elk model te publiceren. De RAS-waarde schommelt doorgaans tussen 0,1 W/kg en 1,5 W/kg.
Wifi
Wifi-systemen moeten voldoen aan een federale wet over privé-telecommunicatie (.pdf). Het toegelaten EIRP-vermogen voor wifi-antennes hangt af van het frequentiegamma:
- tussen 2400-2483,5 MHz is het EIRP-vermogen beperkt tot 100 mW;
- tussen 5150-5350 MHz is het EIRP-vermogen beperkt tot 200 mW;
- tussen 5470-5725 MHz is het EIRP-vermogen beperkt tot 1 W.
Bijvoorbeeld, een wifi-antenne van 100 mW voldoet aan de 6 V/m-norm vanaf een afstand van een twintigtal centimeters.
Radio- en televisieantennes
Deze antennes zijn niet onderworpen aan de norm die door de ordonnantie is vastgelegd, maar zijn wel onderworpen aan de andere voorschriften uit de ordonnantie, met name het verplichte kadaster, d.w.z. dat hun parameters (vermogen, helling, stralingsrichting, …) alsook hun positie aan Leefmilieu Brussel moeten worden gemeld.
- Verslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling. 2017 – 2018 (.pdf)
- Verslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling - 2015 - 2016 (.pdf)
- Antwoord van de gezondheidsexperts van het comité van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het vlak van niet-ioniserende stralingen, op de analyse van het burgerlijk platform “ondes.brussels” (.pdf)
- Invloed van mobiele telefoonantennes op Natura 2000-sites in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (.pdf)
- Ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 oktober 2009 betreffende bepaalde antennes die elektromagnetische golven uitzenden
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 april 2014 tot wijziging van bepaalde bepalingen inzake de exploitatie en de controle van antennes die elektromagnetische golven uitzenden
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 oktober 2009 tot vaststelling van de methode en de omstandigheden voor de meting van het elektromagnetische veld dat door bepaalde zendmasten uitgezonden wordt
- Ministerieel besluit van 30 juni 2010 betreffende de validering van een simulatietool voor de berekening van het elektrisch veld van een antenne die elektromagnetische golven uitzendt