Wettelijk kader voor de preventie van lawaai en trillingen
- Inspectie
- Lawaai
- Milieuvergunning
- Wetgeving
- Vergunning
- Geluidsoverlast
Inhoud
Inzake de strijd tegen geluidshinder wil het Gewest een geïntegreerd beleid voeren en zijn actiemiddelen diversifiëren. Zo wil het Gewest, indien de preventie- en sensibiliseringsmaatregelen niet volstaan, meer acties ondernemen op het vlak van wetgeving of stimulansen (vastleggen van normen, voorschriften, premies).
Europa
Er bestaan een aantal richtlijnen voor de bescherming tegen geluidshinder in het bijzonder de Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002. Met name zijn de geluidsemissiewaarden vastgelegd voor machines met een motor (auto's, landbouwmachines, elektrische huishoudapparaten, gazonmaaiers).
Federaal
De criteria die het comfort en de bescherming van de gezondheid van personen definiëren, vallen binnen het domein van de volksgezondheid. De normen met betrekking tot de producten die op de markt worden gebracht, en meer bepaald die met betrekking tot hun geluidsemissiewaarden, vallen dus onder de bevoegdheid van de federale staat.
Gewest
Het Gewest van zijn kant is bevoegd voor de kwaliteit van de geluidsomgeving op zijn grondgebied en op voor het publiek toegankelijke plaatsen. De Gewestelijke administratie vervult overigens een adviserende en beleidsrol ten aanzien van de andere overheden.
De ordonnantie 'geluid' en haar uitvoeringsbesluiten
De juridische basis voor het optreden van het Gewest inzake geluidshinder is de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving. Deze heeft tot doel:
- geluidshinder en trillingen te voorkomen, afkomstig van vaste en mobiele bronnen;
- een akoestische bescherming te verzekeren voor bewoonde gebouwen en open ruimten voor privé- of gemeenschappelijk gebruik;
- de bewoners in hun gebouw te beschermen tegen geluidshinder.
Voorts keurde de Brusselse regering zes uitvoeringsbesluiten goed. Ze leggen normen vast met betrekking tot :
De laatste heeft betrekking op de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen.
De milieuvergunning en effectenstudies
De milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning is een voorafgaande toelating die vereist is voor de exploitatie van bepaalde installaties. Het doel van de vergunning is bescherming te garanderen tegen de gevaren, overlast of ongemakken die een installatie of een activiteit rechtstreeks of onrechtstreeks zou kunnen veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking. Deze bescherming is zowel bedoeld voor de personen die zich in de installatie bevinden als voor de omwonenden. Voor activiteiten of installaties van een zekere omvang moet een milieueffectenstudie worden uitgevoerd. De milieuvergunning legt de geluidsniveaus vast die dienen te worden gerespecteerd bij de exploitatie van ingedeelde inrichtingen .
De ' milieuvergunning ' vindt zijn oorsprong in de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen van 5 juni 1997.
De stedenbouwkundige vergunning
De stedenbouwkundige vergunning is een voorafgaande toelating die vereist is voor de bouw, de sloop of de verbouwing van gebouwen. In sommige gevallen is een effectenstudieEvaluatie van de effecten die een project (opbouw van een gebouw, aanleg van een weg, oprichting van een bedrijf, enz.) op het leefmilieu zal hebben. Ze wordt vóór de implementatie van het project uitgevoerd zodat de schade kan worden voorkomen. Een effectenstudie is vereist voor de inrichtingen van klasse 1A, in het kader van een milieuvergunningsaanvraag. Ze moet door een erkende opdrachthouder worden uitgevoerd. Ze wordt bovendien gevolgd door een begeleidingscomité. Een effectenstudie kan ook gevraagd worden in het kader van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. in verband met de geluidshinder en trillingen vereist.
Het plan ter bestrijding van geluidshinder en trillingen
De plan voor de preventie en bestrijding van geluidshinder en trillingen (QUIET.BRUSSELS Plan) goedgekeurd door de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vermeldt de strategie en de maatregelen die over verschillende jaren zullen worden ondernomen, met inachtneming van de ordonnantie 'Geluid'. De doelstellingen van de QUIET.BRUSSELS plan: de gevolgen van geluidshinder op de gezondheid verminderen, iedereen de mogelijkheid bieden toegang te krijgen tot rust en de aantrekkingskracht van de stad vrijwaren.
Gemeente
Het is de taak van de gemeenten de bewoners te laten genieten van de voordelen van een goed beleid en met name van de rust in de straten, op openbare plaatsen en in openbare gebouwen. De gemeentebesturen wordt verzocht, voor zover het hun bevoegdheid is, vergunningen te verstrekken, samen met de exploitatievoorwaarden met betrekking tot de instandhouding van een gezonde geluidsomgeving, en de toepassing hiervan te controleren. Krachtens de gemeentewet kunnen de gemeenten verschillende reglementen uitvaardigen en delicten inzake geluidshinder beteugelen.
Premie
De renovatiepremie voor woningen voorziet financiële steun voor het installeren van geluidsisolatie bij bepaalde soorten werken.
Nuttige links
Wetgeving
Basiswetgevingstekst
- Ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BS 23.10.1997)opent een nieuw venster
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer (BS 11.08.1999) opent een nieuw venster
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 juni 2001 betreffende de exploitatievoorwaarden van luchtvaartterreinen (BS 09.08.2001)
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen buurtlawaai (BS 21.12.2002)opent een nieuw venster
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen geluidshinder en trillingen veroorzaakt door ingedeelde inrichtingen (BS 21.12.2002)opent een nieuw venster
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen (BS 21.12.2002)
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen (BS 21/02/2017)opent een nieuw venster
- Ministerieel besluit van 27 november 2017 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen (BS 19.12.17)opent een nieuw venster
- Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai
Andere wetgeving:
- Artikel 561 van het Strafwetboekopent een nieuw venster (nachtrumoer)
- Koninklijk besluit van 6 maart 2002 betreffende het geluidsvermogen van materieel voor gebruik buitenshuis (BS 12.03.2002) opent een nieuw venster(gazonmaaimachines)
- Richtlijn van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen (70/157/EEG)
- Ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (BS 26.06.1997)