Wat zijn de wettelijke normen voor blootstelling aan elektromagnetische golven?
- Gezondheid
- Milieuvergunningsaanvraag
- Wetgeving
- Elektromagnetische golven
Inhoud
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Wat is de Brusselse norm?
De blootstellingsnorm voor niet-ioniserende straling bedraagt 0,096 W/m – of 6 V/m – bij een referentiefrequentie van 900 MHz.
De ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke gevolgen en hinder van niet-ioniserende stralingen legt de blootstellingsnorm voor Brussel vast:
"In alle voor het publiek toegankelijke plaatsen, mag de vermogensdichtheid van de niet-ioniserende stralingen nooit hoger zijn dan de norm van 0,096 W/m (ter indicatie 6 V/m) bij een referentiefrequentie van 900 MHz."
Wat is de blootstellingsnorm voor elektromagnetische velden in Brussel?
De maximale toegestane norm bedraagt 6 V/m maar het blootstellingsgemiddelde ligt een stuk lager: Volgens onze simulaties bedraagt die 0,65 V/m op het Brusselse grondgebied. Het werkelijke gemiddelde ligt dus nog lager omdat onze simulaties op het maximum gebaseerd zijn.
Concrete cijfers voor het Brusselse grondgebied
Over het algemeen is op grondniveau meer dan 87% van het grondgebied onderworpen aan een waarde onder 1,5 V/m. Dat cijfer loopt op tot 97% aan de binnenzijde van de gebouwengevels.
Wat wordt bedoeld met 'voor het publiek toegankelijke plaatsen'?
Hieronder vallen niet alleen de ruimtes in een gebouw, maar ook de plaatsen in de openlucht waar mensen regelmatig kunnen verblijven, zoals woonruimtes, hotels, scholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen, kantoren, bejaardentehuizen en gebouwen bestemd voor regelmatig gebruik als sport- en speelruimte, maar ook tuinen, binnenplaatsen van huizenblokken, parkgebieden, voetpaden, speelplaatsen en balkons en terrassen van gebouwen.
Verschillende operatoren maar slechts één limiet
Het maakt niet uit hoeveel antennes er in uw buurt staan: u kunt sowieso niet worden blootgesteld aan een elektromagnetisch veld groter dan 6 V/m.
De norm heeft immers betrekking op het effect van alle zendantennes samen. Alle telefoonoperatoren kunnen hun eigen antennes installeren. Om te vermijden dat de blootstellingsnorm wordt overschreden, moeten deze operatoren 'het elektromagnetisch veld dus onder elkaar verdelen'.
Om die verdeling te vergemakkelijken, heeft de wet bepaald dat, bijvoorbeeld voor de zendantennes van drie operatoren, elke operator recht heeft op een derde van de norm, namelijk 3,45 V/m.
Dat kan verrassend lijken, maar met drie antennes van 3,45 V/m, wordt de norm van 6 V/m niet overschreden. Wanneer er verschillende antennes op dezelfde plaats staan, worden de golven die ze voortbrengen immers niet zomaar bij elkaar opgeteld.
Een voorbeeld
We kunnen de golven die worden voortgebracht door de antennes vergelijken met geluid, dat zich ook in de vorm van golven voortplant. Wanneer bijvoorbeeld twee mensen tegelijk praten, is het geluidsvolume in hun buurt niet dubbel zo hoog als het volume dat één stem voortbrengt. In werkelijkheid komen beide stemmen bovenop elkaar en horen we een conversatie die lichtjes luider klinkt dan wanneer één persoon aan het woord zou zijn
Hetzelfde geldt voor de antennes: de golven stapelen zich op, waardoor de totale blootstelling slechts lichtjes wordt versterkt.
Als een vierde operator zich op dezelfde plaats wil vestigen, heeft hij ook recht op een derde van de norm, namelijk 3,45 V/m. Maar als de antennes van de vier operatoren samen de totale norm van 6 V/m niet kunnen naleven, moeten alle operatoren die in deze zone aanwezig zijn hun antennevermogen beperken tot 25% van de norm, d.w.z. 3 V/m.
Over welke antennes gaat het?
De ordonnantie legt de norm vast voor de antennes die niet-ioniserende stralingen uitzenden met frequenties tussen 0,1 MHz en 300 GHz, d.w.z. voornamelijk voor:
- antennes voor telefonie (gsm, UMTS, 4G ...) of mobiel internet (WiMAX, wifi ...)
- antennes voor telefonie (gsm, UMTS, 4G ...) of mobiel internet (WiMAX, wifi ...)
- de hulpdiensten
- de politie
- het NMBS- en MIVB-net
- het luchtverkeer
- defensie.
Deze antennes zijn gebonden aan milieuvergunningen, behalve in de uitzonderlijke gevallen die zijn opgenomen in het besluit van 30 oktober 2009.
Voor antennes die op binnenlocaties staan, bijvoorbeeld in gebouwen, metrostations, treinstations of tunnels, en antennes met een laag vermogen is een milieuaangifte nodig. Die procedure is eenvoudiger. Meer informatie over de toelatingen vindt u op onze pagina 'Vergunning en aangifte'
Andere toestellen, andere reglementeringen
De ordonnantie heeft geen betrekking op:
- toestellen die door particulieren worden gebruikt: gsm's, internetmodems, draadloze telefoons van het type DECT ...
- radioamateurs.
Gsm's
Elektronische communicatietoestellen zoals gsm's of draadloze telefoons vallen niet onder de Brusselse norm, maar moeten voldoen aan de vereisten van een Europese richtlijn.
Het specifiek absorptiedebiet (SAR) moet lager zijn dan 2 W/kg. Fabrikanten zijn vandaag verplicht om de waarden van elk model te publiceren. De SAR-waarde schommelt doorgaans tussen 0,1 W/kg en 1,5 W/kg.
Wifi
Wifisystemen moeten op hun beurt voldoen aan een federale wet over privételecommunicatie. Het maximale toegestane EIRP-vermogenHet vermogen dat in aanmerking wordt genomen voor de indeling van een antenne (een antenne is ingedeeld vanaf 800 mW EIRP) is niet noodzakelijk het emissievermogen. Er wordt ook rekening gehouden met de antennewinst, die de stralingsbundel versterkt in een bepaalde richting. Dit geeft het EIRP-vermogen (Equivalent Isotropically Radiated Power - equivalent isotroop uitgestraald vermogen), dat hoger is dan het zendvermogen van een antenne, maar het milieueffect ervan beter weergeeft. voor wifiantennes hangt af van het frequentiegamma dat ze gebruiken:
- tussen 2400 en 2483,5 MHz is het EIRP-vermogen beperkt tot 100 mW
- tussen 5150 en 5350 MHz is het EIRP-vermogen beperkt tot 200 mW
- tussen 5470 en 5725 MHz is het EIRP-vermogen beperkt tot 1 W.
Een wifiantenne van 100 mW voldoet bijvoorbeeld aan de 6 V/m-norm vanaf een afstand van een twintigtal centimeter.
Radio- en televisieantennes
De huidige ordonnantie legt geen normen vast voor deze antennes. Ze zijn echter wel onderworpen aan de andere voorschriften uit de ordonnantie, met name de kadasterverplichting. Zo moeten de operatoren hun parameters – vermogen, helling, stralingsrichting enz. – en hun positie aan Leefmilieu Brussel melden.
Momenteel wordt er gewerkt aan een wijziging van de ordonnantie. Raadpleeg onze pagina 'Evolutie van de wetgeving' .
Vergelijking van de normen
Een norm die u beschermt
Om negatieve effecten op de gezondheid te vermijden, legt de overheid normen of blootstellingslimieten voor elektromagnetische velden vast.
Om eventuele fouten of onbekende gegevens uit het onderzoek te compenseren, past de overheid een voorzorgsprincipe toe. De overheid legt dus limieten vast die veel lager zijn dan de drempelwaardeWaarde vanaf welke initiatieven worden genomen. van het biologische effect, d.w.z. het risico voor de gezondheid. Zo legde de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) van de Wereldgezondheidsorganisatie de volgende blootstellingslimieten vast: 41,2 V/m bij 900 MHz volgens Aanbeveling 1999/519/EG (.pdf).
In Brussel worden alle nodige maatregelen getroffen om risico's te vermijden. De blootstellingsnorm bedraagt er 6 V/m. Deze norm is dus 50 keer strenger dan de aanbeveling van de ICNIRP.

Ter vergelijking: als u belt met een gsm, wordt u blootgesteld aan een elektrisch veld van ongeveer 50 tot 60 V/m – zelfs 100 V/m voor de oudste modellen – tijdens de eerste seconden van het gesprek, wanneer het toestel verbinding probeert te maken met de dichtstbijzijnde antenne. Daarna neemt dat elektromagnetisch veld zeer snel af en bedraagt het een kleine tiental V/m.
In Wallonië en in Vlaanderen
De Waalse en Vlaamse normen zijn vergelijkbaar, hoewel ze niet noodzakelijk betrekking hebben op dezelfde antennes. Beide normen zijn minder streng dan de Brusselse norm van 6 V/m voor de blootstelling aan alle antennes bij elkaar genomen.
In Wallonië legt de norm een drempel vast van 3 V/m, per antenne, en niet voor alle antennes samen op een bepaalde plek. De norm is van toepassing op alle 'verblijfplaatsen' (woningen, kantoren, scholen, ziekenhuizen, sportzalen …), maar sluit garages, balkons en terrassen, en meer in het algemeen alle buitenruimten (wegen, voetpaden …) uit.
In Vlaanderen legt een besluit het maximale elektrische veld vast op 20,6 V/m, wat hetzelfde niveau is als de oude federale norm. Elke zendantenne kan bijdragen aan dat algemene veld ten belope van 3 V/m. Net als de Waalse norm is deze norm van toepassing op woon- en werkplaatsen en op speelterreinen van scholen.
Elders in Europa
Ziehier de blootstellingsnorm in andere Europese landen of steden, voor hetzelfde type van antennes en bij dezelfde frequentie van 900 MHz.

In Parijs sluit de norm aan bij de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Omdat de Parijzenaren blijk gaven van ongerustheid, stelt de stad echter een ambitieuzer doel voorop, met een “handvest van goede praktijken” dat werd ondertekend door de operatoren van de mobiele telefonie: het gemiddelde blootstellingsniveau van de Parijzenaren over een tijdspanne van 24 uur wordt beperkt tot 5 V/m voor 2G, 3G en 4G antennes bij elkaar geteld, in afgesloten leefruimten.
Zoals u ziet, blijft Brussel dus niet achter wat voorzichtigheid betreft!
Evolutie van de wetgeving
Historiek | Wettelijke bepalingen | Maximale blootstellingsnorm bij referentiefrequentie van 900 MHz |
---|---|---|
Tot 2007 | De materie inzake niet-ioniserende stralingen werd geregeld door de wet van 12 juli 1985 betreffende de bescherming van de mens en van het leefmilieu tegen de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen, infrasonen en ultrasonen. De federale wetgever keurde die wet goed op basis van zijn bevoegdheid inzake volksgezondheid. |
|
Vanaf 2007 |
De ordonnantie van 1 maart 2007: het Parlement en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering leggen een nieuwe maximale blootstellingsnorm vast. Deze ordonnantie is in werking getreden op 14 maart 2009, toen het Grondwettelijk Hof oordeelde dat de bescherming tegen elektromagnetische golven wel degelijk onder de milieubescherming valt, hetgeen een gewestelijke bevoegdheid is. |
|
3 april 2014 | Om de verdere ontwikkeling van de vierde generatie mobiele telefonie – 4G of LTE – mogelijk te maken, heeft het Brusselse parlement de ordonnantie van 1 maart 2007 gewijzigd om het niveau van de norm te verhogen. |
|
2018 | In 2018 werd gestart met een nieuwe wijziging van de ordonnantie maar die werd onderbroken. De operatoren en de leveranciers konden onvoldoende informatie aanleveren over de actieve antennes en de legislatuur eindigde in mei 2019. Het was de bedoeling om de norm opnieuw te verhogen voor de uitrol van 5G, de 5e generatie mobiele telefonie. |
|
avril 2021 |
45 burgers en 15 parlementsleden vormen de eerste Brusselse overlegcommissie. Die overlegcommissie boog zich over de uitrol van 5G in het Brussels Gewest. Op 5 juni 2021 werden de werkzaamheden van de commissie afgerond en deed ze 43 aanbevelingen. |
Aanbeveling om een emissienorm vast te leggen onder of gelijk aan 14,5 V/m en televisie- en radiogolven op te nemen in de blootstellingsnormen voor elektromagnetische golven |
7 oktober 2021 |
De Brusselse regering heeft in eerste lezing een voorontwerp van wijzigingsordonnantie goedgekeurd die het principe van een beperkte verhoging van de emissienorm van niet-ioniserende straling valideert, overeenkomstig de voorzorgs- en standstill-principes en met het oog op de bescherming van de gezondheid van alle Brusselaars. Dat voorontwerp bevat ook verplichtingen voor de operatoren om de milieu-impact te beperken op het vlak van energie en afval in verband met 5G en de opmars van het digitale tijdperk. |
Binnen:
|
Een lang wetgevingsproces
Dit voorontwerp van ordonnantie moet vervolgens het voorwerp zijn van:
- een advies van het Comité van experten inzake niet-ioniserende stralingen
- een advies van de Raad voor het Leefmilieu
- een advies van Brupartners (de voormalige Economische en Sociale Raad)
- een milieueffectenrapport (MER)
- een openbaar onderzoek
- een advies van de Raad van State.
De regering kan de tekst op elk moment wijzigen als antwoord op de vragen en opmerkingen.
Het Brusselse parlement zal de tekst uiteindelijk definitief moeten goedkeuren.
Leefmilieu Brussel zal alles wat binnen haar bevoegdheden valt blijven doen om de geldende regelgeving toe te passen en te doen naleven. Zo moeten antennes steeds onderworpen blijven aan een exploitatie-aangifte of een milieuvergunning.
U kunt de kaart met de milieuvergunningen en de resultaten van de simulaties van het elektromagnetische veld raadplegen via ons online kadaster.
Evolutie van de norm
Onderstaande figuur illustreert de evolutie van de norm door de jaren heen:
- in vermogen W/m² (groen) en
- in elektrisch veld V/m (blauw).
De sterren verwijzen naar de aanbevelingen van de overlegcommissie die opgenomen zijn in het ontwerp tot wijziging van de ordonnantie waar momenteel aan wordt gewerkt.

Het comité van deskundigen
De ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen voorziet in de oprichting van een comité van deskundigen inzake niet-ioniserende straling.
De opdracht van het comité van deskundigen
Dat comité moet de uitvoering evalueren van de ordonnantie en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten, voornamelijk op het vlak van de evolutie van de technologie en de wetenschappelijke kennis, de economische eisen en de volksgezondheidseisen.
In het kader van hun opdracht, doen de deskundigen het volgende:
- de recente wetenschappelijke publicaties over de gezondheidseffecten van elektromagnetische straling overlopen,
- een balans opmaken van de technologische ontwikkelingen en de gevolgen voor de wetgeving,
- de macro- en micro-economische impact van mobiele telecommunicatie bepalen.
Samenstelling en werking
Het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 maart 2015 tot regeling van de samenstelling en de werking van het comité van deskundigen op het vlak van niet-ioniserende stralingen bepaalt de samenstelling en de werking van het comité.
Leefmilieu Brussel verzorgt het secretariaat.
Het comité werd opgericht in 2015 en kwam voor het eerst samen in september 2015.
Wie zit er in het comité van deskundigen?
Het comité bestaat uit 9 leden die worden aangesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en beschikken over een hernieuwbaar mandaat van 3 jaar:
- 3 leden zijn wetenschappelijke deskundigen op het vlak van het effect van niet-ioniserende stralingen op de gezondheid en/of het leefmilieu;
- 2 leden zijn wetenschappelijke deskundigen op het vlak van de eigenschappen van niet-ioniserende stralingen;
- 2 leden zijn wetenschappelijke deskundigen op het vlak van de micro- en macro-economische en sociale behoeften inzake mobiele telecommunicatie;
- 2 leden zijn wetenschappelijke deskundigen op het vlak van draadloze communicatietechnologieën en in het bijzonder de technische aspecten van hun werking.
Momenteel bestaat het comité uit de volgende deskundigen:
Experten Gezondheid/Leefmilieu | Gender | Taal | |
INERIS - Divisie Chronische Risico's Experimentele eenheid toxicologie |
M | FR | |
Ghent University | M | NL | |
IMS - Bordeaux Laboratoire de Bioélectromagnétisme EPHE | V | FR | |
Deskundigen Golffysica | |||
VUB - Fundamental Electricity and Instrumentation | M | NL | |
ULG - Département Electricité, Electronique, Informatique (E.E.I.) Applied & Computational Electromagnetics (ACE) |
V | FR | |
Sociaaleconomische deskundigen | |||
VUB - Tech Transfer office and Solvay Business School, department of Business Technology and Operations (BUTO) | M | NL | |
Michele CINCERA | Université Libre de Bruxelles Solvay Brussel School |
M | FR |
Technologie-deskundigen | |||
Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) | M | NL | |
KUL - Faculty of Engineering Science/ESAT | V | NL |
Verplichtingen en deontologie
De leden van het comité:
- mogen tijdens de volledige duur van hun mandaat geen enkel politiek mandaat en geen enkele functie of activiteit uitoefenen, al dan niet bezoldigd, ten dienste van een ministerieel kabinet, ten dienste van een onderneming waar installaties worden uitgebaat die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken of doorzenden, ten dienste van een drukkingsgroep actief in het domein van niet-ioniserende stralingen of ten dienste van ondernemingen voor de vervaardiging of commercialisering van materiaal bestemd om niet-ioniserende stralingen te verzwakken of te produceren;
- ondertekenen een verklaring op erewoord waarin ze al hun eventuele rechtstreekse of onrechtstreekse banden aangeven met de exploitanten van installaties die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken of doorzenden.
Jaarverslagen
Voorbereidende verslagen
Om zijn opdracht naar behoren uit te voeren, ontvangt het comité van deskundigen jaarlijks twee verslagen:
- een verslag van Leefmilieu Brussel over de uitvoering van de ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen;
- een verslag van de Directie Stedenbouw over de stedenbouwkundige aspecten van deze uitvoering.
Het jaarverslag van het comité
Het comité stelt vervolgens zijn eigen jaarverslag op en legt het voor aan de regering, die het op haar beurt overmaakt aan het parlement.
Het opstellen van dat verslag vereist een consensus binnen het comité. Indien er geen consensus wordt bereikt, geeft het verslag de standpunten van de verschillende leden weer.
Wat zijn de doelstellingen van dat verslag?
- de uitvoering van de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten evalueren
- eventueel aanbevelingen formuleren voor de regering en de administraties.
De basis van het verslag van de deskundigen
Om zijn verslag te kunnen opstellen, zal het comité:
- de verslagen van Leefmilieu Brussel en de Directie Stedenbouw bestuderen,
- de exploitanten van installaties die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken of doorzenden, Leefmilieu Brussel of de Hoge Gezondheidsraad raadplegen,
- de recente wetenschappelijke publicaties overlopen.
De conclusies van de deskundigen
De conclusies met betrekking tot de ordonnantie en haar toepassing zijn positief. De deskundigen zijn van mening dat de Brusselse ordonnantie een goed evenwicht heeft gevonden tussen:
- het leveren van goede diensten in het digitale tijdperk;
- een minimale impact op de volksgezondheid;
- een economisch gerechtvaardigde exploitatie door de operatoren;
- een correcte toepassing van de Brusselse stralingsnormen en controle op de naleving van deze normen.
De leden van het comité benadrukken de expertise die Leefmilieu Brussel heeft verworven en waarderen de inachtneming door onze administratie van hun opmerkingen in de verschillende verslagen.
Sinds de oprichting van het comité in 2015 zijn vier jaarverslagen gepubliceerd. De links naar deze verslagen vindt u hieronder.
Verdeling van de bevoegdheden
De Europese Unie, de federale regering, de gewesten, de gemeenschappen en de gemeenten delen de bevoegdheden in verband met mobiele telefonie. Zij kunnen op dat gebied wetten maken volgens het evenredigheidsbeginsel. Dat beginsel bepaalt dat de federale wetgever en de deelstaten de uitoefening van hun respectievelijke bevoegdheden niet onmogelijk of overdreven moeilijk mogen maken, naar aanleiding van de uitoefening van hun eigen bevoegdheden.
Europese bevoegdheden: een interne markt en richtlijnen
- Een digitale interne markt oprichten, met name voor de uitrol van telecommunicatie.
- Richtlijnen en verordeningen opleggen die vervolgens moeten worden omgezet en uitgevoerd door de lidstaten binnen de vereisten termijnen.
Federale bevoegdheden: telecommunicatie, bescherming, volksgezondheid
Telecommunicatie beheren samen met het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
dat belast:
- Het toekennen van de nodige vergunningen voor de exploitatie van bepaalde gamma’s van het radiofrequentiespectrum via het toewijzingsplan.
Het frequentieplan kunt u hier raadplegen - Het coördineren van de radiofrequenties die op nationaal en internationaal niveau worden gebruikt. Zo garandeert het BIPT een efficiënt gebruik van de frequenties en houdt het voortdurend toezicht op de golven om schadelijke interferenties te stoppen.
- Het controleren en reguleren van het gebruik van de radiofrequenties.
Het Brussels Gewest is dus niet bevoegd om het gebruik van de 5G-frequenties te verbieden.
Consumenten beschermen en de algemene veiligheid waarborgen
Het BIPT is verantwoordelijk voor de productnormen voor mobiele telefonietoestellen (modems, antennes, draagbare telefoons enz.) en voor de beleidsregels inzake cyberbeveiliging.
- Het waakt over de belangen van de gebruikers. Het houdt rekening met sociale inclusie, een hoog niveau van bescherming, voldoende dekking, duidelijke informatie en transparantie.
- Het vaardigt minimale veiligheids- en kwaliteitsnormen voor producten en diensten uit om de consumenten en hun belangen, alsook het milieu te beschermen.
- Het bepaalt de minimale veiligheids- en gezondheidsvoorschriften met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s die verbonden zijn aan elektromagnetische velden.
- Het is bevoegd voor de erkenning van elektrohypersensitiviteit Elektrohypersensitiviteit (EHS) is een syndroom waarbij mensen hun functionele klachten (vermoeidheid, hoofdpijn, slapeloosheid, enz.) toeschrijven aan de blootstelling aan elektromagnetische straling. ziekte.
Gewestelijke bevoegdheden: leefmilieu, stedenbouw, digitalisering, fiscaliteit, mobiliteit
Wat doet het gewest voor de gezondheid en de bescherming van het leefmilieu?
- Het legt de maximale blootstellingsnormen en de bijbehorende voorwaarden vast om mogelijke schadelijke gevolgen en hinder als gevolg van niet-ioniserende stralingen op de menselijke gezondheid en de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). te voorkomen.
- Het is van plan om de gegevens te verzamelen over de energie- en afvalaspecten om doelstellingen te bepalen in de strijd tegen verspilling. Op dit ogenblik beschikt het gewest over weinig gegevens hieromtrent.
Wat doet het gewest op het vlak van stedenbouw?
- Het analyseert de aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen in verband met de installatie van antennes. Bepaalde soorten antennes kunnen worden geëxploiteerd zonder stedenbouwkundige vergunning op grond van het besluit 'geringe omvang'.
- o Het heeft zich er via een ordonnantie toe verbonden een register op te stellen van de daken van gebouwen die door de overheid worden gebruikt en waar installaties zouden kunnen worden ondergebracht die niet-ioniserende stralingen kunnen produceren, uitzenden of ontvangen.
Wat doet het gewest op het vlak van digitalisering?
- Het legt de klemtoon op optische vezel als aanvulling op 5G,de met name dankzij het uitgebreide gewestelijke glasvezelnetwerk.
- Het moet naar aanleiding van een nieuwe Europese richtlijn zijn stadsmeubilair ter beschikking stellen voor de installatie van antennes met laag vermogen SAWAP'sSAWAP's zijn antennes met een maximale EIRP van minder dan 10 W. .
Welke rol speelt het gewest op het vlak van fiscaliteit?
De fiscaliteit met betrekking tot antennemasten valt momenteel onder de fiscale autonomie van de gemeenten.
Het gewest kan echter de rol spelen van facilitator en eenmaker van de fiscaliteit voor de gemeenten door hen toe te staan identieke opcentiemen te heffen op een gewestelijke belasting.
Via dat gewestelijke engagement zou het de operationele aspecten van de belasting – zoals de inning ervan bijvoorbeeld – op zich nemen als stimulans voor de 19 gemeenten.
Gemeenschaps- en gemeentelijke bevoegdheden: inhoud, techniek, belastingen
De gemeenschappen en gemeenten zijn ook bevoegd voor bepaalde aspecten van de mobiele telefonie.
De gemeenschappen zijn bevoegd voor de inhoudelijke en technische aspecten van audiovisuele en geluidsmediadiensten (met name broadcasting).
De gemeenten belasten de antennes, zolang de federale overheid of het gewest dat niet doen. Ze hebben ook inspecteurs om de antennes te controleren.
Om te downloaden
- pdfVerslag van het comité van deskundigen inzake niet-ioniserende straling 2021(.PDF, 1.42 MB)
- pdfVerslag van het comité van deskundigen inzake niet-ioniserende straling 2019-2020
- pdfVerslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling. 2018 – 2019
- pdfSamenvatting van het verslag van het comité van deskundigen inzake nietioniserende straling (2018-2019)
- pdfVerslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling. 2017 – 2018
- pdfVerslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling - 2015 - 2016
- pdfAntwoord van de gezondheidsexperts van het comité van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het vlak van niet-ioniserende stralingen, op de analyse van het burgerlijk platform “ondes.brussels”
- pdfInvloed van mobiele telefoonantennes op Natura 2000-sites in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest(.PDF, 854.53 KB)
Wetgeving
- Ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 oktober 2009 betreffende bepaalde antennes die elektromagnetische golven uitzenden
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 april 2014 tot wijziging van bepaalde bepalingen inzake de exploitatie en de controle van antennes die elektromagnetische golven uitzenden
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 oktober 2009 tot vaststelling van de methode en de omstandigheden voor de meting van het elektromagnetische veld dat door bepaalde zendmasten uitgezonden wordt
- Ministerieel besluit van 30 juni 2010 betreffende de validering van een simulatietool voor de berekening van het elektrisch veld van een antenne die elektromagnetische golven uitzendt
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19/03/2015 tot regeling van de samenstelling en de werking van het Comité van experten op het vlak van niet-ioniserende stralingen