Werkplaats voor de bereiding van levensmiddelen
- Inspectie
- Voeding
- Milieuvergunning
- Verplichtingen
Inhoud
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
U hebt een atelier waar levensmiddelen worden bereid en u wilt de exploitatievoorwaarden van uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning beter begrijpen? Wenst u een werkplaats voor de bereiding van levensmiddelen te openen of over te nemen en wilt u de wettelijke voorwaarden omtrent deze beroepsactiviteit kennen? Deze gids geeft toelichting bij al uw verplichtingen. Hij zet ook de mogelijke uitzonderingen uiteen.
Is dit op u van toepassing?
Deze voorwaarden zijn van toepassing op u indien u uitbater bent van:
- een werkplaats waar men levensmiddelen bereidt, versnijdt of verwerkt, een industriële keuken;
- een werkplaats van een traiteurzaak waar men niet ter plaatse kan verbruiken;
- een werkplaats van een traiteurzaak waar men niet ter plaatse kan verbruiken, maar die ook extern verkoopt;
- een brood-, banket- en koekjesbakkerij, een werkplaats voor de vervaardiging zoute of zoete taarten;
- een vishandel, een sushitraiteur;
- een pizzeria;
- een slagerij of een kleinhandelszaak die ook vlees of charcuterie verwerkt;
- een werkplaats die producten op basis van suiker bereidt;
- een werkplaats waar men zetmeel en zetmeelmiddelen bereidt, een zetmeelfabriek, een gist- en gistproductenfabriek;
- een werkplaats voor de vervaardiging en raffinage van suiker;
- een koffiebranderij.
Deze voorwaarden zijn niet op u van toepassing in bepaalde specifieke gevallen.
Deze voorwaarden zijn niet op u van toepassing als u een van volgende zaken uitbaat:
- een handelszaak die extern voorverpakt vlees verkoopt;
- een restaurant of de restaurantkeuken;
- een school- of bedrijfsrestaurant dat alleen instaat voor deze school of dit etablissement;
- een frituur;
- een kookatelier;
- een kleine bakkerij of een handelszaak die brood of banket verkoopt, maar niet ter plaatse bereidt;
- een tearoom.
De voorwaarden naleven: een wettelijke verplichting
Waarom moet u deze voorwaarden naleven?
Uw werkplaats voor de bereiding van levensmiddelen maakt deel uit van de ingedeelde inrichtingen die onderworpen zijn aan een milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning.
Werkplaats voor brood-, banket- en koekjesbakkerij met een opslag aan plantaardige producten < 5 ton |
rubriek 23 |
Werkplaats voor brood-, banket- en koekjesbakkerij met een opslag aan plantaardige producten van 5 ton tot 50 ton |
rubriek 23 rubriek 122 A |
Werkplaats voor brood-, banket- en koekjesbakkerij met een opslag aan plantaardige producten > 50 ton |
rubriek 23 rubriek 122 B |
Vishandel en werkplaats voor de bereiding van visproducten |
rubriek 117 |
Slagerij, slagerwinkel voor orgaanvlees, werkplaats voor het versnijden van vlees |
rubriek 127 |
Werkplaats voor de bereiding, verwerking, ... van voedingsproducten van dierlijke oorsprong |
rubriek 119 |
Werkplaats voor de bereiding van zetmeel, zetmeelfabriek, gistfabriek |
rubriek 54 |
Werkplaats voor de bereiding van suikerproducten |
rubriek 137 |
Suikerfabricage en -raffinage, bietenrasperij |
rubriek 136 |
Koffiebranderij |
rubriek 147 |
De drijfkracht van uw werkplaats bepaalt de indeling ervan. Om die drijfkracht te berekenen moet u alle machines die u gebruikt in de werkplaats meetellen: (bijvoorbeeld geleispuitmachine, deegkneder, snijmachine, hakmachine, mixer, ...)
Tellen niet mee in de berekening van de indelingsdrempel:
- vaatwasmachines;
- elektrische ovens, onder rubriek 64;
- gas-, olie- of steenkoolovens, onder rubriek 40;
- koelinstallaties, onder rubriek 132;
- afzuigkappen, onder rubriek 153;
- kleine goederenliften;
- kleine handtoestellen.
Voor de meeste werkplaatsen bepaalt het aantal tewerkgestelde werknemers eveneens de indelingsdrempel.
Berekening van de drempel |
Indeling van de werkplaats |
---|---|
Werkplaats voor brood-, banket- en koekjesbakkerij |
|
2 kW ≤ Drijfkracht ≤ 20 kW |
Klasse 2 |
Drijfkracht > 20 kW |
Klasse 1B |
Vishandel en werkplaats voor de bereiding van visproducten Slagerij, slagerwinkel voor orgaanvlees, werkplaats voor het versnijden van vlees Werkplaats voor de bereiding van producten op basis van suiker |
|
Drijfkracht ≤ 20 kW |
Klasse 2 |
Drijfkracht > 20 kW |
Klasse 1B |
Werkplaats voor de bereiding, verwerking, ... van voedingsproducten van dierlijke oorsprong |
|
2 kW ≤ Drijfkracht ≤ 20 kW |
Klasse 2 |
Drijfkracht > 20 kW |
Klasse 1B |
Als u niet alle voorziene voorwaarden van uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning naleeft, dan bent u in overtreding en loopt u het risico een sanctie te krijgen (boete, gebruiksverbod, gevangenisstraf).
Waarom deze voorwaarden?
Uw verplichtingen worden vastgesteld door twee overheidsinstanties: de FAVV (federale bevoegdheid) en Leefmilieu Brussel (bevoegdheid voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
De bevoegdheden van het FAVV staan niet vermeld in deze gids. Ze hebben voornamelijk betrekking op de hygiëne en de voedselveiligheid.
Voor Leefmilieu Brussel hebben uw verplichtingen betrekking op:
- het beheer en de verwijdering van afval;
- een veilige opslag van levensmiddelen;
- het afvalwaterbeheer;
- de hinder voor de buurt (geuren, lawaai).
De voorwaarden die in de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning worden vastgelegd, hebben tot doel:
- de eventuele hinder door uw activiteit te beperken;
- het leefmilieu te beschermen en vooral waterverontreiniging te voorkomen.
Deze gids geeft u meer duidelijkheid over uw verplichtingen wat betreft:
Een checklist geeft een overzicht van de documenten die moeten worden bijgehouden en voorgelegd bij een controle.
Uw werkplaats: inrichting en onderhoud
a. Uw werkplaats inrichten en beveiligen
- De werkplaats wordt enkel gebruikt om levensmiddelen op te slaan, te bereiden of te verkopen.
- In de werkplaats liggen er enkel producten, machines, gebruiksvoorwerpen en nuttig gereedschap voor het werk.
- De muren en het plafond bestaan uit gladde en harde materialen en zijn wasbaar met warm zeepwater.
- De koelruimte kan men gemakkelijk schoonmaken en is bedekt met gemakkelijk wasbare en ontsmetbare gladde materialen.
- Waak over een perfecte hygiëne: bestrijd de verspreiding van ongedierte (knaagdieren, insecten, vogels, ...)
=> Voor slagerijen en vleesverwerkende werkplaatsen
- Om het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. naar de riolering af te voeren installeert u een rooster dat de deeltjes van meer dan 6 mm kan tegenhouden.
- Installeer bij voorkeur een sifon met stankslot om geuren die terugkomen te vermijden.
=> Voor koffiebranderijen
- De werkplaats is gebouwd in onbrandbaar materiaal.
- Elke koffiebrander is gebouwd in metaal en staat minstens 1,5 m van de gemene muur af.
- De vensterramen zijn onbeweeglijk.
- Als er houtwerk in het plafond zit, dan is dat bedekt met vuurbestendige gipsplaten (Rf 1h).
b. Hinder vermijden
Hinder door lawaai
- Als er risico op lawaai is, houd dan de deuren en vensters van de werkplaats tijdens de activiteit gesloten.
- In koffiebranderijen staat de schoorsteen van de stookplaats eerder ver van de gemene muren af.
Hinder door geuren en stof
=> Voor werkplaatsen voor de bereiding van levensmiddelen
- Voorkom geurproblemen:
- sla afval op een frisse plek op
- verhoog de frequentie van de afvalverwijdering.
- Bij klachten installeert u een geurfilter.
Verschillende soorten van filters neutraliseren de geuren.
Bijvoorbeeld:- filters die vet- en geurdeeltjes tegenhouden;
- uv-filters die de vetten door het fotolyse-effect vernietigen;
- actief-koolstoffilters die de geuren tegenhouden...
-
Verlucht de werkplaats. Gebruik een efficiënt verluchtingssysteem dat om de buurt niet te hinderen geregeld is op de werkuren van de werkplaats.
-
Plaats de afvoer van de ventilatie:
- voldoende hoog, om de verspreiding van de uitgestoten gassen in de hand te werken;
- zo ver mogelijk van de naburige gebouwen.
=> Voor werkplaatsen voor het roken van vis
- De rookkamer is volledig luchtdicht en de rook wordt via de schoorsteen afgezogen.
- Installeer een afzuigkap die in verbinding staat met de afzuigschoorsteen. Daarin moeten de verbrandingsproducten terechtkomen wanneer de rookkamer opengaat.
=> Voor koffiebranderijen
- De rook en de geurende producten worden met een mechanische zuiger afgezogen en naar een filtertoestel gesast.
- De schoorsteen is voldoende hoog, zodat ze de buurt niet hindert met rook, roet, gassen of geuren.
- Stofzuigers zuigen het stof aan de bron op en zamelen het in een hermetisch afgesloten recipiënt in.
c. Brand voorkomen
- Wanneer u toestellen installeert of gebruikt die warmte afgeven, voorkom dan brandrisico’s.
=> Voor koffiebranderijen
- In de werkplaats mag u geen
- vloeistoffen of ontvlambare gassen, ook niet
- het afval ervan of
- de lege recipiënten waarin ze zaten opslaan
- In de werkplaats mag u na een brandingscyclus nooit zakken met ingezameld stof opeen stapelen.
- Volg de instructies in uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning van de DBDMH.
De voorwaarden die DBDMH (Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp) in haar adviezen oplegt, hebben voorrang op de voorwaarden in de milieuvergunning van Leefmilieu Brussel.
- Plaats een brandblusapparaat aan de ingang van de werkplaats. Beperk de opslag van brandbare stoffen in de werkplaats tot het strikt noodzakelijke.
- Plaats de brandbare stoffen ver van de koffiebranders.
- Om brand in de schoorsteen te voorkomen laat u hem jaarlijks vegen.
- Zorg voor een jaarlijks onderhoud en controle van:
- de brandblusapparaten en slanghaspels;
- het brandbestrijdingssysteem van de vliesjesverwijderaar
De vliesjesverwijderaar is de plaats waar de vliesjes van de koffiebonen worden gescheiden.
- Tijdens het ledigen van de koffiebrander houdt u de deuren gesloten.
d. Uw werkplaats reinigen en onderhouden
Algemeen gezien
- Zorgt u voor een blijvende, perfecte hygiëne; reinig en ontsmet de werkplaats.
- Gebruik zo weinig mogelijk detergenten en ontsmettingsmiddelen. Pas de goede praktijken toe.
Cleaning in place
Cleaning in place (CIP) is een reinigingsproces dat men in bepaalde voedselverwerkende industrieën gebruikt.
Voordelen van dit systeem:
- de installaties hoeven niet gedemonteerd te worden;
- door de automatisering van de concentratie van de reinigingsvloeistof gebeurt de reiniging veilig en snel;
- de metingen worden geregistreerd en opgeslagen, daardoor kan men het proces optimaliseren;
- lagere kosten voor de reinigingsproducten.
- Gebruik een systeem om het zuurwater dat door de cleaning in place wordt geproduceerd te neutraliseren.
Cleaning in place verstoort sterk de zuurtegraad van het water.
=> Voor koffiebranderijen
- Laat jaarlijks uw installatie op bedrijfstemperatuur onderhouden (met minstens 15 maanden tussen 2 onderhoudsbeurten) :
- vegen van de schoorsteen;
- reiniging van de gasverbrandingscircuits;
- nazicht van de verbrandingsbuizen;
- nazicht en regeling van de branders;
- verbrandingscontrole.
In het onderhoudsattest staan de resultaten van de verbrandingscontrole vermeld:
- het verbrandingsrendement en
- de rookdichtheid.
Verbrandingsrendement: in acht te nemen minimumwaarden |
|
---|---|
Jaar inbedrijfstelling |
Rendement (in percentage) |
Voor 1988 |
85% |
Van 1988 tot 1996 |
88% |
Vanaf 1997 |
90% |
Rookdichtheid (Bacharach-index) |
|
---|---|
Jaar indiensttreding |
Bacharach-index |
Voor 1988 |
0 - 2 |
Van 1988 tot 1996 |
0 - 2 |
Vanaf 1997 |
0 - 1 |
- Houd uw onderhoudsattesten met de resultaten van de verbrandingscontrole vijf jaar lang bij.
- Leg uw installatie stil en doe een nieuw onderhoud als:
- er op het filterpapier om de rookdichtheid te bepalen oliesporen zitten;
- er roetvlekken in de rookgassen zitten.
e. Levensmiddelen opslaan
Algemeen gezien:
- De vertrekken waar de niet-verpakte levensmiddelen horen te staan maakt u regelmatig leeg. U reinigt en ontsmet ze dan ook.
- De koelvitrines en de koelkamer houdt u voortdurend volledig schoon.
=> Voor (banket)bakkerijwerkplaatsen
Als uw werkplaats een silo heeft:
- Gebruik silo's die aangepast zijn aan het type van grondstof dat erin zit.
- Stel een plan op met de risicozones voor brand en explosie. Laat het op de site ter beschikking liggen.
- Installeer, met goedkeuring van de brandpreventiedienst, de correcte brandbestrijdingsmiddelen.
- Ventileer voortdurend het opslaglokaal.
- Voorkom risico's op explosie:
- beperk de druk in de silo met breekplaten of opblaasbare wanden;
- bij het laden, het onderhoud en de reiniging van de silo zorgt u ervoor dat er zo weinig mogelijk stof vrijkomt;
- de meelpijp hoort voldoende lang te zijn.
- De omstandigheden van de inkuiling mogen er niet toe leiden dat er ontvlambare vrijkomen of geen risico's op zelfopwarming doen ontstaan.
Installeer bijvoorbeeld een temperatuurcontrolesysteem voor opgeslagen producten die zouden kunnen gisten.
Als de silo toegerust is met een afscheider
- Reinig regelmatig de filter van de afscheider.
Als meerdere silo's met elkaar verbonden zijn:
- Installeer ontkoppelingsapparatuur voor bij een explosie.
f. Uw werkplaats ombouwen
- Vraag de toelating aan uw gemeente of aan Leefmilieu Brussel (afhankelijk van wie uw vergunning heeft afgeleverd) alvorens:
- de opgeslagen hoeveelheid dierlijk afval te wijzigen;
- de koelinstallaties te wijzigen;
- de drijfkracht van de werkplaats te wijzigen;
- …
- Indien u de toelating moet aanvragen bij Leefmilieu Brussel, moet u uw aanvraag richten tot:
Leefmilieu Brussel
Afdeling Vergunningen en Partnerschappen
Thurn & Taxis Site
Havenlaan 86C, bus 3000
1000 BrusselVermeld in uw brief:
- de naam, de firmanaam en het adres van de houder van de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning;
- de referenties van de geldige milieuvergunning(en).
U kunt ook het aanvraagformulier voor wijziging van een milieuvergunning invullen en naar Leefmilieu Brussel opsturen.
- Gelieve u tot de milieudienst van de gemeente te wenden indien uw vergunning door de gemeente werd afgeleverd.
-
Wacht altijd de officiële toelating af alvorens deze wijzigingen uit te voeren.
Uw afval: beheer en verwijdering
a. Uw dierlijk afval beheren: afvalcategorie en hoeveelheid
Het afvalbeheer van uw werkplaats hangt af:
- van de afvalcategorie en
- van de maximumhoeveelheid op de site geproduceerd en opgeslagen afval.
Afvalcategorie
Afval van levensmiddelen is dierlijk zodra ze afval van vis of vlees bevatten. Daarin zitten:
- gebruikte bakoliën (GBO)
- keukenafval en etensresten (KAE)
- ander dierlijk afval
Volgens het risico op doorgeven van ziektes wordt het in drie categorieën ondergebracht:
Categorieën van dierlijk afval (DA) |
Slagerij |
Vishandel |
---|---|---|
Categorie 1 Hoog risico
|
|
geen |
Categorie 2 Matig risico |
|
|
Categorie 3 Laag risico |
|
|
|
Opgelet
U moet elke vermenging van dierlijk afval (DA) van verschillende categorieën beschouwen als toebehorend aan de categorie met het hoogste risico.
Afvalhoeveelheid
Vanaf 25 kg wordt de opslag van dierlijk afval ingedeeld onder rubriek 106. Onder 25 kg zal de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning basisvoorwaarden opleggen. Deze gids heeft betrekking op deze basisvoorwaarden.
Om de strengere voorwaarden (rubriek 106) te kennen raadpleegt u de pagina van dierlijk afval.
b. Uw afval opslaan
- Sorteer het afval.
- Sla het afval zo op dat het beschermd is tegen grillige weersomstandigheden:
- indien mogelijk op een gekoelde plaats;
- in luchtdichte en gesloten containers met daarop in het Nederlands en in het Frans (categorie 1, 2 of 3) de vermelding van de afvalcategorie.
- Het afval mag niet uit de container puilen en ook niet hinderen bij het sluiten.
c. Uw dierlijk afval verwijderen
De verwijdering van uw dierlijk afval hangt af van het soort van afval en van de hoeveelheid.
- Houd een processchema bij met daarin:
Als uw werkplaats een kleine plaatselijke slagerij, vishandel of traiteurzaak is, dan kunt u bij Leefmilieu Brussel een afwijking voor het processchema aanvragen.
Opgepast: als uw slagerij, vishandel of traiteurzaak bij een supermarkt hoort, dan bent u verplicht een processchema bij te houden.
- de productieplaatsen voor dierlijk afval (slagerij, vishandel, traiteur);
- de stromen van dit afval in het bedrijf.
- Laat al uw dierlijk afval (categorie 1,2 of 3) verwijderen door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geregistreerd vervoerder of ophaler
Dierlijk afval dat uitsluitend bestaat uit voormalige levensmiddelen mag samen met het huishoudelijk afval worden opgehaald, op voorwaarde dat:
- de hoeveelheid van dit afval maximaal 20 kg per week bedraagt;
- de producten alvorens ze afval werden, verpakt waren.
Het keukenafval en etensresten (KAE) mag eveneens met het huishoudelijk afval worden verwijderd als dit voor verbranding is bestemd.
- U moet een schriftelijke overeenkomst hebben met de geregistreerde vervoerder of ophalerinzamelaar, handelaar en makelaar. In deze overeenkomst staat de frequentie van de verwijderingen duidelijk vermeld.
- Houd een register bij voor het verwijderde dierlijk afval. Hierin zitten in chronologische volgorde:
- de facturen voor verwijdering van dierlijk afval;
- de handelsdocumenten die verband houden met het afval.
Rubrieken 1, 2, 3 (of 4) en 5 van deze documenten moeten worden ingevuld.
- Houd dit register vijf jaar lang bij.
Waterbeheer
a. Goede praktijken
- Beperk het gebruik van detergenten en ontsmettingsmiddelen tot het strikt noodzakelijke minimum.
- Gebruik voldoende milieuvriendelijke producten zoals zuurstofwater, uv-stralen, perazijnzuur ...
- Vermijd het gebruik van detergenten en ontsmettingsmiddelen.
Gebruik eerst het detergent en dan het ontsmettingsmiddel, voornamelijk in vlees- of visverwerkende werkplaatsen.
Waarom?
Ontsmettingsmiddelen hebben in aanwezigheid van proteïnen doorgaans een slechte stabiliteit.
Detergenten met ontsmettingsmiddelen combineren vermindert de desinfecterende kracht.=> Men hoort dus eerst te reinigen en dan pas te ontsmetten.
- Gebruik geen EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur ).
EDTA houdt milieugevaren in.
Het- verhoogt de gevoeligheid van micro-organismen voor het conserverings- of desinfectiemiddel.
- breekt moeilijk af;
- is erg toxisch voor in het water levende organismen;
- is na het doorlopen van het zuiveringsstation niet volledig uit het water verdwenen. Het brengt dus zware metalenVerzamelnaam voor een groep metalen met een relatief grote dichtheid, zoals lood, kwik, zink en cadmium. Deze metalen komen van nature in het milieu voor en zijn in veel gevallen zelfs nodig voor bepaalde natuurlijke processen. In hogere concentraties zijn ze echter meestal giftig. De voornaamste bronnen van zware metalen zijn de non-ferro-industrie, de verbranding van fossiele brandstoffen en van afval en het verkeer. die levende organismen kunnen vergiftigen opnieuw in een oplossing.
Als geen enkel reinigingsproduct efficiënt is. In dat geval gebruikt u slechts de noodzakelijke hoeveelheid EDTA.
- Gebruik geen bleekwater.
Bleekwater is schadelijk voor het milieu.
Het- reageert met organische stoffen en produceert toxische stoffen;
- is gevaarlijk voor de luchtwegen;
- gebruikt dure productieprocedés op basis van zeer moeilijk biologisch afbreekbaar en toxisch kwik.
Als geen enkel reinigingsproduct efficiënt is. In dat geval gebruikt u slechts de noodzakelijke hoeveelheid bleekwater.
b. Afvalwater lozen
Alle afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. van uw werkplaats, dat als industrieel afvalwater wordt beschouwd, dient vóór lozing in de riolering te worden bemonsterd.
De analyse van het monster dient te worden uitgevoerd door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkend laboratorium.
Kwaliteitsnormen voor afvalwater op de verschillende lozingspunten:
- pH van het afvalwater tussen 6 en 9,5
- temperatuur ≤ 45°
- afmeting van de stoffen in suspensie < 1 cm
- geen opgeloste, ontvlambare of explosieve gassen
- geen schadelijke uitwasemingen voor de omgeving
- stoffen in suspensie < 1 g per liter
- 0,5 g/l stoffen extraheerbaar met petroleumether < 0,5 g per liter
- geen risico op obstructie van de leidingen
- geen gevaar voor het onderhoudspersoneel van de rioleringen noch voor de waterzuiveringsstations
- geen verontreiniging van het oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). waarin de riolering uitkomt.
- Loos geen vast afval dat afkomstig is van mechanische verbrijzeling of water dat dergelijke stoffen bevat in de riolering of in het oppervlaktewater.
- Gebruik een vetafscheider om te vermijden dat de rioleringen en het oppervlaktewater verontreinigd geraken.
Een vetafscheider is verplicht in grote verwerkingsbedrijven van vlees, vis, in de voedingsmiddelennijverheid, grootkeukens, ...
Als uw werkplaats een kleine buurtslagerij, -vishandel of -traiteurzaak is, bent u niet verplicht een vetafscheider te installeren wanneer u afvalwater in de openbare riolering loost.
Het kan evenwel toch nuttig zijn, want de leidingen geraken er niet door verstopt.Meetbuis
Vooraleer het in de riolering terechtkomt, gaat alle afvalwater van uw werkplaats idealiter langs een meetbuis.-
Om monsters te nemen zorgt u voor een voldoende grote buis.
-
Installeer de meetbuis vooraleer het water wordt vermengd met ander huishoudelijk afvalwater.
-

Checklist met uw verplichtingen
Voor werkplaatsen voor verwerking van dierlijke producten: slagerij, vishandel, traiteurzaak
Bij een controle legt u het volgende voor:
- Een register voor het verwijderde dierlijk afval. Hierin zitten in chronologische volgorde:
=> de facturen voor verwijdering van dierlijk afval;
=> de handelsdocumenten voor dit afval die melding maken van:
- de aard en de hoeveelheid afval;
- de naam van de werkplaats die afval produceert.
Houd dit register vijf jaar lang bij.
- Een schriftelijke overeenkomst met de geregistreerde ophalerinzamelaar, handelaar en makelaar of transporteur. In deze overeenkomst staat de frequentie van de verwijderingen duidelijk vermeld.
- Een processchema (behalve als uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning u een afwijking toestaat).
- Een jaarbalans die u naar de inspectiedienst van Leefmilieu Brussel dient te sturen.
Voor koffiebranderijen
Bij een controle legt u het volgende voor:
- De facturen van het jaarlijkse onderhoud van de installaties (maximaal 15 maanden tussen twee onderhoudsbeurten).
Houd deze facturen vijf jaar lang bij.
- De facturen van het jaarlijkse onderhoud van de brandblusapparaten en de slanghaspels.
Législation
Levensmiddelen van dierlijke oorsprong
- Koninklijk besluit van 30 november 2015 betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong (bevoegde overheidsinstantie FAVV)
- Verordening (EG) nr. 1069/2009 van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten)
- Verordening (EU) nr. 142/2011 van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn
Dierlijk afval
AfvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is.