Warmtekrachtkoppel-ingsinstallaties
- Inspectie
- Energie
- Milieuvergunning
- Verplichtingen
- Warmtekrachtkoppeling
Inhoud
-
Uw stookplaats: kenmerken en uitrusting
-
Dimensionering
-
Toegestane en verboden brandstoffen
-
De goede werking van uw installatie
-
Uw verplichtingen in verband met onderhoud en verontreinigingsmetingen
-
Wat zijn de emissiegrenswaarden?
-
Uw projecten voor het ombouwen of vervangen van apparatuur
-
Verplicht bij te houden documenten die tijdens een controle moeten worden voorgelegd
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Hebt u één of meer warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) ? U moet een vergunning aanvragen. U wilt de uitbatingsvoorwaarden van uw vergunning beter begrijpen? Deze gids licht de opgelegde verplichtingen toe en staat ook stil bij de mogelijke afwijkingen.
Is dit op u van toepassing?
Deze voorwaarden zijn op u van toepassing als u een warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) met een nominaal ingangsvermogen van 20 kW of meer uitbaat.
De voorwaarden naleven: een wettelijke verplichting
U baat een warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) met een nominaal ingangsvermogen van 20 kW of meer uit.
Uw installatie is in dat geval een milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning - rubriek 40.
Wat is het nominale ingangsvermogen?
Dit is de maximale hoeveelheid thermische of calorische energie:
- uitgedrukt op basis van de onderste verbrandingswaarde van de brandstof,
- vastgesteld en gewaarborgd door de fabrikant,
- die door de brandstof kan worden aangevoerd en door het toestel in continu bedrijf kan worden verbruikt, overeenkomstig de vastgelegde normen.
Het vermogen waarmee rekening moet worden gehouden, is dus dat bij de ingang van de installatie.
Afhankelijk van uw installatie kan het zijn dat u ook aan de volgende rubrieken onderworpen bent:
Rubriek 148 |
Transformatoren Als uw warmtekrachtkoppelingseenheden de installatie van transformatoren vereisen. |
Rubriek 88. 4 |
Opslag van olie Als u olie gebruikt om uw motoren te smeren. |
Rubriek 45 |
Opslag van gevaarlijk afval Als u afvalolie afkomstig van de smering van uw motoren opslaat. |
Als u niet alle voorwaarden van uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning naleeft, bent u in overtreding en riskeert u een sanctie (boete, gebruiksverbod, gevangenisstraf).
Waarom deze voorwaarden?
De voorwaarden die in de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning zijn vastgelegd, hebben tot doel:
- de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de atmosfeer door warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU), meer bepaald stikstofoxiden (NOx), te beperken;
- de CO2-uitstoot te verminderen;
- het milieu te beschermen;
- de veiligheid van iedereen te waarborgen.
Deze gids geeft u meer duidelijkheid over uw verplichting wat betreft:
- Uw stookplaats: kenmerken en uitrusting
- De goede dimensionering
- De toegestane en verboden brandstoffen
- De goede werking van uw installatie
- Uw verplichtingen in verband met onderhoud en verontreinigingsmetingen
- De emissiegrenswaarden
- Uw projecten voor het ombouwen of vervangen van apparatuur
- De bij te houden documenten die tijdens een controle moeten worden voorgelegd
Uw stookplaats: kenmerken en uitrusting
a. Brandpreventie
- Leef de brandwerendheidsnormen na voor de wanden en deuren van de stookplaats. Volg echter steeds het advies van de DBDMH en andere wetgeving wanneer die strenger zijn.
- De deur tussen de stookplaats en de rest van het gebouw heeft een brandweerstand van minstens een halfuur: EI130.
- De wanden van de stookplaats, vloer en plafond inbegrepen, hebben een brandweerstand van minstens 1 uur: (R)EI60.
De brandwerendheidsnormen zijn niet van toepassing indien:
- de deuren rechtstreeks naar buiten leiden;
- de stookplaats zich op het dak bevindt.
De normen voor deuren gelden uitsluitend voor de deuren tussen de stookplaats en de rest van het gebouw. Ze gelden dus niet voor de deuren die naar buiten leiden.
Veiligheid
- Zorg voor een veiligheidsvoorziening buiten de stookplaats (of dicht bij de deur) om de energietoevoer (elektriciteit en brandstof) naar de installatie af te sluiten
U kunt een gemotiveerde aanvraag tot afwijking indienen bij Leefmilieu Brussel wanneer u vooraf de toestemming van de DBDMH hebt bekomen.
- Zorg voor brandblusapparaten en brandkranen, eventueel in overleg met de DBDMH. Laat die elk jaar nakijken.
- Plaats niets voor de deuren, die automatisch moeten sluiten.
b. Uitrusting en toegang
Uitrusting
- WarmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) zijn zodanig ontworpen en ingericht dat ze gemakkelijk toegankelijk zijn voor hun regelmatige inspectie en onderhoud en voor alle werkzaamheden zoals demontage of reparatie.
Toegang tot de ruimte
- Alleen gekwalificeerd technisch personeel mag toegang hebben tot de ruimte waar de warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) zich bevinden.
- Plaats een affiche met 'beperkte toegang' op de toegangsdeur van de stookplaats.
c. Ventilatie
- Ventileer de stookplaats naar buiten toe (open lucht) door middel van een hoge en lage ventilatie om:
U kunt een gemotiveerde aanvraag tot afwijking van deze ventilatienorm indienen bij de bevoegde instantie (Leefmilieu Brussel of de gemeente). In dat geval moet u de prestaties van de door u voorgestelde alternatieve ventilatie in detail beschrijven.
- de toevoer van verse lucht te verzekeren;
- een goede verbranding en dus een goede energie-efficiëntie te waarborgen;
- een gepaste afvoer van de afvoerlucht en de warmte mogelijk te maken;
- de risico's op brand te verminderen.
- Voor de berekening van de ventilatiedoorsneden moet rekening worden gehouden met:
- de aanbevelingen van de technische fiche van de warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) betreffende de nodige luchtstromen voor de verbranding en de koeling van de motor; en
- ketels of andere stookinstallaties die aanwezig kunnen zijn in de stookplaats.
- De ventilatieleidingen zijn:
- De ventilatieleidingen zijn:
- vervaardigd uit niet-brandbare materialen.
- De leidingen, kokers, ventilatieroosters langs waar de stookplaats in verbinding staat met aanpalende ruimtes, zijn voorzien van brandkleppen of brandwerende roosters met een even lange brandweerstand als de wanden of de deuren.
- De ventilatieroosters en -leidingen mogen in geen geval worden afgesloten.
d. Schoorsteen
- De afvoer van lucht gebeurt via luchtdichte buizen.
- De verbrandingsgasafvoeren bevinden zich:
- verticaal op het dak
- op minstens 8 meter afstand van elk raam of elke luchttoevoeropening.
Tenzij uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning expliciet een andere uitloop toestaat.
- De verbrandingsgasafvoeren mogen in geen geval hinder voor de voetgangers en de buurt opleveren.
e. Opslag van nieuwe olie en afvalolie
Het betreft olie die afkomstig is van de smering van de warmtekrachtkoppelingsmotor.
Voor de nieuwe warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU):
- Voor de nieuwe warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) mag de stookplaats geen opslagplaats voor oliën, ontvlambare vloeistoffen, brandbaar materialen of voorwerpen bevatten die schadelijk kunnen zijn voor de goede werking van de installaties.
U kunt een gemotiveerde aanvraag tot afwijking indienen bij Leefmilieu Brussel wanneer u vooraf de toestemming van de DBDMH hebt bekomen.
- In het geval van een afwijking moet u op de toegangsdeur tot de stookplaats de hoeveelheid en het type opslag aangeven.
Voor de bestaande warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU):
- Voor de bestaande warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) zijn opslagplaatsen voor nieuwe of gebruikte oliën met een maximale capaciteit van 400 liter toegelaten in de stookplaats.
Tenzij de DBDMH strengere voorwaarden oplegt.
- Als u de wanden van de stookplaats wijzigt of de installaties verplaatst, moet u de opslag van de olie afscheiden van de stookplaats.
- U moet op de toegangsdeur tot de stookplaats de hoeveelheid en het type opslag aangeven.
Voor alle warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU)
- Laat nooit afvalolie in of op de bodem, in de oppervlaktewaterenEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). , in het grondwater, in de riolen, de afvoerleidingen, de collectoren of op om het even welke plaats lopen waar ze milieuverontreiniging kan veroorzaken.
- Zorg ervoor dat in de buurt van de opslagplaats middelen aanwezig zijn om verdere verspreiding van de olie tegen te gaan, zoals houtzaagsel of andere absorberende producten. Die middelen dienen onmiddellijk te worden ingezet.
- Om nieuwe olie en afvalolie in verplaatsbare recipiënten op te slaan, moet u:
- de olie in gesloten en lekdichte recipiënten plaatsen, zoals vaten, die voor dit gebruik bestemd zijn;
- de recipiënten opslaan op een voldoende verluchte plaats, op een afstand van installaties die warmte afgeven of installaties die vonken of naakte vlammen voortbrengen;
- deze recipiënten plaatsen in een inkuiping die voldoende stevig en ondoorlatend is om de olie op te vangen die wegloopt in het geval een recipiënt die in deze inkuiping is geplaatst zou scheuren;
- de olierecipiënten vullen of leegmaken boven een inkuiping om te voorkomen dat de olie per ongeluk in de riolering terechtkomt;
- de inkuiping in goede staat houden en regelmatig de ondoorlatendheid ervan controleren;
De inkuiping van de tanks en verplaatsbare recipiënten voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° De inkuiping moet een op elk moment gewaarborgde inhoud hebben van:
- ten minste 110% van het grootste recipiënt of de grootste tank die ze bevat en
- ten minste een kwart van de totale inhoud van alle recipiënten of tanks die ze bevat.
2° De inkuiping moet voldoende stevig en ondoorlatend zijn om de olie op te vangen die wegloopt in het geval een recipiënt of een tank die in deze inkuiping is geplaatst zou scheuren.
3° De inkuiping mag niet aangesloten zijn op de riolering.
4° Er moeten voorzieningen worden getroffen om te vermijden dat regenwater en afvloeiend hemelwater in de inkuiping terechtkomt, bijvoorbeeld een luifel of een dak.
5° De inkuiping moet op zodanige wijze worden gebouwd dat een visuele controle van de hele opslagruimte mogelijk is.
- Het volume van de inkuiping mag niet worden verkleind door er andere materialen in op te slaan.
- Om nieuwe olie en afvalolie in tanks op te slaan, moet u:
- bovengrondse enkelwandige tanks gebruiken die in een inkuiping zijn geplaatst, ofwel dubbelwandige tanks die zijn uitgerust met een permanent lekdetectiesysteem;
- de tanks vullen of leegmaken onder permanent toezicht om onmiddellijk te kunnen ingrijpen indien zich een probleem voordoet.
De dubbelwandige tanks moeten voldoen aan de volgende minimumeisen:
1° Ze worden beschermd door een - eventueel gedeeltelijk - omhulsel, dat een gesloten ruimte vormt waarin een interstitiële vloeistof kan rondstromen die wordt gebruikt:
- om eventuele lekken in de binnenste tank of het buitenste omhulsel op te sporen;
- of waarin een voorziening kan worden geplaatst om lekken op te sporen.
2° De gekozen vloeistof mag het staal of het plastic van het omhulsel niet aantasten en mag niet stollen bij de laagste te verwachten wintertemperaturen.
3° Het permanent lekdetectiesysteem is op zodanige manier ontworpen dat dit een alarmsignaal genereert dat hoorbaar is voor de verantwoordelijke van de installatie wanneer:
- er olie aanwezig is of
- de druk of het niveau van de interstitiële vloeistof schommelt.
- Voor alle hulpuitrustingen van de tanks:
- installeer leidingen om de tanks te vullen en leeg te maken die zo zijn ontworpen dat een perfecte ondoorlatendheid van de leidingen, koppelingen en kranen is gegarandeerd;
- rust de hulpuitrustingen uit met een toestel, bijvoorbeeld een afsluitklep, dat het mogelijk maakt om het verlies van olie te beperken wanneer de leidingen breken;
- plaats de peilmeters aan de buitenkant boven de inkuiping;
- plaats de openingen en verbindingsstukken op het bovenste gedeelte van de tank en in elk geval boven het hoogste niveau van de vloeistof die erin zit.
- Voor afvalolie:
- behandel en voer afvalolie af als gevaarlijk afval.
- Het is verboden om afvalolie te verbranden.
Dimensionering
Goede dimensionering
Deze dimensioneringsvoorwaarden voor de aangifte of warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) uit die al in bedrijf zijn gesteld;
- uw warmtekrachtkoppelingsproject bevindt zich in een collectieve wooneenheid d.w.z. het betreft gecertificeerde hoogrendements warmtekrachtkoppelingsinstallaties op aardgas die hun nuttige warmte in termen van geleverde MWh voor meer dan 75% leveren aan meerdere residentiële afnemers, zoals voorzien in artikel 21 van het besluit van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene elektriciteit.
Bestaande constructies
Voor de bestaande constructies is een nieuwe warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) goed gedimensioneerd indien:
- het vermogen van de installatie toelaat om meer dan 90% van de thermische behoefte die met warmtekrachtkoppelingWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) kan worden ingevuld te produceren
De thermische behoefte die met warmtekrachtkoppeling kan worden ingevuld komt overeen met de oppervlakte van de grootst mogelijke rechthoek binnen de afnemende curve van de totale thermische behoefte van de afnemers waarin werd voorzien, desgevallend verminderd met een factor van 30%.
- die is gedimensioneerd op de totale thermische behoefte van de bevoorrade klanten, verminderd met 30% om rekening te houden met de effecten van rationeel energiegebruik.
U kunt een gemotiveerde aanvraag tot afwijking indienen bij de bevoegde instantie (Leefmilieu Brussel of de gemeente), waarin u informatie verstrekt over:
- de efficiënte isolatie van het gebouw; en
- de technische onmogelijkheden zoals plaatsgebrek.
Hoe toont u de goede dimensionering aan en wanneer?
- Gebruik de gegevens van het maandelijkse brandstofverbruik op basis van de facturen van de leverancier voor een volledig jaar.
- Bereken het vermogen met de COGENoptitherm (.xlsm) -tool. Deze tool geeft het aanvaardbare vermogensbereik aan.
- Stuur het rekenblad of een kopie van de resultaten van deze berekening mee op het moment dat u de verklaring, de milieuvergunningsaanvraag of de wijzigingsaanvraag indient.
Nieuwe constructies
Voor de nieuwe constructies is een nieuwe warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) goed gedimensioneerd indien:
- het vermogen van de installatie toelaat om meer dan 90% van de thermische behoefte die met warmtekrachtkoppelingWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) kan worden ingevuld te produceren;
De thermische behoefte die met warmtekrachtkoppeling kan worden ingevuld komt overeen met de oppervlakte van de grootst mogelijke rechthoek binnen de afnemende curve van de totale thermische behoefte van de afnemers waarin werd voorzien, desgevallend verminderd met een factor van 30%.
- die is gedimensioneerd op basis van de totale theoretische thermische behoefte van de bevoorrade klanten.
Hoe toont u de goede dimensionering aan en wanneer?
- Gebruik het typeverbruik voor het betrokken gebouw, zoals vermeld in COGENoptitherm (.xlsm)
- Bereken het vermogen met de COGENoptitherm (.xlsm) -tool. Deze tool geeft het aanvaardbare vermogensbereik aan.
- Stuur het rekenblad of een kopie van de resultaten van deze berekening mee op het moment dat u de verklaring, de milieuvergunningsaanvraag of de wijzigingsaanvraag indient.
Toegestane en verboden brandstoffen
- De toegestane brandstoffen zijn:
- aardgas;
- andere gasvormige brandstoffen dan aardgas;
Deze brandstoffen kunnen een verschillende oorsprong hebben. Ze kunnen met name worden geproduceerd:
- door anaerobe afbraak (bij gebrek aan zuurstof) van organisch materiaal (biomethanisatieBiomethanisatie is het natuurlijk biologisch proces van afbraak van organisch materiaal bij afwezigheid van zuurstof, waarbij biogas (methaan) en een digestaat (meststof) worden geproduceerd.) of
- door houtvergassing (syngas).
- dierlijke vetten, met uitzondering van afvalstoffen;
- andere vloeibare brandstoffen dan gasolie:
- geraffineerde agrobrandstoffen of biobrandstoffen: biodiesel, ester, ethanol
- niet-geraffineerde agrobrandstoffen: koolzaadolie of eender welke andere plantaardige olie.
- Zijn verboden: warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) die werken met vloeibare of vaste fossiele brandstoffen zoals gasolie, stookolie, kerosine, steenkool of bruinkool.
-
Vloeibare of vaste fossiele brandstoffen zijn verboden omdat ze:
- minder energie-efficiënt zijn; en
- meer vervuilend zijn door hun uitstoot in de lucht.
- Zijn verboden: warmtekrachtkoppelingsinstallatiesWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) die werken met brandstoffen die afvalstoffen zijn.
-
Een warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) voldoet niet aan de voorwaarden vastgelegd in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de verbranding en de meeverbranding van afval en mag dus geen afvalstoffen aanvaarden.
Dit besluit is niet van toepassing op vergassings- of pyrolyse-installaties, indien:
- de gassen die het resultaat zijn van deze thermische behandeling van afvalstoffen dermate worden gezuiverd dat zij vóór de verbranding ervan niet langer een afvalstof zijn; en
- deze gassen geen hogere vervuilende emissies veroorzaken dan die welke voortvloeien uit het gebruik van aardgas.
De goede werking van uw installatie
- Uw warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) moet hoogrenderend zijn gedurende de volledige uitbatingsperiode
Een warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) die aan een aangifte of milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning is onderworpen, moet gedurende de hele uitbating aan dit hoogrendementscriterium voldoen. De kwalificatie 'hoogrenderend' is niet enkel aan de certificering en de duur van de toekenning van groenestroomcertificaten (10 jaar) gekoppeld.
De hoogrenderende warmtekrachtkoppelingsinstallatie moet voldoen aan de criteria bepaald in bijlage 2 bij de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Of de installatie effectief hoogrenderend is, wordt gecontroleerd:
- tijdens de installatie door middel van certificering; en
- tijdens de uitbating door de toekenning van groenestroomcertificaten, die een economische stimulans zijn.
Er kan een controle worden gevraagd in het kader van een aangifte of milieuvergunning.
- Houd de tijd gedurende dewelke de warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) wordt opgestart en stilgelegd zo kort mogelijk.
- Rust de installatie uit met een monitoringsysteem op afstand om de prestaties ervan te optimaliseren: temperatuur, regeling ...
- Voer een dagelijkse monitoring uit om te beoordelen of er een storing is opgetreden en of de installatie in werking is of stil ligt.
Uw verplichtingen in verband met onderhoud en verontreinigingsmetingen
a. Onderhoud
- Laat uw installatie minstens één keer per jaar onderhouden door een bevoegd technicus.
b. Monitoring van de verontreinigingsmetingen
- Voer een verontreinigingsmeting uit:
- binnen de 4 maanden nadat de warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) in bedrijf werd gesteld;
- minstens één keer per jaar, met een maximumperiode van 15 maanden tussen twee metingen.
- Laat de metingen uitvoeren door een bevoegd technicus wanneer de installatie een nominaal ingangsvermogen heeft ≥ 20 kW en < 300 kW.
- Laat de metingen uitvoeren door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkend laboratorium in de discipline lucht/rookgas, volgens de normen die zijn aangegeven in de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldende code van goede praktijk inzake de geleide emissiemetingen van atmosferische verontreiniging als de installatie werkt:
- op aardgas en een nominaal ingangsvermogen heeft ≥ 300 kW;
- met een andere brandstof dan aardgas en een nominaal ingangsvermogen heeft ≥ 20 kW.
- Neem de voorwaarden voor het verrichten van de metingen in acht:
- De metingen worden uitgevoerd wanneer de installatie in bedrijf is, waarbij de opstart- en stilleggingsperiodes buiten beschouwing worden gelaten;
- De concentraties van verontreinigende stoffen worden tegelijk bij hetzelfde meetpunt en in een homogene stroom gemeten;
- De emissiegrenswaarden worden geacht nageleefd te zijn indien de resultaten voor elk van de gemeten verontreinigende stoffen de betreffende emissiegrenswaarde niet overschrijden.
- Neem bij een overschrijding van de emissiegrenswaarden onmiddellijk alle maatregelen die nodig zijn om de installatie weer in overeenstemming te brengen.
Wat zijn de emissiegrenswaarden?
a. Voor warmtekrachtkoppelingsinstallaties op aardgas
De emissiegrenswaarden worden uitgedrukt in mg/Nm³ en worden vastgesteld:
- voor een temperatuur van 273,15 K en een druk van 101,3 kPa;
- na correctie voor het waterdampgehalte van de afgassen;
- voor een genormaliseerd O2-gehalte van 15%.
Bestaande motoren op aardgas waarvan een aangifte of een milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning werd ingediend vóór 9/01/2021 |
||
---|---|---|
tot 31/12/2024 voor motoren > 5 MW tot 31/12/2029 voor motoren ≥ 20 kW en ≤ 5 MW |
Vanaf 1/01/2030 voor motoren met een vermogen ≥ 20 kW en ≤ 5 MW | |
NOx | Waarde van de basisvergunning: 95 of 190 | 50 |
CO | 112,5 | 112,5 |
Nieuwe motoren op aardgas waarvan de aangifte of de aanvraag van milieuattest of van milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning of de aanvraag van wijziging werd ingediend |
|||
---|---|---|---|
Nominaal ingangsvermogen |
Vanaf 9/01/2021 en tot 31/12/2021 |
Vanaf 1/01/2022 |
|
NOx | ≥ 20 kW en < 1 MW | 95 | 50 |
≥ 1 MW en ≤ 5 MW | 95 | 50 | |
CO | ≥ 20 kW | 112,5 |
Motor op aardgas, met een vermogen > 5 MW | |||
---|---|---|---|
Motor die voor 20/12/2018 in gebruik genomen is | Motor die na 20/12/2018 in gebruik genomen is | ||
Waarde van toepassing vanaf 1 januari 2025 | onmiddelijk van toepassing | ||
NOx | 95 | 35 | |
CO | 112,5 |
b. Voor warmtekrachtkoppelinginstallaties op andere brandstoffen
Raadpleeg de emissiegrenswaarden in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 november 2020 tot bepaling van de voorwaarden voor de uitbating van warmtekrachtkoppelingsinstallatie.
Uw projecten voor het ombouwen of vervangen van apparatuur
- Vraag de toelating aan uw gemeente of aan Leefmilieu Brussel (afhankelijk van wie uw vergunning heeft afgeleverd) alvorens de warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) of de uitrustingen die zich in de ruimte van de warmtekrachtkoppelingsinstallatie bevinden, om te bouwen.
- Indien u de toelating moet aanvragen bij Leefmilieu Brussel, moet u uw aanvraag richten tot:
Leefmilieu Brussel
Afdeling Vergunningen en Partnerschappen
Thurn & Taxis Site
Havenlaan 86C, bus 3000
1000 BrusselVermeld in uw brief:
- de naam, de firmanaam en het adres van de houder van de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning ;
- de referenties van de geldige milieuvergunning(en).
U kunt ook het aanvraagformulier voor wijziging van een milieuvergunning invullen en naar Leefmilieu Brussel opsturen.
-
Gelieve u tot de milieudienst van de gemeente te wenden indien uw vergunning door de gemeente werd afgeleverd.
Ombouwen houdt meer bepaald in dat:
- de installatie wordt gewijzigd;
- het vermogen van de motor wordt aangepast;
- een andere brandstof wordt gebruikt;
- de warmtekrachtkoppelingsinstallatieWarmtekrachtkoppeling is de gelijktijdige opwekking in één proces van thermische energie en elektrische of mechanische energie. (RICHTLIJN 2012/27/EU) of een van de bijbehorende installaties wordt verplaatst;
- elementen van de ruimte waarin de warmtekrachtkoppelingsinstallatie zich bevindt, bijvoorbeeld de ventilatie, worden veranderd.
- Wacht altijd de officiële toelating af alvorens de ombouwwerken uit te voeren.
Verplicht bij te houden documenten die tijdens een controle moeten worden voorgelegd
- Houd een register bij dat op eenvoudig verzoek kan worden ingekeken. Dit register bevat de volgende elementen:
- de emissiemonitoringresultaten en een samenvatting van deze resultaten;
- het bewijs van de continue werking van de secundaire voorziening tegen verontreinigingen, indien de installatie daarmee is uitgerust;
- de onderhoudsattesten;
- de onderhouds- en bedieningshandleiding van de installatie;
- een hydraulisch schema met de eventuele ketels van het hydraulisch circuit;
- een overzicht van eventuele storingen of van het uitvallen van de secundaire voorziening tegen verontreinigingen;
- een overzicht van de gevallen van niet-naleving en de getroffen maatregelen.
Wetgeving
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 november 2020 tot bepaling van de voorwaarden voor de uitbating van warmtekrachtkoppelingsinstallatie (B.S. 10.12.2020)
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 januari 2018 betreffende de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door middelgrote stookinstallaties (B.S. 27.02.2018)