Afvalbeheer: uw plichten?
- Inspectie
- Afval
- Milieuvergunning
Inhoud
-
Bewijs van beheer
-
Specifieke verplichtingen voor gevaarlijke afvalstoffen
-
Verbod op plastic zakjes
-
Verbod op plastic kassazakjes voor eenmalig gebruik
-
Wat met al die andere plastic zakjes?
-
FAQ - Verbod op plastic zakken voor eenmalig gebruik (<50 micron)
-
FAQ - Traceerbaarheidsregeling voor het beheer van niet-huishoudelijke afvalstoffen
-
FAQ - Grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Een verantwoord afvalbeheer is niet alleen een kwestie van gezond verstand, voor sommigen is het ook een wettelijke verplichting.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalt het 4e Afvalplan de te bereiken doelstellingen en de krachtlijnen van het Brusselse beleid om de uitdaging van een duurzaam afvalbeheer aan te gaan.
Bewijs van beheer
Van uw afval geraken doet u via de wettelijke circuits.
Voortaan regelt een inzamelcontract met een geregistreerd ophalerinzamelaar, handelaar en makelaar de inzameling van uw ongevaarlijk afval, ongeacht de geproduceerde hoeveelheid afval. Na afloop ervan houdt men dit inzamelcontract nog vijf jaar bij.
Kiest u er daarentegen voor om rechtstreeks of via een afvaltransporteur een beroep te doen op een afvalverwerkende installatie, dan zult u moeten bewijzen dat uw afval overeenkomstig de geldende reglementering verwerkt werd. Tot vijf jaar na aflevering doet u dit aan de hand van een ontvangstbewijs dat de toegelaten installatie voor u heeft opgesteld.
Inzameling van niet-gevaarlijk afval
Alle afval dat niet voorkomt in de categorieën onder gevaarlijke afvalstoffenAfval dat gevaarlijke stoffen bevat: brandbaar (koolwaterstoffen), giftig (pesticiden), oxiderend (nitraten), bijtend (zuren), radioactief (isotopen). , is niet-gevaarlijk. Het gaat over afval zonder enig gevaarkenmerk dat dus in de lijst van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen geen asterisk bij zijn naam heeft staan.
In principe bieden privé-inzamelaars u de inzamelmodaliteiten aan die het meest geschikt zijn voor uw afvalproductie (type en grootte van de containers, inzameling op maat, dag en uur wanneer ze langskomen, ...) en stellen ze containers in verschillende maten, voor de verschillende soorten van afval, ter beschikking: papier en karton, pmd, glas, restafvalAfval dat niet selectief wordt gesorteerd of rest na het verwijderen van recycleerbare stoffen en in de normale vuilniszak terechtkomt. .
Ter herinnering: afval sorteren is verplicht voor de volgende fracties: pmd, papier en karton, glas, planten, gevaarlijk afval en inzamelplichtig afval.
Voor meer informatie over de verplichting inzamelcontract en afval sorteren.
Specifieke verplichtingen voor gevaarlijke afvalstoffen
Gevaarlijke afvalstoffenAfval dat gevaarlijke stoffen bevat: brandbaar (koolwaterstoffen), giftig (pesticiden), oxiderend (nitraten), bijtend (zuren), radioactief (isotopen). zijn afvalstoffen die een risico vormen voor de gezondheid van de mens of het milieu: ontvlambare, ontplofbare, irriterende, giftige, ... producten.
Gevaarlijke afvalstoffen zijn wettelijk vastgelegd: zij worden aangeduid met een sterretje in de lijst van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen die de afvalstoffen opsomt per type en per activiteitssector. De technische fiche van de producten vermeldt of het product gevaarlijke eigenschappen bezit en op de verpakking is een logo aangebracht waarmee u ze gemakkelijk kunt identificeren.
Als u in het bezit bent van afvalstoffen die in deze lijst zijn opgenomen als gevaarlijke afvalstoffen, dan moet u bepaalde voorzorgen nemen en een duidelijk omschreven verwijderingscircuit volgen. U hebt een milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning nodig wanneer u meer opslaat dan:
- 1 m² vaste gevaarlijke afvalstoffen;
- 50 liter vloeibare gevaarlijke afvalstoffen met een vlampunt lager dan 21 °C;
- 500 liter vloeibare gevaarlijke afvalstoffen met een vlampunt hoger dan 21 °C;
- 5 m² afvalstoffen van elektrisch en elektronisch materiaal.
Dit zijn u verplichtingen :
- Respecteer het milieu en de wetgeving wanneer u gevaarlijke afvalstoffen opslaat. Meng geen gevaarlijke afvalstoffen met ander afval. Verpak gevaarlijke afvalstoffen zo dat gevaar of besmetting uitgesloten is. Sluit de verpakkingen om verlies van hun inhoud tijdens de opslag of het vervoer te voorkomen, en duid de aard, de samenstelling en de hoeveelheid afval aan op de verpakking. De erkende ophalers kunnen u geschikte containers leveren. Bewaar gevaarlijke afvalstoffen in zuivere en goed geventileerde opslagplaatsen, en plaats altijd een geschikt brandblusapparaat in de omgeving van de opslagzones.
- Geef het gevaarlijk afval mee met een vergunde operator in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Elke bezitter van gevaarlijke afvalstoffen is verplicht ofwel er zichzelf van te ontdoen overeenkomstig de wetgeving ofwel ze met een vergunde operator in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mee te geven. Raadpleeg de lijst om een erkende inzamelaar, handelaar of makelaar in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te vinden. Indien de vervoerder hoeveelheid minder dan 500 kg bedraagt, kunt u uw gevaarlijke afvalstoffen ook zelf naar een erkende afvalinzamelings- of verwerkingsinstallatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest brengen.
- Houd een register van gevaarlijke afvalstoffen bij. Dit register bevat alle traceerbaarheidsdocumenten
Goed om te weten
Onder “traceerbaarheidsdocument” wordt verstaan:
- elk document of contract dat door de inzamelaar, handelaar, makelaar aan de afvalstoffenhouder/-producent wordt bezorgd;
- elk document of contract dat door de inzamel- of verwerkingsinrichting wordt afgeleverd.
Een traceerbaarheidsdocument kan een factuur, een CMR-vrachtbrief, een verzendingsnota, weegbon, contract … zijn waarop alle nodige informatie wordt vermeld.
Om uw verplichtingen als afvalproducent te kennen, kunt u de gids “Afvalproducent” raadplegen.
Verbod op plastic zakjes
Sinds 1 september 2017 zijn, overal in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, plastic wegwerp kassazakjes verboden. De productie ervan vergt veel grondstoffen en vaak eindigen deze zakjes voor eenmalig gebruik als zwerfafval in de Brusselse straten… Of ze belanden in de natuur en in de oceanen!
Het verbod is van toepassing sinds 1 september 2017 voor de kassazakjes en zal vanaf 1 september 2018 ook gelden voor alle andere zakjes die bestemd zijn voor het verpakken van waren en die gebruikt worden in de verkoopruimte van detailhandelaars. Er zijn echter enkele uitzonderingen voorzien.
Waarom dit verbod?
Met dit verbod kunnen we de afvalberg verkleinen en ons leefmilieu beschermen.
- De productie van die zakjes vergt veel natuurlijke grondstoffen en energie.
- Na gebruik belanden de zakjes vaak in de vuilnisbak en vervolgens in de verbrandingsoven , waardoor ze de lucht kunnen vervuilen die we inademen. Of ze belanden op straat, in de natuur en in de oceanen. Hele zakken of stukjes ervan komen terecht in de maag van (zee)dieren.
Meer informatie over het verbod op kassazakjes
Meer informatie over het verbod op andere plastic zakjes
Wetgeving
- De Europese Richtlijn 2015/720
- Brudalex (Algemene informatie)
- De volledige tekst van het besluit. De informatie over de plastic zakjes begint op pg. 114
- Ministerieel besluit dat de soorten plastic zakken nader omschrijft die afwijken van het gebruiksverbod van de plastic zakken voor eenmalig gebruik bedoeld in artikel 4.6.2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen
Verbod op plastic kassazakjes voor eenmalig gebruik
Welke zakjes?
Alle plastic kassazakjes voor eenmalig gebruik, bedoeld om aankopen in mee te nemen.
De zakjes die worden aangeboden als primaire verpakking voor voedingswaren in bulk worden niet als kassazakjes beschouwd.
Welke winkels?
Alle Brusselse winkels, ongeacht het soort koopwaar: voeding, kleding, schoonheidsproducten, klusmateriaal… Het verbod geldt ook voor marktkramers en andere straatverkopers.
Hoe uw klanten informeren?
Leefmilieu Brussel stelt handelaars communicatiemateriaal ter beschikking om de klanten te informeren over het verbod en ze aan te moedigen om hun herbruikbare tas mee te brengen. Het materiaal kan u digitaal terugvinden onderaan deze webpagina.
Moedig de klanten aan om zelf hun eigen herbruikbare zakken of andere alternatieven mee te brengen. Dit kan op verschillende manieren:
- Bied de klant niet meer spontaan een zakje aan, vraag of hij zijn zak bij heeft.
- Praat erover met uw klant.
- Beloon de klant telkens hij met zijn eigen zak komt winkelen (bv. klantenkaart, spaarsysteem, korting,…). Dit kan op uw eigen initiatief, of samen met andere handelaars in uw buurt,…
- Verwijs naar de communicatiecampagne (artikels in de media, affiches,…)
- Indien u adverteert, vermeld het zelf meebrengen van een zak in uw advertentie/reclame
- Hang de affiche en/of sticker op op een duidelijk zichtbare plaats, zodat de klant er aan denkt vooraleer hij uw zaak binnen stapt.
Leefmilieu Brussel lanceerde tijdens de zomervakantie 2017 een uitgebreide communicatiecampagne voor het grote publiek. U staat er als handelaar dus niet alleen voor! Uw klanten werden gesensibiliseerd via affiches, radiospots, ludieke straatacties, de sociale media, de website van Leefmilieu Brussel en nog veel meer.

Wat zijn de alternatieven voor uw klanten?
Preventie
Het beste alternatief is geen zakje: als het kan – en dat kan in veel gevallen-, vertrekt de klant zonder zakje. Op die manier worden er geen grondstoffen verbruikt, en wordt er ook geen afval veroorzaakt.
Hergebruik
Voor alle gevallen waar toch een alternatief nodig is, wordt hergebruikHergebruik is het behouden van een object om het te hergebruiken zoals het is, eventueel na een voorbereidingsfase voor hergebruik. Voorbeeld: bakstenen worden ontmanteld en hergebruikt voor een nieuwe muur, na te zijn schoongemaakt en gecontroleerd. zo veel mogelijk aangemoedigd:
- Moedig uw klanten dus aan om hun herbruikbare tas mee te brengen: uw klant gebruikt zijn eigen tas in stof of in herbruikbaar plastic, zijn mand, zijn boodschappenwagentje op wieltjes, zijn kartonnen doos, zijn rugzak, zijn plooibak…
- Is uw klant zijn tas vergeten? Dan kan u hem of haar eventueel uitzonderlijk een herbruikbare tas aanbieden of verkopen om de koopwaar in mee te nemen - dat kan bv. ook een kartonnen doos zijn die als verpakking diende voor uw producten - en herinner uw klant eraan om de nieuwe gewoonte aan te nemen!
=> Moedig uw klanten dus aan om hun eigen zak of ander alternatief mee te brengen, dan hoeft u zelf geen herbruikbare zak meer aan te bieden.
Wat is een herbruikbare zak?
Om een zak (verpakking) als herbruikbaar te definiëren, dient aan de volgende eisen gelijktijdig te worden voldaan:
- de fysieke eigenschappen en kenmerken van de verpakking moeten onder normaal te verwachten gebruiksvoorwaarden een aantal omlopen mogelijk maken;
- gebruikte verpakking moet kunnen worden verwerkt in overeenstemming met de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften voor de arbeidskrachten;
- er moet worden voldaan aan de specifieke eisen ten aanzien van terugwinbare verpakkingen wanneer de verpakking niet langer wordt gebruikt en derhalve afval is geworden.
Wat betreft plastic zakken, worden enkel de plastic zakken met een dikte groter dan of gelijk aan 50 micron geacht herbruikbaar te zijn.
Mag ik de herbruikbare zakken verkopen?
Ja.
Het mag, maar het moet niet. Indien er een prijs voor betaald moet worden, beseft de consument dat de zak waarde heeft en zal hij sneller geneigd zijn om de zak te hergebruiken.
Welke tips kan u geven aan klanten die hun zakken altijd vergeten?
Voorzie op zoveel mogelijk plaatsen verschillende soorten zakken: In je rugzak/handtas, fietstassen, in de zak van je jas, in de koffer van je auto, in de keuken, in de hall, in de garage, kortom, op plaatsen waar je veel komt.
Klanten kunnen ook zelf handige trucjes bedenken om de herbruikbare zak of een ander alternatief niet te vergeten: het standaard invullen op het boodschappenlijstje, een memo ophangen aan de frigo,…


En wat als het verbod niet wordt nageleefd?
Als u dit verbod niet naleeft, riskeert u een boete en een strafrechtelijke sanctie.
De controle kan uitgevoerd worden door inspecteurs van Leefmilieu Brussel, alsook door personeelsleden van de gemeenten belast met het toezicht.
Meer informatie
Wat met al die andere plastic zakjes?
Vanaf 1 september 2018 geldt het verbod ook voor alle andere zakjes die bestemd zijn voor het verpakken van waren en die gebruikt worden in de verkoopruimte van detailhandelaars.
De minister heeft echter enkele uitzonderingen voorzien. Deze zakjes worden wel nog toegelaten:
- Tot 29 februari 2020, biogebaseerde en thuis composteerbare plastic zakken voor eenmalig gebruik die bestemd zijn voor de primaire verpakking van groenten en fruit die in bulk verkocht worden. Het minimale gehalte aan biogebaseerde stof van deze zakken is op 40% in 2018 vastgelegd.
- Tot 31 december 2029, de plastic zakken voor eenmalig gebruik bestemd voor de verpakking van voedingswaren die in de kleinhandel verkocht worden die vochtig zijn of vloeistoffen bevatten die kunnen vloeien, voor zover de zak biogebaseerd en thuis composteerbaar is. Het minimale gehalte aan biogebaseerde stof van deze zakken is op 40% in 2018 en op 60% vanaf 2025 vastgelegd.
- Tot 31 december 2029, de zeer lichte plastic zakken voor eenmalig gebruik die gebruikt worden voor de primaire verpakking van waterplanten en waterdieren.
Samengevat geeft dat het volgende overzicht voor de plastic zakken die nog toegelaten worden:
Een zak |
Verplichte eigenschappen |
Toegelaten tot |
om al mijn aankopen in te stoppen (kassazak) |
≥50µ |
onbeperkt |
als primaire verpakking van groenten en fruit die in bulk verkocht worden |
°biogebaseerd en thuis composteerbaar. °minimaal gehalte aan biogebaseerde stof vastgelegd op 40% in 2018 |
29/02/2020 |
als verpakking van voedingswaren die in de kleinhandel verkocht worden en die vochtig zijn of vloeistoffen bevatten die kunnen vloeien |
°biogebaseerd en thuis composteerbaar. °minimaal gehalte aan biogebaseerde stof vastgelegd op 40% in 2018 en op 60% vanaf 2025 |
31/12/2029 |
voor de primaire verpakking van waterplanten en waterdieren |
<15µ |
31/12/2029 |
De bomen en het bos
Ziet u door de bomen het bos niet meer? Dan kan dit schema u helpen bij het bepalen of uw plastic zak al dan niet toegelaten wordt, en tot wanneer.

Welke alternatieven zijn er ?
We raden u aan om nu reeds rekening te houden met dit verbod, en uw stockvoorraad te beperken. U kan reeds overschakelen op herbruikbare alternatieven, zoals
Preventief
- geen verpakking, waar dat niet nodig is (bv. bananen, meloen,…)
Hergebruik
- een herbruikbare plastic bewaardoos, voor kaas, vleeswaren, charcuterie, vis,…
- een hersluitbaar zakje in textiel (katoen, linnen,…), in verschillende formaten voor fruit en groenten, noten, droge voedingswaren in bulk zoals pasta,…
- papieren zakken (fruit, groenten, koekjes, snoep,…)
Compostage
- en indien het echt niet anders kan:
- Biogebaseerde en thuiscomposteerbare zak voor vochtige voedingswaren, met een minimaal gehalte aan biogebaseerde stof vastgelegd op 40% in 2018 en op 60% vanaf 2025
- Biogebaseerde en thuiscomposteerbare zak voor fruit en groenten in bulk (minimaal gehalte aan biogebaseerde stof vastgelegd op 40% in 2018)
Moedig uw klanten dus zo veel mogelijk aan om hun eigen zak of ander herbruikbaar alternatief mee te brengen en informeer uw klanten over de alternatieven die u aanvaardt.
Meer info
FAQ - Verbod op plastic zakken voor eenmalig gebruik (<50 micron)
1. Hoeveel plastic zakken worden er elk jaar ‘verbruikt’?
Elk jaar worden er in Europa ongeveer 800.000 ton plastic zakken voor eenmalig gebruik gebruikt. Een plastic zak wordt in amper een seconde gemaakt en heeft een gemiddelde gebruiksduur van 20 minuten. De levensduur ervan varieert echter van één tot vier eeuwen. De geproduceerde hoeveelheid afval is dus enorm.
2. Wat is de impact van plastic zakken op het leefmilieu?
Naast de natuurlijke rijkdommen en de energie die nodig zijn voor de productie en het transport van de plastic zakken, beëindigen deze vaak hun leven in onze huisvuilzakken. Vervolgens gaan ze op weg naar de huisvuilverbrandingsinstallaties. Maar verbranding betekent gewoonweg een verspilling van grondstoffen. Plastic zakken worden echter ook vaak achtergelaten op straat, in de natuur en de oceanen waar ze terechtkomen in de ingewanden van zeedieren en uiteindelijk ... in ons bord.
3. Wat zijn de voordelen van het verbod op plastic zakken voor het leefmilieu en voor de Brusselaars?
Gelet op deze vaststellingen maakt het verbod op plastic zakken een aanzienlijke daling mogelijk van de productie van dit afval en van de exploitatie van natuurlijke rijkdommen, en zet het aan tot grotere eerbied voor het leefmilieu en onze leefomgeving. Het doel van deze maatregel is de Brusselaars te doen overschakelen op alternatieve oplossingen, namelijk het gebruik van herbruikbare zakken of tassen. Dat verbod brengt uiteraard een verandering van gewoonten en gedragingen mee: iedereen wordt er immers door aangezet om zijn/haar herbruikbare zak of tas meerdere keren te gebruiken in plaats van er een te kopen bij elke aankoop.
4. Wat zijn de voordelen van het verbod op plastic zakken voor de handelaars?
Naast het niet te verwaarlozen gebaar naar het milieu toe om de klanten geen plastic zakken meer aan te bieden, is deze afschaffing ook in economisch opzicht een goede zaak. De kostprijs en het transport van de zakken verdwijnt. De zakken moeten niet worden opgeslagen en maken dus meer plaats vrij. De herbruikbare zakken zijn ook personaliseerbare reclamedrager die potentieel veel langer meegaat en van betere kwaliteit is dan een plastic zak.
5. Waarom heeft men aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een na te leven wettelijk kader opgelegd voor plastic zakken voor eenmalig gebruik
De Europese Unie wil de nationale maatregelen betreffende het beheer van verpakkingsmateriaal en het bijbehorende afval harmoniseren om te komen tot een veel grotere bescherming van het leefmilieu en de werking van de interne markt te garanderen.
De Europese richtlijn 94/62/EC betreffende verpakkingsmaterialen verplicht de lidstaten van de Europese Unie om het verbruik van lichte plastic zakken (<50 micron) aan banden te leggen.
Die maatregelen kunnen variëren in functie van de effecten die plastic zakken hebben op het leefmilieu wanneer ze worden gebruikt of vernietigd, van hun composteereigenschappen, hun duurzaamheid of de specificiteit van hun geplande gebruik. De door de lidstaten genomen beslissingen omvatten een van de twee volgende maatregelen, of zelfs de twee:
- De goedkeuring van maatregelen die een jaarlijks verbruiksniveau garanderen van maximaal 90 zakken in licht plastic per persoon op 31 december 2019 en van 40 zakken in licht plastic per persoon op 31 december 2025, of de vastlegging van gelijkwaardige doelstellingen in gewicht. De zakken in licht plastic kunnen worden uitgesloten uit de nationale verbruiksdoelstellingen.
- De goedkeuring van instrumenten die garanderen dat op 31 december 2018 geen enkele lichte plastic zak nog gratis wordt verstrekt in de verkooppunten van goederen of producten, behalve als er instrumenten van gelijke efficiëntie in praktijk worden gebracht. De zakken in zeer licht plastic kunnen worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van deze maatregelen.
Vanaf 27 mei 2018 geven de lidstaten het jaarlijkse verbruik van lichte plastic zakken aan wanneer ze aan de Commissie gegevens meedelen over de verpakkingen en het verpakkingsafval in overeenstemming met artikel 12. De omzetting van deze Richtlijn gebeurt op intergewestelijk niveau maar het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben besloten verder te gaan door deze lichte plastic zakken gewoon te verbieden.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft geopteerd voor een geleidelijk verbod volgens het type zakken en heeft dit opgenomen in het besluit van de Regering van 1 december 2016 getiteld Brudalex.
6. Wat is Brudalex? Waar kan men de wettelijke basis van het verbod vinden?
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft de Brudalex (wat staat voor Bruxelles/Brussel-Déchets-Afvalstoffen-LEX) goedgekeurd op 1 december 2016. Dit wettelijk kader, dat op 23 januari 2017 in werking is getreden, stelt het Gewest in staat een overgang tot stand te brengen naar een kringloopeconomie waarbij de administratieve lasten worden verminderd en selectieve ophalingen en het hergebruik van afval worden gestimuleerd. De Brudalex behelst een codificering van de uitvoeringsregels inzake afvalbeheer door 11 bestaande besluiten te vervangen.
Het verbod op plastic zakken voor eenmalig gebruik van minder dan 50 micron wordt of zal van kracht worden:
- Op 1 september 2017: een verbod op plastic zakken aan de kassa voor eenmalig gebruik (<50 micron).
- Op 1 september 2018: een verbod op alle plastic zakken voor eenmalig gebruik (<50 micron), m.a.w. de zakken aan de kassa maar ook alle plastic zakken die bestemd zijn voor de verpakking van goederen (voor bulkproducten, groenten, fruit, sieraden, drogisterij, enz.) en gebruikt worden in de verkoopruimte van kleinhandelaars. Er bestaan uitzonderingen voor vloeibare en vochtige producten.
Voor meer informatie over de Brudalex :
7. Hoe zit het in de andere Gewesten?
In het Waals Gewest:
Sinds 1 december 2017 is het gebruik van plastic zakken aan de kassa voor eenmalig gebruik verboden, en dat voor zakken van elke dikte.
Het gebruik van plastic zakken voor eenmalig gebruik, andere dan kassazakken, is sinds 1 maart 2017 verboden voor niet-voedingsproducten. Voor de verpakking van voedingswaren gelden speciale voorschriften: voor groenten en fruit die in bulk worden verkocht, is het toegelaten plastic zakken voor eenmalig gebruik te gebruiken tot 1 maart 2020. Sinds 1 januari 2018 echter moeten deze zakken een minimumgehalte aan biogrondstoffen (40%) bevatten en geschikt zijn voor thuiscomposteren. Deze verplichting van een bijzondere samenstelling is ook van toepassing op plastic zakken voor eenmalig gebruik die bestemd zijn om vochtige, vloeibare of vloeistofbevattende voedingswaren te bevatten. Deze zakken moeten aan de winkeltoonbank door de handelaar worden verzegeld.
In het Vlaams Gewest:
De officiële maatregelen genomen door het Vlaams Gewest zijn nog niet bekendgemaakt en vormen nog altijd het voorwerp van besprekingen.
8. Zijn de maatregelen om het gebruik van plastic zakken te verminderen beperkt tot Europa?
Bangladesh is het eerste land dat sinds 2002 maatregelen genomen heeft om het gebruik van plastic zakken te beperken, gevolgd door Europa, China en talrijke Afrikaanse landen zoals Kenia, Mali en Zuid-Afrika. Terwijl onze buurlanden Frankrijk, Spanje, Italië of Marokko geen plastic zakken meer aanbieden aan de kassa en in winkels tussen 2011 en 2018, kiezen sommige betrokken landen voor een ander alternatief: een extra heffing op de verkoop van plastic zakken. Denemarken doet dit al sinds 1994 en Nederland sinds 2016.
Deze maatregel heeft onder meer het gebruikspercentage van plastic zakken in Nederland met 71% doen dalen. Op het Amerikaanse continent hebben Frans-Guyana, Mexico en Haïti verbodsmaatregelen getroffen. In de Verenigde Staten wordt het aan de steden overgelaten om decreten uit te vaardigen die het gebruik van plastic zakken ontmoedigen. San Francisco en Los Angeles waren de eersten om het gebruik ervan te verbieden.
9. Voor wie geldt het verbod van plastic zakken voor eenmalig gebruik (<50 micron)?
Het gebruik van plastic zakken voor eenmalig gebruik is verboden in de verkoopruimte van kleinhandelaars. Het verbod geldt voor alle handelaars ongeacht hun grootte en hun type activiteit (markten, voeding, niet-voeding, enz.). Voorbeelden: kruideniers, markten, supermarkten, apotheken, boekhandels, ijzerwaren, drogisterijen, juweliers, enz.
10. Over welke zakken gaat het precies in deze reglementering?
Vanaf 1 september 2018 worden alle plastic zakken voor eenmalig gebruik van minder dan 50 micron verboden: zowel zakken aan de kassa als zakken gebruikt voor bulkgoederen, met uitzondering van:
- zeer lichte zakken voor eenmalig gebruik (minder dan 15 micron) die tot 31 december 2029 toegelaten blijven als ze bestemd zijn voor de primaire verpakking van waterplanten en waterdieren;
- zakken in plastic voor eenmalig gebruik samengesteld uit 40% biogrondstoffen en geschikt voor thuiscomposteren die zijn toegelaten:
- tot 29 februari 2020, als ze bestemd zijn voor de primaire verpakking van in bulk verkochte groenten en fruit
- tot 31 december 2024, als ze bestemd zijn voor de verpakking van in detail verkochte voedingswaren die vochtig zijn of vloeistoffen bevatten die kunnen uitlopen;
- zakken in plastic voor eenmalig gebruik samengesteld uit 60% biogrondstoffen en geschikt voor thuiscomposteren die toegelaten zijn tot 31 december 2029, als ze bestemd zijn voor de verpakking van in detail verkochte voedingswaren die vochtig zijn of vloeistoffen bevatten die kunnen uitloepen.
11. Vallen biogebaseerde en thuis composteerbare plastic zakken ook onder het verbod?
Deze twee types zakken worden beschouwd als plastic zakken, hoewel ze niet afkomstig zijn van de petrochemie. Hun belangrijkste component blijft een soort polymeer. Ze zijn dus ook verboden, tenzij ze dikker zijn dan 50 micron zodat ze herbruikbaar worden. Er bestaan echter wel uitzonderingen voor specifieke producten (cf. punt 10).
12. Welke zakken of recipiënten zijn wel toegestaan om aan klanten voor te stellen?
Het meest aangewezen is om het gebruik van herbruikbare zakken en recipiënten aan te moedigen. Want dat is de enige optie om de impact van onze levensstijl op het leefmilieu te beperken.
- Alle herbruikbare materialen voor zakken of verpakking zijn goed.
- Herbruikbare plastic zakken moeten een minimum dikte van 50 micron hebben. De meeste van die stevigere zakken zijn gemaakt in hogedichtheidpolyethyleen (PeHD).
- De vermelding dat een zak herbruikbaar is, is niet verplicht maar wordt sterk aanbevolen.
- Een herbruikbare zak laten betalen door de klant is ook geen verplichting. Maar als de consument zijn zak moet kopen, dan hecht hij er vaak meer waarde aan. En dan zal hij meer geneigd zijn hem opnieuw te gebruiken.
- Herbruikbare katoenen netjes of zakjes (licht transparant) zijn vooral geschikt voor de aankoop van rijst, pasta, linzen, fruit, groenten of andere bulkproducten.
13. Kunnen herbruikbare zakken, zelfs in plastic, ook verkocht worden?
Ja. Het is toegestaan maar niet verplicht om herbruikbare plastic zakken te verkopen met een dikte van meer dan 50 micron.
14. Kunnen papieren wegwerpzakken voorgesteld worden?
Ja. Het verbod geldt voor plastic zakken voor eenmalig gebruik. Papier wordt dus niet behandeld in deze reglementering. Desondanks is het wel de bedoeling om de impact van onze levensstijl op het leefmilieu te beperken door wegwerp zoveel mogelijk te vermijden.
15. Zijn gebiobaseerde zakken een te overwegen alternatief?
Als ze voorzien zijn van de gepaste logo’s (OK compost/ OK compost HOME), kunnen gebiobaseerde zakken bij het compost gesorteerd worden. Ze gaan dan gewoon ontbinden, want ze kunnen niet omgevormd worden tot compost omwille van hun koolstofhoudende structuur. Deze zakken zijn ook niet geschikt voor de selectieve PMD-inzameling (blauwe zakken), want ze staan de goede werking van de sorteer- en recyclingcentra in de weg.
Sommige industriële composteerinstallaties verwijderen ze ook uit hun verwerkingsproces, omdat ze niet in staat zijn het verschil te maken tussen al dan niet composteerbaar plastic. Op het vlak van recycling of beheer van de bronnen is het gebruik dus niet aangewezen. Het aanbevolen alternatief voor iedereen blijft het gebruik van herbruikbare zakken en recipiënten waar mogelijk. (cf. definitie in punt 19 “Woordenlijst”).
16. Bestaat er een verplichting om de zakken te markeren?
Neen. Maar er zijn wel enkele regels na te leven die de federale overheid heeft vastgelegd:
- een zak met het label “composteerbaar” moet beantwoorden aan de normen vermeld in volgend koninklijk besluit.
- Een plastic verpakking kan niet als biologisch afbreekbaar bestempeld worden (i.e. wordt natuurlijk afgebroken).
- Er is geen enkele regel om herbruikbare zakken te markeren maar een vermelding wordt sterk aanbevolen.
17. Hoe controleren of de zak dikker is dan 50 micron?
Het volstaat de aankoopfactuur van de zakken te raadplegen of contact op te nemen met de leverancier.
18. Is het aanvaardbaar dat de consument een herbruikbare zak of recipiënt meebrengt?
Ja. Het FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen) is voorstander van “zero waste” en verkoop van bulkvoeding. Toch dienen enkele aandachtspunten vermeld te worden:
- De door de consument voorgestelde verpakking (doos, fles, zak, enz.) moet proper zijn. De handelaar is trouwens verplicht om een verpakking te weigeren die de algemene hygiëne zou aantasten.
- De verpakking moet gepast zijn voor de voedingsmiddelen in kwestie. Het officiële logo waarborgt de juiste verpakkingskeuze aan consument en aan handelaar. Sommige recipiënten zonder label zijn echter ook bruikbaar, zoals glazen bokalen.
- De verpakking moet aangepast zijn aan het specifieke gebruik. Leveranciers van bulkproducten kennen als vaklui in de voedingssector de materialen die het meest aangewezen zijn voor de verkochte producten. Als u beslist om een van hun producten te verkopen, aarzel dan niet om advies in te winnen.
Voorbeeld: aluminium is niet geschikt voor het vervoer van zure gerechten.
- De consument die zijn eigen verpakking levert, draagt de verantwoordelijkheid inzake hygiëne. Geen enkele slager, de bakker, supermarkt of andere handelaar kan een blaam krijgen van een klant die het slachtoffer is van een indigestie veroorzaakt door een vuile verpakking.
19. Glossarium
- Lichte plastic zakken: plastic zakken met een dikte van minder dan 50 micron
- Zeer lichte plastic zakken: plastic zakken met een dikte van minder dan 15 micron noodzakelijk voor hygiënische doeleinden of geleverd als primaire verpakking voor voedingswaren in bulk wanneer dat ertoe bijdraagt om voedselverspilling te beperken.
- Kassazakken: zakken die tegen betaling of gratis ter beschikking worden gesteld in de verkooppunten om de goederen te verpakken van de klant wanneer deze langs de kassa passeert. De zakken die als primaire verpakking worden geleverd voor voedingswaren in bulk worden niet als kassazakken beschouwd.
- Herbruikbare plastic zakken: deze zakken beantwoorden gelijktijdig aan de volgende eisen:
- Hun fysieke eigenschappen en hun kenmerken stellen ze in staat meerdere trajecten of rotaties te verdragen in normaal voorzienbare gebruiksvoorwaarden.
- Het is mogelijk ze te behandelen om te voldoen aan de eisen inzake gezondheid en veiligheid van de werknemers.
- De eisen eigen aan deze verpakkingen die recycleerbaar zijn op het ogenblik dat ze ophouden te worden hergebruikt, d.w.z. wanneer ze afval worden, worden gerespecteerd.
- Biogebaseerde plastic zakken voor eenmalig gebruik: deze zakken bestaan volledig of gedeeltelijk uit plantaardige stoffen, zoals tarwe, maïs of aardappel.
- Thuis composteerbare plastic zakken: die zakken, herkenbaar aan het logo “OK Compost Home”, zullen ontbinden in een niet-industriële compostomgeving, i.e. een compostsysteem voor particulieren of gemeenschappen. Ze moeten overeenstemmen met de kenmerken bepaald in artikel 3 § 2 van het koninklijk besluit van 9 september 2008 dat productnormen vastlegt voor de benaming van composteerbare en biologisch afbreekbare materialen.
- Logo’s
- “OK Compost” betreft zakken die ontbindbaar zijn in een gecontroleerd industrieel composteersysteem met sterke stijging van de temperatuur.
- “OK Compost HOME” geeft aan dat een zak kan ontbinden in elke type compost (particulier of industrieel).
Opmerking: deze logo’s geven aan dat de verpakking composteerbaar is maar niet noodzakelijk biogebaseerd. Ze bestaat uit materialen die niet noodzakelijk van plantaardige oorsprong zijn.
20. Wat zijn de alternatieven voor plastic zakken voor eenmalig gebruik (<50 micron)?
Het ideale alternatief bestaat niet. Het hangt sterk af van het soort product en de eigen gewoonten. Enkele mogelijkheden:
- Kistje
- Herbruikbare verpakking (tupperware, hermetisch gesloten bokaal of glazen bokaal, enz.)
- Herbruikbare zak
- Katoenen/linnen zakje
- Plastic netje
- Papier/papieren zak
- Boc’n roll
- Kartonnen doos
21. Zijn herbruikbare verpakkingen beter voor het leefmilieu?
Ja, ze worden echt heel vaak gebruikt. Omdat ze steviger zijn, vragen ze wel meer middelen bij de vervaardiging. Daarom is het goed ze regelmatig te hergebruiken om deze eenmalige impact te milderen. Een herbruikbare zak die één maal gebruikt wordt, is echt onzin.
De mentaliteit van de consumenten moet veranderen, zodat ze herbruikbare zakken niet gaan gebruiken zoals hun voorgangers die wel van het wegwerptype waren. Een doeltreffende communicatie is dus cruciaal om het gedrag te veranderen. Ook de invoering van een stimulans (herbruikbare zak betalend) of een beloning als de klant herbruikbare verpakkingen geeft, zijn aan te bevelen.
22. Welke praktische tips kan de handelaar toepassen?
- Klanten aansporen om met hun herbruikbare verpakkingen te komen.
- Niet meer spontaan een zak aan de klant geven en vooraf vragen of hij er al een heeft.
- Communiceren met de klant.
- De klant belonen telkens hij met een eigen propere zak binnenkomt (bv.: getrouwheidskaart, spaarsysteem, korting, enz.). Dit kan een eigen initiatief zijn of een gezamenlijke actie met andere handelaars uit de wijk.
- Verwijzen naar de communicatiecampagne (artikels in de media, affiches, enz.)
- Bij folderreclame, eraan herinneren dat de klant een zak meebrengt.
- De affiche en/of sticker op een goed zichtbare plek aanbrengen, zodat de klant eraan denkt vooraleer de winkel binnen te komen.
- Is de klant zijn zak vergeten? Dan kan hem uitzonderlijk een zak gegeven of verkocht worden, als die herbruikbaar is. Een kartonnen doos die diende als productverpakking kan ook voorgesteld worden.
23. Wie is belast met de controles?
De controle wordt uitgeoefend door personeelsleden belast met het toezicht (inspecteurs) aangeduid door Leefmilieu Brussel of door de gemeenten.
24. Welke zijn controlemiddelen?
Tijdens hun inspecties kunnen de personeelsleden belast met het toezicht:
- zich vrij toegang verschaffen tot de lokalen (met uitzondering van de woonruimtes);
- de identiteit controleren van alle personen en hen ondervragen;
- documenten raadplegen of meenemen;
- een monster nemen.
De personeelsleden belast met het toezicht hebben als taak de milieuwetgeving te doen naleven. Hun tussenkomst is in de meeste gevallen progressief. Ze kunnen een verwittiging geven, een ingebrekestelling opstellen of een proces-verbaal wegens overtreding opmaken.
25. Welke zijn de opgelopen sancties?
In geval van veroordeling riskeert de overtreder een gevangenisstraf van 8 dagen tot 2 jaar en/of een strafrechtelijke boete die kan oplopen van 50 tot 100.000 €.
De Procureur des Konings heeft 6 maanden de tijd om Leefmilieu Brussel te informeren over zijn voornemen om de vermeende overtreder te vervolgen. Bij gebrek aan gerechtelijke vervolging nodigt Leefmilieu Brussel de vermeende overtreder uit om zijn verdedigingsmiddelen te presenteren (hetzij schriftelijk, hetzij mondeling). Na deze verdediging of bij gebrek aan reactie kan de leidend ambtenaar van Leefmilieu Brussel beslissen om een alternatieve geldboete op te leggen.
Als de Procureur des Konings de vastgestelde overtreding niet vervolgt, kan de overtreder een alternatieve administratieve boete opgelegd krijgen van 50 tot 62.500 €. In geval van een administratieve boete kan beroep bij het Brussels Milieucollege worden aangetekend binnen de 2 maanden volgend op de betekening van de beslissing.
26. Wanneer moeten de boetes worden betaald?
De administratieve boete moet binnen de 30 dagen worden betaald. Bij niet-betaling binnen de opgelegde termijn vaardigt de ambtenaar van de minister die door de Regering is aangeduid een bevelschrift uit om de inningsprocedure op te starten.
Meer informatie over de controles vindt u op de pagina’s 24 en 26 van de gids milieuovertredingen.
27. Bestaat er een callcenter om inlichtingen te vragen?
Infodienst van Leefmilieu Brussel: 02/775 75 75 - info@environnement.brussels
28. Over welke middelen beschikken de handelaars om hun klanten te informeren?
De handelaars (zullen) ontvangen:
- twee zelfklevers met de slogan van de campagne (een zelfklever in het Frans en een in het Nederlands);
- een A4-affiche van de campagne (recto fr – verso nl);
- een informatiefolder.
FAQ - Traceerbaarheidsregeling voor het beheer van niet-huishoudelijke afvalstoffen
Elke houder/producent van afvalstoffen, vervoerder van afvalstoffen, inzamelaar, handelaar, makelaar van afvalstoffen en uitbater van een inzamel en verwerkingsinrichting van afvalstoffen zorgt ervoor dat het goede beheer van de afvalstoffen kan worden aangetoond. Dit kan worden aangetoond door de afvalstoffen van bij de oorsprong tot de uiteindelijke bestemming te volgen door een traceerbaarheidsdocument.
Deze traceerbaarheidsregeling is uitgewerkt in Brudalex en bestaat uit 3 delen:
A) Het traceerbaarheidsdocument volgt de afvalstof van bij de productie tot de bestemming.
B) Het afvalstoffenregister is een verzameling van de traceerbaarheidsdocumenten.
C) Het afvalstoffenrapport is een jaarlijkse samenvatting van de gegevens op de traceerbaarheidsdocumenten.
De traceerbaarheid is ook van toepassing op afvalstoffen afkomstig van huishoudens. De traceerbaarheid van deze afvalstoffen begint echter pas nadat ze ingezameld zijn door een inzamelaar, handelaar of makelaar of overhandigd zijn aan een inzamel of verwerkingsinrichting.
A) Traceerbaarheidsdocument
Wat is een traceerbaarheidsdocument?
Een traceerbaarheidsdocument is een document dat de gegevens bevat die toelaten om de afvalstoffen te volgen van bij de productie tot de uiteindelijke verwerking.
Een traceerbaarheidsdocument bevat voor alle afvalstoffen:
- de datum van vervoer, afgifte of indien van toepassing de frequentie van de ophaling;
- de naam, het adres en het ondernemingsnummer van de afvalstoffenhouder/producent en het adres van inontvangstneming van de afvalstoffen, indien verschillend;
- de naam, het adres en het registratie of erkenningsnummer van de inzamelaar, handelaar of makelaar, indien van toepassing;
- de naam, het adres en het registratienummer van de vervoerder(s), indien van toepassing;
- de naam, het ondernemingsnummer en het adres van de uitbatingszetel van de onderneming waar de afvalstoffen worden afgegeven;
- de aard van de verwerking (D of R-code – bijlage I en II van de richtlijn 2008/98/EG);
- de hoeveelheid in ton, kg, m³ of indien van toepassing de verzamelstaat van de opgehaalde hoeveelheden;
- de omschrijving van de afvalstoffen;
- de code van de Europese afvalstoffenlijst;
Het document bevat bijkomend voor gevaarlijke afvalstoffen:
- de samenstelling en de fysische eigenschappen van de afvalstoffen;
- het type en het aantal verpakkingen;
- speciale instructies voor het vervoer indien van toepassing.
Welke vorm heeft het traceerbaarheidsdocument?
Elk document met de nodige informatie kan als een traceerbaarheidsdocument worden beschouwd.
Voorbeelden:
- een document of een contract dat door de inzamelaar, handelaar, makelaar aan de afvalstoffenhouder/producent wordt bezorgd,
- een document of contract dat door de inzamel of verwerkingsinrichting wordt afgeleverd,
- een factuur,
- een vrachtbrief (CMR),
- een verzendingsnota,
- een weegbon,
- een vervoersdocument voor de grensoverschrijdende overbrenging,
- …
Wie stelt het traceerbaarheidsdocument op?
De opdrachtgever van de overdracht van de afvalstoffen stelt het traceerbaarheidsdocument op.
De opdrachtgever kan de oorspronkelijke producent, de huidige houder of de gekozen inzamelaar, handelaar of makelaar zijn.
De opdrachtgever zoekt de gepaste bestemming voor de afvalstoffen. Hij is verantwoordelijk voor de opmaak van het traceerdocument, ondertekent het voor het vervoer en overhandigt het document aan de vervoerder.
De vervoerder, aangeduid door de opdrachtgever, ontvangt het document van de opdrachtgever.
Wanneer wordt een traceerbaarheidsdocument opgesteld?
Bij elke overdracht van afvalstoffen wordt een traceerbaarheidsdocument opgesteld.
Een overdracht van afvalstoffen gebeurt bij afgifte door:
- de houder/producent aan een inzamelaar, handelaar of makelaar of aan een inzamel of verwerkingsinrichting,
- de inzamelaar, handelaar of makelaar aan de inzamel of verwerkingsinrichting.
Zijn er uitzonderingen waarbij er geen traceerbaarheidsdocument nodig is?
Ja, in uitzonderlijke gevallen kan de overdracht van afvalstoffen gebeuren met een periodiek traceerbaarheidsdocument of zonder een traceerbaarheidsdocument.
Een periodiek traceerbaarheidsdocument (bv. een trimestrieel of jaarlijks overzicht van de ingezamelde hoeveelheden) kan worden opgesteld bij de afgifte van:
- niet-gevaarlijke niet-huishoudelijke afvalstoffen ingezameld bij de eerste afvalproducent (bv. regelmatige inzameling van glasafval bij horecabedrijven);
- afvalstoffen aan een inrichting die afvalstoffen inzamelt als nevenactiviteit op hetzelfde bedrijventerrein.
Er is geen traceerbaarheidsdocument nodig wanneer de houder zijn eigen afvalstoffen binnen het BHG hergroepeert tussen zijn verschillende exploitatiezetels.
Hoe is de traceerbaarheid verzekerd van afvalstoffen geproduceerd na professionele werkzaamheden aan een installatie of op de site van een derde?
Bij werken door professionelen (bv. loodgieter, koeltechnicus, verwarmingstechnicus, elektricien, tuinaannemer,…) aan een installatie of op de site van een derde kunnen afvalstoffen ontstaan. De professioneel kan zorgen voor het goede beheer van deze afvalstoffen. Hij zal dan de afvalstoffen meenemen en instaan voor de inzameling en/of verwerking van de afvalstoffen.
In dat geval wordt hij beschouwd als de afvalstoffenhouder die afvalstoffen produceert in het kader van zijn professionele activiteit aan een installatie of op de site van een derde.
Om de traceerbaarheid van deze afvalstoffen te garanderen geeft hij een traceerbaarheidsdocument af aan de eigenaar en/of beheerder van de installatie of de site waar de afvalstoffen worden geproduceerd.
Het traceerbaarheidsdocument kan de factuur zijn voor de uitgevoerde werken, die de gegevens van de afvalstoffen duidelijk vermeldt.
Is een traceerbaarheidsdocument aanwezig tijdens het vervoer?
Het traceerbaarheidsdocument is aanwezig tijdens het vervoer.
Echter, in de volgende gevallen kan het vervoer van afvalstoffen gebeuren zonder een traceerbaarheidsdocument:
- de inzameling van niet-gevaarlijke, niet-huishoudelijke afvalstoffen in één ophaalronde, op voorwaarde dat de vervoerder beschikt over de lijst van ophaalpunten in het voertuig;
- de inzameling van marktafval en afvalstoffen afkomstig van het reinigen van riolen in één ophaalronde;
- het vervoer van afvalstoffen onderworpen aan de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid door de kleinhandelaar naar zijn uitbatingszetel;
- het vervoer door de houder/producent, die zelf geen uitbater van een inzamel of verwerkingsinrichting is, van zijn eigen afvalstoffen rechtstreeks naar:
- een inzamel of verwerkingsinrichting van afvalstoffen voor zover de vervoerde hoeveelheid afvalstoffen niet groter is dan 500 kg, of
- een inrichting, gelegen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die het inzamelen van afvalstoffen als nevenactiviteit uitoefent.
Welk traceerbaarheidsdocument wordt gebruikt bij de overbrenging van afvalstoffen naar een ander land?
Wanneer afvalstoffen worden overgebracht naar een ander land zijn Europese procedures en documenten van toepassing.
Meer informatie over de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen.
Is een elektronisch traceerbaarheidsdocument mogelijk?
Het gebruik van een elektronisch traceerbaarheidsdocument is mogelijk op voorwaarde dat Leefmilieu Brussel het systeem (de ondersteunende software) voor het beheer en het afleveren van de documenten heeft goedgekeurd.
Leefmilieu Brussel heeft in samenwerking met de andere gewesten en de belangrijkste stakeholders een set van criteria opgesteld waaraan zo een systeem moet voldoen.
Deze voorwaarden en de procedure die gevolgd moeten worden om de goedkeuring van Leefmilieu Brussel te verkrijgen voor een systeem voor het beheer en het afleveren van elektronische traceerbaarheidsdocumenten zijn in detail beschreven in de infofiche.
Deze mogelijkheid is nog niet van toepassing voor de overbrenging van afvalstoffen naar een ander land en voor overdracht van dierlijke bijproducten.
B) Afvalstoffenregister
Welke informatie moet het afvalstoffenregister bevatten?
Het register bevat alle traceerbaarheidsdocumenten.
Het register kan bestaan uit een verzameling van papieren documenten, elektronische documenten, gescande documenten, contracten,…
Wie houdt een afvalstoffenregister bij?
Elke beheerder van afvalstoffen houdt een afvalstoffenregister bij:
- de houder/producent van niet-huishoudelijke afvalstoffen;
- de inzamelaar, handelaar, makelaar van afvalstoffen;
- de uitbater van een inzamel of verwerkingsinrichting van afvalstoffen;
- de vervoerder van afvalstoffen.
Hoelang wordt het afvalstoffenregister bewaard?
De beheerder houdt de traceerbaarheidsdocumenten minstens 5 jaar bij.
Alle traceerbaarheidsdocumenten die het goede beheer van de afvalstoffen kunnen aantonen worden op regelmatige basis verzameld.
Waar wordt het afvalstoffenregister bewaard?
Het afvalstoffenregister ligt ter inzage op:
- de uitbatingszetel van de houder/producent,
- de maatschappelijk zetel van de inzamelaar, handelaar of makelaar,
- de uitbatingszetel gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de inzamel of verwerkingsinrichting,
- het binnenschip.
De beheerder toont het afvalregister op eenvoudig verzoek aan de bevoegde inspectiediensten.
C) Afvalstoffenrapport
Welke gegevens worden opgenomen in het jaarlijkse afvalstoffenrapport?
Het afvalstoffenrapport bevat de jaartotalen van de hoeveelheden per afvalstof volgens:
- omschrijving van de afvalstof en code van de Europese afvalstoffenlijst,
- naam, adres en ondernemingsnummer van de afvalstoffenhouder/producent met uitzondering van de huishoudens,
- naam, adres en registratie of erkenningsnummer van de inzamelaar, handelaar of makelaar, indien er beroep werd gedaan op een inzamelaar, handelaar of makelaar,
- naam, ondernemingsnummer en adres van de uitbatingszetel van de onderneming waar de afvalstoffen worden afgegeven,
- aard van de verwerking (D of R-code – bijlage I en II van de richtlijn 2008/98/EG).
Wie stelt een jaarlijks afvalstoffenrapport op?
Twee groepen van professionele beheerders stellen jaarlijks afvalstoffenrapporten op:
- de inzamelaar, handelaar of makelaar dient, per maatschappelijke zetel, een afvalstoffenrapport in voor de afvalstoffen die ingezameld, verhandeld en gemakeld werden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- de uitbater van een inzamel of verwerkingsinrichting dient, per exploitatiezetel gelegen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, twee afvalstoffenrapporten in:
- voor de afvalstoffen die in deze inrichting in ontvangst werden genomen,
- voor de afvalstoffen die na hergroepering, sortering of verwerking deze inrichting opnieuw verlaten (inrichting als nieuwe producent van afvalstoffen).
Elke andere beheerder van afvalstoffen (een houder/producent, de uitbater van een inzamelinrichting van afvalstoffen als nevenactiviteit of een vervoerder) zal enkel op vraag van Leefmilieu Brussel het afvalstoffenrapport opstellen en indienen.
Bestaat er een modelformulier voor het jaarlijks afvalstoffenrapport?
Ja, er bestaat een modelformulier voor:
- de inzamelaar, handelaar of makelaar van afvalstoffen,
- de inzamel en verwerkingsinrichting van afvalstoffen als bestemming en als nieuwe producent van afvalstoffen,
- de houder/producent van afvalstoffen.
Voor elk modelformulier bestaat er een instructienota om de afvalstoffenbeheerder te begeleiden bij de opmaak van het afvalstoffenrapport.
Je kan deze formulieren met instructienota’s terug vinden op onze webpagina en op BRUDAWEB.
Wanneer wordt het afvalstoffenrapport ingediend?
Het afvalstoffenrapport wordt ingediend voor 15 maart van het jaar volgend op het rapportagejaar.
Vanaf het rapportagejaar 2018 wordt het afvalstoffenrapport ingediend via BRUDAWEB.
Leefmilieu Brussel neemt vooraf schriftelijk contact op om de toegang tot BRUDAWEB mogelijk te maken.
Bestaat er bijkomende rapportageplicht voor AEEA?
Ja, inderdaad er bestaat een bijkomende rapportageplicht voor AEEA (afval van elektrische en elektronische apparaten). Om het beheer van deze afvalstoffen en de behaalde doelstellingen beter in kaart te brengen, zijn gegevens over de hoeveelheden AEEA ingezameld, voorbereid voor hergebruik, gerecycleerd, nuttig toegepast en uitgevoerd, per categorie (vb. warmte- of koude-uitwisselende paparatuur, schermen, lampen, …) nodig.
Iedereen die AEEA inzamelt, verhandelt, makelt, verwerkt, hergebruikt of uitvoert naar een ander land is verplicht hierover te rapporteren.
Om aan deze verplichting te voldoen werd de Belgische online toepassing BeWeee ontwikkeld en in 2019 door de drie gewesten goedgekeurd.
Klik op www.beweee.be voor meer info.
Merk op: de gewone traceerbaarheidsregeling voor deze afvalstof blijft onveranderd.
Wettelijke bepalingen en meer informatie
Wat is de wettelijke basis van de traceerbaarheidsregeling?
- Ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen
- Besluit van 1 december 2016 van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen
Waar vind ik meer informatie?
BRUDAWEB voor meer informatie over het afvalstoffenrapport.
Infofiche in verband met het beheer en het afleveren van elektronische traceerbaarheidsdocumenten voor afvalstoffen.
Aan wie stel ik mijn vraag die hierboven niet is behandeld?
Als bedrijf kan je met je vragen terecht bij hub.brussels.
Of stuur je vraag naar wasteinspection@leefmilieu.brussels.
FAQ - Grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen
Grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen is de overbrenging van afvalstoffen tussen verschillende landen binnen de EU, van landen gelegen binnen de EU naar landen buiten de EU en omgekeerd.
Deze grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen is strikt gereglementeerd op verschillende niveaus: op wereldniveau via verdragen bij de Verenigde Naties (VN) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) over het Europese niveau (EU) tot het regionale niveau in België.
Deze regels werden in het leven geroepen om:
- goedkoop dumpen van afvalstoffen (eco-dumping) in ontwikkelingslanden tegen te gaan,
- de nuttige toepassingGenerische term die de processen en gedragingen omvat betreffende materiaal- en organische recycling en energievalorisatie van afval, alsook hergebruik en regeneratie. van afvalstoffen te bevorderen,
- een ecologisch verantwoord beheer van de afvalstoffen garanderen.
De Verordening (EG) Nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen en de Verordening (EG) Nr. 1418/2007 betreffende de “landenlijst” vormen de juridische ruggengraat voor de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen.
Deze verordeningen beschrijven uitvoerig hoe de overbrenging van afvalstoffen al dan niet kan plaatsvinden. Er zijn 3 mogelijke regimes afhankelijk van het soort afvalstof, de verwerkingswijze (nuttige toepassing of verwijdering) en de bestemming:
- met begeleidende informatie,
- met kennisgevingsprocedure,
- het verbod om over te brengen.
Voor de grensoverschrijdende overbrenging worden afvalstoffen opgedeeld in twee groepen, enerzijds niet-gevaarlijkeAlle afvalstoffen die geen gevaarlijke afvalstoffen zijn conform de ordonnantie van 14/06/2012 betreffende afvalstoffen (artikel 3.2°) "Gevaarlijke afvalstoffen": alle afvalstoffen die een of meer van de in bijlage 3 genoemde gevaarlijke eigenschappen bezit. , niet-gemengde afvalstoffen (“groene” lijst) en anderzijds gevaarlijke (“oranje” lijst), gemengde en niet-benoemde afvalstoffen.
Deze verordeningen zijn niet van toepassing op het overbrengen van afvalstoffen die reeds vallen onder verplichtingen van internationale verdragen of andere Europese wetgeving met soortgelijke voorschriften, zoals bijvoorbeeld dierlijke bijproducten en radioactieve afvalstoffen.
Wie is bevoegd voor de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen (invoer en uitvoer) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?
Leefmilieu Brussel is de bevoegde overheid voor de grensoverbrenging van afvalstoffen. De Afdeling Inspectie en verontreinigde bodems van Leefmilieu Brussel staat in voor de behandeling van kennisgevingsaanvragen en de handhaving betreffende de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Drie mogelijke regimes
Wanneer is het regime van de begeleidende informatie van toepassing?
Dit regime is enkel bestemd voor het overbrengen van:
- niet-gevaarlijke, niet-gemengde afvalstoffen naar een EU-lidstaat of een OESO-land voor nuttige toepassing,
- afvalstoffen die bestemd zijn voor laboratoriumanalyse (binnen de EU) en die niet meer dan 25 kilo wegen.
Wanneer afvalstoffen op deze manier worden overgebracht, sluit de opdrachtgever voorafgaand een juridisch bindend contract af met de ontvanger van de afvalstoffen voor de nuttige toepassing van deze afvalstoffen. Dit geldt niet voor afvalstoffen die bestemd zijn voor laboratoriumanalyse.
De bijlage VII van de Verordening (EG) Nr. 1013/2006 is het modelformulier voor het vervoersdocument dat de begeleidende informatie bevat. Dit vervoersdocument wordt door de opdrachtgever opgemaakt, overhandigd aan de vervoerder van de afvalstoffen en vergezelt de afvalstoffen gedurende het traject van de producent tot de bestemming.
Wanneer is het regime van de kennisgevingsprocedure van toepassing?
De kennisgevingsprocedure is van toepassing bij het overbrengen van:
- alle afvalstoffen tussen EU-lidstaten en/of EVA-landen (landen van de Europese Vrijhandelsassociatie) voor verwijdering,
- gevaarlijke, gemengde of niet-benoemde afvalstoffen tussen, van en naar EU-lidstaten en/of OESO-landen voor nuttige toepassing,
- niet-gevaarlijke, niet-gemengde afvalstoffen van en naar EU-lidstaten en derde landen, raadpleeg hiervoor de “landenlijst” opgenomen in de Verordening (EG) Nr. 1418/2007.
Neem bij voorkeur vooraf contact op met Leefmilieu Brussel in geval van overbrenging van afvalstoffen vanuit of naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: wasteshipment@leefmilieu.brussels
Op basis van volgende informatie kan Leefmilieu Brussel alvast evalueren of de kennisgevingsprocedure van toepassing is:
- de beschrijving van de afvalstoffen, met de code van de Europese afvalstoffenlijst,
- de bestemming en verwerkingswijze (nuttige toepassing of verwijdering) van de afvalstoffen.
Wanneer geldt het verbod om afvalstoffen over te brengen?
Het verbod is van toepassing bij het overbrengen van:
- alle afvalstoffen vanuit EU-lidstaten naar een derde land voor verwijdering,
- gevaarlijke, gemengde of niet-benoemde afvalstoffen naar een derde land voor nuttige toepassing.
De kennisgeving – meer details
Wat is een kennisgeving?
Een kennisgeving is een procedure waarbij een voorafgaande toestemming wordt gevraagd aan de bevoegde overheden van verzending, doorvoer en bestemming voor het overbrengen van afvalstoffen tussen verschillende landen.
De procedure, de termijnen en de modelformulieren zijn opgenomen in de Verordening (EG) Nr. 1013/2006.
Wie kan optreden als kennisgever?
De aanduiding van de kennisgever (het bedrijf dat de afvalstoffen wenst over te brengen) gebeurt volgens de hiërarchie die is opgenomen in de Verordening (EG) Nr. 1013/2006:
- de producent van de afvalstoffen,
- de vergunde nieuwe producent die handelingen verricht voor de overbrenging,
- de vergunde inzamelaar (vanuit 1 locatie samengesteld uit kleine hoeveelheden afvalstoffen van verschillende bronnen),
- de geregistreerde handelaar of makelaar gemachtigd door 1 van de bovenstaande actoren,
- de houder van de afvalstoffen indien de bovenstaande actoren onbekend of niet solvabel zijn.
De inzamelaar, handelaar of makelaar van afvalstoffen die als kennisgever wenst op te treden, dient te beschikken over een registratie (in geval van niet-gevaarlijke afvalstoffen) en/of een erkenning (indien het gaat over gevaarlijke afvalstoffen) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Hoe vraagt men een kennisgevingsnummer aan?
Een kennisgevingsnummer is een uniek nummer dat per dossier wordt toegekend door de bevoegde overheid van verzending.
Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt dit nummer toegekend door Leefmilieu Brussel. Een nieuw nummer kan worden wordt aangevraagd via wasteshipment@leefmilieu.brussels met vermelding van de coördinaten van de kennisgever, inclusief het ondernemingsnummer.
Leefmilieu Brussel bezorgt de aanvrager een kennisgevingsdocument, een vervoersdocument met het unieke kennisgevingsnummer en de lijst van de informatie die nodig is voor het opstellen van een volledig kennisgevingsdossier.
Welke informatie wordt in het kennisgevingsdossier opgenomen?
Een kennisgevingsdossier bevat:
- het kennisgevingsdocument en het vervoersdocument juist en volledig ingevuld, de standaarddocumenten zijn opgenomen in bijlage I van de Verordening (EG) Nr. 1013/2006,
- het betaalbewijs van de administratieve kost,
- het afschrift van het contract tussen de kennisgever en de ontvanger van de afvalstoffen (en een schriftelijke machtiging van de producent indien de kennisgever een inzamelaar, handelaar of makelaar is),
- het origineel attest van de bankgarantie/borgsom (of gelijkwaardige verzekering),
- de afvalstoffengegevens (producent, productieproces, recente chemische analyse),
- de verwerkingsgegevens (verwerkingsinrichting, verwerkingsproces, vergunning, acceptatiecriteria,…),
- de vervoersgegevens (vervoerders, route,…).
Deze informatie wordt op een gestandaardiseerde manier in genummerde bijlagen opgenomen volgens de instructies opgenomen in de type-inhoud.
Voor welke periode kan een kennisgeving worden aangevraagd?
De toestemming voor een algemene kennisgeving voor nuttige toepassing of verwijdering bedraagt maximaal één kalenderjaar.
Wanneer de verwerkingsinrichting beschikt over een voorafgaande goedkeuring voor nuttige toepassing, kan een toestemming worden verleend voor maximaal 3 jaar. De verwerkingsinrichting in het land van bestemming moet deze goedkeuring bij zijn overheid aanvragen. Het bewijs van deze voorafgaande goedkeuring maakt deel uit van het kennisgevingdossier.
Hoe wordt het kennisgevingsdossier ingediend?
Het kennisgevingsdossier wordt bij de bevoegde overheid van verzending ingediend. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit Leefmilieu Brussel.
Eén exemplaar van het kennisgevingsdossier wordt per post bezorgd aan:
Leefmilieu Brussel
Afdeling Inspectie en verontreinigde bodems
Thurn & Taxis-site
Havenlaan 86C/3000
1000 Brussel
In geval van doorvoer wordt er een extra kopie van het dossier bijgevoegd per doorvoerland.
Hoeveel bedraagt de dossierkost?
De administratieve kost per kennisgevingsnummer bedraagt 400 EUR, ongeacht of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het gewest van verzending of bestemming is.
Dit bedrag wordt voorafgaand aan het indienen van het kennisgevingsdossier overgemaakt op de rekening (BE62 0910 0985 8461 - swift GKCCBEBB) van Leefmilieu Brussel met vermelding van het kennisgevingsnummer.
Waarvoor dient de borgsom en wanneer wordt ze gebruikt door de bevoegde overheid?
De borgsom dekt de vervoerskosten, de kosten van nuttige toepassing of verwijdering en een eventuele opslagkost voor 90 dagen.
De borgsom kan worden aangesproken indien er problemen optreden tijdens het vervoer (bv. ongeval), bij de vaststelling van een illegale overbrenging wanneer de afvalstoffen niet op de geplande manier worden verwerkt.
Hoe wordt de hoogte van de borgsom of gelijkwaardige verzekering bepaald?
Bij een kennisgeving met een toestemming voor één jaar wordt de hoogte van de borgsom bepaald als volgt:
- indien het land van bestemming een OESO-land is
borgsom = totaal gevraagd tonnage van niet-gevaarlijke afvalstoffen X 2 EUR
en met een minimum van 1200 EUR;
borgsom = totaal gevraagde tonnage van gevaarlijke afvalstoffen X 8 EUR
en met een minimum van 4800 EUR;
- indien het land van verzending een OESO-land is, voor bestemming in het gewest
borgsom = totaal gevraagde tonnage van niet-gevaarlijke afvalstoffen X 4 EUR
en met een minimum van 2400 EUR;
borgsom = totaal gevraagde tonnage van gevaarlijke afvalstoffen X 16 EUR
en met een minimum van 9600 EUR.
Bij een kennisgeving met een toestemming voor 3 jaar wordt de borgsom (voor het totaal gevraagde tonnage voor de 3 jaar) gehalveerd met uitzondering van de minimum bedragen.
Hoelang is de borgsom geldig en wanneer wordt ze vrijgegeven?
De borgsom is geldig gedurende de hele periode van de voorziene overbrenging en de periode van verwerking. Deze periode bedraagt 2 jaar voor een gewone kennisgeving en 4 jaar voor een kennisgeving met toestemming voor 3 jaar.
De borgsom wordt door Leefmilieu Brussel vrijgegeven na afloop van de toegestane periode van overbrenging en na controle van ontvangst van alle verwerkingsattesten.
Bestaat er een modelformulier voor het attest van de borgsom of gelijkwaardige verzekering?
Ja, een modelformulier is hier te vinden.
Is de lijst met kennisgevingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest publiek toegankelijk?
Ja, de lijst met kennisgevingen (.xlsx) en toestemmingen wordt regelmatig geactualiseerd.
Hoe worden de afvaltransporten (voormelding, ontvangstbevestiging en verwerking) gemeld aan de overheden?
Alle vervoersdocumenten worden binnen de opgelegde termijn verstuurd naar Leefmilieu Brussel via e-mail (wasteshipment@leefmilieu.brussels) of per fax (+32(0)2 775 76 52) en aan de andere betrokken bevoegde overheden.
Bestaan er elektronische vervoersdocumenten?
Op dit ogenblik bestaan er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog geen elektronische vervoersdocumenten voor de overbrenging van afvalstoffen naar andere landen.
Leefmilieu Brussel volgt de Europese evolutie op dit gebied nauwgezet op en zal zich bij het EDI-project (Electronic Data Interchange) aansluiten van zodra dit operationeel wordt.
Welke documenten vergezellen de afvalstoffen gedurende de overbrenging van de producent tot de bestemming?
De gekozen vervoerders beschikken steeds over een kopie van de volledige kennisgevingsdocumenten met de toestemmingen van de betrokken overheden en het vervoersdocument met het gepast volgnummer.
Kan men een kennisgeving na toestemming wijzigen?
Ja, bepaalde elementen van een kennisgeving kunnen na toestemming wijzigen.
De kennisgever contacteert voorafgaand de bevoegde overheden om na te gaan of een wijziging toegestaan is of niet.
Wanneer er sprake is van een wezenlijke wijziging is een nieuwe kennisgeving vereist, tenzij alle betrokken bevoegde overheden van oordeel zijn dat de voorgestelde wijzigingen geen nieuwe kennisgeving noodzakelijk maken.
Wanneer is er sprake van een illegale overbrenging?
Voor de Verordening (EG) Nr. 1013/2006 is een overbrenging illegaal wanneer deze gebeurt:
- zonder kennisgeving van de betrokken bevoegde overheden,
- zonder toestemming van de betrokken bevoegde overheden,
- met een vervalste verkregen toestemming,
- zonder feitelijke overeenstemming met de kennisgeving of de vervoersdocumenten,
- op een wijze die in strijd is met communautaire of internationale regelgeving voor wat betreft de nuttige toepassing of verwijdering,
- …
Wettelijke bepalingen en meer informatie
Wat is de wettelijke basis voor de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen?
- Verordening (EG) Nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen
- Verordening (EG) Nr. 1418/2007 van de Commissie van 29 november 2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde in bijlage III of IIIA bij Verordening (EG) Nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad genoemde afvalstoffen naar bepaalde landen waarop het OESO-besluit betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is
- Ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen
- Besluit van 1 december 2016 van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest betreffende het beheer van afvalstoffen
Waar vind ik meer informatie?
Bekijk ook de presentatie “Gewest- en grensoverschrijdende aspecten” die over dit onderwerp beschikbaar is (pg 23 tot 65).
Type inhoud – Kennisgevingsdocument – Vervoersdocument
Traceerbaarheidsregeling voor het beheer van niet-huishoudelijke afvalstoffen
Aan wie stel ik mijn vraag die hierboven niet is behandeld?
Stuur je vraag naar wasteshipment@leefmilieu.brussels.