Gevaarlijke producten opgeslagen in een gebouw
- Inspectie
- Gevaarlijke producten
- Milieuvergunning
- Verplichtingen
- Veiligheid
Inhoud
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Houdt uw professionele activiteit het gebruik van gevaarlijke producten in? Slaat u voorraden of afvalstoffen op in een speciaal hiervoor bestemde opslagruimte in uw gebouw? Dan hebt u wellicht een toelating of milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning nodig. Wilt u de exploitatievoorwaarden die in dit officiële document staan, beter begrijpen? Deze gids maakt u wegwijs in uw verplichtingen: kenmerken en uitrustingen van het opslaglokaal of de veiligheidskast, voorzorgsmaatregelen bij de opslag van producten in de werkplaats, enz.
Is deze gids ook bedoeld voor u?
Deze gids is bedoeld voor u indien u:
- u vaste of vloeibare gevaarlijke producten opslaat (behalve vloeibare gassen);
- u gevaarlijke afvalstoffen opslaat voordat u ze laat verwijderen door een erkend ophalerinzamelaar, handelaar en makelaar;
- u deze producten en/of afval opslaat in uw gebouw.
Hoe kunnen gevaarlijke producten of afvalstoffen worden herkend?
U kunt de gevaarlijke producten herkennen dankzij hun veiligheidsinformatieblad. Indien dit veiligheidsinformatieblad een of meer risico’s vermeldt (aangeduid met een R-zin of H-zin (nieuwe wetgeving van kracht) gevolgd door een cijfer), is het product gevaarlijk.
Voor afvalstoffen moet u de lijst van afvalstoffen raadplegen: de gevaarlijke afvalstoffenAfval dat gevaarlijke stoffen bevat: brandbaar (koolwaterstoffen), giftig (pesticiden), oxiderend (nitraten), bijtend (zuren), radioactief (isotopen). zijn aangeduid met een asterisk*.
Giftige, irriterende, ontvlambare en kankerverwekkende producten behoren bijvoorbeeld tot de gevaarlijke producten.
Gevaarlijke producten kunnen vloeibaar of vast zijn.
In het gebouw?
De voorwaarden in deze gids zijn op u van toepassing indien u gevaarlijke producten of afvalstoffen opslaat in het gebouw, en meer bepaald in:
- een opslaglokaal dat hier specifiek voor bestemd is;
- een veiligheidskast die voldoet aan de normen;
- uw werkplaats.
Indien u kleine hoeveelheden opslaat, zijn sommige voorwaarden voor u niet verplicht. Deze gids vermeldt altijd uitdrukkelijk de uitzonderingen.
Deze voorwaarden zijn helemaal niet op u van toepassing indien u:
- vloeibare gassen opslaat (vloeibare lucht, …);
- uw producten opslaat buiten het gebouw. In dit geval is een andere gids van toepassing.
Tenzij anders vermeld in deze gids, moet u zich houden aan de voorwaarden ongeacht de hoeveelheid producten die u opslaat.
U moet de inventaris van gevaarlijke producten (.xlsx) die in uw bedrijf staan opgeslagen invullen. We kunnen ook vaststellen of uw opslag is ingedeeld, onder welke rubrieken hij ingedeeld staat en de risico’s omtrent deze producten nagaan. Meer informatie over de identificatie van gevaarlijke producten en de manier om de inventaris in te vullen, zijn beschikbaar op onze webpagina « gevaarlijke producten ».
De voorwaarden naleven: een wettelijke verplichting
De voorwaarden steunen op verschillende wetteksten:
- de normen voor constructie van de opslagruimte komen uit artikel 52 van het ARAB.
- andere voorwaarden komen uit het koninklijk besluit van 13 maart 1998 betreffende de opslag van zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare en brandbare vloeistoffen.
De rest van de voorwaarden zijn minimale en voor de hand liggende voorwaarden om de risico’s van brand, ontploffingen of bodemverontreiniging zoveel mogelijk te verminderen.
Zie ook de Europese REACH-verordening.
Indien u zich niet houdt aan de voorwaarden in uw toelating of milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning, bent u in overtreding en riskeert u een sanctie (boete, verbod om de producten op te slaan, gevangenisstraf, ...).
Waarom deze voorwaarden?
De voorwaarden die zijn vastgelegd in de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning, hebben tot doel:
- de veiligheid van werknemers en bezoekers te garanderen;
- brand en ontploffingen te voorkomen;
- het milieu te beschermen (door verontreiniging van bodem en water te vermijden).
Deze gids informeert u over uw verplichtingen aangaande :
Waar moeten gevaarlijke producten en afvalstoffen worden opgeslagen?
- Indien er een opslagruimte is in de onderneming, sla de gevaarlijke producten en afvalstoffen in eerste plaats hier op.
Indien er geen opslaglokaal is, moet u ontvlambare producten opslaan in veiligheidskasten die voldoen aan de normen.Kasten kunnen alleen als veiligheidskasten worden beschouwd als ze voldoen aan de onderstaande normen:
Voor de kasten die geplaatst zijn vóór 1 januari 2006
Norm NEN2678 : “Losse kasten voor de opslag van brandbare vloeistoffen - Algemene eisen en beproevingsmethode ten aanzien van het brandgedrag”
Voor de kasten die geplaatst zijn na 1 januari 2006
Norm EN-14470-1 : “Brandveiligheidsopslagkasten – Deel 1 : Veiligheidsopslagkasten voor brandbare vloeistoffen.”
Bij gebrek aan een opslaglokaal of veiligheidskast die voldoet aan de bovenstaande normen, dient u zich te houden aan de voorwaarden voor opslag in de werkplaats.
- In de werkplaats of de professionele lokalen bewaart u alleen de minimale hoeveelheden die u nodig hebt voor het dagelijkse werk.
- Bewaar in deze lokalen niet meer dan de hoeveelheden die maximaal toegestaan zijn buiten een opslaglokaal of een veiligheidskast:
zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen (vlampunt ≤ 21 °C) |
50 liter |
ontvlambare vloeistoffen (21°C < vlampunt ≤ 50 °C) |
500 liter |
licht ontvlambare vaste stoffen of vaste stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen |
50 kg |
samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen |
300 liter |
Indien u deze hoeveelheden overschrijdt en de producten niet op een andere plaats kunt opslaan, moet uw werkplaats voldoen aan de kenmerken die vereist zijn voor opslaglokalen.
Uw opslagruimte: kenmerken
a. Een goed ingerichte opslagruimte
- Brandwerende deur die naar buiten toe openslaat
- Verplichte elektrische verlichting
- Verplichte ventilatie, naar buiten toe
- Georganiseerde opberging, beschut tegen zonnestraling
- Veiligheidsrichtlijnen
- Inert absorptiemateriaal om een lek op te slorpen
- Ondoorlatende vloer, gemakkelijk te reinigen
- Vaten met de juiste etiketten
- Scheiding van oxidatieve middelen en ontvlambare producten
- Aanbeveling: gebruik metalen rekken
- Gescheiden opberging van onverenigbare producten
- Gescheiden opberging van onverenigbare producten
- Opslag van gevaarlijke afvalstoffenAfval dat gevaarlijke stoffen bevat: brandbaar (koolwaterstoffen), giftig (pesticiden), oxiderend (nitraten), bijtend (zuren), radioactief (isotopen). in een ondoorlatend recipiënt
- Waterpunt
- Verplichte aanwezigheid van brandblussers
Bron : Ministère de l’Agriculture et de la Pêche (Frankrijk)

b. Plaats en toegang
- Installeer nooit opslag van ontvlambare vloeistoffen in verplaatsbare recipiënten (gevarenaanduidingen H224, H225 en H226) ingedeelde in rubriek 88-1A, 88-1B of 88-2B in een kelder.
- De toegang tot de opslagruimte is strikt verboden voor publiek.
- Zorg voor een duidelijk zichtbaar verbodsbord of de gebruikelijke pictogrammen aan de ingang van de opslagruimte.
- Voorzie de opslagruimte van een sluitsysteem ((hang)slot, …), om onbevoegden de toegang te ontzeggen.
- Houd de wegen die naar buiten leiden volledig obstakelvrij. De doorgang moet vrij zijn voor eventuele ontruimingen en hulpverleningsinterventies.
c. Deuren en muren
- De deuren moeten verplicht naar buiten toe openslaan.
- Zet niets voor de deuren. Ze moeten altijd open kunnen gaan.
Brandweerstand en sluiting van de deuren
Indien uw opslagruimte geen ontvlambare producten bevat, of hoeveelheden die lager zijn dan de maximale hoeveelheden die zijn aangeduid in de onderstaande tabel, bent u niet verplicht de voorwaarden in deze rubriek “brandweerstand en sluiten van deuren” na te leven.
Zeer licht en licht ontvlambare vloeistoffen (vlampunt ≤ 21 °C) |
50 liter |
Ontvlambare vloeistoffen (21°C < vlampunt ≤ 50°C) |
500 liter |
Licht ontvlambare vaste stoffen, of vaste stoffen die brandbare gassen vrijgeven bij contact met water |
50 kg |
Samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen |
300 liter |
De vereiste kenmerken hangen af van twee factoren: de producten die u opslaat en het bouwjaar van het gebouw.
Om te weten aan welke eisen u moet voldoen, moet u eerst het type van uw opslagruimte bepalen.
Type 1
Ontvlambare vloeistoffen (vlampunt ≤ 21 °C) | 50 liter en meer |
Ontvlambare vloeistoffen (21°C < vlampunt ≤ 50°C) | 500 liter en meer |
Licht ontvlambare vaste stoffen, of vaste stoffen die brandbare gassen vrijgeven bij contact met water | 50 kg en meer |
Samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen |
300 liter en meer (waterinhoud van de recipiënten) |
Type 2
Ontvlambare vloeistoffen (50 °C < vlampunt ≤ 100 °C) | 3000 liter en meer |
Ontvlambare vaste stoffen (bij contact met een vlam) die brandbevorderend werken | 1000 kg en meer |
Brandbare stoffen, die bij brand giftige gassen of veel rook vrijgeven | 1000 kg en meer |
Brandbare vaste stoffen | 10 ton en meer |
Voor de opslagruimtes van type 1
Gebouwen gebouwd vóór juni 1972 of waarvan de bouw al was aangevat op 1 juni 1972 |
Gebouwen gebouwd na juni 1972 waarvan de bouw is aangevat na 1 juni 1972 |
---|---|
|
Voor het gebouw zelf:
Indien er een veiligheidssas is tussen het gebouw en het gedeelte van het gebouw waarin de opslagruimte is ondergebracht, moet alleen dit deel gedeelte beantwoorden aan de eisen die gelden voor het gebouw zelf. Deze uitzondering geldt uitsluitend indien de veiligheidssas voldoet aan alle volgende voorwaarden:
Voor de opslagruimte:
|
Voor de opslagruimten van type 2
Gebouwen gebouwd vóór juni 1972 of waarvan de bouw al was aangevat op 1 juni 1972 |
Gebouwen gebouwd na juni 1972 waarvan de bouw is aangevat na 1 juni 1972 |
|
Voor het gebouw zelf: Indien de opslagruimte is ondergebracht in een deel van het gebouw dat van de rest van het gebouw is afgescheiden door een deur met een brandweerstand van minstens ½ uur, dan moet alleen dit deel voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd voor het gebouw zelf. Deze uitzondering geldt uitsluitend indien de scheiding en de deuren voldoen aan alle volgende voorwaarden:
Voor de opslagruimte:
|
d. Verlichting en ventilatie
- Gebruik uitsluitend elektrische verlichting.
- Verlucht voldoende, rechtstreeks naar buiten, om te vermijden dat de lucht giftig of explosief wordt.
e. Brandveiligheid: toebehoren en aanduidingen
- Plaats brandblussers of andere geschikte blusmiddelen.
- Plaats aanduidingen betreffende brandpreventie en -bestrijding op goed zichtbare plaatsen. Indien bepaalde blusmiddelen verboden zijn, moet dit duidelijk worden aangeduid.
- Hang op de deur of dicht bij de ingang aanwijzingen over:
- de maximale opgeslagen hoeveelheden per productfamilie;
- de risico’s (gebruik de wettelijke pictogrammen).
f. Activiteiten die toegelaten en verboden zijn in de opslagruimte
- Roken in de opslagruimte is ten strengste verboden.
- Hang de gebruikelijke pictogrammen voor het rookverbod op alle toegangsdeuren in de opslagruimte.
- De opslagruimte mag uitsluitend worden gebruikt om de producten op te slaan.
- Het is verboden producten over te gieten in de opslagruimte.
Indien uw toelating of vergunning uitdrukkelijk vermeldt dat u vloeistoffen mag overgieten in de opslagruimte, om de hoeveelheid gevaarlijke producten in uw werkplaats te beperken, dan mag u deze vloeistoffen overgieten in de opslagruimte onder de volgende voorwaarden:
- giet de vloeistoffen altijd over boven de inkuiping;
- neem alle mogelijke voorzorgsmaatregelen om ontvlamming van de producten te vermijden en het risico op ontploffing te beperken.
Uw veiligheidskasten

a. Kenmerken
- Uw veiligheidskast moet aan de eisen van onderstaande normen voldoen:
- De veiligheidskasten geïnstalleerd voor 01/01/2006 moeten beantwoorden aan de eisen van de norm NEN2678 (“Losse kasten voor de opslag van brandbare vloeistoffen, algemene eisen en beproevingsmethode ten aanzien van het brandgedrag”).
- De veiligheidskasten geïnstalleerd na 01/01/2006 moeten beantwoorden aan de eisen van de norm EN-14470-1 (“Brandveiligheidsopslagkasten – Deel 1: Veiligheidsopslagkasten voor brandbare vloeistoffen”).
- De veiligheidskasten zijn in de eerste plaats bedoeld voor de opslag van ontvlambare vloeistoffen.
Indien uw veiligheidskast geen ontvlambare producten bevat, of hoeveelheden die lager zijn dan de maximale hoeveelheden die zijn aangeduid in de onderstaande tabel, bent u niet verplicht de eisen van deze normen na te leven.
Zeer licht en licht ontvlambare vloeistoffen (vlampunt ≤ 21 °C) | 50 liter |
Ontvlambare vloeistoffen (21 °C < vlampunt ≤ 50 °C) | 500 liter |
Licht ontvlambare vaste stoffen, of vaste stoffen die brandbare gassen vrijgeven bij contact met water | 50 kg |
Samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen | 300 liter |
b. Ventilatie
- Houd de veiligheidskast en de ventilatieopeningen uit de buurt van warmtebronnen om elk risico op brand en ontploffing te vermijden.
- Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen altijd vrij blijven.
- Ventileer de kast natuurlijk (hoge en lage ventilatie) of mechanisch. De uitgestoten lucht moet hetzij rechtstreeks naar buiten geloosd worden, hetzij naar een lokaal dat zelf voldoende verlucht is en waarvan de ventilatie direct naar buiten leidt. De ventilatieopeningen moeten dezelfde brandwerendheid hebben als de kast of uitgevoerd zijn met brandwerende kleppen.
- Indien de kast mechanisch wordt geventileerd, dient de lucht in de kast te worden ververst met een debiet van minstens 10 keer het volume van de kast per uur.
c. Inrichting
- De kast is van metaal en het materiaal waarin ze is vervaardigd moet bestand zijn tegen de producten die in de kast worden opgeslagen.
- De kast is uitgevoerd met vakken waarin onverenigbare producten van elkaar kunnen worden gescheiden.
- Elk vak is uitgevoerd met een aparte opvangbak voor eventuele vloeistoflekken.
- Bevestig de product gevarenpictogrammen zichtbaar aan een buitenzijde van de kast.
d. Plaats
- Plaats de kasten niet in een kelder of een evacuatieweg.
- Plaats de kasten op minimum 1 meter afstand van deuren of vensters.
- Voer in de lokalen waarin de veiligheidskasten staan opgesteld geen werken uit waarbij vuur komt kijken (behalve met de schriftelijke goedkeuring van de werkgever).
Hoe uw producten opslaan ?
De volgende regels zijn van toepassing ongeacht de plaats van opslag (in een specifiek lokaal, in een veiligheidskast, in de werkplaats …).
a. Respecteer de toegelaten hoeveelheden
- Houd u strikt aan de maximumhoeveelheden die uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning of toelating vermeldt.
b. Gescheiden opslag van onverenigbare producten
- Houd onverenigbare vaste producten gescheiden: plaats ze aan weerszijden van harde en onbrandbare wanden, of in aparte compartimenten van de veiligheidskasten.
- Zorg voor voldoende ventilatie in elk compartiment.
- Scheid onverenigbare vloeibare producten: berg ze gescheiden op, in afzonderlijke opvangbakken of inkuipingen.
- Zet onverenigbare producten zo ver mogelijk uit elkaar.
c. Keuze van geschikte recipiënten
- Gebruik ondoorlatende en goed afgesloten vaten.
- Hanteer de vaten voorzichtig.
- Zorg ervoor dat uw etiketten conform de wettelijke voorschriften zijn en minstens de volgende elementen vermeldt:
- de naam van het gevaarlijke product of de gevaarlijke stof;
- de specifieke gevarenaanduidingen (letter H + cijfers) en de overeenkomstige gevarenpictogrammen. Deze pictogrammen zijn gedrukt in zwart op een witte achtergrond met rode rand;
- de veiligheidsaanbevelingen (letter P + cijfers) bestemd om de risico’s te beperken;
- de naam en het adres van de fabrikant of verdeler.
- Laat de lege vaten of vaten die resten van gevaarlijke producten bevatten afvoeren door een vergunde operator voor gevaarlijke afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
d. De vaten met vloeibare producten opbergen
- Zet de ontvlambare of gevaarlijke vloeibare producten in een opvangbak of een inkuiping die bestand is tegen deze producten.
- Respecteer de minimuminhoud van de opvangbak of de inkuiping die is aangegeven in uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning of toelating.
Een opvangbak of inkuiping is een systeem dat het mogelijk maakt vaten, jerrycans en andere recipiënten die gevaarlijke vloeistoffen bevatten, veilig op te bergen. Het doel is de vloeistoffen die per ongeluk wegvloeien op te vangen, en te vermijden dat ze zich buiten de bak verspreiden. De opvangbak/inkuiping moet ondoorlatend zijn en bestaan uit materialen die bestand zijn tegen de producten die ze bevat.
hellopro
Bron : www.hellopro.fr
Zet de recipiënten die vloeibare gevaarlijke stoffen bevatten in een opvangbak/inkuiping waarvan de inhoud minstens gelijk is aan het hoogste cijfer:
Buiten een waterwinningsgebied of een beschermingszone:
- het waterinhoudsvermogen van het grootste recipiënt aanwezig in de opvangbak/inkuiping;
- 25% van het waterinhoudsvermogen van alle in de opvangbak/inkuiping geplaatste recipiënten voor:
- ontvlambare vloeistoffen (gevarenaanduiding H224, H225 of H226);
- zeer giftige vloeistoffen met gevarencategorieën 1 of 2 (gevarenaanduidingen H300, H310 of H330);
- explosieve vloeistoffen (gevarenaanduidingen H200, H201, H202, H 203, H204 of H205).
- 10% van het waterinhoudsvermogen van alle in de opvangbak/inkuiping geplaatste recipiënten voor de andere gevaarlijke vloeistoffen.
Voor de opslag van ontvlambare vloeistoffen (gevarenaanduidingen H224, H225 of H226) mag het waterinhoudsvermogen worden teruggebracht tot 10% op voorwaarde dat er een automatische brandbestrijdingsinstallatie voorzien is en onder voorbehoud van de strengere voorschriften die door de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp (DBDMH) worden opgelegd.
In een waterwinningsgebied of een beschermingszone:
Voor opslagplaatsen gelegen in een waterwinningsgebied of beschermingszone moet de capaciteit van de opvangbak/inkuiping minstens gelijk zijn aan het totale waterinhoudsvermogen van alle in de opvangbak/inkuiping geplaatste recipiënten.
In bepaalde gevallen kan een lokaal ingericht worden zodat het dienst kan doen als inkuiping. Gemeenschappelijke muren kunnen echter niet beschouwd worden als een wand.
e. Bijhouden en naleven van de veiligheidsinformatiebladen
- Houd de laatste versie van de veiligheidsinformatiebladen van de producten ter beschikking en houd rekening met de veiligheidsmaatregelenTijdelijke maatregelen met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu in afwachting van de behandeling van de bodemverontreiniging, met inbegrip van de maatregelen voor gebruiksbeperking, toezicht op en indijking van de verontreiniging. die erin zijn opgenomen.
De veiligheidsinformatiebald is een document dat de fabrikant u automatisch overhandigt bij levering van gevaarlijke producten aan uw onderneming.
Het omvat 16 rubrieken en vermeldt de voorzorgsmaatregelen voor het betrokken product.
Houd u minstens aan:
- de brandveiligheid (preventieve maatregelen en brandbestrijdingsmiddelen);
- de maatregelen die moeten worden getroffen bij lekkage of onopzettelijke uitstorting;
- de voorwaarden voor opslag en hantering;
- de aanwijzingen op het vlak van stabiliteit en reactiviteit (onverenigbaarheden);
- de verwijdering van afvalstoffen.
Preventie van risico’s
De volgende regels zijn van toepassing ongeacht de plaats van opslag (in een specifiek lokaal, in een veiligheidskast, in de werkplaats …).
a. Bescherming tegen de zon en de hitte
- Scherm alle ontvlambare vloeistoffen af van zonnestraling of straling van om het even welke warmtebron.
Indien u toegelaten hoeveelheden bewaart in de werkplaats of een ander lokaal dat niet specifiek voor opslag is bestemd:
- Sla ontvlambare producten op ver van installaties die warmte, vonken of vlammen produceren.
b. Voorzichtig overgieten en reageren in geval van een lek
- Hevel de producten voorzichtig over boven een opvangbak/inkuiping wanneer u de recipiënten opvult.
- Vermijd te allen tijde dat het product in de riool terechtkomt!
- In de opslagruimte moet altijd een emmer met inert absorptiemateriaal staan.
- Indien u opmerkt dat er een vloeistof is gelekt of gemorst, dient u er onmiddellijk inert absorptiemateriaal over uit te spreiden.
- Inert absorptiemateriaal waarmee een gevaarlijke vloeistof werd geabsorbeerd, mag nooit in de vuilnisbak worden gegooid: het is een gevaarlijke afvalstofAfval dat gevaarlijke stoffen bevat: brandbaar (koolwaterstoffen), giftig (pesticiden), oxiderend (nitraten), bijtend (zuren), radioactief (isotopen)..
- Doe een beroep op een vergunde operator voor gevaarlijke afvalstoffen in het Brusssels Hoofdstedelijk Gewest om u ervan te ontdoen.
De opslagruimte verbouwen of de opslag wijzigen
- Vraag de toelating aan uw gemeente of aan Leefmilieu Brussel (afhankelijk van wie uw vergunning heeft afgeleverd) voordat u :
- begint met de opslag van producten van een andere aard;
- de hoeveelheden van de opgeslagen producten verhoogt;
- verbouwingswerken aanvat in de opslagruimte (muren, deuren, …);
- een ander type van veiligheidskast in gebruik neemt.
- Indien u de toelating moet aanvragen bij Leefmilieu Brussel, moet u uw aanvraag richten tot:
Leefmilieu Brussel
Afdeling Vergunningen en Partnerschappen
Thurn & Taxis Site
Havenlaan 86C, bus 3000
1000 BrusselVermeld in uw brief:
- de naam, de firmanaam en het adres van de houder van de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning ;
- de referenties van de geldige milieuvergunning(en).
U kunt ook het aanvraagformulier voor wijziging van een milieuvergunning invullen en naar Leefmilieu Brussel opsturen.
- Gelieve u tot de milieudienst van de gemeente te wenden indien uw vergunning door de gemeente werd afgeleverd.
- Wacht altijd op de officiële toelating af alvorens deze wijzigingen doorvoert.
Wetgeving
- Besluit van de Brussels Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 2015 betreffende de opslag en hantering van gewasbeschermingsmiddelen alsook het beheer van hun afval door professionele gebruikers (BS 10/08/2015)
- Koninklijk besluit van 13 maart 1998 betreffende de opslag van zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare en brandbare vloeistoffen
- Artikel 52 van het Algemeen Reglement voor de bescherming van de arbeid (ARAB)
- Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) : link naar de Europese wetgeving inzake de REACH-verordening