Gastanks en -flessen voor blusgassen verbonden met een automatisch blussysteem
- Inspectie
- Energie
- Milieuvergunning
- Verplichtingen
- Gas
Inhoud
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Exploiteert u gastanks of -flessen voor blusgassen verbonden met een automatisch blussysteem? Dan moet u een milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning aanvragen. Deze gids geeft u ook een beter inzicht in de exploitatievoorwaarden van uw milieuvergunning.
Verder komt u te weten wat uw wettelijke verplichtingen zijn en welke afwijkingen mogelijk zijn.
Daarvoor moet u een officiële aanvraag voor wijziging van de voorwaarden indienen bij de instantie die uw vergunning heeft uitgereikt.
Is dit op u van toepassing?
Deze voorwaarden zijn niet op u van toepassing indien :
- de totale capaciteit van de gastanks en -flessen voor blusgassen die op de site aangesloten zijn op een of meer automatische blussystemen, minder dan 300 liter bedraagt;
- het blusmiddel van de automatische blussystemen van het type poeder, schuim of water is (bijvoorbeeld sprinklers of watermist);
- de blusapparaten individueel zijn, zelfs als hun geïnstalleerde capaciteit groter is dan 300 liter, maar ze niet met elkaar verbonden zijn door een automatisch blussysteem.
Deze voorwaarden zijn van toepassing als u op de exploitatiesite een of meer automatische blusinstallaties met een totale tank- of flessencapaciteit van 300 liter of meer gebruikt.
Verbod op het gebruik van bepaalde gassen
Sinds 2003
is het gebruik van halon (1211 en 1301) als blusgas verboden.
Sinds 4 juli 2007
is het verboden :
- automatische blussystemen te installeren die PFK's bevatten of kunnen bevatten;
- niet-navulbare houders met gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). te installeren die worden gebruikt voor het onderhoud, de service of het vullen van brandbeveiligingssystemen.
Sinds 1 januari 2016
is het verboden om automatische blussystemen te installeren die HFK-23 bevatten of kunnen bevatten.
Deze automatische blussystemen gebruiken :
- remmend gas
- HFK 125
- HFK 227ea (FM200)
- HFK 23
- NOVEC 1230
- inert gas
- IG 01 : Argon
- IG 55 : (N2/Ar) inert gas bestaande uit 50% argon en 50% stikstof
- IG 541 (Inergen) : inert gas bestaande uit 52% stikstof, 40% argon en 8% CO2
- IG 100 : stikstof
- koolstofdioxide (CO2)
De voorwaarden naleven : een wettelijke verplichting
Als u niet alle voorwaarden van uw milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning naleeft, bent u in overtreding en riskeert u een sanctie (boete, gebruiksverbod, ...).
Waarom moet u deze specifieke voorwaarden naleven?
Uw bedrijf exploiteert ingedeelde inrichtingen uit rubriek 72-2 die onderworpen zijn aan een aangifte of een milieuvergunning.
Een automatisch blussysteem is een ingedeelde inrichtingTechnische inrichting of activiteit waarvoor een milieuvergunning of een voorafgaande uitbatingsaangifte bij de gemeente nodig is. De lijst van deze inrichtingen wordt door de Brusselse overheid opgesteld. als de totale capaciteit van de tanks en flessen verbonden met dat automatisch blussysteem gelijk is aan of groter dan 300 liter per exploitatiesite.
Bij deze berekening moet rekening worden gehouden met het totale volume van de tanks en flessen en niet met de hoeveelheden geïnstalleerd gas.
Voorbeelden van de berekening van de drempel voor automatische gasblussystemen |
|||
---|---|---|---|
Volume van de tanks en flessen per exploitatiesite |
Berekening van de drempel |
Installatie ingedeeld onder de rubriek |
|
1 |
|
22 X 60 = 1320 liter | 72-2 A |
2 |
50 individuele brandblusapparaten met kooldioxide (CO2) |
Omdat de individuele brandblusapparaten niet zijn aangesloten op een automatisch blussysteem, wordt hun capaciteit niet in aanmerking genomen. | Niet ingedeeld |
3 |
|
5 X 40 = 200 liter De drempel van 300 liter wordt niet bereikt Automatische sprinklersystemen (met water) vallen hier niet onder. |
Niet ingedeeld |
4 |
|
(40 X 70) + (6 X 40) = 2.800 + 240 = 3.040 liter op de exploitatiesite | 72-2 B |
Waarom deze voorwaarden?
De in de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning gestipuleerde voorwaarden hebben als doel :
- de veiligheid te garanderen;
- het milieu te vrijwaren en, in het bijzonder voor de blusgassen van het type HFK, de strijd aan te gaan tegen de opwarming van de aarde door het gebruik van gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). te beperken;
- te voorkomen dat de ozonlaag wordt afgebroken.
Deze gids geeft u meer duidelijkheid over uw verplichting wat betreft:
Deze gids informeert u ook over mogelijke afwijkingen
Uw installatie: eerste stappen
Uw verantwoordelijkheid en verplichtingen
Als exploitant bent u verantwoordelijk voor uw installatie.
U moet de volgende reglementen naleven :
-
verordening (EG) nr. 517/2014 voor automatische blussystemen met HFK en verordening (EG) nr. 304/2008 voor de certificering van bedrijven en personeel op het gebied van stationaire brandbeveiligingssystemen en brandblusapparaten die bepaalde gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). bevatten.
Alleen een voor brandbeveiliging gecertificeerd technicus mag apparatuur installeren die gefluoreerde broeikasgassen (HFK's) kan bevatten.
Doe een beroep op een gecertificeerd bedrijf uit de lijst van bedrijven die gecertificeerd zijn door het Vlaams GewestIn België heeft alleen het Vlaams Gewest (LNE) een opleidings-/certificeringssysteem ingevoerd voor brandbeveiligingssystemen en brandblusapparaten die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevatten. voor :
In België heeft alleen het Vlaams Gewest (LNE) een opleidings-/certificeringssysteem ingevoerd voor brandbeveiligingssystemen en brandblusapparaten die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevatten.
- Om te weten welke bedrijven gecertificeerd zijn door het Vlaamse Gewest:
- raadpleeg de pagina "Overzichtslijsten erkende personen" op de website van het Vlaamse Gewest lne.be en
- selecteer de lijst "Bedrijven brandbeveiligingsapparatuur".
- alle activiteiten waarbij blusgassen van het type HFK moeten worden gehanteerd,
- dichtheidscontroles,
- volledig onderhoud,
- reparaties en installatie,
- onderhoud en terugwinning van blusgassen in delen van de installatie waarin blusgassen van het type HFK aanwezig kunnen zijn.
Ontwerp en inbedrijfstelling
Bij het ontwerpen van een installatie
Moet u een beroep doen op een technicus die gecertificeerd is in brandbeveiliging om apparatuur te installeren die gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). (HFK's) kan bevatten.
- Om te weten welke bedrijven gecertificeerd zijn door het Vlaamse Gewest:
- raadpleeg de pagina "Overzichtslijsten erkende personen" op de website van het Vlaamse Gewest lne.be en
- selecteer de lijst "Technici brandbeveiligingsapparatuur".
Moet u de veiligheidsmaatregelenTijdelijke maatregelen met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu in afwachting van de behandeling van de bodemverontreiniging, met inbegrip van de maatregelen voor gebruiksbeperking, toezicht op en indijking van de verontreiniging. naleven :
- inzake accidentele emissies van blusgassen en
- inzake de bescherming van het publiek.
Moet de installatie bestand zijn tegen de te verwachten trillingen..
Inbedrijfstelling van de installatie
Laat het automatisch blussysteem onmiddellijk na de inbedrijfstelling controleren op lekkage door de voor brandbeveiliging gecertificeerde technicus.
Bewaar het controlerapport in het register.
Opslag van de flessen en/of tanks van de automatische blussystemen
Gebruik nooit automatische blussystemen met CO2 om lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek te beveiligen.
Opslagzone
Voorzie een opslagzone voor de gastanks of -flessen voor blusgassen :
- die uitsluitend voor dit doeleinde wordt gebruikt;
- die correct verlicht en verlucht is.
Verbied de toegang tot de gastanks en -flessen voor blusgas met een pictogram of bericht dat duidelijk zichtbaar is voor personen die niet tot de inrichting behoren en personen die er niet om dienstredenen moeten zijn.
De vloer van de zone waar de tanks en flessen zich bevinden :
- is gemaakt van een resistent en waterdicht materiaal dat de stabiliteit van de containers garandeert;
- wordt permanent schoon gehouden;
- wordt permanent schoon gehouden;
BEHALVE: U kunt een afwijking van deze verplichting aanvragen bij Leefmilieu Brussel.
In dat geval moet u :
- uw verzoek motiveren en
- een risicoanalyseStudie waarin de risico's op een verontreiniging voor de volksgezondheid en het leefmilieu worden beoordeeld. In het raam van bodemonderzoeken kan een dergelijke studie ook worden uitgevoerd om de te nemen bewarende maatregelen en de mate van urgentie voor sanering te bepalen. bijvoegen die bewijst dat er geen risico is voor het publiek.
Hang in of in de nabijheid van de opslagzone exploitatie-instructies uit.
Deze instructies bevatten minstens :
- de naam van het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het onderhoud van het systeem;
- de gebruiks- en onderhoudsinstructies en de relevante gegevens voor de installatie;
- de gebruiksaanwijzing van het gasblussysteem met een leidingenschema;
- een algemeen plan met aanduiding van de beschermde zones.
Tanks en flessen
- Bevestig de tanks en cilinders van het blussysteem op permanente wijze.
- Bescherm de tanks en flessen tegen oververhitting door zonnestralen of andere warmtebronnen.
- Breng op de tanks en flessen minstens de volgende vermeldingen aan :
- de naam van het bedrijf dat de tanks en flessen heeft geïnstalleerd;
- het type gas, de hoeveelheid gas en voor gassen van het type HFK, de hoeveelheid in ton CO2-equivalent.
Verplicht onderhoud en verplichte controles van de tanks en flessen
Controles voor alle types blusgas
Voorzie een controlesysteem om schade en mogelijke lekken in het automatisch blussysteem te detecteren.
- Dat controlesysteem kan bestaan uit :
- een drukmetingssysteem (manometers);
- een systeem voor het meten van het gewicht van de recipiënten met blusmiddel (weegschaal, ...);
- een vast systeem voor het opsporen van lekken;
- of elk ander systeem.
Laat een automatisch blussysteem onmiddellijk na de inbedrijfstelling altijd controleren op lekkage.
Deze controles moeten aan twee voorwaarden voldoen :
- het inspectiesysteem voldoet aan de normen ISO 14520 of EN 15004; en
- de brandbeveiligingsapparatuur wordt zo vaak geïnspecteerd als door de wetgeving is voorgeschreven.
U moet het systeem ten laatste 6 maanden na de inbedrijfstelling laten controleren :
- na de installatie of
- na een aanzienlijke wijziging.
Bijzondere controles voor blusgassen van het type HFK
Controleer apparatuur die een hoeveelheid van ≥ 5 ton CO2-equivalent gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). bevat op lekkage.
BEHALVE: Hermetisch afgesloten apparatuur die minder dan 10 ton CO2-equivalent gefluoreerde broeikasgassen (HFK's) bevat, is niet onderworpen aan lekcontroles, op voorwaarde dat deze apparatuur :
- hermetisch afgesloten is en
- als zodanig geëtiketteerd.
Blusgasflessen en -tanks die HFK's bevatten |
|||
Lading van gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). |
≥ 5 t CO2-eq (hermetisch ≥ 10 t CO2-eq) |
≥ 50 t CO2-eq |
≥ 500 t CO2-eq ** |
Zonder een geschikt en goed werkend lekdetectiesysteem | 12 maanden | 6 maanden | 3 maanden |
Met een geschikt en goed werkend lekdetectiesysteem* | 24 maanden | 12 maanden | 6 maanden |
* De goede werking van lekdetectiesystemen moet om de 12 maanden worden gecontroleerd.
** Voor installaties van ≥ 500 t CO2-equivalent is een vast lekdetectiesysteem verplicht.
Controle na de reparatie van lekken
- Laat gedetecteerde lekken zo snel mogelijk repareren. Zoek in de mate van het mogelijke de oorzaak van het lek om te vermijden dat het zich opnieuw voordoet.
- Laat direct na de reparatie een nieuwe dichtheidscontrole uitvoeren.
Voor installaties met HFK
-
Laat binnen een maand na de reparatie van een lek nogmaals de dichtheid controleren. Deze controle mag niet op de dag van de reparatie plaatsvinden.
Zo kunt u de doeltreffendheid van de reparatie controleren.
Uw installatie wijzigen
Onder wijziging van een installatie wordt verstaan :
- wijziging van de gegevens betreffende de indeling van de gastanks en -flessen voor blusgassen verbonden met een automatisch blussysteem (hoeveelheid en type blusgas);
- verplaatsing van gastanks en -flessen voor blusgassen verbonden met een blussysteem;
- ontmanteling van een automatisch blussysteem.
- Als u uw installatie wilt wijzigen, moet u toelating vragen aan uw gemeente of aan Leefmilieu Brussel (afhankelijk van wie uw vergunning heeft afgeleverd) voordat u uw installatie wijzigt.
Indien u aan Leefmilieu Brussel toestemming moet vragen, kunt u dit op twee manieren doen :
- Ofwel richt u uw vraag aan :
Leefmilieu Brussel
Afdeling Vergunninigen en Partnerschappen
Thurn en Taxis site
Havenlaan 86C, bus 3000
1000 BrusselVermeld in uw brief :
- de naam, de firmanaam en het adres van de houder van de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning ;
- de referenties van de nog geldige milieuvergunning(en).- Ofwel vult u het aanvraagformulier voor wijziging van een milieuvergunning in en stuurt u dit naar Leefmilieu Brussel.
Indien uw vergunning werd uitgereikt door uw gemeente, moet u zich tot de milieudienst van uw gemeente wenden.
Het register
Als exploitant bent u samen met de voor brandbeveiliging gecertificeerde technicus verantwoordelijk voor het bijhouden van het register. U moet erop toezien dat de voor brandbeveiliging gecertificeerde technicus het register invult. Op die manier is de traceerbaarheid van de werkzaamheden aan de installatie gewaarborgd.
Het register moet de volgende informatie bevatten :
- Naam, adres, telefoonnummer van de exploitant.
- Datum van de inbedrijfstelling van de installatie met :
- de datum van inbedrijfstelling van het automatische blussysteem;
- het type blusgas en de geïnstalleerde capaciteit, per fles en per systeem.
- Het type en de datum van de interventies : onderhoud, reparaties, controles en definitieve verwijdering van de blusgassen.
- De hoeveelheid, de aard en het type toegevoegd of teruggewonnen gas.
- Een beschrijving en de resultaten van de dichtheidscontroles en de gebruikte methode.
- De naam van de technicus die aan het automatische blussysteem heeft gewerkt en, voor systemen die gassen van het type HFK bevatten, het certificaatnummer van de technicus, overeenkomstig verordening (EG) nr. 304/2008.
- De naam van het bedrijf waarvoor de technicus werkt en, voor systemen die gefluoreerde broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). bevatten, het nummer en de naam van het bedrijf, overeenkomstig verordening (EG) nr. 304/2008.
- De datums en de resultaten van de verschillende tests en proeven.
Als u een automatisch blussysteem exploiteert dat gassen van het type HFK bevat, moet u tevens de volgende informatie registreren :
- De hoeveelheid blusgas per automatisch blussysteem, uitgedrukt in ton CO2-equivalent.
- Het land of gewest dat het certificaat van de technicus heeft afgeleverd in overeenstemming met verordening (EG) nr. 304/2008 en, in voorkomend geval, een vertaling van het certificaat in het Frans of het Nederlands.
Bewaar de registers en documenten van de laatste 5 exploitatiejaren. Stel ze op aanvraag ter beschikking van de bevoegde overheid.
Mogelijke afwijkingen
In welk geval kunt u een afwijking krijgen?
Als de vloer van de zone waar de tanks en flessen staan zich onder het vloerniveau bevindt, in bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden.
In dat geval moet u :
- uw verzoek motiveren en
- een risicoanalyseStudie waarin de risico's op een verontreiniging voor de volksgezondheid en het leefmilieu worden beoordeeld. In het raam van bodemonderzoeken kan een dergelijke studie ook worden uitgevoerd om de te nemen bewarende maatregelen en de mate van urgentie voor sanering te bepalen. bijvoegen die bewijst dat er geen risico is voor het publiek.
Hoe moet u te werk gaan?
Als uw vergunning in behandeling is of als u een nieuwe vergunning moet aanvragen, moet u tijdens de verwerking de nodige documenten en informatie verstrekken.
Als u al een vergunning heeft, komt uw aanvraag tot afwijking overeen met een wijziging (art. 64) van de exploitatievoorwaarden van de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning .
- U moet dan een wijzigingsformulier invullen.
- Dien dat vervolgens in bij Leefmilieu Brussel.
Persoonlijk of per post op het volgende adres :
Leefmilieu Brussel
Afdeling Vergunningen en Partnerschappen
Thurn & Taxis Site
Havenlaan 86C, bus 3000
1000 Brussel
Welke documenten en informatie moet u bij uw aanvraag voegen?
- De referentie van de milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning waarin de exploitatievoorwaarden van de gastanks en -flessen voor blusgassen verbonden met een automatisch blussysteem staan;
- De beschrijving van de installatie, met :
- de locatie,
- het aantal tanks of cilinders,
- de hoeveelheid en het type blusgas/tanks of flessen,
- een risicoanalyseStudie waarin de risico's op een verontreiniging voor de volksgezondheid en het leefmilieu worden beoordeeld. In het raam van bodemonderzoeken kan een dergelijke studie ook worden uitgevoerd om de te nemen bewarende maatregelen en de mate van urgentie voor sanering te bepalen. waaruit blijkt dat er geen risico's zijn voor het publiek.
Wetgeving
Wetgeving van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Ordonnantie betreffende de milieuvergunningen
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 april 2019 betreffende gastanks en -flessen voor blusgassen, verbonden met een automatisch blussysteem, en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III tot uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (B.S. 16.04.2019)
Europese wetgeving
- Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006
- Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen
- Verordening (EG) nr. 304/2008 van de Commissie van 2 april 2008 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van de certificering van bedrijven en personeel op het gebied van stationaire brandbeveiligingssystemen en brandblusapparaten die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevatten