Monitoring van het grondwater
- Ondergrond
- Water
- Vervuiling
- Grondwater
- Metingen
- Drinkwater
De duurzaamheid en de kwaliteit van de grondwatervoorraad in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormen belangrijke uitdagingen om het volgende te garanderen:
- een duurzame aanwending voor zowel de drinkwatervoorziening als de industriële en tertiaire sector;
- het voortbestaan van terrestrische en aquatische ecosystemen die afhankelijk zijn van het grondwater.

Kwantiteit
De bedoeling van de piëzometrische monitoring of de kwantitatieve monitoring bestaat erin de huidige kwantitatieve toestand en de tendens op middellange en lange termijn van de grondwaterlichaamen te evalueren.
Leefmilieu Brussel staat in voor een piëzometrische of kwantitatieve monitoring, dat wil zeggen een (geautomatiseerde of manuele) opvolging van de piëzometrische niveaus met behulp van 59 controlepiëzometers (2019 gegevens), namelijk :
- 29 filterconstructies in het grondwaterlichaam van de Brusseliaan zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm (BR05);
- 4 filterconstructies in het grondwaterlichaam van de Noordwest Brusseliaan en Tielt zand systeem (BR04);
- 8 filterconstructies in het grondwaterlichaam van de Landeniaan zand (BR03);
- 4 filterconstructies in het grondwaterlichaam van de Sokkel (BR02);
- 6 filterconstructies in het grondwaterlichaam van de Sokkel en Krijt systeem (BR01).
Bovendien worden de debieten van 11 bronnen die zijn verbonden met het grondwaterlichaam van de Brusseliaan zand (BR05), periodiek of gericht gemeten (2019 gegevens)..
Kwaliteit
Een programma voor kwalitatieve monitoring van het grondwater werd vanaf 2006 in uitvoering gebracht om met name de Europese verplichtingen na te komen. Deze monitoring omvat een algemene en operationele monitoring van de chemische toestand van de grondwaterlichamen.
De bedoeling van de algemene monitoring van de chemische toestand bestaat erin een globaal en coherent beeld van de chemische toestand van het grondwater te verstrekken, de tendens op lange termijn te evalueren van de vervuiling die wordt veroorzaakt door menselijke activiteit, en de verschijning van nieuwe verontreinigende stoffen te detecteren.
Er wordt bovendien speciaal voor het grondwaterlichaam van de Brusseliaan zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm (BR05), dat in 2012 werd getypeerd als “in slechte staat”, een operationele monitoring in uitvoering gebracht. Deze aanvullende monitoring is erop gericht de evolutie van relevante verontreinigende parameters op te volgen, en de impact te evalueren van de uitvoering van meetprogramma’s met het oog op de bescherming en het herstel van het waterlichaam.
De kwalitatieve monitoring van het grondwater heeft betrekking op de analyse en de interpretatie van meer dan honderd verontreinigende chemische parameters aan de hand van (2019 gegevens):
- 50 controleputten en -piëzometers, hoofdzakelijk actieve grondwater winningen waaruit monsters worden genomen die worden geanalyseerd door erkende laboratoria:
- 24 filterconstructies in het grondwaterlichaam van de Brusseliaan zand (BR05);
- 2 filterconstructies in het grondwaterlichaam van het Noordwest Brusseliaan en Tielt zand systeem (BR04);
- 11 filterconstructies in het grondwaterlichaam van de Landeniaan zand (BR03);
- 5 filterconstructies in het grondwaterlichaam van de Sokkel (BR02);
- 8 filterconstructies in het grondwaterlichaam van de Sokkel en Krijt systeem (BR01).
- 11 bronnen die zijn verbonden met het grondwaterlichaam van de Brusseliaan zand (BR05), en waarvan sommige water toevoeren aan Natura 2000-habitats.
Beschermde gebieden
Gebied voor de winning van water dat is bestemd voor menselijke consumptie
In het Ter Kamerenbos en het Zoniënwoud werden een waterwingebied en perifere beschermingsgebieden afgebakend krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 september 2002 dat er de antropogene activiteiten reglementeert, teneinde de kwaliteit en de duurzaamheid te beschermen van de grondwaterwinningen die worden geëxploiteerd door VIVAQUA, en waarvan het water wordt gebruikt voor het distributienet.
Het water van deze waterwinningen is afkomstig van het grondwaterlichaam van de Brusseliaan zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm (BR05).
De kwalitatieve en kwantitatieve monitoring van het grondwater dat aanwezig is in het voedingsgebied van deze waterwinningen, is in handen van Leefmilieu Brussel en waterbeheerder Vivaqua die ook instaat voor de bescherming van de waterwinningen.
In waterwingebieden en beschermingsgebieden 1 zijn alleen activiteiten toegestaan die rechtstreeks verband houden met de bescherming van het grondwater en de waterproductie.
In beschermingsgebieden 2 en 3 zijn bepaalde handelingen en werken ofwel verboden, ofwel gebonden aan specifieke voorwaarden in het kader van stedenbouwkundige en/of milieuvergunningen.
Gebied dat kwetsbaar is voor nitraten van landbouwbronnen
Hoewel de landbouwactiviteiten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zeer beperkt zijn, werd er op het Brussels grondgebied een gebied afgebakend dat kwetsbaar is voor nitraten van landbouwbronnen, teneinde het grond- en oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). te beschermen tegen vervuiling die wordt veroorzaakt door nitraten die van de landbouw afkomstig zijn, en elke nieuwe vervuiling van dit type te voorkomen met het oog op de drinkwaterproductie en de strijd tegen de eutrofiëringOvermatige toevoer van voedingsstoffen in het water, met als gevolg een woekering van de vegetatie, zuurstofvermindering en onevenwicht van het ecosysteem. van het oppervlaktewater.
Het kwetsbare gebied dat werd afgebakend krachtens het ministerieel besluit van 25 mei 1999 , is vrijwel identiek aan het gebied ter bescherming van de winningen van water dat is bestemd voor menselijke consumptie.
Het verschilt ter hoogte van de uiteinden in het zuidoosten en het noorden.
Leefmilieu Brussel en waterbeheerder Vivaqua voeren er een nitrietmonitoring (NO3-, NO2-, NH4+) uit.
Een code van goede landbouwpraktijken, die op vrijwillige basis van toepassing is op landbouwers, is terug te vinden in de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 19 november 1998 betreffende de bescherming van het water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen.
Aquatische en terrestrische ecosystemen die afhankelijk zijn van het grondwater
De Woluwe en 4 types Natura 2000-habitats die zijn terug te vinden in de Speciale Beschermingszones (SBZ I en II), zijn respectievelijk aquatische en terrestrische ecosystemen die rechtstreeks afhankelijk zijn van het grondwaterlichaam van de Brusseliaan zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm (BR05). Deze vrije grondwaterlaag voert immers water toe aan de rivier en deze terrestrische ecosystemen.
Met het oog daarop wordt er in deze gebieden een specifieke kwantitatieve en kwalitatieve opvolging gerealiseerd. Er werden specifieke kwaliteitscriteria vastgelegd voor dit grondwaterlichaam, om een gunstige staat van instandhouding te garanderen voor de habitats en de soorten in deze gebieden.
Het gaat om de volgende habitats:
- 6430: voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland en van de montane en alpiene zones
- 7220*: kalktufbronnen met tufsteenformatie (Cratoneurion)
- 9160*: sub-Atlantische en midden-Europese wintereikenbossen of eiken-haagbeukbossen behorend tot het Carpinion-betuli
- 91E0*: alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae)