
Uitbatingsvoorwaarden van een proefdierverblijf met ingeperkt gebruik van GGO's/pathogenen
- Inspectie
- Dieren
- Afval
- Verplichtingen
Op deze pagina vindt u informatie over de uitbatingsvoorwaarden voor uw proefdierverblijf en lokalen voor opslag van dierlijk afval.
Uw afval beheren
Waar moet u dit afval opslaan?
Dit afval moet afzonderlijk worden opgeslagen (bijvoorbeeld in de koelkast).
Hoe moet u uw afval verwijderen?
Wat de kattenbakvulling en uitwerpselen betreft: het gaat om dierlijke bijproducten van categorie 2. In dit opzicht moeten ze worden opgehaald door een ophalerinzamelaar, handelaar en makelaar die erkend is als ophaler van dierlijke bijproducten van categorie 2. Wanneer dit afval een biologisch risico inhoudt omwille van de afkomst ervan en omdat het niet onschadelijk gemaakt kon worden (ontsmet), moet de ophaler ook erkend zijn voor het ophalen van gevaarlijk afval in het BHG. Wanneer dit afval tot de biologische risicoklasse 3 of 4 behoort, moet het aan de bron onschadelijk worden gemaakt alvorens het beperkingsgebied te verlaten, behalve wanneer dit technisch of materieel onmogelijk is.
Wat de dierenkadavers betreft: het gaat om dierlijke bijproducten van categorie 1. In dit opzicht moeten ze worden opgehaald door een ophaler die erkend is als ophaler van dierlijke bijproducten van categorie 1. Wanneer dit afval een biologisch risico inhoudt omwille van de afkomst ervan en omdat het niet onschadelijk gemaakt kon worden (ontsmet), moet de ophaler ook erkend zijn voor het ophalen van gevaarlijk afval in het BHG. Bij volledige vernietiging door een chemische actie (groot volume) moet de ophaler enkel erkend zijn voor de ophaling van gevaarlijk afval in het BHG.
De milieuvergunningDe milieuvergunning, voorheen 'commodo-incommodo'- exploitatievergunning genoemd, is een document met de technische voorschriften die de exploitant van een installatie (bv. tankstation, drukkerij, stomerij, enz.) moet naleven. De door de administratie vastgelegde voorwaarden zijn bedoeld om de bescherming te waarborgen tegen de gevaren, hinder of ongemakken die een installatie of activiteit direct of indirect kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking, met inbegrip van personen die zich binnen de grenzen van een installatie bevinden zonder daar als werknemer te kunnen worden beschermd. Meer informatie over de milieuvergunning betreffende het ingeperkt gebruik definieert de uitvoeringsbepalingen (verpakking, verwijdering) van dit afval.
Lozing van afvalwater
Om elk verontreinigingsrisico te vermijden, mag de bodembedekking geen water doorlaten en moet de vloer afhellen naar een afloop die voorzien is van een luchtafsnijder en uitmondt in een waterdichte tank. Reinig uw lokalen regelmatig en desinfecteer ze minstens één keer per week.
Als u een proefdierverblijf van inperkingsniveau 2 of hoger uitbaat, moet u regelmatig ontsmettingsmiddel in de stankafsluiters gieten. Leefmilieu Brussel kan een installatie van inperkingsniveau 3 ook verplichten om het afvalwaterWater dat in huishouding of industrie dienst heeft gedaan en gewoonlijk met verschillende stoffen beladen is. inactief te maken alvorens het bij het huishoudelijk afvalwater wordt gevoegd.
Verlucht
Proefdierverblijven veroorzaken vooral geurhinder. Zorg voor voldoende verluchting die niet hinderlijk is voor de buren.
Ook als er geen enkel reglement bestaat voor de verluchting van uw lokalen, raden wij u toch aan om het luchtvolume 10 tot 12 keer per uur te verversen.
Contact
Neem contact met Leefmilieu Brussel :
E-mail: permit@environnement.brussels
Tel: 02/775.75.75
Neem contact met de SBB :
E-mail: contained.use@sciensano.be
Tel: 02/642.52.93