Verkennend bodemonderzoek
- Bodem
- Vervuiling
- Gebouw
- Studie
- Procedure
- Sanering
Inhoud
Is uw terrein verontreinigd? Zo ja, in welke mate? Het verkennend bodemonderzoek brengt een eventuele verontreiniging van de bodem of het grondwater aan het licht en bepaalt de omvang en de aard ervan.
Plaatsbeschrijving
Het verkennend bodemonderzoek kan worden vergeleken met een plaatsbeschrijving van de bodem en het grondwater van uw terrein. Deze eerste stap van de procedure wordt uitgevoerd door een erkend bodemverontreinigingsdeskundige en houdt een beperkte monsterneming in, rekening houdend met onder andere de vermoedelijke locatie van de verontreiniging, waarvan de analyseresultaten met de interventie- en saneringsnormen worden vergeleken.
Een verkennend bodemonderzoek heeft tot doel de aard en de herkomst van een verontreiniging te bepalen, alsook de noodzaak om al dan niet een behandelingsprocedure op te starten. Het bepaalt eveneens het type van verontreiniging (eenmalige verontreiniging, gemengde verontreiniging of weesverontreiniging) en in voorkomend geval de te nemen follow-up- of noodmaatregelen. Het onderscheidt eventueel de toename van de verontreinigingstijging van de concentratie van verontreinigende stoffen indien aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan . Tot slot kan het ook de bodemverontreiniging afbakenen.
Het verkennend bodemonderzoek geldt als gedetailleerd onderzoek indien het verkennend bodemonderzoek de bodemverontreiniging reeds heeft afgebakend. In dat geval bepaalt het de termijn waarbinnen een risico-onderzoek of een saneringsvoorstel aan Leefmilieu Brussel moet worden betekend.
Het verkennend bodemonderzoek omvat een vereenvoudigde risicobeoordeling indien het gaat om een verontreiniging van natuurlijke oorsprong of een weesverontreiniging met zware metalenVerzamelnaam voor een groep metalen met een relatief grote dichtheid, zoals lood, kwik, zink en cadmium. Deze metalen komen van nature in het milieu voor en zijn in veel gevallen zelfs nodig voor bepaalde natuurlijke processen. In hogere concentraties zijn ze echter meestal giftig. De voornaamste bronnen van zware metalen zijn de non-ferro-industrie, de verbranding van fossiele brandstoffen en van afval en het verkeer. of PAK die aanwezig zijn in aanvulgronden . Deze beoordeling geldt als risico-onderzoek.
De bodemverontreinigingsdeskundige dient dit verkennend bodemonderzoek uit te voeren in overeenstemming met de bepalingen van de ordonnantie van 5 maart 2009, gewijzigd in 2017, en de uitvoeringsbesluiten ervan, waaronder met name het besluit tot vaststelling van de type-inhoud van verkennende bodemonderzoeken. De deskundige moet eveneens rekening houden met de technische nota’s die op de website van Leefmilieu Brussel staan.
Opgelet: Als de deskundige van mening is dat een verkennend bodemonderzoek niet relevant is (vb. afwezigheid van risicoactiviteiten, technische onmogelijkheid, enz.), moet hij Leefmilieu Brussel toch ook een rapport van het verkennend bodemonderzoek bezorgen dat minstens delen I en II van het besluit tot vaststelling van de type-inhoud van verkennende bodemonderzoeken bevat, alsook met redenen omklede conclusies.
Anderzijds moet een verkennend bodemonderzoek verplicht worden uitgevoerd op minstens het hele kadastrale perceel.
In de praktijk
Het verkennend bodemonderzoek verloopt via een reeks boringen, zowel vlakbij mogelijke verontreinigingsbronnen als op de delen van het terrein waar geen risicoactiviteiten plaatshadden. De genomen stalen worden geanalyseerd door een erkend laboratorium.
Op basis van de resultaten van deze analyses formuleert de deskundige met redenen omklede conclusies per perceel wat betreft:
- de omvang en de aard van de eventuele verontreiniging ;
- de noodzaak om al dan niet een gedetailleerd onderzoek, een risico-onderzoek of een risicobeheersvoorstel of een saneringsvoorstel uit te voeren;
- het type van verontreiniging (eenmalige, gemengde, weesverontreiniging);
- in voorkomend geval:
- de termijn voor kennisgeving van dit gedetailleerd onderzoek;
- de noodzaak om noodmaatregelen te treffen.
Gelijkvormigheidsverklaring
Het verkennend bodemonderzoek wordt ingediend bij Leefmilieu Brussel dat 30 dagen de tijd heeft om:
- ofwel het al dan niet gelijkvormig te verklaren;
- ofwel aanvullingen op te leggen die hem binnen een redelijke termijn moeten worden betekend.
Na ontvangst van de wijzingen of aanvullingen heeft Leefmilieu Brussel 30 dagen de tijd om het verkennend bodemonderzoek al dan niet gelijkvormig te verklaren.
In onderlinge overeenstemming tussen Leefmilieu Brussel en de persoon die het verkennend bodemonderzoek moet uitvoeren, kan de termijn van 30 dagen worden verlengd tot 60 dagen.
In de gelijkvormigheidsverklaring bepaalt Leefmilieu Brussel , op basis van de conclusies van het verkennend bodemonderzoek:
- de termijn waarbinnen het gedetailleerd onderzoek, het risico-onderzoek en het risicobeheersvoorstel of het saneringsvoorstel hem, in voorkomend geval, moet worden betekend;
- het type of de types van verontreiniging;
- in voorkomend geval, de te nemen noodmaatregelen.
Verkennend bodemonderzoek en minieme behandeling of behandeling van beperkte duur
De persoon die een verkennend bodemonderzoek laat uitvoeren kan een afgebakende behandeling, de zogenaamde minieme behandeling, laten uitvoeren indien de deskundige die belast is met het verkennend bodemonderzoek concludeert dat er sprake is van een overschrijding van de interventie- of saneringsnormen en hij, na de afbakening van de verontreiniging, van mening is dat de behandeling van de verontreiniging betrekking zou moeten hebben op een zone met een oppervlakte van minder dan 20 m².
In sommige gevallen is het ook mogelijk om een behandeling van beperkte duur uit te voeren. U vindt meer info hieromtrent in het deel Bestaan er versnelde en gerichtere behandelingsprocedures?