U bent hier
Risico- en afvalbeheer (professionnels)
a. Gevaarlijk afval b. Lozing van afvalwater
a. Gevaarlijke afvalstoffen 
Voorbeelden van gevaarlijk afval |
Gevaarlijke gassen in afgedankte drukvaten (met inbegrip van halonen) |
Versleten katalysatoren met daarin fosforzuur |
Afgewerkte vloeistoffen, gebruikt als katalysatoren |
Permanganaten, bijvoorbeeld kaliumpermanganaat |
Chromaten, bijvoorbeeld kaliumchromaat, kalium- of natriumdichromaat |
Peroxiden, bijvoorbeeld waterstofperoxide |
Cytotoxische en cytostatische geneesmiddelen |
Zuren |
Basische afvalstoffen |
Fluorescerentiebuizen en ander afval dat kwik bevat |
Niet-alimentaire oliën en vetstoffen |
Afvalstoffen die risico's op infectie inhouden |
Afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolwaterstoffen bevat |
Afvalstoffen waarvoor er voor de inzameling en de verwijdering bijzondere voorschriften gelden inzake besmettingsrisico's |
Afgedankte gevaarlijke chemische laboratoriumproducten van minerale of organische oorsprong |
- Het is verboden voor het water toxische producten of voor het leefmilieu gevaarlijke producten te lozen in het afvalwater.
- Het is verboden nieuwe producten waarvan de gevaarlijkheid nog niet werd vastgesteld in het afvalwater te lozen.
- Rust uw laboratorium toe met hergebruikte korfflessen voor chemische producten die niet in de riolering mogen geloosd worden.
- Laat al uw gevaarlijk laboratoriumafval weghalen door een vergunde operator in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Vraag om een traceerbaarheidsdocument dat de verwijdering van uw afvalstoffen aantoont.
Bewaar dit of een afschrift ervan gedurende 5 jaar en houd het ter beschikking van Leefmilieu Brussel.
b. Lozing van afval water
- Voor uw laboratoriumafvalwater zorgt u voor een specifiek rioleringsnet, zodat het afvalwater afzonderlijk van het huishoudelijk water opgevangen wordt. Zorg eveneens voor een bemonsteringsplaats (meetbuis) op de afvoerleiding waar er monsters kunnen worden genomen.
- Afvalwater van het laboratorium mag slechts worden vermengd met huishoudelijk afvalwater na de bemonsteringsplaats (meetbuis) voor het laboratoriumwater.
- Er dienen sectornormen te worden nageleefd.
Normen voor lozing in de openbare riolering
Aard van de in het afvalwater bemonsterde gevaarlijke stof
Dichtheid van de stof
CZV (chemisch zuurstofverbruik)
< 2000 mg/l
Geleidingsvermogen *
< 5000 µS/cm
Niet-polaire koolwaterstoffen ( C2 Cl4-extraheerbaar)
< 50 mg/l
Cadmium
< 0,010 mg Cd/l
Kwik
< 0,002 mg Hg/l
Chroom
< 0,5 mg Cr/l
Koper < 0,5 mg Cu/l
Lood
< 0,5 mg Pb/l
Nikkel
< 0,5 mg Ni/l
Zink
< 3 mg Zn/l
Vluchtige gehalogeneerde organische verbindingen
VOX < 0,2 mg/l
Extraheerbare gehalogeneerde organische verbindingen
EOX < 0,1 mg Clorg/l
* Indien er tijdens de monsterneming een waterverzachter geregenereerd wordt, dan is de geleidbaarheidsnorm niet van toepassing.
Normen voor lozing in oppervlaktewate
CZV < 120 mg/l Geleidingsvermogen*
< 5.000 µS/cm
Totaal stikstof
< 2.000 eq: geen norm
2.000 ≤ eq < 4.000 eq < 20 mg/l
≥ 4.000 eq < 15 mg/l
Totaal fosfor
< 2.000 eq: geen norm
2.000 ≤ eq < 100.000 eq < 2mg/l
≥ 100.000 eq < 1 mg/l
Cadmium
< 0,010 mg Cd/l
Kwik
< 0,002 mg Hg/l
Chroom
< 0,5 mg/ Cr/l
Koper
< 0,5 mg Cu/l
Lood
< 0,5 mg Pb/l
Nikkel
< 0,5 mg Ni/l
Zink
< 3 mg Zn/l
Monoaromatische
koolwaterstoffen
BTEX < 0,1 mg/l
(som benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xyleen)
Adsorbeerbare
organohalogeenverbindingen
AOX < 1 mg/l
Extraheerbare
organohalogeenverbindingen
EOX < 0,01 mg Clorg/
* Indien er tijdens de monsterneming een waterverzachter geregenereerd wordt, dan is de geleidbaarheidsnorm niet van toepassing.
- De voorwaarden zijn gebaseerd op de Ordonnantie betreffende de milieuvergunningen.