U bent hier
Uw opslagruimte: kenmerken (professionnels)
a. Een goed ingerichte opslagruimte b. Plaats en toegang c. Deuren en muren d. Verlichting en ventilatie e. Brandveiligheid: toebehoren en aanduidingen f. Activiteiten die toegelaten en verboden zijn in de opslagruimte
a. Een goed ingerichte opslagruimte
- Brandwerende deur die naar buiten toe openslaat
- Verplichte elektrische verlichting
- Verplichte ventilatie, naar buiten toe
- Georganiseerde opberging, beschut tegen zonnestraling
- Veiligheidsrichtlijnen
- Zaagsel om een lek op te slorpen
- Ondoorlatende vloer, gemakkelijk te reinigen
- Vaten met de juiste etiketten
- Scheiding van oxidatieve middelen en ontvlambare producten
- Aanbeveling: gebruik metalen rekken
- Gescheiden opberging van onverenigbare producten
- Gescheiden opberging van onverenigbare producten
- Opslag van gevaarlijke afvalstoffen in een ondoorlatend recipiënt
- Waterpunt
- Verplichte aanwezigheid van brandblussers
Bron : Ministère de l’Agriculture et de la Pêche (Frankrijk)
b. Plaats en toegang
- Sla nooit ontvlambare vloeistoffen op in verplaatsbare vaten in een kelder.
- De toegang tot de opslagruimte is strikt verboden voor publiek.
- Zorg voor een duidelijk zichtbaar verbodsbord of de gebruikelijke pictogrammen aan de ingang van de opslagruimte.
- Voorzie de opslagruimte van een sluitsysteem ((hang)slot, …), om onbevoegden de toegang te ontzeggen.
- Houd de wegen die naar buiten leiden volledig obstakelvrij. De doorgang moet vrij zijn voor eventuele ontruimingen en hulpverleningsinterventies.
c. Deuren en muren
- De deuren moeten verplicht naar buiten toe openslaan.
- Zet niets voor de deuren. Ze moeten altijd open kunnen gaan.
Brandweerstand en sluiting van de deuren
Indien uw opslagruimte geen ontvlambare producten bevat, of hoeveelheden die lager zijn dan de maximale hoeveelheden die zijn aangeduid in de onderstaande tabel, bent u niet verplicht de voorwaarden in deze rubriek “brandweerstand en sluiten van deuren” na te leven.
Zeer licht en licht ontvlambare vloeistoffen (VP ≤ 21 °C) |
50 liter |
Ontvlambare vloeistoffen (21°C < VP ≤ 50°C) |
500 liter |
Licht ontvlambare vaste stoffen, of vaste stoffen die brandbare gassen vrijgeven bij contact met water |
50 kg |
Samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen |
300 liter |
De vereiste kenmerken hangen af van twee factoren: de producten die u opslaat en het bouwjaar van het gebouw.
Om te weten aan welke eisen u moet voldoen, moet u eerst het type van uw opslagruimte bepalen.
Type 1
Ontvlambare vloeistoffen (VP ≤ 21 °C) | 50 liter en meer |
Ontvlambare vloeistoffen (21°C < VP ≤ 50°C) | 500 liter en meer |
Licht ontvlambare vaste stoffen, of vaste stoffen die brandbare gassen vrijgeven bij contact met water | 50 kg en meer |
Samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen |
300 liter en meer (waterinhoud van de recipiënten) |
Type 2
Ontvlambare vloeistoffen ((50)C <VP ≤ 100° C) | 3000 liter en meer |
Ontvlambare vaste stoffen (bij contact met een vlam) die brandbevorderend werken | 1000 kg en meer |
Brandbare stoffen, die bij brand giftige gassen of veel rook vrijgeven | 1000 kg en meer |
Brandbare vaste stoffen | 10 ton en meer |
Voor de opslagruimtes van type 1
Gebouwen gebouwd vóór juni 1972 of waarvan de bouw al was aangevat op 1 juni 1972 |
Gebouwen gebouwd na juni 1972 waarvan de bouw is aangevat na 1 juni 1972 |
---|---|
|
Voor het gebouw zelf: Indien er een veiligheidssas is tussen het gebouw en het gedeelte van het gebouw waarin de opslagruimte is ondergebracht, moet alleen dit deel gedeelte beantwoorden aan de eisen die gelden voor het gebouw zelf. Deze uitzondering geldt uitsluitend indien de veiligheidssas voldoet aan alle volgende voorwaarden:
Voor de opslagruimte:
|
Voor de opslagruimten van type 2
Gebouwen gebouwd vóór juni 1972 of waarvan de bouw al was aangevat op 1 juni 1972 |
Gebouwen gebouwd na juni 1972 waarvan de bouw is aangevat na 1 juni 1972 |
|
Voor het gebouw zelf: Indien de opslagruimte is ondergebracht in een deel van het gebouw dat van de rest van het gebouw is afgescheiden door een deur met een brandweerstand van minstens ½ uur, dan moet alleen dit deel voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd voor het gebouw zelf. Deze uitzondering geldt uitsluitend indien de scheiding en de deuren voldoen aan alle volgende voorwaarden:
Voor de opslagruimte:
|
d. Verlichting en ventilatie
- Gebruik uitsluitend elektrische verlichting.
- Verlucht voldoende, rechtstreeks naar buiten, om te vermijden dat de lucht giftig of explosief wordt.
e. Brandveiligheid: toebehoren en aanduidingen
- Plaats brandblussers of andere geschikte blusmiddelen.
- Plaats aanduidingen betreffende brandpreventie en -bestrijding op goed zichtbare plaatsen. Indien bepaalde blusmiddelen verboden zijn, moet dit duidelijk worden aangeduid.
- Hang op de deur of dicht bij de ingang aanwijzingen over:
- de maximale opgeslagen hoeveelheden per productfamilie;
- de risico’s (gebruik de wettelijke pictogrammen).
f. Activiteiten die toegelaten en verboden zijn in de opslagruimte
- Roken in de opslagruimte is ten strengste verboden.
- Hang de gebruikelijke pictogrammen voor het rookverbod op alle toegangsdeuren in de opslagruimte.
- De opslagruimte mag uitsluitend worden gebruikt om de producten op te slaan.
- Het is verboden producten over te gieten in de opslagruimte.
Indien uw toelating of vergunning uitdrukkelijk vermeldt dat u vloeistoffen mag overgieten in de opslagruimte, om de hoeveelheid gevaarlijke producten in uw werkplaats te beperken, dan mag u deze vloeistoffen overgieten in de opslagruimte onder de volgende voorwaarden:
- giet de vloeistoffen altijd over boven de inkuiping;
- neem alle mogelijke voorzorgsmaatregelen om ontvlamming van de producten te vermijden en het risico op ontploffing te beperken.