Internationale verbintenissen van het Gewest
- Klimaat
- Energie
- Verbintenissen
- Internationaal
- Europa
De stabilisering van de concentraties broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). (BKG) in de atmosfeer vereist een grote inspanning van alle Lidstaten, maar ook van de burgers. De internationale gemeenschap gaat deze uitdaging aan via het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake KlimaatveranderingWijst op trage variaties van de klimaatskenmerken mettertijd, op een welbepaalde plaats : opwarming of afkoeling. Sommige vormen van luchtvervuiling, veroorzaakt door menselijke activiteiten, zijn een bedreiging voor het klimaat in de zin dat er een globale opwarming zou kunnen ontstaan. Dit verschijnsel kan belangrijke schade veroorzaken: stijging van de zeeniveaus, verergering van de uiterste klimaatsverschijnselen (droogtes, overstromingen, wervelstormen, enz.), destabilisatie van de bossen, bedreiging voor de zoetwatervoorraden, moeilijkheden voor de landbouw, woestijnvorming, vermindering van de biodiversiteit, verspreiding van tropische ziekten, enz. (in het Engels UNFCCC).
In 2015 vond de COP21 (21e Conferentie van de Partijen) plaats, waar alle partijen van de UNFCCC tot een historisch akkoord zijn gekomen, het Akkoord van Parijs. Het centrale doel van deze overeenkomst is het internationale antwoord op de dreigende klimaatverandering versterken door de stijging van de wereldwijde temperatuur onder de 2°C te behouden door de inspanningen om deze stijging te beperken tot 1,5 °C voort te zetten.
Kader inzake klimaat en energie tegen 2030
De Klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 werden goedgekeurd tijdens de Europese Raad van 23 en 24 oktober 2014. Sindsdien heeft de Europese Unie een nieuw « Clean Energy Package for all Europeans » goedgekeurd. Dit pakket legt verschillende doelstellingen op tegen 2030:
- de emissies van broeikasgassenGas dat een gedeelte van de zonnestralen absorbeert en herverdeelt onder de vorm van stralingen, die andere gasmoleculen ontmoeten en zodoende het proces herhalen en het broeikaseffect veroorzaken, met een warmteverhoging als gevolg. De belangrijkste broeikasgassen waarvan de oorsprong voornamelijk met menselijke activiteiten verband houden zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en troposferisch ozon (O3). met minstens 40 % verminderen (t.o.v. van die van 1990);
- het aandeel van hernieuwbare energieën op minstens 32 % brengen in het eindenergieverbruik tegen 2030 ;
- de energie-efficiëntie van de EU verbeteren tot minstens 32,5 % (t.o.v. het 2007- referentiescenario) ;
- streven naar de interconnectiedoelstelling van 15 % in de elektriciteitssector.
De Europese Unie heeft ook een nieuwe verordening inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie goedgekeurd, gekend onder de naam Governanceverordening. Deze laatste legt de invoering op van een regelmatig proces van energie-klimaatplanning, vergezeld van een kalender van reporting en mechanismen om zich te verzekeren van de voortgang van alle Lidstaten.
Bijgevolg hebben de leden van de Unie eind 2019 Nationale Energie- en Klimaatplannen (NEKP) voor de periode 2021-2030 voorgelegd. Ze worden ook geacht nationale strategieën op lange termijn tegen 2050 op te stellen, die coherent zijn met hun respectievelijke NEKP.
In België bestaan de NEKP en de langetermijnstrategie uit bijdragen van de entiteiten.