
Zijn antennes gevaarlijk?
- Elektromagnetische golven
- Antennes
Inhoud
Wat zijn de risico's?
Net als alle andere systemen die golven uitzenden, kunnen gsm-antennes een invloed hebben op het menselijk lichaam. Maar dit betekent daarom nog niet dat er een risico is voor de gezondheid indien u dichtbij een antenne woont.
De Brusselse overheid heeft zeer strenge normen vastgelegd om u te beschermen.
Wat zijn de gevolgen voor de gezondheid?
Het bekendste: het thermische effect
De golven oefenen een kracht uit op de elektrisch geladen deeltjes in ons lichaam. De gevolgen voor ons biologisch systeem zijn wetenschappelijk waarneembaar. Het best gekende is het thermische effect: de elektromagnetische energie wordt omgezet in warmte. Dit is het basisprincipe van de microgolf oven.
Door hun frequentiegamma kan het type van golven dat de gsm-antennes uitzenden dit gekende biologische effect veroorzaken. Misschien zijn er nog andere effecten, die de wetenschap vandaag nog niet heeft kunnen aantonen aangezien de studies geen eensluidende resultaten opleveren en nog onvoldoende gevorderd zijn.
Is dit gevaarlijk?
Hoewel deze golven een effect hebben op het lichaam, betekent dit niet automatisch dat ze een gezondheidsrisico inhouden. Het risico doet zich voor wanneer het effect zo sterk is dat het lichaam zich niet langer op natuurlijke wijze kan aanpassen. Het lichaam kan spontaan warmte afvoeren en zijn temperatuur regelen, het doet dit elke dag. Maar als het effect te sterk is, kan het lichaam zich niet langer aanpassen: dan is er een gezondheidseffect.
Deskundigen hebben vastgesteld dat het lichaam niet langer in staat is de warmte naar behoren af te voeren wanneer het specifieke absorptiedebiet (SAR) hoger is dan 4 W/kg. Om zo’n SAR-waarde te bekomen, zou er een elektromagnetisch veld van meer dan 292 V/m aan 900 MHz nodig zijn.
In Brussel bedraagt de blootstellingsnorm 6 V/m, een waarde die dus veel lager ligt dan deze drempel!
Een norm die u beschermt
Om negatieve gevolgen voor de gezondheid te vermijden, leggen de overheden blootstellingsnormen of -limieten vast. Deze passen een veiligheidsfactor toe op de drempelwaardeWaarde vanaf welke initiatieven worden genomen. voor het optreden van een biologisch effect, om eventuele fouten of nog ongekende gegevens van het onderzoek te compenseren.
Zo heeft de Internationale Commissie voor Bescherming tegen Niet-Ioniserende Straling (ICNIRP) de blootstellingslimieten vastgelegd door een veiligheidsfactor '10' toe te passen voor werknemers en een veiligheidsfactor '50' voor de bevolking, wat neerkomt op een drempelwaardeWaarde vanaf welke initiatieven worden genomen. van 41,2 V/m.
De Brusselse overheid past op basis van het voorzorgsprincipe een norm toe van 6 V/m. Deze blootstellingslimiet is 50 x lager is dan de aanbeveling van de ICNIRP (deze berekening gebeurt in termen van vermogensdichtheid: 0,096W/m² voor de Brusselse norm tegen 4,5W/m² voor de norm die is aanbevolen door de ICNIRP à 4,5/0,096 ≈50). Alle voorzorgsmaatregelen worden dus genomen om risico’s te vermijden in ons Gewest.
Vergelijking met alledaagse toestellen
De zendantennes houden niet noodzakelijk een groter gevaar in dan de elektronische toestellen die we elke dag gebruiken. Draagbare telefoons, computers, wifi’s en babyfoons zenden evenveel straling uit. Ze gebruiken een zwakker vermogen dan de antennes, maar omdat onze afstand tot de bron zo veel kleiner is, zijn we sterker blootgesteld aan de elektromagnetische velden die ze genereren. Antennes zenden daarentegen permanent uit, terwijl we deze toestellen slechts gedurende een deel van de dag gebruiken (met uitzondering van de wifi die 24 uur per dag aanstaat).
Telefoneren met een gsm, bijvoorbeeld, stelt u bloot aan een elektromagnetisch veld dat veel sterker is dan het veld waaraan u blootgesteld bent in een gebouw in de nabijheid van een of meer antennes.
De microgolfoven waarmee de meeste keukens uitgerust zijn, hebben een werkingsvermogen ((tot 1000 W) dat veel hoger is dan dat van de antennes (tussen 10 en 40 W), ook al is het gegenereerde veld veel zwakker omdat de oven gesloten is wanneer hij werkt.
Bron: https://www.health.belgium.be/nl/vergelijking-van-sar-waarden
Referentiefrequentie = 900 Mhz
Om de effecten van de verschillende toestellen die golven uitstralen te kunnen vergelijken, wordt een referentiefrequentie gebruikt. Waarom? Het is eenvoudig: afhankelijk van hun frequentie dringen de golven dieper of minder diep in het lichaam door, en worden ze in mindere of meerdere mate geabsorbeerd. Bijvoorbeeld, voor eenzelfde penetratie van 5 cm onder de huid worden de laagfrequente golven (10 Mhz) voor 70% geabsorbeerd, terwijl de hoogfrequente golven (100 MHz) slechts voor 20% worden opgenomen. Dit verklaart overigens waarom kinderen gevoeliger zijn: hun lichaam is kleiner, zodat de kans groter is dat de golven hun organen bereiken.
De referentiefrequentie van 900 Mhz maakt een vergelijking op gelijke basis mogelijk. Daarom legt de norm een "referentiefrequentie van 900 Mhz" vast.
Basisvoorzorgsmaatregelen
De Brusselse normen beperken uw blootstelling aan de golven van de antennes al.
Zelf kunt u ook een aantal voorzorgsmaatregelen toepassen om uw blootstelling aan de andere golven in uw omgeving te beperken.
Voor de golven van gsm-toestellen
- Houd uw gsm-gesprekken kort: stuur een sms wanneer het kan.
- Gebruik een oortje of de luidsprekerfunctie.
- Telefoneer bij voorkeur op een plek met een goede ontvangst (niet in de wagen, de lift, ondergrondse parkeergarages, …).
- Houd uw gsm niet tegen uw oor geklemd, vooral gedurende de eerste seconden, wanneer het toestel verbinding zoekt.
- Kies een toestel met een zo laag mogelijke SAR-waarde.
- Beperk het gsm-gebruik voor kinderen, vooral telefoongesprekken – sms’jes zijn beter.
Voor de andere toestellen die golven uitzenden
- Bewaar een redelijke afstand tot het toestel (indien mogelijk 1 tot 2 meter).
- Schakel het toestel uit wanneer u het niet gebruikt.
Welke gevolgen voor het leefmilieu?
Gevolgen voor de fauna, flora en habitats van Natura 2000
Een studie, conclusies en een bijwerking
In 2012 voerden het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en de Universiteit Antwerpen een algemeen onderzoek uit over de 'Invloed van mobiele telefoonantennes op Natura 2000-sites in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest' (.pdf).
Leefmilieu Brussel volgde deze studie, die gefinancierd werd door de mobiele telefoonoperatoren en uitgevoerd werd in het kader van de vereiste milieuvergunningen voor zendantennes in Brussel.
Deze studie omvatte een onderzoek en een bibliografische analyse van de destijds beschikbare wetenschappelijke gegevens, zowel over de gevolgen van straling als over de impact van de antenne-infrastructuur (installatie, onderhoud enz.) op de fauna, flora en habitats.
In hun conclusies stelden de auteurs het volgende:
"De gegevens zijn ontoereikend om te kunnen besluiten dat o.a. GSM-straling van zendmasten in natuurlijke gebieden de fauna en flora onherroepelijk schade toebrengt. Het is niet mogelijk om een gevaar al dan niet toe te schrijven aan specifieke frequenties eerder dan aan andere. Het is ook niet mogelijk om een afstand tot de mast te definiëren waarbinnen al dan niet effecten kunnen optreden en het is niet mogelijk om te stellen dat een bepaald organisme meer dan een ander meer of minder gevoelig is t.o.v. RF-straling (tenzij misschien vleermuizen).
Wij kunnen daarom hooguit aansturen op elementaire voorzichtigheid bij de planning van GSM-masten in natuurgebieden zodat er geen gekende nestgebieden of andere concentraties van bepaalde organismen rechtstreeks en van nabij in de stralingsbundel terecht komen. "
Sinds 2012 zijn de wetenschappelijke gegevens geëvolueerd en is ook de wetgeving veranderd.
Leefmilieu Brussel heeft de operatoren daarom gevraagd om de studie van 2012 bij te werken en is actief betrokken bij de follow-up van deze studie binnen een begeleidingscomité. Deze bijwerking zou in de loop van 2021 afgerond moeten zijn.
Gevolgen voor de energie
Het mobiele dataverbruik neemt met ongeveer 30% per jaar toe, wat onvermijdelijk leidt tot een toename van het energieverbruik in deze sector.
Een van de milieu-uitdagingen van 5G is hoe om te gaan met deze waarschijnlijke toename van het energieverbruik van mobiele telefonie en de daaraan gekoppelde impact op het klimaat.
5G, betere energie-efficiëntie
Toekomstperspectieven voor 5G:
- 5G heeft een betere energie-efficiëntie dan 4G. 5G verbruikt met andere woorden minder energie dan 4G om hetzelfde bestand te verzenden.
- -5G heeft een betere energie-efficiëntie dan 4G. 5G verbruikt met andere woorden minder energie dan 4G om hetzelfde bestand te verzenden.
Leefmilieu Brussel wil doelstellingen voor energiesoberheid vastleggen en verzamelt momenteel gegevens hiervoor.
Materiaalvoetafdruk van 5G
De komst van 5G veroorzaakt uiteraard ook een materiaalvoetafdruk. 5G brengt immers milieurisico's met zich mee op het vlak van de exploitatie van hulpbronnen en het afvalbeheer:
- productie van nieuwe uitrustingen die compatibel zijn met 5G
- afvalbeheer wanneer de oude toestellen worden weggegooid.
Wat zijn de risico's op het vlak van de exploitatie van hulpbronnen?
Productie van nieuwe uitrustingen: impact op het klimaat
De productie van nieuwe uitrustingen (zoals smartphones, virtual reality-headsets, geconnecteerde voorwerpen, maar ook uitrustingen voor netwerken en datacenters) heeft een impact op het klimaat.
De meeste milieuschade die met de productie van deze digitale toestellen gepaard gaat, ontstaat buiten het Brussels Gewest en Europa. Die schade heeft echter nog steeds een impact op het klimaat en het leefmilieu van de betrokken gebieden.
De ondergrondse ontginning van grondstoffen is verantwoordelijk voor 80% van deze klimaatimpact en is een belangrijke bron van milieuverontreiniging. Bij die verontreiniging komen ook nog de fabricage en het transport.
Bovenop de klimaatimpact worden de natuurlijke hulpbronnen almaar schaarser. In de komende twee decennia zal de bevoorrading met zilver, antimoon, chroom, goud, zink, indium, neodymium, strontium, tin, lood, koper en andere niet-metaalhoudende hulpbronnen waarschijnlijk een probleem worden.
Aankoop van nieuwe smartphones die compatibel zijn met 5G
Met de uitrol van 5G zal de consument zijn smartphone moeten vervangen door een nieuw toestel om verbinding te kunnen maken met 5G. Een studie van het ADEME in Frankrijk bevestigt dat de impact van de smartphone grotendeels verband houdt met de winning van grondstoffen om die smartphone te bouwen.
Enkele concrete cijfers:
- Er is ongeveer 70 kg grondstof nodig om één toestel te produceren, te gebruiken en weer af te voeren, dat is ongeveer 600 keer zijn gewicht.
- Volgens een studie van de United States Geological Survey is voor het winnen van 1 kg koper uit de mijnen – een van de hoofdbestanddelen van deze toestellen – 273 kg gewonnen materiaal nodig.
Eén keer van telefoon veranderen heeft meer impact dan tien jaar dezelfde telefoon gebruiken. Door uw telefoon een jaar langer te gebruiken, verkleint u uw koolstofvoetafdruk met 19 tot 31%. Als u uw telefoon vier jaar gebruikt, deelt u de impact door twee.
Steeds meer geconnecteerde dagelijkse gebruiksvoorwerpen
In 2018 ontwikkelde GreenIT op wereldschaal een model van de toename van de productie van geconnecteerde objecten in het kader van de uitrol van 5G.
Volgens dat model zou het aantal geconnecteerde objecten toenemen van één miljard in 2010 naar 48 miljard in 2025. Dat model lijkt ook gelijk te hebben als we de voorspellingen voor 2020 vergelijken met de gegevens uit 2019 en uitkomen op 20 miljard.
De 'geconnecteerde' elektrische en elektronische apparatuur (EEA) zou volgens datzelfde model goed zijn voor 70% van de totale EEA in 2025, tegenover slechts 15% in 2010.
Voorbeelden?
Wat zouden we morgen kunnen vervangen door een geconnecteerd equivalent? Miljoenen objecten uit ons dagelijkse leven! Verschillende huishoudelijke artikelen zoals matrassen, waterkokers en plantensproeiers zullen wellicht bij het elektrische en elektronische afval terechtkomen.
Tegelijkertijd zullen we onze klassieke EEA (zoals een wasmachine of vaatwasser …) vervangen door een geconnecteerd exemplaar.
In 75% van de gevallen zou het om uitsluitend comfortobjecten gaan, niet-essentiële objecten dus.
Wat zijn de risico's van het afvalbeheer van die afgedankte toestellen?
Een nieuw toestel kopen, betekent het oude wegdoen: weggeven, tweedehandsBeginsel volgens welk goederen in goede staat en waarvan de eerste eigenaar zich wenst te ontdoen, worden gegeven, verkocht, gekregen, aangekocht of geruild zodat ze geen afval worden. verkopen ... of weggooien.
In dat laatste geval is recyclageRecyclage is de vernietiging van afval om nieuwe materialen te produceren. Voorbeeld: inert afval wordt vermalen om granulaten te produceren die in wegfunderingen worden gebruikt de beste oplossing voor het beheer van elektrisch en elektronisch afval.
Enkele cijfers
50.000 gsm's recycleren in plaats van er nieuwe te produceren, levert volgens Recupel een besparing op van 158 ton CO2 en zo'n 6.300 ton minder toxisch afval in de natuur.
In België wordt vandaag slechts 8% van de smartphones gerecycleerd.
Een enorm risico voor ons milieu, want de hulpbronnen worden steeds schaarser en de klimaatveranderingWijst op trage variaties van de klimaatskenmerken mettertijd, op een welbepaalde plaats : opwarming of afkoeling. Sommige vormen van luchtvervuiling, veroorzaakt door menselijke activiteiten, zijn een bedreiging voor het klimaat in de zin dat er een globale opwarming zou kunnen ontstaan. Dit verschijnsel kan belangrijke schade veroorzaken: stijging van de zeeniveaus, verergering van de uiterste klimaatsverschijnselen (droogtes, overstromingen, wervelstormen, enz.), destabilisatie van de bossen, bedreiging voor de zoetwatervoorraden, moeilijkheden voor de landbouw, woestijnvorming, vermindering van de biodiversiteit, verspreiding van tropische ziekten, enz. loert om de hoek.
Om te downloaden
- pdfInvloed van mobiele telefoonantennes op Natura 2000-sites in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest(.PDF, 854.53 KB)
- pdfVerslag van het comité van deskundigen inzake niet-ioniserende straling 2019-2020
- pdfVerslag van het comité van deskundigen inzake niet-ioniserende straling 2018-2019
- pdfSamenvatting van het verslag van het comité van deskundigen inzake nietioniserende straling (2018-2019)
- Verslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling. 2017 – 2018
- pdfVerslag van het experten comité voor niet-ioniserende straling. 2015 - 2016
- pdfAntwoord van de gezondheidsexperts van het comité van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het vlak van niet-ioniserende stralingen, op de analyse van het burgerlijk platform “ondes.brussels”