
Hoe kunt u een eventuele bodemverontreiniging in uw moestuin identificeren?
- Voeding
- Gevaarlijke producten
- Moestuin
- Bodem
- Pesticiden
Inhoud
-
Stap 1: De kaart met de staat van de bodem raadplegen
-
Stap 2: Uw terrein observeren en kennen
-
Stap 3: Een laboratorium kiezen
-
Stap 4: Een bodemstaal nemen in uw moestuin
-
Stap 5: Een bodemstaal van uw moestuin laten analyseren
-
Stap 6: De resultaten interpreteren
-
Goede praktijken om bodemvervuiling in de moestuin te voorkomen
Ingewikkelde tabellen
Voor uw leesgemak raden wij u aan deze pagina op uw computer te raadplegen
Stap 1: de Bodemkaart
De kaart van de bodemtoestand, een onmisbare tool om te bepalen of er een potentieel risico op verontreiniging van uw perceel is.
Lees verder : Stap 1: de Bodemkaart
Stap 2: uw terrein kennen
Door het terrein goed te kennen, vermijdt u elk vermoeden van verontreiniging van uw moestuin.
Lees verder : Stap 2: uw terrein kennen
Stap 3: labo kiezen
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt over een lijst van erkende laboratoria voor bodemanalyses.
Lees verder : Stap 3: labo kiezen
Stap 4: Neem bodemstaal
Een staalname volgens de regels voor meer betrouwbare resultaten.
Lees verder : Stap 4: Neem bodemstaal
Stap 5: Analyseer bodemstaal
Voer een complete analyse uit om de aarde van uw moestuin te controleren.
Lees verder : Stap 5: Analyseer bodemstaal
Stap 6: de resultaten
De resultaten goed vergelijken om elk risico voor de gezondheid te vermijden.
Lees verder : Stap 6: de resultaten
Stap 1: de Bodemkaart
De kaart van de bodemtoestand, een onmisbare tool om te bepalen of er een potentieel risico op verontreiniging van uw perceel is.
Lees verder : Stap 1: de BodemkaartStap 2: uw terrein kennen
Door het terrein goed te kennen, vermijdt u elk vermoeden van verontreiniging van uw moestuin.
Lees verder : Stap 2: uw terrein kennenStap 3: labo kiezen
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt over een lijst van erkende laboratoria voor bodemanalyses.
Lees verder : Stap 3: labo kiezenStap 4: Neem bodemstaal
Een staalname volgens de regels voor meer betrouwbare resultaten.
Lees verder : Stap 4: Neem bodemstaalStap 5: Analyseer bodemstaal
Voer een complete analyse uit om de aarde van uw moestuin te controleren.
Lees verder : Stap 5: Analyseer bodemstaalStap 6: de resultaten
De resultaten goed vergelijken om elk risico voor de gezondheid te vermijden.
Lees verder : Stap 6: de resultatenStap 1: De kaart met de staat van de bodem raadplegen
Vooraleer tot een bodemanalyse over te gaan, kunt u best zoveel mogelijk informatie verzamelen over uw terrein. Aan de hand daarvan kunt u de eventuele verontreinigingsrisico’s bepalen, de aard van de mogelijke verontreiniging en de zones waar het risico het grootst is. Het is dus belangrijk om deze risico’s vooraf te beoordelen.
De kaart met de staat van de bodem is het gemakkelijkste en belangrijkste hulpmiddel om na te gaan of een terrein verontreinigd kan zijn. U kunt ze gratis raadplegen op de website van Leefmilieu Brussel en ze zal u helpen om te bepalen of er risico’s zijn voor uw gezondheid. Deze kaart wordt elke dag bijgewerkt op basis van gemelde incidenten, uitgevoerde studies en werken en nieuwe, stopgezette of overgedragen activiteiten.
-
Mijn terrein is niet opgenomen in de bodeminventaris
Dit betekent dat Leefmilieu Brussel niet over informatie over een mogelijke bodemverontreiniging beschikt. In dat geval raden we u aan de informatie in deze gids te lezen om te weten of een bodemanalyse noodzakelijk is: ga naar “Stap 2: uw terrein observeren en kennen”.
-
Mijn terrein is opgenomen in de bodeminventaris
Leefmilieu Brussel kent een categorie toe aan elk perceel dat in de bodeminventaris is ingeschreven.
Deze categorieën werden oorspronkelijk niet gedefinieerd met het oog op stadslandbouw. De onderstaande tabel geeft voor elke categorie indicaties betreffende de aanleg van een moestuin.
Tabel: categorieën bodeminventaris
Uw terrein behoort tot categorie: | Wat moet u doen? |
0 (geel) |
Deze categorie bevat de terreinen waar verontreiniging wordt vermoed. Het is dus aan te raden bodemanalyses uit te voeren vooraleer met het telen te beginnen. In geval van verkoop van het terrein (onder andere) is een verkennend bodemonderzoek verplicht. In overeenstemming met de geldende wetgeving zal een bodemverontreinigingsdeskundige dit verkennend bodemonderzoek uitvoeren. Hij kan ook onderzoeken of uw moestuin al of niet verontreinigd is. Deze categorie kan overlappen met een van de onderstaande categorieën en in dat geval zijn er al bodemonderzoeken beschikbaar. |
1 (groen) Niet-verontreinigde percelen |
Er zijn al bodemonderzoeken beschikbaar. Uw terrein is niet verontreinigd. U kunt er uw moestuin aanleggen. |
2 (lichtblauw) Licht verontreinigde percelen zonder risico |
Er zijn bodemonderzoeken beschikbaar: uw terrein is licht verontreinigd maar u kunt zonder probleem een moestuin aanleggen. U kunt de resultaten van het onderzoek verkrijgen bij de persoon die het onderzoek heeft laten uitvoeren (de eigenaar of uitbater van het terrein), of, als u de schriftelijke toestemming van de eigenaar hebt, door een aanvraag toegang tot bodemonderzoeken in te dienen bij Leefmilieu Brussel (betalende dienst).
Aandachtspunt: als u zich in een industriezone* bevindt, zullen de gehanteerde verontreinigingsnormen minder streng zijn. De verontreiniging kan dus aanzienlijk zijn, maar het terrein zal tot categorie 2 behoren. U moet dus de resultaten van het onderzoek opvragen en ze analyseren. Als u zich daarentegen in een groene zone bevindt, zullen de normen strenger zijn. |
3 (donkerblauw) Verontreinigde percelen |
Uw terrein is verontreinigd. Raadpleeg de uitgevoerde bodemonderzoeken om te weten of er gebruiksbeperkingenMaatregelen opgelegd voor verontreinigde terreinen die toelaten om het aanvaardbaar risico van de verontreiniging te handhaven. De meest frequent voorkomende gebruiksbeperkingen zijn het plaatsen of het behouden van een betonlaag, het verbod op een moestuin, het verbod op de installatie van drinkwaterleidingen in de verontreinigde bodem, het verbod op het plaatsen van een kelder, het verbod op het onttrekken van grondwater of het verbod op het ontgraven van verontreinigde bodem. Deze beperkingen zijn niet noodzakelijk definitief en kunnen opgeheven worden indien de verontreiniging het voorwerp uitmaakt van een vrijwillige behandeling. zijn of in welke zones en op welke voorwaarden een moestuin mogelijk is. De bodemfacilitator kan u hierbij helpen. |
4 (Paars) Verontreinigde percelen in onderzoek of behandeling |
Uw terrein is verontreinigd en er worden onderzoeken uitgevoerd. Neem contact op met de bodemfacilitator om te weten of u een moestuin kunt aanleggen. |
*De normen worden bepaald op basis van het gewestelijk bestemmingsplan dat u kunt raadplegen via deze link.
Hoe kunt u de gedetailleerde resultaten van de uitgevoerde bodemonderzoeken verkrijgen?
Mits schriftelijke toestemming van de persoon die het onderzoek heeft laten uitvoeren (de eigenaar of uitbater van het terrein), kunt u Leefmilieu Brussel een elektronische kopie van het onderzoeksrapport of de niet-technische samenvatting vragen. Die aanvraag is betalend (de niet-technische samenvatting is gratis) en gebeurt via een formulier dat beschikbaar is op de website van Leefmilieu Brussel of via het platform IRISbox, het elektronische loket van het Brussels Gewest
Stap 2: Uw terrein observeren en kennen

Het terrein systematisch observeren geeft een goede indicatie van de elementen die het mogelijk verontreinigen. U kunt ook meer informatie inwinnen over degeschiedenis van het terrein, bijvoorbeeld bij de buren of de gemeente. Doe de test: als het antwoord op een van de volgende vragen JA is, kan de bodem van uw terrein verontreinigd zijn:
- Is/was er een stookolietank aanwezig?
- Bevinden er zich bussen of flessen met (resten van) gevaarlijke producten (gebruikte olie, oplosmiddelen enz.) op het terrein?
- Ziet u as op de bodem (bijvoorbeeld afkomstig van een allesbrander)?
- Is de bodem opgehoogd (in dat geval bevat hij meestal bouwafval, stukken baksteen of zelfs kleine hoeveelheden afval, stukjes plastic enz.)? Aarzel niet om de bodem een beetje uit te graven.
- Ligt er afval zoals plaatstaal, metalen,…
- Ruikt de bodem verdacht naar olie of oplosmiddelen bijvoorbeeld? (Een geur van rottende planten is geen verontreiniging!)
- Ligt uw terrein naast een grote verkeersader (spoorweg, autosnelweg, drukke weg …)?
- Zijn andere omwonenden of vroegere gebruikers op de hoogte van elementen die op mogelijke bodemverontreiniging kunnen wijzen (vorig gebruik van het terrein bijvoorbeeld) ? Aarzel niet om het hen te vragen!
Wat moet ik doen als er elementen zijn die op bodemverontreiniging wijzen?
In dat geval is het nuttig om een bodemstaal van de een of meer verdachte zones te nemen en het te laten analyseren.
Stap 3: Een laboratorium kiezen
A Bepaal, voor u een staal neemt, naar welk laboratorium u uw bodemstalen wilt sturen om ze te laten analyseren.

U kunt kiezen uit:
- een erkend laboratorium, namelijk een laboratorium dat erkend is voor diepgaande verkennende bodemonderzoeken in overeenstemming met de Brusselse reglementering (de lijst van de erkende laboratoria in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
- andere laboratoria die eveneens bodemanalyses kunnen uitvoeren. Zie de ijst van de LABO'S BODEMANALYSES (landbouwkundige analyses: tuinen et moestuinen)
Vraag, nadat u een laboratorium hebt gekozen, welke procedure u moet volgen om een analyse aan te vragen (de meeste laboratoria hebben daar aanvraagformulieren voor).
Stuur uw staal zo snel mogelijk naar het laboratorium -via de post of met een koerier- en vraag uw analyse aan (sommige laboratoria hebben een eigen koerier).
Ter herinnering, in geval van een bewezen verontreiniging (namelijk, hoger dan de interventienormen van de reglementering inzake verontreinigde bodems), kunnen er wettelijke verplichtingen verplichtingen zijn die de eigenaar of de verantwoordelijke voor de verontreiniging moet naleven.
Het is dus aan te raden de eigenaar van het terrein op de hoogte te brengen wanneer u een bodemanalyse laat uitvoeren en hem de resultaten te bezorgen.
Stap 4: Een bodemstaal nemen in uw moestuin
De methode waarmee u de stalen neemt, kan het resultaat van de analyse beïnvloeden en zelfs vervalsen. Het is dus heel belangrijk dat al het materiaal schoon is. U moet het potje voor het staal en het schepje dus goed schoonmaken en grondig spoelen. Laat ze daarna in de lucht drogen. Het schepje moet nog in goede staat zijn (bijvoorbeeld zonder roest).
De meeste laboratoria beschikken ook over gebruiksklare potjes voor bodemstalen die u vooraf niet hoeft te reinigen of te spoelen.
Welk materiaal hebt u nodig?
- Notaboekje en potlood (optioneel)
- Nieuwe wegwerphandschoenen
- Een schoon stuk plastic zeil (optioneel)
- Schone glazen bokaal van minstens 400 ml
- Schepje of spade
- Etiketten
- Koelbox of koelelementen (voor de analyse van de vluchtige stoffen)

Hoeveel stalen moet u nemen en waar?
Vooraleer u het bodemstaal neemt, kunt u best een schets maken waarop u de plaats aanduidt waar u het bodemstaal gaat nemen. Dat zal u helpen om deze plaats later terug te vinden.
- Voor kleine moestuinen (minder dan circa 50 m²) volstaat één staal.
- Voor grote moestuinen kan het nuttig zijn om meerdere stalen te laten analyseren. De onderstaande tabel geeft het minimale aantal aanbevolen stalen aan afhankelijk van de oppervlakte van de moestuin:
Oppervlakte van de moestuin |
Aantal stalen |
Tussen 50 en 250 m² |
2 potjes met stalen |
Tussen 250 en 500 m² |
3 potjes met stalen |
Tussen 500 en 1000 m² |
4 potjes met stalen |
Voor een geïdentificeerde verdachte zone (bijvoorbeeld waar u een geur van olie of oplosmiddelen waarneemt, een ophoging,…) raden we aan een gericht staal te nemen.
Als er meerdere verdachte zones zijn in de moestuin, kunt u ook beslissen om meerdere stalen te nemen. Bijvoorbeeld een staal in een zone waar zich ophogingen bevinden en een staal op een plaats die naar olie of andere stoffen ruikt.

Lees de transcriptietekst
Voorbeeld staalneming
Hoe neemt u een bodemstaal?
Om een stalenpotje te vullen, kiest u 3 plaatsen in uw moestuin en neemt u een schep (met een schepje of een schop) van de eerste 20 cm grond. Meng deze 3 grondstalen (eventueel op een schoon stuk plastic) en vul de pot tot de rand met deze grond. Raak de grond niet aan met blote handen of vuile handschoenen.

Als u een staal wilt nemen op een plaats van een verdachte zone, volstaat het om het potje alleen te vullen met grond van deze verdachte plaats (en niet verschillende stalen te mengen). Anders verdunt u het staal en krijgt u minder nauwkeurige resultaten.
Sluit het potje goed af.
De stalen identificeren
Kleef een etiket op de pot en schrijf er uw naam en de datum van de staalname op. Als u meerdere potjes hebt, vermeld dan ook de plaats waar u de stalen hebt genomen. Dat is belangrijk om daarna de resultaten te kunnen analyseren! De schets die u hebt gemaakt, kan u daarbij helpen.
Hoe bewaart u het staal ?
Zet het staal op een koele plaats. Bewaar het nooit in de zon of in de buurt van een radiator!
Als u uw staal wil laten onderzoeken op vluchtige stoffen zoals oplosmiddelen of bepaalde brandstoffen (bv. benzine), kunt u het staal beter bewaren in een koelbox, of als dat kan, in een koelkast.

Stap 5: Een bodemstaal van uw moestuin laten analyseren
Op welke chemische stoffen moet u het staal laten onderzoeken?
De analyse van koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. ) en minerale oliën is al een goede basis om de staat van verontreiniging van uw moestuin te controleren.
Als u verontreiniging met andere stoffen vermoedt (ontvettingsproducten, benzine, asbest enz.), kunt u vragen om het staal op andere, meer specifieke stoffen te onderzoeken. Uw laboratorium kan u informeren over de verschillende analysemogelijkheden.
De resultaten worden meestal binnen een maand verzonden.
Hoeveel kost dit?
Reken 50 tot 60 euro voor de analyse van een bodemstaal op zware metalenVerzamelnaam voor een groep metalen met een relatief grote dichtheid, zoals lood, kwik, zink en cadmium. Deze metalen komen van nature in het milieu voor en zijn in veel gevallen zelfs nodig voor bepaalde natuurlijke processen. In hogere concentraties zijn ze echter meestal giftig. De voornaamste bronnen van zware metalen zijn de non-ferro-industrie, de verbranding van fossiele brandstoffen en van afval en het verkeer., PAK’s en minerale olie (maar soms zijn er meerdere stalen nodig!). De prijzen voor de andere parameters kunnen sterk variëren afhankelijk van de geanalyseerde parameter en kan oplopen tot enkele honderden euro’s. Uw laboratorium kan u informeren over de prijzen van de bodemanalyses.
Stap 6: De resultaten interpreteren
Om te weten of u voorzorgsmaatregelen moet nemen in verband met uw moestuin, kunt u de analyseresultaten die u van het laboratorium hebt ontvangen vergelijken met de waarden in de onderstaande tabel.
Waarmee stemmen deze drempelwaarden overeen?
DrempelwaardeWaarde vanaf welke initiatieven worden genomen. 1 stemt overeen met de interventienorm voor een woonzone (volgens het Gewestelijk bestemmingsplan) zoals voorzien door het besluit tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen.. Het zijn dus de officiële normen waarboven uw terrein als verontreinigd wordt beschouwd als het zich in een woonzone bevindt. Deze normen werden onder meer bepaald op basis van analyses van de risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu. De optiek van ongunstige scenario’s werd weerhouden omdat men rekening houdt met personen die hun gehele leven aan de verontreiniging zijn blootgesteld.
Drempelwaarde 2 is een concentratie die door Leefmilieu Brussel werd berekend op basis van een risicobeoordelingsmodel, voor een woning met een moestuin. Boven deze berekende concentratie moeten er maatregelen worden genomen om contact met de aanwezige verontreiniging te vermijden en mogelijke negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid te vermijden.
Stof (mg/kg) | DrempelwaardeWaarde vanaf welke initiatieven worden genomen. 1* |
Drempelwaarde 2* |
Stof (mg/kg) | Drempelwaarde 1* |
Drempelwaarde 2* |
|
koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. | ||||||
Arseen | 103 | 103 | Naftaleen | 5 | 5 | |
Cadmium | 6 | 22 | Benzo(a)pyeen | 3,6 | 4,86 | |
Chroom (III) | 240 | 240 | Fenantreen | 65 | 236 | |
Koper | 197 | 2359 | Fluoranteen | 30 | 195 | |
Kwik | 4,8 | 4,8 | Benzo(a)antraceen | 10,5 | 33 | |
Lood | 560 | 560 | Chryseen | 180 | 375 | |
Nkkel | 95 | 151 | Benzo(b)fluoranteen | 7 | 37 | |
Zink | 333 | 4099 | Benzo(k)fluoranteen | 11,5 | 37 | |
Benzo(gi)peryleen | 3920 | 3920 | ||||
Indeno(1,2,3-cd)pyreen | 20 | 37 | ||||
Stof (mg/kg) | Drempelwaarde 1* |
Drempelwaarde 2* |
Antraceen | 70 | 24420 | |
Minerale olie | Fluoreen | 3950 | 3950 | |||
Minerale olie (C10-C40) | 1000 | 1000 | Dibenz(a,h)antraceen | 2,9 | 4,45 | |
Acenafteen | 14 | 30 | ||||
Acenaftyleen | 1 | 11 | ||||
Pyreen | 395 | 2387 |
Disclaimer: De bovenvermelde drempelwaarden zijn gebaseerd op algemene hypothesen en kunnen verschillen afhankelijk van het blootstellingsniveau, het gebruik van het terrein enz.
Voor landbouwterreinen bijvoorbeeld zullen bijkomende blootstellingswegen in rekening gebracht worden, die de drempels verlagen. Voor meer informatie kan u de code van goede praktijk voor risico-onderzoeken raadplegen.
Leefmilieu Brussel kan noch direct, noch indirect aansprakelijk worden gesteld voor de manier waarop deze aanbevelingen worden gebruikt en geïnterpreteerd. De betrokkene is als enige verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat de omstandigheden geschikt zijn om op de gekozen plaats te tuinieren.
Wat moet u doen als de gemeten concentratie hoger is dan deze waarden?
Er is geen drempelwaardeWaarde vanaf welke initiatieven worden genomen. overschreden | Low concern (Niet “zorgwekkend”) | Uw terrein wordt niet als verontreinigd beschouwd en u kunt dus met een gerust hart starten met een moestuin of groenten blijven telen in uw moestuin.
|
Drempelwaarde 1 werd voor minstens één stof overschreden | Medium concern (Weinig zorgwekkend) | De bodem van uw moestuin is licht verontreinigd. U kunt echter met een gerust hart groenten telen op voorwaarde dat u de volgende richtlijnen in acht neemt: |
Drempelwaarde 2 werd voor minstens één stof overschreden | High concern (zeer zorgwekkend) | Als drempelwaarde 2 voor minstens één stof is overschreden, zijn het verontreinigingsniveau en de gezondheidsrisico’s hoger. Vermijd dus om in volle grond te telen en vermijd elk direct contact met de verontreiniging. |
Enkele concrete voorbeelden:
- Voorbeeld 1: Voor zink bedraagt drempelwaardeWaarde vanaf welke initiatieven worden genomen. 1 333 mg/kg en drempelwaarde 2 4099 mg/kg.
Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 100 mg/kg zink bevat. Er is dus geen drempelwaarde overschreden en ik kan groenten telen.
- Voorbeeld 2: Voor koper bedraagt drempelwaarde 1 197mg/kg en drempelwaarde 2 2359 mg/kg.
Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 1200 mg/kg koper bevat. Drempelwaarde 1 is overschreden. Ik kan groenten telen, maar ik moet de aanbevelingen van niveau 1 in acht nemen (bijvoorbeeld, ik zal mijn aardappelen altijd schillen, ik teel geen sla op die plaats enz.).
- Voorbeeld 3: Voor benzo(a)pyreen bedraagt drempelwaarde 1 3,6 mg/kg en drempelwaarde 2 4,86 mg/kg.
Het analyseresultaat dat ik van het laboratorium ontvang, geeft aan dat mijn bodem een concentratie van 5,9 mg/kg benzo(a)pyreen bevat. Drempelwaarde 2 is overschreden. Ik teel geen groenten in volle grond in de verontreinigde zone, maar ik teel in bakken of ik verplaats mijn moestuin naar een niet verontreinigde zone.

Aanbevolen acties :
Niveau 0
Uw terrein wordt niet als verontreinigd beschouwd en u kunt dus met een gerust hart starten met een moestuin of groenten blijven kweken in uw moestuin.
- Was uw groenten en fruit altijd voor u ze eet.
- Was uw handen nadat u in de tuin hebt gewerkt.
- We raden ook aan om uw moestuin te bewerken volgens de goede praktijken voor tuinieren om toekomstige bodemverontreiniging te vermijden.
Niveau 1
Uw bodem is licht verontreinigd. U kunt echter met een gerust hart groenten telen, op voorwaarde dat u de aanbevelingen van niveau 0 en deze aanbevelingen in acht neemt.
- Verminder de concentratie verontreinigende stoffen door regelmatig organisch materiaal (mest en compost ) en schone grond aan uw bodem toe te voegen. De toevoeging van rijpe compost verbetert het microbiologisch leven en dus ook de afbraak van bepaalde verontreinigende stoffen. Het verbetert ook de ph van uw bodem. In zure grond komen zware metalenVerzamelnaam voor een groep metalen met een relatief grote dichtheid, zoals lood, kwik, zink en cadmium. Deze metalen komen van nature in het milieu voor en zijn in veel gevallen zelfs nodig voor bepaalde natuurlijke processen. In hogere concentraties zijn ze echter meestal giftig. De voornaamste bronnen van zware metalen zijn de non-ferro-industrie, de verbranding van fossiele brandstoffen en van afval en het verkeer. namelijk gemakkelijker vrij.
- Schil wortelgroenten voor u ze eet of bereidt
- Laat de grond niet braak liggen. U kunt de bedden bedekken met compost of gehakseld groenafval om te vermijden dat bodemdeeltjes worden verspreid door de wind of de regen. In het algemeen is dit ook een goede praktijk om de bodem en het bodemleven te beschermen.
- Niet alle planten zijn even gevoelig voor bodemverontreiniging. Teel geen planten waarin de verontreinigende stoffen zich opstapelen. Zie: Speelt het soort groente dat ik teel een rol bij bodemverontreiniging?
Meer informatie vindt u in de rubriek Hoe kan ik me beschermen tegen bodemverontreiniging in mijn moestuin?
Niveau 2
Uw bodem is verontreinigd en dit kan risico’s inhouden. Neem de aanbevelingen van niveau 0 en 1 en deze aanbevelingen in acht.
- Teel uw groenten in bakken of andere recipiënten die u vult met schone grond en compost, waarvan u de herkomst kent;
- Of bedekt he terrein met geotextiel en hoog het daarna op met minstens 30 cm schone teelaarde zodat de wortels van de planten niet in de verontreinigde zone doordringen;
- Bedekt de rest van de verontreinigde zone, die niet zal worden bewerkt, zoals paadjes. Bijvoorbeeld met houtsnippers op geotextiel om te vermijden dat iemand met de bodemverontreiniging in contact komt.
U kunt de bodemverontreiniging ook saneren, bijvoorbeeld door afgraving. Om het goede verloop van deze saneringswerken te garanderen, moeten ze echter verplicht worden opgevolgd door een bodemverontreinigingsdeskundige en een bodemsaneringsaannemer. De verontreinigde grond moet bovendien worden afgevoerd naar een erkend verwerkingscentrum. Een bodemsanering brengt aanzienlijke kosten met zich mee.
Meer informatie vindt u op onze webpagina’s over de behandelingstechnieken

De verontreiniging afbakenen
In sommige gevallen geeft de observatie van de aard van de bodem al een eerste indicatie van de plaats van de verontreinigde zone. Als uw terrein bijvoorbeeld een zone bevat waar u alleen natuurlijk zandBodemdeeltjes die groter zijn dan 0,05 mm ziet, en een andere zone die duidelijk werd opgehoogd (heterogene grond die stukken baksteen enz. bevat), is de kans groot dat de bodemverontreiniging tot die laatste zone beperkt is.
Als een bepaalde zone of een specifiek staal verontreinigd is, kunt u ook bijkomende analyses laten uitvoeren om de verontreiniging beter af te bakenen.
Als u andere stoffen hebt laten analyseren
Als u analyseresultaten hebt voor andere verontreinigende stoffen dan de bovenvermelde stoffen, kunt u eerst en vooral de resultaten vergelijken met de interventienormen voor een woonzone die werden bepaald door het besluit tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen.
Als u een bodemverontreiniging vaststelt die deze interventienorm overschrijdt, raden we u aan een specialist te raadplegen, bijvoorbeeld een bodemverontreinigingsdeskundige om na te gaan welke specifieke maatregelen u moet nemen om elk contact met de verontreiniging te vermijden.
Afhankelijk van de aard van de vastgestelde verontreiniging en de gemeten concentraties, kunnen namelijk andere maatregelen noodzakelijk zijn.
Goede praktijken om bodemvervuiling in de moestuin te voorkomen
- Gebruik geen toxische producten en vooral geen pesticiden. Zie de tips op onze site: natuurlijke moestuin
- Gebruik koolwaterstoffenDit zijn van aardolie afgeleide samengestelde organische vloeistoffen op basis van koolstof en waterstof. Stookolie, benzine en andere soorten minerale oliën behoren daartoe. Deze oliën hebben de eigenheid dat ze een geringe dichtheid hebben. Wanneer ze in de bodem dringen, kunnen ze het grondwater bereiken en er een drijflaag op vormen. (PAK's) en resten van pesticiden te verbeteren.
- Gebruik geen regen- of putwater als u vermoedt dat het verontreinigd is. Het gebruik van water dat afkomstig is van een zinken dak of een dak in asbestcement is af te raden omdat het de bodem kan besmetten.
- Voer het onderhoud van uw tuinmachines die met benzine werken (bijvoorbeeld bosmaaier, grasmaaier) niet uit in de moestuin.
- Gebruik geen geschilderde elementen in uw tuin (tuinhuis, afsluiting,..). De verf kan mettertijd loskomen en de componenten kunnen in de bodem terechtkomen.
