
De gevolgen van luchtverontreiniging voor het leefmilieu
- Lucht
- Vervuiling
- Klimaat
- Studie
Inhoud
Klimaatopwarming
Niemand kan het nog ontkennen: het klimaat warmt op. Wetenschappers ramen de kans dat de mens daarvoor verantwoordelijk is op 90%.
Volgens het Europees Agentschap voor Leefmilieu zijn de eerste gevolgen van de opwarming al merkbaar. Sinds het einde van de negentiende eeuw warmde de aarde met gemiddeld 0,7 °C op, steeg het zeewaterpeil met 10 tot 25 cm en verloren de Alpen de helft van hun gletsjers (in vergelijking met 1850). De recentste prognoses van internationale specialisten (IPCC) over de klimaatevolutie van nu tot 2100 zijn nog pessimistischer dan enkele jaren geleden. Men raamt dat tegen het einde van deze eeuw de temperatuur zal stijgen met 1,4 tot 5,8 °C en het zeewaterpeil met 14 tot 80 cm.
De gevolgen kunnen rampzalig zijn: verdwijning van sommige kustgebieden, toename van extreme klimaatsituaties (hittegolven, onweders, overstromingen, stormen, …), toename van infectieziekten, het uitsterven van een aantal dier- en plantensoorten die er niet in slagen zich aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen. Rampzalige gevolgen waaraan België niet zal ontsnappen.
Grensoverschrijdende vervuiling
De wind neemt verontreinigende stoffen die in de lucht terechtkomen, vaak honderden, soms zelfs duizenden kilometers ver mee. Dat noemen we grensoverschrijdende luchtvervuiling op lange afstand. Ze ligt aan de basis van een aantal verontreinigingsverschijnselen.
Verzuring
Het begrip ' zure regenFenomeen waarbij schadelijke gassen (voornamelijk zwaveldioxide en stikstofoxide) zich verbinden met watermoleculen uit de atmosfeer om zuren (zwavel- en salpeterzuur) te vormen. Deze zuren, aanwezig in regenwater, tasten de planten en dieren aan, maar ook het architecturaal patrimonium omdat ze talrijke materialen beschadigen. ' kennen we al meer dan twintig jaar, maar het probleem blijft actueel. Het verschijnsel doet zich voor als schadelijke gassen (vooral zwavel- en stikstofdioxide) zich vermengen met watermoleculen in de lucht, en zuren (zwavel- en nitraatzuren) vormen. Als het regent, dringen deze zuren de bodem in, vermengen ze zich met water en veranderen ze de samenstelling ervan. Zo vormen ze een bedreiging voor planten en dieren.
Er zijn niet alleen de gevolgen voor de natuur. Zure regenFenomeen waarbij schadelijke gassen (voornamelijk zwaveldioxide en stikstofoxide) zich verbinden met watermoleculen uit de atmosfeer om zuren (zwavel- en salpeterzuur) te vormen. Deze zuren, aanwezig in regenwater, tasten de planten en dieren aan, maar ook het architecturaal patrimonium omdat ze talrijke materialen beschadigen. speelt ook een hoofdrol in de schade aan een groot aantal materialen zoals steen, cement, vernis, enz. Deze eigenschap zorgt voor de langzame maar ingrijpende aantasting van het architecturale patrimonium. Zo verwoest zure regen historische overblijfselen en noodzaakt hij enorme investeringen in renovatiewerken.
Eutrofiëring
De neerslag van stikstofverbindingen (NOx en NH3) in de grond veroorzaakt biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). en leidt tot verontreiniging van oppervlaktewaterEr wordt gewoonlijk een onderscheid gemaakt tussen zeewater en binnenwater, wat op zijn beurt in oppervlaktewater en grondwater wordt onderverdeeld. Het oppervlaktewater wijst op het water dat op de oppervlakte van de aarde afvloeit of stagneert en bevat het water van de meren, rivieren en waterpartijen (vijver, kunstmatige bekkens, poelen, ...). en ondergrondse waterlagen.
Zware metalen en POP’s
POPGroep van persistente organische polluenten zijn organische samenstellingen van antropogene oorsprong die weerstaan aan biologische, chemische en fotolytische afbraak: ze blijven aanwezig in het milieu. Ze zijn slechts in geringe mate oplosbaar in water. Hun grote oplosbaarheid in vetten leidt tot een accumulatie in het vetweefsel van levende organismen en een bioconcentratie in de voedselketen. Hun vluchtigheid zorgt voor een grote verspreiding via een opeenvolging van verdamping, verplaatsing in de lucht en condensatie (“sprinkhaaneffect“). Hierdoor kunnen ze snel grote afstanden afleggen en zijn ze overal in de wereld te vinden, zelfs in regio s waar ze nooit werden gebruikt. 's) zijn problematische stoffen voor milieubeheerders. Het milieu breekt deze stoffen niet of in heel geringe mate af. Ze hebben dus een heel lange levenscyclus. Hun verspreiding vormt dan ook een bron van voortdurende en progressieve aantasting. Ze bezoedelen het milieu op lange termijn, men vindt ze terug in de voedselketen (bijvoorbeeld via dierlijke vetten) en ze brengen schade toe aan de volksgezondheid.
Troposferisch ozon
Ozongas (O3) is zowel aanwezig in de hoge luchtlagen (de bekende ozonlaag) als in de lucht die we inademen (troposfeer). De ozonlaag beschermt ons tegen een aanzienlijk deel van de ultraviolette zonnestralen die gevaarlijk zijn voor levende wezens, maar troposferisch ozon is schadelijk voor de gezondheid. Bij vervuilingspieken zorgt het voor irritatie aan ogen, neus en keel, longaandoeningen, verminderde fysieke prestaties, enz. Troposferisch ozon brengt ook belangrijke schade toe aan de vegetatie en vermindert de opbrengst van landbouwgewassen.