
De Brusselse natuur-, bos- en archeologische reservaten die de biodiversiteit beschermen
- Biodiversiteit
- Groene ruimten
- Natuurreservaat
- Natura 2000
- Natuur
Om de Brusselse biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). te beschermen, werden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 14 natuurreservaten (130 ha) en 2 bosreservaten (112 ha) aangeduid.
De opstelling van die twee statuten is gebaseerd op de wet op het natuurbehoud van 12 juli 1973 en op de Brusselse ordonnantie van 27 april 1995 betreffende het behoud en de bescherming van de natuur. Bovendien maakt het merendeel van de aangeduide sites vandaag deel uit van het Natura 2000-netwerk. Dat betekent dat ze een bijzondere bescherming genieten van het Gewest, dat zich op Europees niveau verbindt om in te staan voor het behoud op lange termijn van de specifieke habitats en de speciale diersoorten die daar worden aangetroffen.
Aan die "biologische" reservaten werd in 2002 het statuut van archeologisch reservaat toegevoegd om twee sites in het Zoniënwoud te beschermen die dateren van het Neolithicum en van de Romeinse of pre-Romeinse tijd (13 ha).
Het statuut van reservaat veronderstelt de opstelling van een specifiek beheerplan voor elke betrokken zone.
Types van reservaten
Het Brussels Gewest telt drie grote types van reservaten:
Natuurreservaten
De 14 natuurreservaten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (het moeras van Ganshoren, Kinsendael-Kriekenput, de Verdronken-Kinderen-Vallei...) werden opgericht om de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora). te beschermen van enkele in Brussel eerder zeldzame milieus (een moeras, een heiderelict…). Ondanks de grote biologische rijkdom hebben natuurreservaten vaak te lijden onder verschillende vormen van verstoring.
Overmatige recreatie verstoort de rust van dieren, en planten worden vaak vertrappeld. De toegang tot de natuurreservaten is dan ook beperkt tot de paden.
Bosreservaten
Deze reservaten liggen in het Zoniënwoud en zijn bedoeld om de typische habitats en boslandschappen te beschermen. Men spreekt van « integrale bosreservaten » wanneer geen enkele tussenkomst is voorzien. Aldus kan het bos op een spontane en natuurlijke manier evolueren Elders worden regionale bossen wel beheerd om een karakteristiek bostype te beschermen zoals dat van het eikenbos met hyacinten in het Rood Klooster.
Het statuut van bosreservaatHet bosreservaat is een bos of een deel hiervan dat wordt beschermd met het doel kenmerkende of merkwaardige uitzichten of opstanden van inheemse houtsoorten in stand te houden en er de gaafheid van de bodem en van het milieu te vrijwaren. moet op termijn bijdragen tot een hogere natuurlijke waarde van het bos. Op die plaatsen wordt trouwens intensief wetenschappelijk onderzoek gevoerd.
Archeologische reservaten
Die moeten de risico’s op beschadiging beperken van de hoogtestructuren (Romeinse of pre-Romeinse grafheuvels en verdedigingsstructuren van een kamp), alsook van de archeologische restanten die ontdekt werden in de bovenste laag van de bodem van het Zoniënwoud en rond de vijver van Bosvoorde (werktuigen in silex, keramische potscherven…). Die schade kan veroorzaakt worden door het vertrappelen door wandelaars, door een onaangepast bosbeheer, en zelfs door biologische en klimatologische factoren.
Biologische reservoirs
De Brusselse natuurreservaten en bosreservaten vormen belangrijke reservoirs voor de biodiversiteitDe diversiteit aan levende soorten die zich kunnen in stand houden en die zich zonder externe hulp kunnen voortplanten (fauna en flora).. De zeldzame soorten die er voorkomen, vormen een genenpool. Vanuit deze kernpopulaties kunnen soorten zich verspreiden en in contact komen met naburige populaties. Aldus kunnen genen worden uitgewisseld. Ecologische netwerken (zoals het groene en blauwe netwerk), werken deze uitwisseling in de hand.
De Brusselse reservaten
De natuurreservaten
Het Moeraske
Het Moeraske in Evere, de laatste restant met vegetatie die vroeger kenmerkend was voor de Zennevallei, wordt doorkruist door één van de zijrivieren van de Zenne. Daar heeft zich een moerassige zone met een rietveld en een overstroomd wilgenbos gevormd. Daarnaast ligt een braakliggend terrein waarop een vegetatie groeit die zeldzaam is voor Brussel.
Bezienswaardig: de gele iris, de koninginnepage, de hazelworm en de levendbarende hagedis, de ijsvogel en een groot aantal kikkers en watersalamanders.
Het moeras van Ganshoren
Deze natuurzone ligt in de vallei van de Molenbeek waar natte weiden, sloten en wilgenbosjes elkaar afwisselen. Er zijn projecten in uitvoering die moeten voorkomen dat het moeras uitdroogt, zodat het opnieuw zijn rol kan vervullen van regelaar van de waterlopen en van overstromingszone.
Bezienswaardig: de nachtegaal, de ringslang, de stekelbaars, de dotterbloem, de koekoeksbloem.
Het moeras van Jette
Deze site, eveneens gelegen in de vallei van de Molenbeek, geeft een beeld van de fysionomie van het natte en landelijke landschap dat vroeger kenmerkend was voor het noorden van Brussel. Rond de vijver heeft zich een rietveld gevormd.
Bezienswaardig: de waterhoen, de kleine karekiet, de waterral (tijdens de winter), de voorns en snoeken en de vele amfibieën.
Het Poelbos
Het Poelbos in Jette is een gemengd bos dat gegroeid is op kalkgrond (oude steengroeve) waar vele bronnen aan de oppervlakte komen. Deze site is heel interessant voor de bijzondere flora die daar wordt aangetroffen.
Bezienswaardig: de clematis, de bosanemoon, daslook, diverse orchideeën, breukkruid, spekwortel en talloze in holen levende vogels die in de talrijk aanwezige holle bomen nestelen.
Het Laarbeekbos
Deze uitgestrekte beboste ruimte ten noorden van Brussel (Jette) heeft zich, net zoals het Poelbos, ontwikkeld op een terrein waar in het verleden kalksteen werd ontgonnen. Naast de flora die verbonden is met dit type van bodem, treffen we er soorten aan die groeien op natte gronden. De vele doorsijpelingen voeden er namelijk een bospoel en een beekje dat uitmondt in de Molenbeek.
Bezienswaardig: daslook, paarbladig goudveil, de dotterbloem, diverse orchideeën en talloze amfibieën.
De Zavelenberg
Deze relikwie van het Pajottenland (Sint-Agatha-Berchem) bestaat uit graslanden, natte weiden, hagen en bossen die doorkruist worden door beekjes.
Bezienswaardig: de dotterbloem, de sleutelbloem, zegge, groen nieskruid en een hazenpopulatie
Rietkraag Ter Bronnenpark
Eén van de laatste rietvelden die naam waardig in de vallei van de Woluwe.
Bezienswaardig: de kleine karekiet en de waterral.
Kinsendael-Kriekenput
Dat is een oud, verwaarloosd park dat geëvolueerd is tot een natuurbos. Er zijn nog enkele mooie sierbomen overgebleven. Een groot aantal bronnen zorgen er voor een belangrijk waterwegennet. Er werd zelfs een vijver heraangelegd.
Bezienswaardig: grote bonte specht, boomklever, appelvink, sijs, vos en verschillende soorten vleermuizen. Dit is één van de zeldzame plaatsen in Brussel waar bittere veldkers groeit.
Het natuurreservaat van het Rood Klooster
Tot de beschermde fauna en flora op deze site (Oudergem) behoren de grasperken op de kalkhellingen, een elzen/essenbosje dat het uitzicht van een natuurbos biedt, een moeras, een klein veld met struikheide, alluviale bossen, een geheel van vijvers met rietland…
Bezienswaardig: ijsvogel, fuut, dodaars, slobeend, krakeend, bittervoorn (een zeldzame en beschermde vis), 13 soorten vleermuizen...
De Verdronken-Kinderen-Vallei
Dit reservaat, gelegen in een vallei van het Zoniënwoud, toont een aaneenschakeling van vijvers die met elkaar verbonden zijn door een zijrivier van de Woluwe. Vrije zones wisselen er af met elzen/essenbossen.
Bezienswaardig: kuifeend, mandarijneend, talloze soorten vlinders en libellen, een belangrijke populatie van amfibieën, bittervoorn…
De Vallei van de Vuilbeek
Deze diep in het Zoniënwoud verzonken vallei herbergt vijvers, bronnen, moerassige formaties, braaklandDoor de mens verwaarloosde zone die geleidelijk wordt ingenomen door spontane plantengroei. , zeggenmoeras, rietvelden, heidevelden en lichte beuken/eikenbossen.
Bezienswaardig: watermunt, moeras-vergeet-mij-nietje, kattenstaart, vlotgras, cypergras, wintertaling, kuifeend, dodaars, vuursalamander, ree, talrijke bosinsecten en natte bosranden en open plekken.
De Vallei van de Drie Fonteinen
Dit reservaat omvat een natte bodem in een vallei van het Zoniënwoud (met een beekje, bronnen en een vijver) en droge hellingen, zowel kalkhellingen als zure hellingen. Daartoe behoort ook nog een kasteeltje uit de XIVe eeuw.
Bezienswaardig: zwarte specht, buizerd, sperwer,…
De Pinnebeekpoel
Een bospoel aan de uitmonding van een vallei van het Zoniënwoud, omringd door zure bosweiden.
Bezienswaardig: de poel is een belangrijk reservoir van amfibieën. Is niet dichtbij toegankelijk.
De Vogelzangbeek
De Vogelzangbeek in Anderlecht, gelegen in een typisch landschap van het Brabantse Pajottenland, is een landelijke site met bosjes, weilanden en hagen. De site wordt doorkruist door het beekje dat zijn naam eraan heeft gegeven en bevat een aantal vijvers, een rietveld en vochtige weilanden.
Bezienswaardig: de gele iris, de grote lisdodde, de steenuil en de prachtige rijen van knotwilgen.
De bosreservaten
Het bosreservaat van het Rood Klooster
Dit reservaat werd opgericht met het oog op de bescherming van het unieke eikenbosje met hyacinten in het Zoniënwoud. De aanwezigheid van deze bloem is verbonden met de voormalige ontginning van de grond door de monniken van de abdij van het Rood Klooster die daar hun kudden lieten grazen.
Het bosreservaat van Gripensdelle
Dit reservaat strekt zich uit over 40 ha bos in Watermaal-Bosvoorde. Door een gebrek aan beheer kan het bos er spontaan evolueren.
Bezienswaardig: ree, vos, zwarte specht.
De archeologische reservaten
Het archeologisch reservaat van de Tumuli
Twee langgerekte kunstmatige heuvels zouden de restanten kunnen zijn van Romeinse of pre-Romeinse grafmonumenten.
Het archeologisch reservaat van « Bosvoorde-Vijvers »
Restant van een versterkt kamp van meer dan 5000 jaar oud. De verdedigingsstructuren van dit neolithisch kamp zijn op sommige plaatsen nog goed zichtbaar (afwisseling van heuvels en grachten).